Het was een bergrit met één beklimming van de tweede categorie, twee van de eerste en twee van de buitencategorie. Op 129.5 km was er een tussensprint in Albertville.
Lars Bak en Jon Izagirre vielen als eersten aan. Achter hen vormde zich een grote groep van ruim 40 man, die echter bij de beklimming van de Col du Glandon uiteenviel. Uiteindelijk waren het Ryder Hesjedal en Pierre Rolland die op de Col de la Madeleine samen op kop reden. De eerste groep achtervolgers lag 4 minuten achter op het duo. De achterstand van het peloton groeide op de Madeleine tot bijna 12 minuten ten opzichte van Hesjedal en Rolland. Op de Col de Tamié loste Rolland Hesjedal en ging alleen verder. Hij kwam als eerste boven op de volgende drie cols.
In de beklimming van de Col de la Croix Fry ontsnapte Rui Costa uit de groep achtervolgers van toen nog 20 renners en maakte snel het verschil met Rolland goed. Ook een groepje met Bart De Clercq, Jan Bakelants, Mikel Nieve, Andreas Klöden en Daniel Navarro liet Rolland achter. Op de top had Costa een voorsprong van 1 minuut op zijn achtervolgers, waarbij Nieve had moeten lossen en Klöden vooruit reed. In het restant van het peloton viel Alejandro Valverde aan, en kreeg John Gadret mee. Kort voor de top versnelde Joaquim Rodríguez, waardoor de favorietengroep uit elkaar viel. Naast Valverde en Gadret konden alleen Quintana, Contador en Froome volgen, maar later kwam er weer een grotere groep bij elkaar. Ruiz wist zijn voorsprong te behouden en won. Klöden volgde op driekwart minuut en Bakelants won het spurtje van de achtervolgers.