Dakloosheid
Een dakloze is een persoon die niet voldoende middelen bezit om zich een onderdak te kunnen veroorloven; in België wordt die in navolging van de Franse benaming ook als clochard of veel recenter als sdf'er (sans domicile fixe) betiteld.
Oorzaken
Er zijn meerdere oorzaken waardoor iemand een dakloze kan worden, zoals huisuitzetting, zich onttrekken aan ouderlijk gezag (kinderen) of een echtscheiding. In gebieden waar werkloosheid welig tiert kunnen velen vaak geen werk vinden, waardoor zij bij gebrek aan een sociale uitkering (bijvoorbeeld in landen als de Verenigde Staten) geen geld meer hebben om een woning te betalen. In andere gebieden kan een dakloze wel werk hebben, maar dit werk brengt niet genoeg op om een woning te kunnen betalen.
Een groot deel van de daklozen lijdt aan alcoholisme, verslaving aan drugs of een psychische ziekte.
Uit een in Nederland uitgevoerd onderzoek dat in januari 2020 werd gepubliceerd bleek dat een op de drie ex-gedetineerden dakloos zou worden. [1]
Leven van een dakloze
Daklozen komen vaak terecht in een vicieuze cirkel. Zonder bijvoorbeeld een telefoonnummer of permanent adres kan een dakloze moeilijk nieuw werk zoeken of een uitkering aanvragen. Bovendien heeft de dakloze geen bankrekening om een eventueel salaris op te ontvangen, en zal hij waarschijnlijk door zijn verschijning in veel plaatsen niet eens te woord worden gestaan. Maar zonder inkomen kan hij geen adres, telefoonnummer, bankrekening of fatsoenlijke kleding krijgen.
Het leven op straat is meestal hard en gevaarlijk. Daklozen hebben geen toegang tot onderwijs of medische voorzieningen. Daarbij zijn ze vatbaarder voor misdrijven (vaak door andere daklozen), drugsverslaving, ziektes, lichamelijk en seksueel misbruik, mishandeling en in koudere klimaten onderkoeling of doodvriezen.
Daklozen zonder werk trachten aan geld te raken door te bedelen of te stelen, hoewel deze methoden weinig geld opbrengen. Lucratiever is geld te krijgen door tekenen op de straat, muziek spelen of andere vormen van vermaak. Ook zijn er vele initiatieven, zoals het verkopen van de daklozenkrant.
Verblijfplaatsen
Daklozen overnachten meestal op de volgende plaatsen. In veel gevallen wordt echter door de private of publieke organisatie die een gebied of gebouw in beheer heeft tegen daklozen opgetreden en worden ze (hardhandig) verjaagd.
- Op straat, bijvoorbeeld op een bankje in het park of onder een brug;
- In niet (meer) in gebruik zijnde gebouwen (kraken);
- In zelfgebouwde sloppen, soms in sloppenwijken;
- Auto's en andere voertuigen;
- Publieke gelegenheden die 24 uur per dag open zijn, zoals (bus)stations, luchthavens, goedkope 24-uurs restaurants, universiteitsgebouwen etc.
- Opvangcentra van liefdadigheidsinstellingen, bijvoorbeeld het Leger des Heils;
- Jeugdherbergen, goedkope motels of hotels waar men in plaats van een kamer een bed kan huren;
- Grotten en tunnels;
- In Japan verblijven enkele duizenden daklozen 's nachts in internetcafés.
- Vrienden of familie. Deze categorie 'daklozen' is vaak moeilijker te herkennen.
- Speciale opvangcentra waar een dakloze alleen mag overnachten in plaats van de hele dag blijven.
Hulpcentra
Er zijn hulpcentra voor daklozen, waar ze eten of onderdak kunnen krijgen. Voorbeelden hiervan zijn het Leger des Heils, Poverello, CAW Artevelde (crisis-nachtopvang te Gent) en het Het Werk der Daklozen (Antwerpen). In Nederland zijn er instellingen zoals in Amsterdam het Stoelenproject en in Utrecht de Tussenvoorziening (Sleep-Inn het Snurkhuis en de Nachtopvang in Zelfbeheer (NOiZ)); in Utrecht was er tussen 1936 en 1980 het Labrehuis van de Kruisvaarders van Sint-Jan. Behuizing krijgen met steun van de overheid is een oplossing, die op lange termijn de persoon in kwestie uit zijn vicieuze cirkel kan trekken. Ook in kleinere steden zoals Amersfoort zijn er verschillende hulplocaties voor daklozen zoals een opvang voor thuisloze alcoholisten door Victas, een opvang voor thuisloze drugsverslaafden door het Leger des Heils, een dagopvang en nachtopvang door Kwintes en een inloop door Motiva.[2] In het eerste decennium van de 21ste eeuw hebben de vier grote steden plannen gemaakt om alle daklozen binnen enkele jaren te huisvesten.
Aantal daklozen
In België bestaan geen officiële cijfers ten aanzien van het aantal dak- en thuislozen. Men kan enkel een beroep doen op schattingen van instellingen. Dit heeft vooral te maken met dat de term 'dak-en thuisloos' moeilijk gedefinieerd kan worden en verschillende verschijningsvormen kent. Er is sprake van een vrij grote randgroep die weliswaar niet op straat slaapt, maar desalniettemin geen permanent adres heeft. Het is bovendien moeilijk om de dak- en thuislozen te bereiken.
Door deze schattingen krijgt men een eerste beeld van de groep van dak- en thuislozen. Men moet er zich echter steeds van bewust zijn dat het werkelijke aantal dak- en thuislozen hoger ligt, aangezien de dak- thuislozen die niet door de opvangvoorzieningen worden bereikt niet meegeteld worden.
Wat wel duidelijk is, is dat het aantal daklozen de laatste jaren permanent blijft toenemen. In sommige landen van de derde wereld is de ellende van de daklozen schrijnend, met miljoenen kinderen en volwassenen die op straat leven en werken.
Terminologie
Er valt een onderscheid te maken tussen 'dakloos' en 'thuisloos'.
Thuisloos zijn betekent meer dan ‘geen dak boven het hoofd hebben’. Deze engere kijk noemen we dakloosheid. Geen onderdak hebben kan te maken hebben met armoede, verslaving, een psychiatrische ziekte, … maar ook eenvoudigweg met een ramp zoals het afbranden van een huis, een overstroming, enz. Iedereen kan dakloos worden, maar niet iedereen beschikt over dezelfde mogelijkheden om het probleem op te lossen en voor eigen onderdak te zorgen.
Verschillende gradaties van ontankering kunnen vastgesteld worden:
- 'Letterlijke dakloosheid' (bijvoorbeeld na brand)
- Het wonen biedt een kans op zeer belangrijke ankerpunten op persoonlijk, relationeel en maatschappelijk vlak. Wonen is voorwaarde om ergens een identiteit te kunnen vestigen.
- 'Tijdelijke thuisloosheid' (weggelopen jongeren, mishandelde vrouwen, scheidingen...)
- Bij deze vorm van tijdelijke thuisloosheid is reeds ontankering aanwezig. Hier zijn breuken in het bestaan zichtbaar. De sociale verankering is bedreigd of gebroken, maar er zijn nog aanknooppunten voor een herstel op korte of lange termijn.
- 'Chronische thuisloosheid' (bijvoorbeeld bij langdurig zwervers, kartonslapers, ...)
- Hier blijkt ontankering uit de afwezigheid van ankerpunten. Het netwerk van sociale relaties waaraan elke mens als sociaal wezen behoefte heeft, is totaal of zeer verregaand afwezig. Dit leidt tot een opeenstapeling van problemen. De betrokkenen glijden af naar een ‘leven dat nauwelijks of niet beantwoordt aan de menselijke maatschappelijke normen en waarden’.
Trivia
- De patroonheilige van de daklozen is Benedictus Jozef Labre.