Gebruiker:PedanticBear/KladblokLijstGM

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Titulatuur[bewerken | brontekst bewerken]

Uitsnede van het portret van prins Frederik, Grootmeester Nationaal van het Grootoosten der Nederlanden 1816-1881.

'Grootmeester Nationaal' is een historische titel binnen het Grootoosten der Nederlanden en de daaraan verbonden voortgezette werkwijzen. Deze titel ontstond bij de oprichting van de Groote Loge in 1756, in een tijd waarin onafhankelijke loges hun Voorzittend Meesters de titel van 'Grootmeester' toekenden. Hierdoor was het noodzakelijk om een onderscheid te maken tussen het gezag van individuele loges en het hoogste gezag binnen de nationale vereniging.

De betekenis van deze titel veranderde in de loop der tijd, met name in 1837, toen prins Frederik der Nederlanden werd verkozen tot Grootmeester Nationaal van zowel het Grootoosten als de daaraan gerelateerde voortgezette werkwijzen, destijds de Hoge Graden en de Afdeling van de Meestergraad. Hierdoor werd het woord 'Nationaal' niet zozeer gebonden aan het landelijke bereik van zijn gezag, maar eerder aan het feit dat zijn gezag dat van alleen het Grootoosten zou overstijgen tot over alle Nederlandse werkwijzen.

In 1886 werd de benaming 'Grootmeester Nationaal' afgeschaft, mede als gevolg van democratische hervormingen binnen de Orde. Vanaf dat moment wordt aan het hoofd van de blauwe graden een Grootmeester benoemd zonder de toevoeging 'Nationaal'.

Niet-officiële voorgangers[bewerken | brontekst bewerken]

Groote Loge der Vereenigde Nederlanden

Van Tot Persoon Portret
24 juni 1735 12 april 1748
Radermacher, Johan Cornelis Johan Cornelis Radermacher (1700-1748)
Rentmeester en thesaurier-generaal van de nalatenschap van prins Willem III.
Eerst bekende Voorzittend Meester van Loge Antiqua Virtute et Fide te Leeuwaarden (ca. 1734).
24 juni 1749 24 juni 1752
Wassenaer, Joost Gerrit baron van Joost Gerrit baron van Wassenaer (1716-1753)
Zijn ontslag als Grootmeester werd mogelijk versneld door irritatie die ontstond doordat hij tegelijkertijd de titel 'Grootmeester' droeg van een adoptieloge genaamd 'La Juste', opgericht in Den Haag.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de de 'eerste loge', Loge du Grand Maître des Provinces Unies et de la Généralité, datum onbekend.
24 juni 1752 26 december 1756
Dagran, Louis Louis Dagran (-)
Lakenkoopman uit Den Haag en een grondlegger van de vrijmetselarij in de Noordelijke Nederlanden, trad terug als gevolg van complicaties bij het herstel van het Grootmeesterschap in 1756.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de de 'eerste loge' Loge du Grand Maître des Provinces Unies et de la Généralité op 21 november 1734.

Officiële[bewerken | brontekst bewerken]

Tot dan bestonden de loges van Nederland geïsoleerd en onafhankelijk; ze ontleenden hun constituties aan Frankrijk, Engeland of Duitsland.

Acta Latomorum : ou chronologie de l'histoire de la Franche-maçonnerie française et étrangère, p. 72. Paris, Pierre-Elie Dufart, 1815. https://hdl.handle.net/2027/nyp.33433075950208?urlappend=%3Bseq=106%3Bownerid=13510798884319309-128

Groote Loge der Vereenigde Nederlanden

Van Tot Persoon Portret
26 december 1756 6 augustus 1758
Aerssen Beijeren, Albrecht Nicolaas baron van Albrecht Nicolaas baron van Aerssen Beijeren (1723-1805)
Heer van Hoogerheijde, luitenant-kolonel van de infanterie en kapitein van de Hollandse Gardes te voet. Hij werd op de oprichtingsdag van de Groote Loge gekozen als de eerste officiële Grootmeester in de Verenigde Nederlanden.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge L’Union, datum onbekend.
6 augustus 1758 24 juni 1759
Bentinck, Christiaan Frederik Anthonie Willem Carel graaf van Christiaan Frederik Anthonie Willem Carel graaf van Bentinck (1734-1768)
Zijn ambtstermijn als Grootmeester was van korte duur vanwege zijn benoeming tot Nederlands gezant in Engeland.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge L'Union Royale op 31 januari 1757.
24 juni 1759 28 mei 1798
Boetzelaer, Carel baron van Carel baron van Boetzelaer (1727-1803)
Luitenant-kolonel in de infanterie en was kapitein van de Hollandse Garde te voet, later promoveerde hij tot generaal-majoor en verdedigde Willemstad in 1793. In 1756, tijdens de oprichting van de Groote Loge, werd hij aangesteld als Gedeputeerd Grootmeester, en als Grootmeester in 1770 onderhandelde hij de 'Acte van Vrijverklaring', een overeenkomst met de Engelse Grootloge die de onafhankelijkheid van de Nederlandse Groote Loge erkende.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge La Royale, datum onbekend.
28 mei 1798 20 mei 1804
Teylingen, mr. Isaac van mr. Isaac van Teylingen (1735-1813)
Burgemeester van Rotterdam (1793-1794 en 1808-1810).[1] Als Grootmeester verzette hij zich tegen de oprichting van het Hoofdkapittel der Hoge Graden en distantieerde zich daarvan, voornamelijk omdat naar zijn mening de werkwijze van de graad van Soeverein Prins van het Rozekruis te sterk geassocieerd werd met religieuze concepten.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge L'Âge d'Or, ca. 1756 (nog vóór de Nederlandse ratificatie van deze loge).
20 mei 1804 10 juni 1810
Bijleveld, mr. Cornelis Gerrit mr. Cornelis Gerrit Bijleveld (1765-1849)
Maire (en later burgemeester) van Middelburg (1810-1838). Tweede Kamerlid (1815-1835) en Eerste Kamerlid (1835-1849). Naast zijn grootmeesterschap van de Groote Loge, was hij ook Grootmeester van de Hoge Graden (1804-1815).
Lid van de Loge L'Enfant de la Vertu (Meesterdiploma d.d. 6 maart 1789).
10 juni 1810 17 mei 1812
Bousquet, mr. Isaac mr. Isaac Bousquet (1776-1831)
Advocaat. Aanvankleijk lid van de 'Infanterie des Cinq Sabres' in Leiden, een gezelschap met een knipoog naar de vrijmetselarij, voordat hij lid werd van een loge. Na zijn termijn als Grootmeester, heeft hij zijn lidmaatschap opgezegd in 1816.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge La Vertu op 21 april 1776.
17 mei 1812 14 mei 1815
Barnaart van Bergen, jhr. Willem Philip jhr. Willem Philip Barnaart van Bergen (1781-1851)
Burgemeester van Haarlem (1811-1812). Door zijn vastberaden houding als Grootmeester-Nationaal is de Nederlandse Orde in de Franse tijd niet ingelijfd bij het Grand Orient de France.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge Vicit Vim Virtus op 21 december 1803.
14 mei 1815 2 juni 1816
Reepmaker van Strevelshoek, jhr. Mattheus Willem jhr. Mattheus Willem Reepmaker van Strevelshoek (1774-1838)
[Tevens GM van de HG 1815-1816 (en dus GM Nationaal), VM van loge Frédéric Royal 1807-1813 en 1816-1818]
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge Salus Patriae op 10 oktober 1801.
13 oktober 1816 8 september 1881
Frederik der Nederlanden, prins prins Frederik der Nederlanden (1797-1881)
Zoon van koning Willem I en veldmaarschalk, en jongere broer van koning Willem II, diende als Grootmeester-Nationaal van de Orde der Vrijmetselaren in Nederland voor een periode van 65 jaar. Tijdens zijn langdurige grootmeesterschap bevorderde de prins aanzienlijk de groei van de Nederlandse vrijmetselarij. Hij legde de materiële basis voor haar ontwikkeling door aanzienlijke schenkingen, waaronder het eerste Ordegebouw aan de Fluwelen Burgwal in 1856, de Bibliotheca Klossiana (de basis van de Ordebibliotheek) in 1866, en de oprichting van de Louisa Stichting, een internaat dat het vlaggenschip werd van maçonnieke liefdadigheid in Nederland.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge Zu den drei Weltkugeln in Berlijn op 20 juni 1816.
18 juni 1882 21 juni 1884
Alexander der Nederlanden, prins prins Alexander der Nederlanden (1851-1884)
Zoon van koning Willem III en werd troonopvolger na het overlijden van zijn broer in 1879. Hij werd Grootmeester van de Orde na het overlijden van zijn oudoom, prins Frederik.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge L'Union Royale op 9 september 1876.
21 juni 1885 19 juni 1892
Diggelen, mr. Pieter Johannes Gesinus van mr. Pieter Johannes Gesinus van Diggelen (1837-1907)
Jurist, liberaal politicus en voorstander van de inpoldering van de Zuiderzee. Tweede Kamerlid (1886-1888) en hoofdbestuurslid Maatschappij tot Nut van 't Algemeen.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge Le Profond Silence op 10 mei 1862.
19 juni 1892 16 december 1906
Vas Visser, Gerrit Gerrit Vas Visser (1838-1911)
Eerste Kamerlid. In 1883, medeoprichter van de Nederlandsche Vrije Loge, een irreguliere loge die ontstond uit ontevredenheid over conservatief beleid en de benoeming van prins Alexander tot Grootmeester. Hij diende als vernieuwingsgezinde Grootmeester en trad af toen het voorstel voor een rituaalherziening (het 'eenheidsrituaal') niet werd aanvaard door het Grootoosten in 1906.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge Willem Fredrik in 1875.
16 december 1906 17 juni 1917
Gijn, Simon Marius Hugo van Simon Marius Hugo van Gijn (1848-1937)
Nederlandse houthandelaar en politicus. Hij diende als wethouder in Dordrecht (1884-1891), en Tweede Kamerlid (1889-1909). Vanaf 1894 was hij Voorzittend Meester van de Loge La Flamboyante gedurende 26 jaar. In 1922 richtte hij samen met zijn echtgenote de Johanna Heilina Stichting op, die weduwen van vrijmetselaren voorzag van huisvesting.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge La Flamboyante in 1871.
17 juni 1917 17 juni 1923
Lingbeek, Meinhard Steven Meinhard Steven Lingbeek (1864-1954)
Medicus en hartspecialist, geboren in Veendam. Hij begon zijn medische carrière in Friesland, bracht twaalf jaar door in Zuid-Afrika, waar hij tijdens de Boerenoorlog de lijfarts van generaal Louis Botha was, en vestigde zich later als hartspecialist in Arnhem. Hij stond bekend om zijn inspanningen om de vrijmetselarij te hervormen volgens de Oude Plichten en Landmerken, wat resulteerde in de oprichting van de Loge De Oude Landmerken in 1932, waarvan hij de eerste Voorzittend Meester werd.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge Het Noorderlicht op 21 december 1881.
17 juni 1923 24 maart 1926[2]
Sonneveld, mr. Willem mr. Willem Sonneveld (1863-1926)
President Raad van Justitie te Semarang, Raadslid van Nederlands-Indië.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge Mata Hari in 1896.
20 juni 1926 25 april 1929[2]
Carpentier Alting, prof. mr. Johannes Hendrik prof. mr. Johannes Hendrik Carpentier Alting (1864-1929)
Zoon van Albertus Samuel Carpentier Alting. Jurist, hoogleraar in Leiden, diende als president van de Hoge Raad in Nederlands-Indië, en was lid van de Raad van State in Nederlands-Indië voordat hij in 1921 terugkeerde naar Nederland. Redacteur van het Maçonniek Tijdschrift (1905-1917) en bekleedde de functie van Gedeputeerd Grootmeester in zowel Nederlands-Indië (1920-1921) als Nederland (1923-1926). In 1930 werd een grafmonument ter zijner ere onthuld op de begraafplaats Nieuw Eykenduynen in Den Haag, ontworpen door architect Salomon Franco.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge Mata Hari in Pedang op 20 december 1886.
16 juni 1929 29 maart 1941[2]
Tongeren (sr.), gen. maj. Hermannus van gen. maj. Hermannus van Tongeren (sr.) (1876-1941)
Luitenant-kolonel der Genie in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) die in 1916 met pensioen ging als kolonel en later een succesvolle zakenman in Amsterdam werd. In 1939 werd hem de titulaire rang van generaal-majoor verleend. In juni 1940 behoorde hij tot de vroege financiële supporters van de illegaliteit, met name de 'Groep 2000', waarbij ook zijn dochter Jacoba J. van Tongeren betrokken was. Enkele maanden later werd hij als Grootmeester der Orde door de Duitsers gearresteerd en naar Duitsland gedeporteerd, waar hij overleed in het concentratiekamp Sachsenhausen.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge De Ster in het Oosten in Batavia op 30 december 1909.
15 mei 1945 16 juni 1946
Tweede Wereldoorlog
Vrijmetselarij verboden
16 juni 1946[3] 15 juni 1952
Caron, mr. dr. Leonardus Johannes Jacobus mr. dr. Leonardus Johannes Jacobus Caron (1880-1961)
Gouverneur van Celebes tot 1933 en bekleedde later diverse functies, waaronder wethouder in Bussum, lid van de Provinciale Staten. In 1943 werd hij benoemd tot hoogleraar aan de Economische Hogeschool in Rotterdam. Als Grootmeester leverde Caron zijn grootste bijdrage door na de Tweede Wereldoorlog de Orde nieuw leven in te blazen, met het herstel van beschadigde logegebouwen, het terugbrengen van geplunderde archieven en boekenverzamelingen uit Duitsland, en het gezond laten groeien van het ledental.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge Princes Frederik der Nederlanden in 1874.
15 juni 1952 18 maart 1961
Davidson, ir. Cornelis Marinus Reinder ir. Cornelis Marinus Reinder Davidson (1902-1982)
Directeur van een octrooibureau en voorzitter van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde (1967-1973). Hij was aan het hoofd van de Orde tijdens de viering van haar 200-jarig bestaan in 1956. Davidson staat bekend om zijn inzet voor het samengaan van continentale Grootloges in de Conventie van Luxemburg en zijn betrokkenheid bij de kwestie van de erkenning van de Grande Loge de France.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge L’Union Frédéric op 30 november 1931.
18 maart 1961 17 maart 1962
Cate, Marius ten Marius ten Cate (1892-1973)
Huisarts te Bolsward, later wonende te Amsterdam. Aangenomen tot leerling in de Loge ‘Concordia Res Parvae Crescunt’ te Sneek in 1925 en naderhand werkende te Amsterdam. Grootmeester van de Orde 1961 – 1962, ook Grootmeester van de Hoge Graden en Soeverein Grootcommandeur van de Schotse Ritus.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge Concordia Res Parvae Crescunt op 12 december 1924.
17 maart 1962 15 juni 1974
Kok, prof. dr. Jan prof. dr. Jan Kok (1899-1982)
Hoogleraar in de farmacie. In 1947 aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Amsterdamse Loge ‘Eendracht’. Voorzittend Meester van die loge van 1955 tot 1957 en Grootmeester van 1962 tot 1974. Hij had ook een functie in het Opperbestuur van de Orde der Hoge Graden, in het bestuur van de Orde van het Heilig Koninklijk Gewelf en in het bestuur van de Orde onder de Opperraad van de Schotse Ritus.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge Eendracht op 19 september 1947.
15 juni 1974 16 juni 1979
Wezel, ir. Gerrit van ir. Gerrit van Wezel (1908-1981)
Civiel ingenieur. Aangenomen tot leerling-vrijmetselaar in de Loge ‘Deli’ te Medan in 1938, vanaf 1958 werkzaam in ‘In Vrijheid Eén’ te Bussum, Grootmeester van de Orde 1974 – 1979.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge Deli op 13 september 1938.
16 juni 1979 19 juni 1982
Boesman, dr. Theodoor dr. Theodoor Boesman (1911-1993)
Gerenommeerde orthopedisch chirurg, voorzitter van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging (1967-1969). Boesman trad af als Grootmeester vanwege een geschil over de erkenning van de Grootloge van België.
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge La Vertu op 29 oktober 1953.
19 juni 1982 21 juni 1986
Sepp, Willem Willem Sepp (1914-2001)
[Commissaris Politie in Velzen. Geïnstalleerd na de 'Belgische Kwestie' (irregulariteit GLB). Voorzitter St. R&T 1986-1989]
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge Trias op 4 april 1961.
21 juni 1986 16 juni 1990
Barents, mr. Johan Mari mr. Johan Mari Barents (1917-1993)
[Advocaat en procureur, Erelid Anglo Dutch Lodge nr. 5862 (UGLE) in 1988, bedankt Opperraad in 1990]
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de Loge L'Union Royale op 13 mei 1952.
16 juni 1990 4 mei 1997
Schultink, Robert Robert Schultink (1934- )
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de
20 december 1997 24 juni 2000
Sarphati, drs. Bernard drs. Bernard Sarphati (1933-2005)
[Directeur van Heineken en bestuursvoorzitter van de Nederlandse Opera. VM van LBA tijdens 250-jubileum. Naar buiten gericht. Inzet voor het terugbrengen van vrijm. in Oostblok. Oprichter Commissie Toekomstverkenning.]
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de
24 juni 2000 21 juni 2003
Roodhuyzen, mr. Peter Gerhard mr. Peter Gerhard Roodhuyzen (1944- )
21 juni 2003 19 juni 2010
Rossum, drs. Jan Diederik van drs. Jan Diederik van Rossum (1949-2023)
Aangenomen als Leerling-vrijmetselaar in de
19 juni 2010 juni 2016
Meijer, drs. Willem Sibble drs. Willem Sibble Meijer (1946- )
juni 2016 juni 2022
Eijk, Gerrit van Gerrit van Eijk (1947- )
juni 2022
Jonkers, Leonard Leonard Jonkers (- )