Aspisadder

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Aspisadder
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2008)
Exemplaar uit Frankrijk.
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Serpentes (Slangen)
Familie:Viperidae (Adders)
Onderfamilie:Viperinae (Echte adders)
Geslacht:Vipera
Soort
Vipera aspis
(Linnaeus, 1758)
Originele combinatie
Coluber aspis
Verspreidingsgebied in het groen.
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Aspisadder op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

De aspisadder[2] (Vipera aspis) is een slang uit de familie adders (Viperidae).

Naam en indeling[bewerken | brontekst bewerken]

De soort kreeg van Carl Linnaeus in 1758 zijn eerste geldige wetenschappelijke naam: Coluber aspis. Het grote geslacht Coluber werd later opgesplitst in kleinere geslachten, waarbij de aspisadder in het geslacht Vipera werd geplaatst.[3]

Ondersoorten[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn vijf ondersoorten, die verschillen in uiterlijk en verspreidingsgebied. Deze zijn onderstaand weergegeven, met de auteur en het verspreidingsgebied.

Naam Auteur Verspreidingsgebied
Vipera aspis aspis Linnaeus, 1758 Frankrijk, Zwitserland, Duitsland
Vipera aspis atra Meisner, 1820 Frankrijk, Zwitserland, Italië
Vipera aspis francisciredi Laurenti, 1768 Zwitserland, Kroatië, Italië, Slovenië
Vipera aspis hugyi Schinz, 1833 Italië
Vipera aspis zinnikeri Kramer, 1958 Spanje, Frankrijk

Verspreiding en habitat[bewerken | brontekst bewerken]

Deze slang komt voor in Frankrijk, Duitsland, Spanje, Italië, Slovenië, Kroatië en Zwitserland.[3] De habitat bestaat uit gematigde bossen en scrublands. Ook in door de mens aangepaste streken zoals akkers, weilanden, plantages, landelijke tuinen en stedelijke gebieden kan de slang worden gevonden. De soort is aangetroffen tot op een hoogte van ongeveer 3000 meter boven zeeniveau.

De biotoop bestaat uit steile heuvelruggen, vochtige bergstreken en bosranden met veel open plekken en vegetatie. Liefst met omgevallen boomstammen of stenen waar de slang onder kan schuilen, klimmen doet de aspisadder niet.

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De kleur is grijsbruin tot roodbruin met meestal smalle donkere strepen op de rug die soms neigen naar een V-vorm. Achter het oog zit een lange donkere vlek met daaronder een witte streep, ook de buik en keel zijn wit. In Zwitserland, delen van Italië en Sicilië en Montecristo echter komen met grote regelmaat melanische exemplaren voor, dieren die geheel zwart zijn. Waarschijnlijk is dat gerelateerd aan de hoogte waarop ze voorkomen; als de lucht kouder wordt haalt de slang minder energie uit het zonlicht. Een donkere kleur echter heeft meer rendement waardoor dit 'hoogte-nadeel' wordt opgeheven en ze een voordeel hebben ten opzichte van andere soorten slangen. Een echte punt op de neus heeft deze soort niet, wel bredere opstaande randschubben waaraan de soort het best te herkennen is. De staart is kort, vooral bij de mannetjes die ook meer afstekende kleuren hebben dan de vrouwtjes. De lichaamslengte bedraagt maximaal 75 centimeter, de meeste exemplaren worden tot 60 cm lang.[4]

Giftigheid[bewerken | brontekst bewerken]

De aspisadder is giftig, het gif wordt gebruikt om de prooi te doden zodat deze zonder veel tegenstand in een keer kan worden doorgeslikt. Het gif breekt weefsels af en vernietigt bloedcellen, dit wordt ook wel hemotoxisch gif genoemd. Volgens de legendes zou de Egyptische koningin Cleopatra met het gif van deze slang zelfmoord gepleegd hebben. Omdat deze soort niet in Egypte en omstreken voorkomt is het waarschijnlijker dat hiervoor een Egyptische cobra is gebruikt, waar in die tijd ook ter dood veroordeelden mee werden geëxecuteerd.

Levenswijze[bewerken | brontekst bewerken]

Op het menu staan zoogdieren, zoals knaagdieren en insecteneters. De vrouwtjes zetten geen eieren af maar zijn eierlevendbarend, de jongen komen levend ter wereld. Er komen vier tot 18 jongen per worp geboren die een lichaamslengte hebben van 18 tot 20 centimeter. De jongen eten voornamelijk insecten en hagedissen.[4]

Beschermingsstatus[bewerken | brontekst bewerken]

Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is de beschermingsstatus 'veilig' toegewezen (Least Concern of LC).[5]

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]