Naar inhoud springen

Koningspinguïn

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door BonstraGeert (overleg | bijdragen) op 19 feb 2020 om 18:55. (Wijzigingen door 2A02:2C40:200:B001:0:0:1:9B16 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Leopard)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Koningspinguïn
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2017)
Koningspinguïn
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Sphenisciformes (Pinguïns)
Familie:Spheniscidae (Pinguïns)
Geslacht:Aptenodytes
Soort
Aptenodytes patagonicus
Miller,JF, 1778
Leefgebied ondersoort A. p. patagonicus (rood), leefgebied ondersoort A. p. halli (geel) en broedgebied (groen)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Koningspinguïn op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De koningspinguïn (Aptenodytes patagonicus) is een pinguïnsoort die eilanden rond Antarctica bewoont en in grote kolonies broedt. De koningspinguïn is op de keizerspinguïn na de grootste pinguïnsoort. Deze twee pinguïnsoorten zijn nauw met elkaar verwant.

De koningspinguïn eet voornamelijk vis, krill en inktvis.

Ondersoorten

Koningspinguïns worden onderverdeeld in twee ondersoorten:

Broedzorg

Het ei van een koningspinguïn

Het ei maakt circa 30 % van het lichaamsgewicht van het vrouwtje uit. Ze geeft het aan het mannetje dat broedt en gaat naar zee, Het mannetje verliest ongeveer 50 % van zijn lichaamsgewicht tijdens het wachten op het vrouwtje. Als het ei na circa 50 dagen uitkomt, zorgen de ouders om de beurt voor voedsel. De jongen brengen lange perioden in hun eentje door. De ouders komen maar met grote tussenpozen voedsel brengen. Het ei broeden ze tussen hun poten en een stukje warme huid.

Uiterlijke kenmerken

De koningspinguïn is ongeveer 95 centimeter groot[2] en is wat dunner en kleiner dan de keizerspinguïn. Verder heeft de koningspinguïn een grijsblauwe rug, een witte buik en een oranje wangvlek.

Leefgebied

Kolonie op Zuid-Georgië

De koningspinguïn komt vrijwel op elk Sub-Antarctisch eiland voor zoals Vuurland, Falklandeilanden, Macquarie-eiland, Prins Edwardeilanden en Kerguelen. De eilanden daar hebben een iets warmer klimaat dan op Antarctica. De keizerspinguïn daarentegen leeft langs de kust van Antarctica.

In de 18e eeuw toen men de Grote Oceaan ging verkennen ontdekten ze op de eilanden rond Antarctica de koningspinguïn. In de 19e eeuw hebben robbenjagers duizenden pinguïns het leven gekost, waardoor ze op sommige eilanden bijna niet meer voorkwamen. Maar tegenwoordig wordt er niet meer op de koningspinguïn gejaagd en is het aantal koningspinguïns op veel eilanden weer aangegroeid; op het eiland Île aux Cochons is de populatie van 500.000 individuen in 1982 echter met bijna 90% gedaald in 2018[3]. In totaal zijn er volgens een schatting in 2008 een paar miljoen koningspinguïns.

Pinguïns zijn traditioneel erg populair in dierentuinen. In de dierentuin van Edinburgh, Antwerpen en Rotterdam hebben ze koningspinguïns.

Trivia

  • Nils Olav, de mascotte van het Koninklijke Garde in Noorwegen, is een koningspinguïn.