Lijst van Tweede Kamerleden 1918-1922
De samenstelling van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 1918-1922 biedt een overzicht van de Tweede Kamerleden in de periode tussen de verkiezingen op 3 juli 1918 en de verkiezingen op 5 juli 1922. De regering werd in september 1918 gevormd door het kabinet-Ruijs de Beerenbrouck I. De partijen staan in volgorde van grootte. De politici staan in alfabetische volgorde.
Gekozen bij de verkiezingen van 3 juli 1918
RKSP (30 zetels)
- Antoine Arts
- Charles Ludovicus van de Bilt
- Willem Hendrik Bogaardt tot 13 november 1918
- Jan Bomans
- Max Bongaerts
- Gerardus Bulten
- Laurentius Nicolaas Deckers
- Johannes Baptiste van Dijk
- Arnold Engels
- Albertus Nicolaas Fleskens
- Petrus Franciscus Fruytier
- Henri van Groenendael[1] tot 30 september 1919
- Piet Haazevoet
- Henri Hermans
- Wilhelmus Johannes Franciscus Juten
- Maximilien Joseph Caspar Marie Kolkman
- Dionysius Adrianus Petrus Norbertus Koolen
- Kees Kuiper
- Jan Loeff tot 13 januari 1920
- Wiel Nolens
- Johannes Antonius Poels
- Paul Reymer
- Augustinus Bernardus Gijsbertus Maria van Rijckevorsel
- Josef van Schaik
- Hendrikus Stulemeijer
- Isidorus Antonius Swane
- Adrianus Cornelis Antonie van Vuuren
- Jean Baptiste Louis Corneille Charles de Wijkerslooth de Weerdesteyn tot 13 september 1921
- Antonius Ignatius Maria Josephus van Wijnbergen
- Jef Wintermans
SDAP (22 zetels)
- Willem Albarda
- Jan Duijs
- Adriaan Gerhard
- Suze Groeneweg
- Arie Heijkoop tot 11 november 1919
- Willem Helsdingen tot 19 augustus 1921
- Louis Hermans tot 19 september 1921
- Frederik Willem Nicolaas Hugenholtz
- Willem Caspar de Jonge
- Asser Benjamin Kleerekoper
- Jan ter Laan
- Kornelis ter Laan
- Frans Ossendorp
- Jan Oudegeest
- Eltjo Rugge
- Goswijn Sannes
- Jan Schaper
- Jan van den Tempel
- Pieter Jelles Troelstra
- Theo van der Waerden
- Jan van Zadelhoff
- Arie de Zeeuw tot 11 november 1919
ARP (13 zetels)
- Egbertus Johannes Beumer
- Arie Colijn
- Lodewijk Franciscus Duymaer van Twist
- Jan Frederik Heemskerk
- Jan van der Molen
- Frederik Herman de Monté VerLoren
- Victor Henri Rutgers
- Jan Gerrit Scheurer
- Jan Schouten vanaf 22 oktober 1918
- Chris Smeenk
- Coenraad van der Voort van Zijp
- Jacob Adriaan de Wilde
- Albertus Zijlstra
CHU (7 zetels)
- Jouke Bakker vanaf 30 oktober 1918
- Dirk Jan de Geer tot 30 augustus 1921
- Alexander Frederik de Savornin Lohman tot 7 februari 1921
- Jan Schokking
- Johan Reinhardt Snoeck Henkemans
- Rienk van Veen
- Jan Weitkamp
Liberale Unie (6 zetels)[2]
- Willem Theodoor Cornelis van Doorn tot 5 april 1921
- Dirk Fock tot 13 oktober 1920
- Cornelis Lely
- Robert Rudolph Lodewijk de Muralt
- Pieter Otto
- Pieter Rink
VDB (5 zetels)
- Eeltjo van Beresteyn[3] tot 3 januari 1922
- Theodore Matthieu Ketelaar
- Henri Marchant
- Pieter Oud
- Edsge Marten Teenstra[4] tot 7 februari 1922
Vrije Liberalen (4 zetels)
- Hendrik Coenraad Dresselhuijs
- Jan Wolter Niemeijer tot 18 februari 1920
- Anthon Gerrit Aemile van Rappard
- Alibert Cornelis Visser van IJzendoorn
Economische Bond (3 zetels)
- Willem Hendrik de Buisonjé tot 7 juni 1921
- Lourens de Groot
- Willem Treub tot 14 oktober 1921
CPH (2 zetels)
Plattelandersbond (1 zetel)
- Frederik Bos tot 15 september 1919
Neutrale Partij (1 zetel)
Middenstandspartij (1 zetel)
CDP (1 zetel)
CSP (1 zetel)
BCS (1 zetel)
- Willy Kruyt tot 31 maart 1921[5]
SP (1 zetel)
VDW (1 zetel)
Tussentijdse mutaties
RKSP
- Jan van Rijzewijk vanaf 10 december 1918
- Alexander van Sasse van Ysselt vanaf 12 februari 1920
- Johannes Georgius Suring vanaf 2 november 1921
SDAP
- Johan Brautigam vanaf 18 november 1919
- Bernardus Johannes van Stapele vanaf 20 november 1919
- Pieter Hiemstra vanaf 12 oktober 1921
- Hendrik Jan van Braambeek vanaf 14 oktober 1921
CHU
- Bartholomeus Gerretson vanaf 2 maart 1921
- Jan Ankerman vanaf 22 september 1921
Liberale Unie
- Pieter Johannes de Kanter vanaf 10 november 1920
- Maarten Iman Willem Jacob Bijleveld vanaf 1 mei 1921
Vrije Liberalen
- Frans Drion vanaf 23 september 1920
Economische Bond
- Jo Westerman vanaf 12 juli 1921
- Hendrik Albeda vanaf 9 november 1921
Plattelandersbond
- Arend Braat vanaf 18 september 1919
Politieke afsplitsingen
RKSP
- Henri van Groenendael vanaf 1 oktober 1919
VDB
- Eeltjo van Beresteyn vanaf 4 januari 1922
- Edsge Marten Teenstra vanaf 8 februari 1922
Zie ook
- Samenstelling Tweede Kamer 1917-1918
- Samenstelling Tweede Kamer 1922-1925
- Historische zetelverdeling Tweede Kamer
- Tweede Kamerverkiezingen 1918
- Kabinet-Ruijs de Beerenbrouck I
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ Op 30 september 1919 wordt Henri van Groenendael uit de RKSP-fractie gezet wegens zijn sympathie voor de afscheidingsbeweging in Limburg. Vanaf 1 oktober 1919 zetelt Henri van Groenendael als onafhankelijke (Groep-van Groenendael) in de Tweede Kamer.
- ↑ Op 16 april 1921 fuseerden de Liberale Unie, de Bond van Vrije Liberalen, de Economische Bond, de Neutrale Partij en de Middenstandspartij tot de Vrijheidsbond. Na de fusie telt deze partij 15 parlementsleden in de Tweede Kamer.
- ↑ Op 4 januari 1922 verlaat Eeltjo van Beresteyn de Vrijzinnig Democratische Bond (VDB) en zetelt vanaf dan als onafhankelijke in de Tweede Kamer: van 4 januari tot 7 februari 1922 als groep-Beresteyn en van 8 februari tot 24 juli 1922 als groep-Beresteyn/Teenstra.
- ↑ Op 7 februari 1922 verlaat Edsge Marten Teenstra de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en stapt over naar de groep-Beresteyn, die vanaf 8 februari 1922 de groep-Beresteyn/Teenstra heet.
- ↑ Op 1 april 1921 verlaat Willy Kruyt de Bond van Christen-Socialisten en stapt over naar de Communistische Partij Holland (CPH). Vanaf dan zetelt hij in de CPH-fractie.
· 
· 