Sneeuwroem
Sneeuwroem | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Chionodoxa forbesii | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Chionodoxa Boiss. (1844) | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||||
Sneeuwroem op ![]() | |||||||||||||||||
|
Sneeuwroem (Chionodoxa) is een geslacht uit de aspergefamilie (Asparagaceae). De botanische naam Chionodoxa is afgeleid van het Griekse woord 'chiōn' (χιών) dat sneeuw betekent en 'doxa' (δόξα) dat mening, opvatting, eer, roem, heerlijkheid, trots of glans betekent. De soorten komen van nature voor in het Middellandse Zeegebied en in Klein Azie.
Beschrijving
Chionodoxa-soorten zijn kruidachtige planten. Deze geofyten ontwikkelen kleine, ei- tot kogelvormige uitjes met een bruin omhulsel (Tunica). Hieruit ontwikkelen zich twee bladeren.
Op de bloeistengel staan een of meer eindstandige trosvormige bloeiwijzen met hooguit 1 schutblad per bloeitros. De zes identiek gevormde bloemdekbladen zijn kort en aan de basis kokervormig vergroeid. De Bloemen zijn wit of blauw met vaak een witte basis. Er zijn twee kringen van elk drie meeldraden. De platte, brede meeldraden vormen een centrale kegel om het vruchtbeginsel.
De driekleppige en driekamerige doosvrucht bevat drie tot achttien zwarte, min of meer kogelvormige, ongevleugelde zaadjes met een mierenbroodje.
Soorten
In Nederland komt verwilderd voor (stinsenplant)[1]:
- Grote sneeuwroem (Chionodoxa forbesii, synoniemen: Chionodoxa siehei en Chionodoxa tmolusii)
- Kleine sneeuwroem (Chionodoxa sardensis)
Soorten buiten Nederland zijn:
- Chionodoxa cretica - Kreta
- Chionodoxa lochiae - Cyprus
- Chionodoxa luciliae - Oost Turkije
- Chionodoxa nana - Kreta
Bronvermelding
- ↑ Heukels Flora van Nederland