Doodzonde

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Voor de gelijknamige film, zie Doodzonde (film).

In de katholieke traditie wordt er onderscheid gemaakt tussen doodzonde en dagelijkse zonde.[1] Zonde is de overtreding van een religieus voorschrift. Het begrip doodzonde wordt weleens verward met het begrip hoofdzonde maar heeft een andere betekenis.

Volgens de Catechismus van de Katholieke Kerk moeten drie voorwaarden tegelijk vervuld zijn om van een doodzonde te kunnen spreken: "Elke zonde die een zwaarwegende materie tot object heeft en die begaan wordt met volle kennis en weloverwogen toestemming, is een doodzonde." Daarbij gaat het om een ernstige overtreding van de tien geboden.

Bij het begaan van een doodzonde verliest de mens de heiligmakende genade, de gemeenschap met God, en kan derhalve niet de hemel binnengaan. Degenen die in staat van doodzonde sterven worden tot de hel veroordeeld. Daarnaast mag een persoon in staat van doodzonde niet de Heilige Communie ontvangen, en kan een priester bij een doodzonde die publiekelijk bekend is de betreffende persoon publiekelijk de Heilige Communie weigeren. Tevens verliest men na het begaan van een doodzonde ook de gemeenschap met de katholieke kerk in spiritueel opzicht. Sommige doodzonden kunnen eveneens automatisch een excommunicatie tot gevolg hebben, zoals een directe ontheiliging van de Heilige Eucharistie en abortus.

De doodzonde kan vergeven worden door het sacrament van de biecht en een oprecht volmaakt berouw. Het volmaakt berouw (berouw over de zonden enkel omwille van een pure liefde tot God) vergeeft de zonden in doodsgevaar ook buiten de biecht. De persoon die de genade van een volmaakt berouw krijgt, zal echter zonder uitzondering verlangen een oprechte biecht uit te spreken bij een priester of bisschop.[2] Na de biecht zal de priester een penitentie opleggen.

Indien de doodzonde is gebiecht, men de absolutie heeft ontvangen, is men terug in de staat van genade en is het weer toegestaan de Heilige Communie te ontvangen. Maar indien men in staat van doodzonde toch ter Communie gaat of bewust een doodzonde verzwijgt tijdens het sacrament van de biecht begaat men heiligschennis. Hiermee wordt de doodzonde verdrievoudigd en volstaat een oprecht volmaakt berouw alléén niet meer om deze te vergeven in doodsgevaar. Hierdoor kan de heiligschennis uitsluitend nog in de biecht worden vergeven. Daarnaast is een biecht niet geldig als de opgelegde penitentie niet ten uitvoer wordt gebracht en kan de priester de absolutie weigeren indien de penitentie van een vorige biecht nog moet worden volbracht.

Enkele voorbeelden van zaken die door de Rooms-Katholieke Kerk traditioneel tot de doodzonden gerekend worden:

Sinds de vernieuwingen van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) zijn enkele doodzonden min of meer versoepeld. Echter binnen het traditionalisme handhaaft men nog strikt de onveranderlijke richtlijnen over de doodzonden.

Figuurlijk[bewerken | brontekst bewerken]

De term wordt ook figuurlijk gebruikt als een ernstige fout, met name als deze een baan of beroeps- en/of sport-/spelcarrière beëindigt.