Naar inhoud springen

Scharrelaar

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Algont (overleg | bijdragen) op 2 jan 2017 om 00:33. (sp: rode lijst van de IUCN (n.a.v. Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck) Help mee!)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Scharrelaar
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2015)
Mannetje met buitgemaakte duizendpoot.
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Coraciiformes (Scharrelaarvogels)
Familie:Coraciidae (Scharrelaars)
Geslacht:Coracias
Soort
Coracias garrulus
Linnaeus, 1758
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Scharrelaar op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De scharrelaar (Coracias garrulus) is een vogel uit de familie van de scharrelaars (Coraciidae). Het aantal scharrelaars in Europa is de laatste decennia sterk afgenomen, in de 19e eeuw broedden ze zelfs nog tot in Zweden, terwijl ze nu in Midden-Europa nauwelijks meer te vinden zijn. De Europese populatie is tussen 1990 en 2005 met 30% afgenomen.[2]

Kenmerken

De scharrelaar wordt ongeveer 30 centimeter lang[3] en 127 tot 154 gram zwaar en heeft een overwegend blauw verenkleed. Hij heeft een grote kop en een krachtige, dikke, zwarte snavel. Het verenkleed is helder lichtblauw met diepblauwe kleine vleugeldekveren, stuit en delen van de ondervleugel. De rug is bruin, de vleugelpunten en de bovenkant van de staart zijn zwart. Juveniele vogels zijn valer en hebben een lichter bruine rug.

Gedrag

Scharrelaars kunnen vaak zittend op een uitkijkpost, zoals een telefoonpaal, een draad of tak, worden aangetroffen. Vanaf deze positie kunnen ze zich op een over de grond kruipende prooi storten, waarna ze weer naar hun post terugkeren om deze op te peuzelen.

Broeden

Scharrelaars broeden meestal alleen, soms met enkele paartjes. De broedomgeving bestaat uit land met verspreide groepen bomen, bosranden, lanen of parken. Ze broeden in al bestaande holen, rots- of muurspleten, de eerste meestal gemaakt door de groene of zwarte specht. In enkele gevallen worden ook nestkasten gebruikt. Tijdens de baltsvlucht vliegt het mannetje roepend door de lucht, laat zich meerdere keren over de kop vallen en vliegt dan weer op.

In het nest worden 4-5 eieren gelegd, in de maand juni of juli. Beide ouders broeden, het legsel komt na 17-19 dagen uit. Hierna zorgen beide ouders voor de jongen, die na 25-30 dagen uitvliegen. Ook hierna blijven ze de jongen nog een tijdje voeden.

Voedsel

Scharrelaars eten vooral insecten zoals kevers en sprinkhanen en andere ongewervelden als slakken en wormen maar ook kleine gewervelden zoals kikkers, muizen en hagedissen.

Voorkomen

De scharrelaar komt voor in Zuid- en Oost-Europa en in Azië van Turkije en Irak tot Midden-Rusland, West-China en Pakistan. Het is een trekvogel die in augustus of september vertrekt naar het zuiden van en tropisch Afrika en in april of mei weer terugkeert naar zijn broedgebied.

De soort telt 2 ondersoorten:

In België en Nederland

De scharrelaar broedt niet in België of Nederland. Het is een vrij zeldzame dwaalgast. In België werden sinds 1830 25 waarnemingen gedocumenteerd.[4] Tussen 1800 en 1996 zijn er 62 bevestigde waarnemingen in Nederland gedaan waarvan er 11 (12 exemplaren) tussen 1980 en 1996.[5]

Status

De populatie-aantallen nemen af door jacht (vooral in Oman en India, verder ook in het Middellandse Zeegebied)[4] en vooral in Europa wordt het leefgebied bedreigd door modernisering van de landbouw en bosbouw waardoor een gevarieerd landschap met rommelige bosjes en losse bomen verdwijnt. Daarom stond de scharrelaar als gevoelig op de Rode Lijst van de IUCN. De populaties in Midden-Azië gaan echter niet zo snel achteruit om deze status te rechtvaardigen, daarom staat de scharrelaar sinds 2015 als niet bedreigd op de internationale rode lijst.[1]