Naar inhoud springen

Albertdok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Tukka (overleg | bijdragen) op 30 aug 2018 om 16:47. (+foto)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Het Albertdok vanuit de lucht.
Locatie

Het Albertdok is een dok gelegen in noordelijk Antwerpen. Het ligt in een noordwest-zuidoost as. Het werd in verschillende fasen gegraven, van 1907, 1914 tot 1928. Dit oude en lange dok is ongeveer 2300 meter lang, 250 meter breed en 5,25 meter diep. Het Tweede Havendok en Derde Havendok, die hierin uitkomen zijn iets dieper. Het dok werd opgedragen aan koning Albert I van België. Het Albertdok werd officieel zo genoemd vanaf 31 mei 1932.

Ten zuiden van het Albertdok ligt het drukke Kanaaldok-kruispunt van het Amerikadok, het Albertdok, de doorgang van de Siberiabrug (Kattendijkdok en Suezdok) en de doorgang van het Straatsburgdok.

In 1907 werd de Royerssluis gebouwd, de toen enige zeesluis van de Antwerpse haven. De Bonapartesluis, aan het Loodswezen, de Kattendijksluis en het Sasdok op het Zuid, konden alleen binnenvaart en kleinere stoomzeeschepen innemen. Rond die periode was het Siberiadok (oostkant Amerikadok) al in 1887 gegraven. Nog rond die periode begon men noordelijk het Eerste Havendok te graven in 1907, dan het Graandok, Schuildok voor Lichters rond 1912 en daarna begon men naarstig dokken bij te bouwen. Het Tweede -, Derde - en Albertdok tot aan de hoek Derde Havendok, werden tot vlak voor de Eerste Wereldoorlog aangelegd. Ze waren net klaar toen in augustus 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak.

Na de eerste Wereldbrand begon men het Albertdok noordelijker uit te graven tot in 1928. Toen kwamen daar de eerste fruitschepen aan. Midden in de dok lagen enkele platformboeien die voorzien waren met een grote ring. Hier legden ze soms zeeschepen aan de ketting of aan de "boei", die niet in orde waren met documenten, nalatigheid van de compagnie of reder van niet betalen of tekorten aan havengelden of in ziekenzorg. Deze schepen mochten niet vertrekken of aan een kade blijven liggen.

Vanaf nummer 100 (pare kant) en overzijde nummer 103 (onpare kant) begint het Albertdok en eindigt aan de noordelijk gelegen Oosterweelbrug, dat nabij het dorp Oosterweel lag. Aan nummers 118 tot 120 was de ingang van het nu gedempte Eerste Havendok. Vanaf nummer 120, 122 tot op nummer 124 (hoek geul nummer 126, Graandok, Schuildok voor lichters), zijn de opslagplaatsen van China klei, kaolien. Deze sneeuwwitte substantie (zeer kleverig als het nat is), wordt gebruikt voor aanmaak van porselein, tegels, wastafels en sanitaire doeleinden. Op nummer 126 en overzijde geul op nummer 128 zijn de burelen van het Baggerbedrijf Stad Antwerpen waar enkele baggerwerktuigen aangemeerd liggen.

Voorbij hoek nummer 130 is de ingang van het Tweede Havendok, met aan de Albertdokzijde gelegen nummering 154 en 156 van de Potass d'Alsace-concessie. Nog verder ligt de ingang van het Derde Havendok.

Voorbij dit dok beginnen vanaf nummer 188 tot 196, aan de Oosterweelbrug, de fruitkaaien. Op 188 tot 194 zijn de Belgian New Fruit Wharf-vestigingen gelegen. Aan nummer 196, 198A en B, ligt het A.B.A.S. concern. Deze fruitvestigingen hebben nog ondervestigingen van Chiquita (bananen) en Delmonte (ananas, sinaasappelen, citrusvruchten, enz.). Deze hedendaagse fruit-koelschepen worden Zuid-Amerikaanse cargo's of fruitjagers genoemd, die snel de oceaan oversteken en op het opkomende getij met bijna een sneltreinvaart naar Antwerpen stevenen.

Vroeger gebeurde het weleens dat er vogelspinnen en tarantula's tussen de bananen zaten. Menig dokwerker vluchtte toen uit het laadruim. De grote spinnen waren verblind, na een donkere periode in het koele ruim, en tevens wat verstard door het koudere klimaat. Men liet dan mensen van de Antwerpse dierentuin komen om deze exotische spinnen te vangen. Nu gebeurt het bijna nooit meer door de grotere koeling in het laadruim, tijdens de overtocht.

Voorbij de Oosterweelbrug ligt de Verbindingsgeul tot aan de Wilmarsdonkbrug. De Verbindingsgeul is 350 meter lang bij 100 meter breedte en is dieper dan het Albertdok, namelijk 7,75 meter. Ze is eveneens in 1928 gegraven. Deze twee, op 300 meter afstand van elkaar liggende wipbruggen, hebben een doorgangsgeul van 35 meter. Op beide bruggen loopt er buiten een rijweg, sporen voor goederentreinen. Op nummer 200 tot 204 aan de noordkant zijn de Ford Motors Cy. en Case New Holland gevestigd. Aan de zuidkant van de Verbindingsgeul met de nummers 201 tot 203 zijn hangaars tot nummer 205, waar vroeger de burelen van de dokmeesters en werkleider-dokmeester gevestigd waren. Nu is Brabo, meer- en fenderingassistentie, er gevestigd. Deze dienst verzorgt het vastmaken van zeeschepen in de haven, met behulp van kleine rode motorboten en lichte spilvrachtwagens, om de trossen op de kade te brengen. De Brabo-mannen maken de zeeschepen vast in de dokken. De zeeschepen worden meestal aan de kaden vastgemaakt met 7 tot 8 meertrossen. Ook tijdens het aanmeren fenderen ze de schepen langs de kade met houten fenders.

Aan de zuidwestelijke kant van het Albertdok lopen de onpare nummeringen van 103 zuidkant tot nº 133, tot tegen de Oosterweelbrug-zuidkant, aan de noordkant van het lange dok. Aan nº 113 en 115 is het MACK Trucks concessie gelegen. Aan nummer 117 zijn de Wijnsilo's van Eurovino gelegen. Kaai 125 tot en met kaai 133 bevatten de concessie van Antwerp Steinweg Terminal - op kaai 119 bevindt zich Katoennatie. Deze grote firma heeft alom in de Antwerpse haven concessievestigingen. Op nº 125 en 127 zijn tevens de Bombay - Magazijnen gelegen, vervat in de terminal van Antwerp Steinweg Terminal. Achter de hangaars van nº 123 en 125 is het Antwerp Mariners Sports-centre for Seaman gelegen. Iets zuidelijk tussen en achter de loodsen van nº 121 en 119 ligt het Antwerp Mariners Sports Ground. De eveneens onpare nummeringen van 129 tot 135, aan de zuidkant Oosterweelbrug, bevat deze kade vernieuwde koelloodsen.