Resolutie 2063 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 2063
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 31 juli 2012
Nr. vergadering 6819
Code S/RES/2063
Stemming
voor
14
onth.
1
tegen
0
Onderwerp Conflict in Darfur
Beslissing Verlengde de UNAMID-vredesmacht met 12 maanden en kromp de missie in.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2012
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Azerbeidzjan Azerbeidzjan · Vlag van Colombia Colombia · Vlag van Duitsland Duitsland · Vlag van Guatemala Guatemala · Vlag van India India · Vlag van Marokko Marokko · Vlag van Pakistan Pakistan · Vlag van Portugal Portugal · Vlag van Zuid-Afrika Zuid-Afrika · Vlag van Togo Togo
Darfur.

Resolutie 2063 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 31 juli 2012 door de VN-Veiligheidsraad unaniem aangenomen. De resolutie verlengde de VN-vredesoperatie in de Soedanese regio Darfur wederom met een jaar, zal de missie in de komende 12-18 maanden verkleinen en zal de focus verleggen naar hoge-risicogebieden.[1] Veertien leden van de Raad stemden voor; Azerbeidzjan onthield zich omdat de resolutie niet overeen zou stemmen met de reële situatie en onvolledig zou zijn.[1]

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Conflict in Darfur voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Al in de jaren 1950 was het zwarte zuiden van Soedan in opstand gekomen tegen het overheersende Arabische noorden. De vondst van aardolie in het zuiden maakte het conflict er enkel maar moeilijker op. In 2002 kwam er een staakt-het-vuren en werden afspraken gemaakt over de verdeling van de olie-inkomsten. Verschillende rebellengroepen waren hiermee niet tevreden en in 2003 ontstond het conflict in Darfur tussen deze rebellen en de door de regering gesteunde janjaweed-milities. Die laatsten gingen over tot etnische zuiveringen en in de volgende jaren werden in Darfur grove mensenrechtenschendingen gepleegd waardoor miljoenen mensen op de vlucht sloegen.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

Er kon geen vrede zijn zonder gerechtigheid, en aan het beëindigen van de straffeloosheid werd veel belang gehecht. De speciale aanklager die door Soedan voor Darfur was aangesteld had maar weinig vooruitgang geboekt, en was recent vervangen.

Er was nu het Doha-document voor Vrede in Darfur, al wilden sommige gewapende groepen er niet aan meewerken. Er werd sterk op aangedrongen dat ze dit alsnog zouden doen; hun pogingen om de Soedanese overheid omver te werpen werden veroordeeld.

In delen van Darfur was het geweld de voorbije maanden weer opgeflakkerd. Gevechten tussen regeringstroepen en rebellen en aanvallen op hulpverleners en vredeshandhavers bedreigden de bevolking.

Wel was men hoopvol over de vrijwillige terugkeer van vluchtelingen. Doch kwamen er ook nieuwe vluchtelingen bij en waren nog steeds zo'n twee miljoen mensen op de vlucht.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

Het mandaat van de UNAMID-vredesmacht werd met twaalf maanden verlengd, tot 31 juli 2013. De missie werd ook gericht op de meest bedreigde delen van Darfur en daartoe ingekrompen over een periode van twaalf tot achttien maanden:

  • Militaire component: van 19.555 naar 16.200 manschappen,
  • Politiecomponent: van 3772 naar 2310 agenten en van 19 naar 17 eenheden van 140 agenten.

De prioriteiten waren het beschermen van de bevolking en hen verzekeren van hulpverlening. Ook werd opnieuw gevraagd dat de missie een eigen radiolicentie zou krijgen teneinde vrijelijk te kunnen communiceren met alle betrokken partijen.

Op Soedan en de Bevrijdings- en Rechtvaardigheidsbeweging werd aangedrongen het Doha-document volledig uit te voeren door onder meer de regionale autoriteiten in Darfur en de speciale aanklager de mogelijkheid te geven hun mandaat uit te voeren. Er werd ook geëist dat alle partijen zorgen voor een overeenkomst op basis van het Doha-document om stabiliteit en duurzame vrede tot stand te brengen in Darfur.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]