Digital audio tape

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
DAT-tape

De digital audio tape of DAT-tape is een soort compact cassette-systeem dat werd geïntroduceerd door Sony in 1987.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

DAT was niet de eerste digitale audio-tape; pulscodemodulatie (PCM) werd gebruikt in Japan door Denon in 1972 voor de mastering en productie van analoge grammofoonplaten. Het eerste digitale PCM-formaat voor consumenten maakte eind jaren 1970 gebruik van de videoband, zoals Betamax en VHS, als opslagmedium.

De digital audio tape is in studio's en bij radiostations wel gebruikt, maar is nauwelijks tot de huiskamer doorgedrongen. Toen de minidisc uitkwam, is de consument voor een deel overgeschakeld op de goedkopere, maar kwalitatief minder goede, minidisc.

Eind 2005 maakte Sony bekend de productie van DAT te beëindigen. Sinds de introductie in 1987 zijn er ongeveer 660.000 DAT-producten verkocht.[1]

DAT-tapes zijn nog wel relatief populair als back-upmedium voor computersystemen, de hiervoor gebruikte tape wordt DDS (Digital Data Storage) genoemd.

Eigenschappen[bewerken | brontekst bewerken]

De DAT-tape is kleiner dan het gewone cassettebandje. Er werd gebruikgemaakt van roterende koppen, net zoals bij een analoge videorecorder. Daarnaast heeft Philips een tegenhanger van de DAT-tape op de markt gebracht, onder de naam DCC of Digital Compact Cassette.

Een DAT-tape is van hogere kwaliteit waarop tweekanaalsgeluid digitaal wordt opgeslagen, met als hoogste resolutie 16 bit, 48 kHz, 44,1 kHz (normale cd) en een apart tijdcodesignaal. Bij opname van een analoge bron, bijvoorbeeld radio, kan voor een 'Long Play'-modus worden gekozen. Speel- en opnameduur verdubbelt dan doordat de bandsnelheid halveert. De bemonsteringsfrequentie is dan 32 kHz bij een 12 bit kwantisatie. Er bestaan ook apparaten die op een DAT-cassette vier geluidskanalen kunnen zetten, of de resolutie verhogen (HHS) tot 24 bit, 88,2 en 96 kHz.

Toepassingen[bewerken | brontekst bewerken]

Een DAT-walkman van Sony.

Het DAT-formaat werd voornamelijk toegepast voor:

  • Professionele opnamedoeleinden
  • Voorbespeelde DAT-cassettes
  • Gebruik voor consumenten
  • Opslag van computergegevens

Kopieerbeveiliging[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Serial Copy Management System voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

DAT-apparaten zijn voorzien van een kopieerbeveiliging, genaamd het Serial Copy Management System (SCMS). Dit systeem staat slechts een enkele kopie toe via een digitaal signaal. Hierna is het alleen mogelijk om te kopiëren via een analoge uitgang. SCMS werd vooral toegepast voor de consumentensector, studio-apparatuur negeerde de SCMS-beperkingen. Tot aan de invoering van nieuwe wetten op het auteursrecht, dat elke vorm van ontduiking van de kopieerbeveiliging verbiedt, was er apparatuur die de SCMS-bits van de digitale datastroom naar 'kopieerbaar' zette, en hiermee de SCMS-beveiliging kon omzeilen.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]