Houtkap


Houtkap is het omzagen of omhakken van bomen. Zowel in voor de houtteelt aangelegde productiebossen als in natuurlijke bossen vindt houtkap plaats. Houtkap vindt onder andere plaats ten behoeve van de houtindustrie en het bosbeheer gericht op biodiversiteit.
Dunning[bewerken | brontekst bewerken]
Dunning is een term in de bosbouw die wordt gebruikt bij het weghalen van bomen om de groei van de overblijvende bomen te stimuleren. Dunning zorgt ervoor dat de concurrenten van de aangewezen toekomstbomen (bomen die men verder wil laten groeien) worden gekapt, zodat laatstgenoemden meer licht en voedingsstoffen krijgen. Bij dunning worden ook de bomen gekapt die mogelijk anders toch zouden sterven.
Er zijn drie soorten dunning:
- Systematische dunning, waarbij op systematische wijze bomen worden gekapt.
- Laagdunning, waarbij bomen worden weggenomen die weinig of geen kans hebben om te overleven of die misvormd zijn.
- Hoogdunning, waarbij de concurrenten van toekomstbomen worden weggekapt.
Kaalkap[bewerken | brontekst bewerken]

Kaalslag of kaalkap is de meest eenvoudige manier om eenmalig zo veel mogelijk hout te oogsten uit een bos. Hierbij wordt een stuk bos in één keer geveld, en het bruikbare hout afgevoerd.
In de gematigde streken wordt top- en takhout vaak verhakseld of op rillen geschoven en wordt het terrein klaar gemaakt voor herinplant, kunstmatige bezaaiing of natuurlijke verjonging. Als een dergelijke kapvlakte te groot is zou het bosklimaat ter plaatse kunnen worden aangetast. Een veel gebruikte vorm van kaalkap is zoomkap. Hierbij worden stroken bos tegen de heersende windrichting in gekapt. Hierbij ontstaat een bos waarbij de bomen met de heersende windrichting mee geleidelijk ouder en hoger worden, met de bedoeling windworp tegen te gaan.
In de tropen worden de restanten na een kaalkap vaak verbrand en volgt in veel gevallen een verandering van landgebruik. In gevallen in West-Europa waar de bosbestemming blijft gehandhaafd, vindt soms herinplant plaats, maar als het terrein aan zijn lot wordt overgelaten treedt er aanvankelijk een successie op naar vegetatie uit de klasse van de kapvlaktegemeenschappen, en via struwelen naar secundair bos.
Groepenkap[bewerken | brontekst bewerken]
Bij groepenkap, zoals femelslag en zoomslag, wordt een stuk bos weggekapt om zo de biodiversiteit in het bos te bevorderen. Dit wordt onder andere door natuurbeschermingsorganisaties toegepast in productiebossen met een monocultuur, zoals bij aangeplante naaldbossen op arme zandgronden om verstuiving tegen te gaan. Op deze wijze worden open plekken of stroken gecreëerd die ofwel beplant worden met de gewenste soorten of door natuurlijke verjonging weer tot (inheems) bos kunnen ontwikkelen.
Houtkap en ecologie[bewerken | brontekst bewerken]

In het tropische regenwoud werden en worden ook in de eerste helft van de 21ste eeuw bomen onder niet-duurzame omstandigheden gekapt, vaak ook illegaal, voor de bouw en voor de houtskoolproductie. Dit leidt wereldwijd tot ontbossing.
Milieugroeperingen zoals Wereld Natuur Fonds en Milieudefensie komen hiertegen in het geweer.[1][2] Deze illegale houtkap zorgt voor het verdwijnen van (beschermde) soorten doordat hun leefomgeving verkleind wordt. De biodiversiteit neemt af. Door illegale houtkap kan ook versnippering van bosgebieden optreden. Leefgebieden van soorten kunnen dan van elkaar gescheiden worden. Hierdoor kan inteelt optreden. Versnippering zorgt ook voor een afname van de biodiversiteit.
Voor duurzaam geoogst hout is onder andere het FSC-keurmerk in het leven geroepen.
Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]
- Bosbouw
- Hakhout
- Tropisch bos
- Velmachine of Harvester
Bronnen, noten en/of referenties
|