Lijst van uitdrukkingen en gezegden ontleend aan de Bijbel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Bijbelse uitdrukkingen)

Dit is een lijst van uitdrukkingen en gezegden ontleend aan de Bijbel die ingang hebben gevonden in het algemeen taalgebruik van talen zoals het Nederlands. In beginsel is voor deze lijst gebruikgemaakt van de NBG51-vertaling, omdat die enerzijds vrij goed overeenkomt met de betreffende zegswijzen en anderzijds niet al te ouderwets van taal is.

  A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z  

A[bewerken | brontekst bewerken]

  • Een aanfluiting - Jeremia 19:8
  • In goede aarde vallen - Marcus 4:8
  • Abraham zien - Johannes 8:57
  • In adamskostuum - Genesis 3:10
  • De alfa en de omega - Openbaring 1:8
  • De arbeider is zijn loon waard - Lucas 10:7
  • Armageddon - Openbaring 16:12-16
  • Zalig de armen van geest - Matteüs 5:3

B[bewerken | brontekst bewerken]

  • Babylonische spraakverwarring - Genesis 11:7-9
  • Een berg werk verzetten - Marcus 11:23
  • De beker aan je voorbij laten gaan - Matteüs 26:39
  • De benjamin van de familie - Genesis 35
  • Als de ene blinde de andere leidt, vallen beiden in de sloot (of: gracht, kuil). - Matteüs 15:14
  • Uit den boze - Matteüs 5:37
  • Niet bij brood alleen zult gij leven - Matteüs 4:4
  • De buik der goddelozen heeft nimmer genoeg - Spreuken 13:25

D[bewerken | brontekst bewerken]

  • Je dagen zijn geteld - Daniël 5:26
  • Komen als een dief in de nacht - 1 Tessalonicenzen 5:2
  • De dood in de pot - 2 Koningen 4:40
  • Doodzonde - 1 Johannes 5:16-17
  • Een doorn in het oog - Numeri 33:55
  • In het duister tasten - Job 12:25
  • Zelfs een dwaas die zijn mond houdt, gaat nog door voor wijs - Spreuken 17:28

E[bewerken | brontekst bewerken]

F[bewerken | brontekst bewerken]

G[bewerken | brontekst bewerken]

  • Op twee gedachten hinken - 1 Koningen 18:21
  • De geest is gewillig maar het vlees zwak - Matteüs 26:40-41[2]
  • Vanwaar Gehazi? - 2 Koningen 5:25
  • Wat gij niet wil dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet - Matteüs 7:12 (zie Gulden regel (leefregel))
  • Wat ik geschreven heb, dat heb ik geschreven - Johannes 19:22
  • Daar zal geween zijn en tandengeknars - Matteüs 8:12
  • Gewogen en te licht bevonden - Daniël 5:27
  • Gideonsbende - Rechters 7 en 8
  • Niet van gisteren zijn - Job 8:9
  • Hij moest strijden tegen een Goliat - 1 Samuël 17

H[bewerken | brontekst bewerken]

  • Op handen dragen - Psalm 91:12
  • De harp aan de wilgen hangen - Psalm 137:2
  • Waar het hart vol van is loopt (stroomt/vloeit) de mond van over - Matteüs 12:34 en Lucas 6:45
  • Het heilige der heiligen - Exodus 26:33
    • Latijnse variant: sanctum sanctorum
  • De goede herder - Johannes 10:11
  • Je kunt geen twee heren dienen - Matteüs 6:24
  • Je broeders hoeder zijn - Genesis 4:9
  • Hoogmoed komt voor de val - Spreuken 16:18

I[bewerken | brontekst bewerken]

  • Alles is ijdel(heid) - Prediker 1:2
  • De innerlijke mens sterken - 2 Korintiërs 4:16

J[bewerken | brontekst bewerken]

  • Jakobsdood - naar Genesis 47:28-49:33: sterven omringd door geliefden[3]
  • Jeremiëren, jammeren als Jeremia; synoniemen: jammeren, lamenteren, weeklagen. Afgeleid van de Klaagliederen of Jeremiaden.[4]
  • Zo arm als Job - naar Job 1 en 2
  • Jobsbode - naar Job 1:13-19 iemand die een slecht bericht brengt[5]
  • Jobstijding - naar Job 1:13-19 een slecht bericht[5]
  • Jobsvriend - iemand die zich ogenschijnlijk als een vriend voordoet, maar die als het tegenzit de ander keihard laat vallen[5]
  • Hij is een echte judas - Lucas 22:48

K[bewerken | brontekst bewerken]

  • Je hebt zeker met mijn kalf geploegd - Richteren 14:18
  • Geef de keizer wat des keizers is - Matteüs 22:21
  • Laat de kinderen tot mij komen - Matteüs 19:14, Marcus 10:14 en Lucas 18:16
  • Vurige kolen op iemands hoofd stapelen. - Romeinen 12:20
  • Zijn kruis dragen - Matteüs 16:24, Marcus 8:34 en Lucas 9:23
  • Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in. - Spreuken 26:27

L[bewerken | brontekst bewerken]

  • De laatsten zullen de eersten zijn - Marcus 10:31
  • Het land der levenden - Jesaja 53:8
  • Het land van melk en honing - Exodus 3:8
  • Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde - 1 Korintiërs 13:13
  • En zie het was Lea - Genesis 29:25
  • En er was licht - Genesis 1:3
  • De lier (of harp) aan de wilgen hangen - Psalm 137:2

M[bewerken | brontekst bewerken]

  • Wijze en dwaze maagden - Matteüs 25:1-13
  • Mene tekel - Daniël 5:25
  • Met dezelfde maat meten - Spreuken 20:10
  • Met de mantel der liefde bedekken - Genesis 9:23
  • Zo oud als Metusalem - Genesis 5:27
  • Ga tot de mier, gij luiaard! - Spreuken 6:6
  • Al het mijne is het uwe - Lucas 15:31
  • Een molensteen om de nek - Matteüs 18:6
  • Woorden in de mond leggen - Exodus 4:15 en Jesaja 51:16
  • Een geloof als een mosterdzaad - Lucas 17:6
  • Muggenziften - Matteüs 23:24

N[bewerken | brontekst bewerken]

  • Een goede naam is beter dan goede olie - Prediker 7:1
  • Neemt en eet - Matteüs 26:26
  • Zie, ik maak alle dingen nieuw - Openbaring 21:5
  • Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde - Jesaja 65:17 en Openbaring 21:1
  • Er is niets nieuws onder de zon - Prediker 1:10

O[bewerken | brontekst bewerken]

  • Zich niet onbetuigd laten - Handelingen 14:17
  • Onderzoekt alle dingen en behoudt het goede - 1 Tessalonicenzen 5:19-21
    • Tene quod bene is een bekende Latijnse variatie
  • Zijn handen in onschuld wassen - Matteüs 27:24
  • Door het oog van een naald gaan - Matteüs 19:24, Marcus 10:25 en Lucas 18:25
  • Oog om oog, tand om tand - Exodus 21:24
  • Oogappel - Psalm 17:8
  • Oud en der dagen zat - Genesis 25:8
  • De overheid draagt het zwaard niet tevergeefs - Romeinen 13
  • Doe met [...] wat goed is in jouw ogen - Genesis 16:6

P[bewerken | brontekst bewerken]

  • Bij de pakken neerzitten - Genesis 49:14
  • Parels voor de zwijnen gooien - Matteüs 7:6

R[bewerken | brontekst bewerken]

  • Een rib uit je lijf - Genesis 2:21-22
  • Laat mij toch slokken van dat rode, dat rode daar - Genesis 25:30
  • Een roepende in de woestijn - Jesaja 40:3, geciteerd in Matteüs 3:3, Lucas 3:4 en Johannes 1:23

S[bewerken | brontekst bewerken]

T[bewerken | brontekst bewerken]

  • Je talenten niet verspillen - Matteüs 25:14-30
  • Een teken aan de wand - Daniël 5:25
  • Een ongelovige thomas - Johannes 20:24-29
  • Alles op zijn tijd - Prediker 3:1
  • Geen tittel of jota veranderen - Matteüs 5:18 en Lucas 16:17
  • De loftrompet blazen - 2 Kronieken 7:6
  • Een teken des tijds - Matteüs 16:3

V[bewerken | brontekst bewerken]

  • Eert uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de Here, uw God, u geven zal - Exodus 20:12
  • Vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen - Lucas 23:34
  • Gaat heen en vermenigvuldigt u - Genesis 1:28 en 9:1
  • Alles is onuitsprekelijk vermoeiend - Prediker 1:8
  • Het is volbracht - Johannes 19:30
  • Ik vrees met groten vreze - Lucas 2:9
  • Wie zijn naaste 's morgens in alle vroegte op luidruchtige wijze groet, het wordt hem als een vloek aangerekend - Spreuken 27:14
  • Zoek en ge zult vinden - Matteüs 16:3

W[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens Johannes 18:38 vroeg Pilatus aan Jezus: "Wat is waarheid?" Schilderij van Nikolaj Ge (1890)
  • Wat is waarheid? - Johannes 18:38
    • Latijnse versie: Quid est veritas?
  • Iemand de andere wang toekeren - Lucas 6:29
  • Een wet van Meden en Perzen - Esther 1:19 en Daniël 6:9
  • Nieuwe wijn in oude zakken - Matteüs 9:17, Marcus 2:22 en Lucas 5:37
  • Woest en ledig - Genesis 1:2
  • De woestijn zal bloeien als een roos - Jesaja 35:1
  • Met wortel en tak uitroeien - Maleachi 3:19
  • Hebzucht is de wortel van alle kwaad – 1 Timoteüs 6:10
    • Originele Griekse versie: ῥίζα γὰρ πάντων τῶν κακῶν ἐστιν ἡ φιλαργυρία ("Een wortel van alle rampen is de liefde voor geld")
    • Latijnse versie: Radix malorum est cupiditas ("[De/een] wortel van de kwade [dingen] is verlangen")
    • Engelse versie: Greed is the root of all evil ("Hebzucht is de wortel van alle kwaad"; thema van The Pardoner's Tale uit The Canterbury Tales)

Z[bewerken | brontekst bewerken]

  • In zak en as zitten - Esther 4:1-3
  • Zeven vette en zeven magere jaren - Genesis 41:25-31
  • Zoekt en gij zult vinden - Matteüs 7:7
  • Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen - Johannes 8:7
  • Een zondebok kiezen - Leviticus 16:21
  • Ga heen, en zondig niet meer - Johannes 8:11
  • De verloren zoon - Lucas 15:11-31
  • Maak je geen zorgen voor de dag van morgen - Matteüs 6:34
  • Als een zoutpilaar staan - Genesis 19:26
  • Wie het zwaard gebruikt, zal door het zwaard omkomen - Matteüs 26:52
  • Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen - Jesaja 2:4
  • In het zweet uws aanschijns - Genesis 3:17-19

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]