Naar inhoud springen

Vereenigde Oostindische Compagnie: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Migiloviz (overleg | bijdragen)
Versie 10293725 van 213.84.7.197 (overleg) ongedaan gemaakt
Regel 95: Regel 95:
* [[Zweedse Oost-Indische Compagnie]]
* [[Zweedse Oost-Indische Compagnie]]


== Externe links ==
ja meoder
* [http://www.kb.nl/dossiers/voc/voc.html KB.nl: Koninklijke Bibliotheek, dossier 400 jaar VOC]
* [http://www.maleisie.be/voc_algemeen.html Maleisie.be: De VOC in Maleisië]
* [http://www.vaartips.nl/zeevaart.htm Vaartips.nl: Oude zeegaande schepen]
* [http://www.oldest-share.com/index_nl.htm Oldest-share.com: Het oudste aandeel ter wereld] (Camere Amsterdam, 27 september 1606)

{{bron|bronvermelding=
* [http://www.voc-kenniscentrum.nl/ VOC-kenniscentrum.nl: Homepage] (Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde)
* [http://www.vocsite.nl/ VOCsite.nl: Homepage] (J.H.D. van Overbeek)
* [http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/DAS Inghist.nl: De VOC. Dutch-Asiatic Shipping 1595-1795] (J.R. Bruijn, F.S. Gaastra e.a.)
* [http://www.tanap.net/content/voc/organization/organization_intro.htm Tanap.net: Verenigde Oost-Indische Compagnie] (Prof. F.S. Gaastra)
* [http://www.nationaalarchief.nl/amh/ Nationaalarchief.nl: Atlas of Mutual Heritage] (5200 afbeeldingen over en van de VOC en WIC)
* Hans Bonke: ''De zeven reizen van de Jonge Lieve''. Uitgeverij SUN (ISBN 9061686598)
* Ewald Vanvugt: ''Wettig opium''. Uitgeverij Onze Tijd (ISBN 9062651976)
* [http://www.vaartips.nl/extra/pinas.htm Vaartips.nl: Eerste Schipvaert, 1595]
* [http://www.geschiedenis.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=239&Itemid=149 Geschiedenis.nl: Verenigde Oostindische Compagnie] (Wim Schüling, 1 januari 2005)
}}
{{commonscat|Vereenigde Oostindische Compagnie}}
{{Link FA|fr}}

[[Categorie:Nederlandse multinational]]
[[Categorie:VOC| ]]
[[Categorie:Oost-Indische Compagnie]]
[[Categorie:Geschiedenis van Jakarta]]
[[Categorie:Geschiedenis van Nagasaki]]

[[af:Verenigde Oos-Indiese Kompanjie]]
[[ca:Companyia Holandesa de les Índies Orientals]]
[[de:Niederländische Ostindien-Kompanie]]
[[en:Dutch East India Company]]
[[eo:Nederlanda Kompanio de Orientaj Indioj]]
[[es:Compañía Holandesa de las Indias Orientales]]
[[fi:Hollannin Itä-Intian kauppakomppania]]
[[fr:Compagnie néerlandaise des Indes orientales]]
[[fy:Feriene Eastindyske Kompanjy]]
[[he:חברת הודו המזרחית ההולנדית]]
[[id:Vereenigde Oostindische Compagnie]]
[[it:Compagnia Olandese delle Indie Orientali]]
[[ja:オランダ東インド会社]]
[[jv:Vereenigde Oostindische Compagnie]]
[[mr:डच ईस्ट इंडिया कंपनी]]
[[ms:Syarikat Hindia Timur Belanda]]
[[no:Det nederlandske Ostindiske kompani]]
[[pl:Holenderska Kompania Wschodnioindyjska]]
[[pt:Companhia Neerlandesa das Índias Orientais]]
[[ru:Голландская Ост-Индская компания]]
[[sv:Holländska Ostindiska Kompaniet]]
[[zh:荷兰东印度公司]]
[[zh-min-nan:Hô-lân Liân-ha̍p Tang Ìn-tō͘ Kong-si]]

Versie van 26 nov 2007 15:51

Het VOC-logo

De Vereenigde Oostindische Compagnie (meestal afgekort tot VOC) was een uiterst succesvol Nederlands handelsbedrijf dat in de 17e en 18e eeuw het monopolie bezat op de handel met Azië. De VOC was lange tijd het grootste handelsbedrijf ter wereld dat op Azië voer.

De VOC was de eerste echte multinational ter wereld en wordt eveneens gezien als het eerste bedrijf dat aandelen uitgaf, teneinde de uitvaarten te kunnen bekostigen. Zelfs de Britse Oost-Indische Compagnie was tot aan het eind van het bestaan van de VOC niet zo machtig. Dat kwam vooral door de krachtige kapitaalinstroom in Amsterdam waardoor het mogelijk was de kostbare reizen te organiseren en de militaire structuur in het Oosten op te bouwen.

De VOC puntsgewijs

  • Start en einde: 20 maart 1602 - 31 december 1799
  • Aanleiding/reden oprichting: Noodzaak tot bundeling van krachten in plaats van onderlinge concurrentie tussen de steden; oprichting Britse East India Company in 1600
  • Aanleiding/reden beëindiging: Algemeen verval, gemakzucht, corruptie, groei van grote Europese mogendheden en het verlies van de winstgevende opiumhandel aan Engeland.
  • Stichter: de Staten-Generaal onder aansturing van Johan van Oldenbarnevelt
  • Doel: winst op de handel met Oost-Indië, India, Ceylon, Korea, Japan, China en de vestiging van Nederlandse handelsposten en kantoren; bestrijding van concurrentie; vestigen van plantages en factorijen
  • Financiering: via aandelen, kapitaal: ruim 6,4 miljoen gulden, ingelegd door aandeelhouders. Per reis kon iedereen met wat geld deelnemen in de opbrengst, wat duizenden Hollanders/Westfriezen en Zeeuwen ook deden.
  • Vestigingen: hoofdkantoor Amsterdam; tussenstation Kaap de Goede Hoop, verder onder meer Batavia, Ceylon, India (Hougly, lange tijd de meest winstgevende vestiging) en Desjima. Zie ook Handelsposten van de VOC in het Midden-Oosten.
  • Organisatie: Drie Hollandse steden waren lid en hadden het recht tochten naar Indië te maken: Amsterdam, Rotterdam en Delft, twee Westfriese steden Hoorn en Enkhuizen en één Zeeuwse stad, Middelburg.
  • Bestuur: de 'Heren XVII', de hoofddirectie van 17 mensen, afgevaardigd door de zes deelnemende steden.
  • Schepen: in totaal 1772, waarvan er 629 vergingen of verdwenen
  • Reizen naar Azië: in totaal ca. 4700
  • Soorten schepen: spiegelretourschip, fluit, jacht, pinas, fregat, hoeker, galjoot
  • Personeel: in de twee eeuwen van haar bestaan zijn in totaal bijna 1 miljoen mensen uitgevaren; er stierven er gemiddeld 300 tot 500 per jaar vanwege de reizen; rangen aan boord liepen van scheepsjongen van ongeveer 8 jaar tot opperkoopman en schipper; een matroos verdiende midden in de 17e eeuw zo'n 100 gulden per jaar (incl. eten en onderdak, maar zonder winstaandeel) Een gouverneur van Oost-Java verdiende rond de 100.000 gulden en de gouverneur-generaal (bijgenaamd "de grote prijs") zelfs tot twee-en-een-half miljoen gulden per jaar.
  • Bekendste VOC-er: Jan Pieterszoon Coen, stichter van Batavia (Djakarta)
  • Producten: aanvankelijk vooral peper, foelie, nootmuskaat en kaneel, later ook, koffie, thee, textiel en porselein

Oprichting

Een obligatie van de VOC
VOC-huis (tegenwoordig Bushuis genaamd) Amsterdam (binnenplaats)
De tafel met de 17 stoelen (van "de Heeren XVII") in de (toenmalige) centrale zaal van het VOC-huis te Amsterdam

Tot 1595 was de handel in Oosterse specerijen volledig in handen van Portugal dat vanaf 1498 vaarroutes naar Azië ontdekte. Kaarten en vaarroutes werden echter strikt geheim gehouden zodat Portugal in feite het monopolie op de handel had. Pas toen in 1592 Jan Huygen van Linschoten terug kwam uit de Oriënt kreeg men in de Republiek voldoende kennis in handen om zelf een expeditie uit te rusten. In 1595 stuurde de Compagnie van Verre een expeditie van vier schepen uit naar Indië onder leiding van koopman Cornelis de Houtman. Toen in 1597 drie van de vier schepen behouden terugkeerden, bleek dat een dergelijke expeditie mogelijk was. Er werd meteen al in 1598 een groot aantal expedities vanuit Nederland naar Indië gestuurd. Sommige liepen op mislukkingen uit, andere waren een groot succes met winsten van enkele malen de kosten. In totaal werden er tussen 1598 en 1601 vijftien expedities uitgestuurd waaraan zo'n 65 schepen deelnamen. Voordat de VOC in 1602 het licht zag bestonden er in het tijdsbestek van 7 jaar 12 verschillende compagnieën, namelijk de Compagnie van Verre, de Nieuwe Compagnie, de Oude Compagnie, de Nieuwe Brabantse Compagnie, de Verenigde Compagnie Amsterdam, de Magelaanse Compagnie, de Rotterdamse Compagnie, de Compagnie van De Moucheron, de Delftse Vennootschap, de Veerse Compagnie, de Middelburgse Compagnie en de Verenigde Zeeuwse Compagnie.

Johan van Oldenbarnevelt zag de situatie met zorgen aan. De Nederlandse compagnieën waren vaak meer bezig elkaar te beconcurreren dan de Portugezen en Engelsen. Toen bovendien in 1600 de Engelse Oost-Indische Compagnie werd opgericht, spoorde hij de Staten-Generaal aan om aan deze situatie een einde te maken. De Staten-Generaal besloten alle bestaande compagnieën in één grote compagnie te laten opgaan. De eigenaren van de diverse compagnieën konden aandelen in deze nieuwe Vereenigde Oostindische Compagnie nemen. De VOC werd opgericht in 1602 en bestond uit zes kamers: Amsterdam, Zeeland, Enkhuizen, Delft, Hoorn en Rotterdam. Van het gezamenlijke kapitaal van 6,5 miljoen gulden bracht Amsterdam 57% in, Zeeland 20%, Enkhuizen 8%, Delft 7%, Hoorn 4% en Rotterdam 3%.

De VOC werd in Amsterdam bestuurd door de Heeren XVII, vertegenwoordigers van deze Kamers. Jaarlijks stelden de Heren XVII een lijst op met producten die geimporteerd moesten worden uit Azie. In het begin vergaderden ze 3 maal per jaar, later 2 maal per jaar. De vergaderingen duurden meerdere weken en er werden besluiten genomen over het dividend, de omvang van de vloot, de hoeveelheid van voor Azië bestemde goederen inclusief goud en zilver, en de gewenste goederen uit Azië, de veilingdata, en hoeveel iedere kamer maximaal mocht veilen. De bestuurders van de afzonderlijke Kamers, waar uiteindelijk de reizen georganiseerd werden, zagen elkaar uiteraard veel vaker. Zij waren verantwoordelijk voor het uitvoeren van het beleid van de Heren XVII. De Kamers hadden ieder hun eigen verantwoordelijkheid. Ze konden zelf handelen, zolang ze binnen de door de VOC gestelde normen bleven.

Het Aziatisch handelsgebied. ( Nicolaas Visscher, 1681)

In Batavia was het bestuur in handen van de Hoge Regering. De Hoge Regering was verantwoording schuldig aan de Heren XVII, maar omdat instructies vanuit Amsterdam gemiddeld 3/4 jaar onderweg waren, was de Hoge Regering in verregaande mate bevoegd zelf beslissingen te nemen. De Hoge Regering werd geleid door de Gouverneur-Generaal

In Den Haag zetelde het Haags Besogne. Dit was een administratieve commissie binnen de VOC die de correspondentie met Indië controleerde.

De VOC had vérgaande voorrechten. Niet alleen had het een monopolie op de handelsroutes rond Kaap de Goede Hoop en door de Straat Magellaan, maar het had ook het recht om gebieden te bezetten, oorlogen te voeren en internationale verdragen te sluiten. Feitelijk kon de onderneming zich in Azië gedragen alsof het de Nederlandse staat zelf was. De VOC gebruikte deze militaire macht niet alleen om zich zelf te beschermen; gebruik van geweld werd niet geschuwd om handel af te dwingen.

In de 17e eeuw groeide de VOC in Azië uit tot een bedrijf met 11.000 medewerkers en zo'n 20 vestigingen. Op het toppunt van zijn macht in 1753 had de VOC 25.000 medewerkers in Azië in dienst. In Nederland had de VOC zo'n 3.000 medewerkers, en indirect waren nog vele duizenden mensen in de toelevering economisch afhankelijk van de Compagnie.

Handelsgebied

Een VOC-duit (1735)

De VOC verdreef de Portugezen uit hun handelsgebied en verkreeg in 1622 het monopolie op nootmuskaat en foelie door de verovering van de Banda-eilanden. In 1658 werden de Portugezen ook van Ceylon verdreven waardoor de kaneelhandel volledig in handen van de VOC kwam. Door de vernietiging van de kruidnagelbomen op de Molukken verkreeg men rond 1670 ook het monopolie op kruidnagel. Op Java werd het machtscentrum van de VOC in de Oost ingericht. Batavia werd door gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen in 1619 gesticht op de plaats van het voormalige Djajakarta ( of Jayakarta, tegenwoordig Jakarta).

Omdat er in Azië weinig interesse bestond voor Europese producten moest de handel veelal betaald worden met goud en zilver, dat echter moest worden aangevoerd vanuit Europa. Er ontstond daardoor een actief lokaal handelsnetwerk in het Aziatische gebied, waarvan de winsten werden gebruikt om de handelswaar voor Europa te kopen. Binnen de VOC heette dit de "Indische buitenhandel". Een derde van de VOC-schepen ging niet terug naar de Republiek, maar zeilde voor de Indische buitenhandel in het Aziatisch gebied. Zo werd bijvoorbeeld textiel in India gekocht en daarna in Indië weer verkocht. Uit de opbrengst werden specerijen betaald die naar Europa moesten worden verscheept. Katoen, zijde, tin, hout, olifanten en opium waren producten in de "Indische buitenhandel". Opiumsap werd vooral rond Bihar in Bengalen gewonnen en door de VOC op Java verhandeld. Gouverneur-Generaal van Imhoff liet in 1745 de Amfioensociëteit oprichten in een poging om de smokkel in opium tegen te gaan. Deze instelling kreeg het monopolie op de handel op Java en nam ieder jaar tegen een vastgestelde prijs een hoeveelheid amfioen (opium) af van de VOC. Toen de Engelsen in 1757 Calcutta op de plaatselijke vorst veroverden verkreeg de Britse East India Company het monopolie op de opiumhandel. De VOC moest de opium tegen een forse prijs van de Engelsen kopen en kon daarom geen grote winsten meer realiseren. De intra-Aziatische handel was tot aan 1690 winstgevend, maar daarna liepen de kosten te hoog op. Toch zorgde de verkoop van de producten in Amsterdam ervoor dat de VOC ook daarna winst bleef maken. Een speciale relatie had de VOC met Japan: van 1641 tot 1853 waren de Nederlanders de enige westerlingen die in Japan handel mochten drijven. Hiervoor gebruikten ze als thuisbasis het kunstmatige eiland Deshima in de haven van Nagasaki. In Japan kon de VOC relatief gunstig aan zilver komen, terwijl andere handelsorganisaties dit uit Europa moesten aanvoeren. Gunstig voor de Europeanen was daarbij dat de ruilvoet (de waardeverhouding van goud en zilver) tussen Europa en Azië verschilde en voor de VOC gunstig was. In de 18e eeuw droogde de handel met Japan echter grotendeels op.
Er werd door de VOC handel gedreven (hoewel soms maar kort) met onder meer de havenstad Mokha in Jemen, Perzië, Japan, China, Vietnam, Formosa, Cambodja, de Molukken, Ceylon, India en Thailand. Zie ook Handelsposten van de VOC in het Midden-Oosten.

In de 18e eeuw nam de handel tussen Europa en Azië verder toe. Koffie, thee en textiel werden nieuwe belangrijke handelsgoederen, waarop echter minder winst werd gemaakt dan op de specerijen uit de beginjaren. Koffie kwam uit Arabië en Java, textiel (sits) uit India en thee uit China.

Einde

Het scheepswerfterrein van de VOC op Oostenburg in Amsterdam. Foto: bma.amsterdam.nl

Gedurende de 18e eeuw ging het achteruit met de VOC. Een reden hiervoor was de toename van de Engelse en Franse concurrentie. Ook waren de vaste kosten hoog vanwege de vele garnizoenen die bemand moesten worden en de sterke oorlogsvloot die nodig was om het imperium in stand te houden en verder uit te breiden. Maar ook de intra-Aziatische handel, in het begin een belangrijk financieringsmiddel voor de VOC, bracht sinds het eind van de 17e eeuw minder winst op. In de tweede helft van de 18e eeuw verschoof bovendien de handel van dure luxe-goederen naar goedkopere massagoederen. Dat ging ten koste van de winstmarge.

Een belangrijke schadepost was ook de "particuliere handel" die bedreven werd door de personeelsleden van de Compagnie die pover werden betaald, maar die zich op deze manier vaak wisten te verrijken. Later, na het faillissement van de Compagnie, heeft men de afkorting VOC ook wel spottend verklaard als "Vergaan Onder Corruptie".

Maar ook kan vastgesteld worden dat de gehele organisatie te rigide was om zich aan te passen, en aan het eind van zijn bestaan bestuurd werd door mensen die te weinig commerciële ervaring hadden, en die meestal ook nog nooit in Indië waren geweest. Bovendien ontbrak het aan een doorzichtig boekhoudsysteem, zodat men in Amsterdam geen goed zicht had op het kloppen van de geldstromen.

De VOC leunde in de 18e eeuw op de winsten die in Amsterdam met de verkoop van goederen werden gemaakt. Toen echter door de Vierde Engels-Nederlandse Oorlog (1780-1784) de retourschepen de Republiek niet meer konden bereiken, ging het snel bergafwaarts. In 1781 besloot de compagnie het uitbetalen van dividenden te staken. Maar ook dit, en steun van de Staten-Generaal, kon het tij niet keren. De invasie van de Fransen en de oprichting van de Bataafse Republiek betekende het einde. Op 17 maart 1798 werd de VOC ontbonden. Haar schulden en bezittingen gingen over op de Republiek. Uiteindelijk werden in de gehele bestaansperiode meer dan 4700 reizen onder VOC-vlag naar Azië aanvaard.

Canon van Nederland

De Vereenigde Oostindische Compagnie is opgenomen in de canon van Nederland. De commissie-Van Oostrom heeft de VOC aangewezen als één van de vijftig thema's die niet in de geschiedenisles op een Nederlandse school mogen ontbreken.

Zie ook

Artikelen betreffende de VOC

Enkele VOC-schepen

Andere Oost-Indische Compagnieën

[bron?]

Zie de categorie Vereenigde Oostindische Compagnie van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.