Olga Commandeur: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Dryke (overleg | bijdragen)
- veel snoei. Enorm POV artikel
Dryke (overleg | bijdragen)
npov sjabloon, moet veel geschrapt/herschreven worden
Regel 1: Regel 1:
{{NPOV||2012|08|22}}

{{Infobox atletiek
{{Infobox atletiek
| afbeelding = Olga commandeur.jpg
| afbeelding = Olga commandeur.jpg

Versie van 22 aug 2012 11:29

De neutraliteit van dit artikel wordt betwijfeld.
Zie de bijbehorende overlegpagina voor meer informatie.


Olga Commandeur
Olga Commandeur
Volledige naam Olga Alida Divera Commandeur
Geboortedatum 30 oktober 1958
Geboorteplaats IJmuiden
Nationaliteit Vlag van Nederland Nederland
Lengte 1,78 m
Gewicht 68 kg
Sportieve informatie
Discipline meerkamp
Trainer/coach Pieter van Liempt, Piet van Gerven
Eerste titel Europees jeugdkampioene 800 m 1975
OS 1984
Extra Ex-wereldrecordhoudster 800 m junioren; Ned. recordhoudster 800 m 1975-1981, 4 x 800 m voor clubteams
Portaal  Portaalicoon   Atletiek

Olga Alida Divera Commandeur (IJmuiden, 30 oktober 1958) is een Nederlandse oud-atlete met een veelzijdige aanleg voor atletiek. Op dit moment is zij vooral bekend door haar dagelijkse presentatie van het TV-programma "Nederland in Beweging!". Als atlete had ze vooral succes op de loopnummers, met name de 400 m horden en de 800 m. Als enige Nederlandse atlete heeft zij ooit een officieel wereldjeugdrecord gevestigd. Ze werd zesmaal Nederlands kampioene op individuele nummers en achtmaal in estafetteverband, vestigde of verbeterde negenmaal een Nederlands record en nam deel aan de Olympische Spelen.

Biografie

Bij de besten in bijna alles

In 1973 viel Commandeur voor het eerst op. Gestart als veertienjarige bij de Velser atletiekvereniging Suomi, dat in die tijd slechts op een grasveld trainde, behoorde ze binnen een jaar tot de besten van haar Nederlandse leeftijdgenotes en had ze al vrijwel alles uitgeprobeerd. Kenmerkend was dat ze dat jaar in een nationale jeugdploeg tegen Westfalen uitkwam op de 300 m en het speerwerpen[1]

Haar eerste nationale jeugdtitels behaalde Olga Commandeur in 1974. Ze won indoor de 800 m voor B-meisjes in 2.09,4, een jeugdrecord. Diezelfde zomer veroverde ze buiten nationale jeugdtitels op de vierkamp en de 300 m in de snelste tijd, ooit door een Nederlands B-meisje (leeftijdscat. 16/17 jr.) gelopen.

Doorbraak

In 1975 brak ze definitief door. Op nationaal niveau werd ze bij de seniorenkampioenschappen op de 400 m tweede en liep ze kort daarna een jeugdrecord in 53,3 s; op de 800 m werd ze eerst nationaal jeugdkampioene in 2.06,0, ook een jeugdrecord, drie weken later gevolgd door een 800 m in 2.02,8.
Internationaal brak zij door bij de Europese jeugdkampioenschappen in Athene. Ze werd er 800 meterkampioene in 2.05,8, waarna ze twee weken later in Aalst in 2.01,6 neerzette. Dat was een Nederlands jeugd- en seniorenrecord én een wereldjeugdrecord. [2]

Pech in olympisch jaar

In 1976 kon zij door blessures haar opgebouwde reputatie niet uitbuiten. Een valpartij tijdens het schaatsen leverde een knieblessure op, die de wintervoorbereiding ontregelde. Toen Olga deze weer mocht oppakken, kreeg ze een brommerongeluk en liep ze in diezelfde knie een scheurtje in de meniscus op.
Sportief gezien was het een verloren jaar, omdat ze de Olympische Spelen van Montréal miste. Ze had geen kans gekregen zich te kwalificeren. Even leek ze ook verloren voor de atletieksport, toen ze het door de opeenvolgende lichamelijke ongemakken niet meer zag zitten. De ommekeer kwam op 5 september 1976 bij de openingswedstrijd van de nieuwe kunststofbaan in Roosendaal, waar ze haar eerste 800 m van het jaar in 2.08,2 beëindigde. Het was haar 'lekker en gemakkelijk' afgegaan, stelde ze. 'Nu heb ik er weer echt zin in.'[3]

Comeback

Olga Commandeur, die inmiddels parttime administratief assistente was geworden, waardoor ze 's middags kon trainen, ging er in 1977 tegenaan. Dat resulteerde bij de internationale pinksterwedstrijden op Papendal in 2.06,2 op de 800 m, waarbij ze het volgende aanstormende talent Elly van Hulst achter zich liet. "Ik ben met deze overwinning en deze tijd even blij als met het jeugdwereldrecord, dat ik bijna twee jaar geleden liep. Ik ben er weer", stelde Commandeur opgelucht.[4] Haar gelijk bewees ze op de NK in Sittard, waar ze de 800 m afgetekend won in 2.03,79 en dat zonder de afwezige Elly van Hulst. Het was overigens Commandeurs eerste seniorentitel. Eind 1977 voerde ze de ranglijst weer aan. Elly van Hulst was met 2.03,9 weliswaar heel dicht in haar buurt gekomen, maar niet er voorbij.

Vijfkamp

Het jaar erna werd een overgangsjaar. De Suomi-atlete, inmiddels begonnen aan de CIOS-opleiding, liep eerst een virusinfectie op die haar ademhalingsspieren aantastte. Toen die was overwonnen, sprong ze tijdens een CIOS-wedstrijdje 1,75 m hoog. In 1978 was ze niet sneller dan 2.04,5. Op de NK was Van Hulst haar met 2.03,8 ditmaal te snel af; Commandeur moest genoegen nemen met zilver en een tijd van 2.04,8. Later, bij een interland tegen België, herhaalde zich dit patroon. Terwijl de Europese kampioenschappen aan haar neus voorbijgingen, lonkte intussen de vijfkamp.
In november 1978 scheurde ze tijdens een zaaltraining haar rechter enkelbanden. Een operatie en enkele maanden revalideren verstoorden opnieuw de wintertraining van de inmiddels naar de sportacademie overgestapte IJmuidense.

Overstap

Begin 1979 hervatte Commandeur de training en stapte zij inderdaad over op de vijfkamp. Het atletiekplezier, dat ze door de 800 metertraining was kwijtgeraakt, moest hierdoor terugkeren. Nu zat een deel van de Nederlandse meerkamptop bij het Amsterdamse ADA, waar bondstrainer Piet van Gerven de scepter zwaaide. Een overstap van Suomi naar ADA was dus logisch, temeer daar ze nu in Amsterdam studeerde. Van Gerven probeerde vervolgens de mentale drempel voor de 800 metertrainingen te verlagen en koos daarbij voor tempotrainingen voor de 400 m horden, een nieuw atletiekonderdeel voor vrouwen.
De koerswijziging die Olga Commandeurs carrière hierdoor onderging, zal Van Gerven ook niet hebben voorzien. Want het was de start van een periode van zes jaar, waarin zij op die 400 m horden vijf nationale titels en zes nationale records veroverde! Daar steekt haar enige vijfkamptitel op de NK indoor van 1982 schamel tegen af. Toch waren in 1979 haar eerste vijfkampresultaten veelbelovend. Terwijl Sylvia Barlag haar eigen nationale record opkrikte van 4338 naar 4512 punten, zat Commandeur in haar tweede vijfkamp ooit met 4091 punten al tegen de 4100 punten aan. Vrijwel iedereen was dan ook verrast, toen zij op de NK aantrad voor de 400 m zonder en met horden. Op het eerste nummer werd ze nog vierde, maar op het tweede zegevierde ze met ruime voorsprong in 58,23, een nieuw nationaal record. Commandeur had andermaal haar veelzijdige aanleg aangetoond.

Experimentele zevenkamp

Aangezien dat wervelen over alle atletieknummers heen haar bleef boeien, namen Sylvia Barlag en zij in september in Longwy deel aan een proef zevenkamp. Barlag verzamelde 5878 punten, Olga Commandeur scoorde er 5616. Eind 1979 stond ze op de nationale ranglijst op zes atletiekonderdelen, inclusief de vijfkamp, bij de beste tien en op beide sprintnummers bij de beste twintig.

Weer geen OS, wel WK en nationale records

In 1980 vervolgde Commandeur de ingeslagen weg en richtte zich voor de Spelen in Moskou op de vijfkamp. Op de NK indoor werd ze hierop tweede achter Tineke Hidding met 4091 punten, tweede op de 400 m en vierde bij het verspringen. Tijdens het buitenseizoen lukte een goede vijfkamp echter niet meer, waarna ze ten slotte toch weer koos voor de 400 m horden en in Sittard haar nationale titel prolongeerde. Dit nieuwe vrouwennummer was echter nog niet opgenomen in het olympische programma. Deelname aan de Spelen zat er voor Olga Commandeur dus opnieuw niet in. Ter compensatie werd voor dit nummer en de 3000 m door de IAAF medio augustus in Sittard een apart wereldkampioenschap voor vrouwen georganiseerd, een week na de NK. En daar had Commandeur zich wél voor gekwalificeerd. Ze bereikte er de halve finale, waarin ze andermaal aantoonde nog steeds op het juiste moment te kunnen 'vlammen'. Ze werd zesde in de nieuwe nationale recordtijd van 57,93 en kwalificeerde zich voor de B-finale. Hierin moest ze halverwege met een lichte spierblessure echter opgeven.

Achteraf beschouwt Commandeur 1980 als een verloren jaar, temeer daar zij, door zich op Moskou te focussen, te weinig aan haar studie had gedaan. Haar tweede jaar op de sportacademie moest daarom over.
Een maand later leverde ze, weer blessurevrij, een bijdrage aan het clubkampioenschap van ADA: ze sprong 6,06 ver, een PR. De week erna had zij bij de estafettekampioenschappen bovendien een groot aandeel in de zege van ADA op de 4 x 800 m. Esther Schouten, Olga Commandeur, Jacqueline Spaans en Maaike Persoons vestigden daarbij met 8.57,93 een nationaal record.[5] Zo eindigde 1980 toch nog positief.

Van vijf- naar zevenkamp

Intussen had Commandeur dat jaar haar beste vijfkampscore ooit op 4237 punten gebracht. Daar bleef het bij, want in 1981 stapten de vrouwen officieel over op de zevenkamp. De ADA-atlete scoorde 5588 punten. Halverwege het jaar stond ze derde op de nationale ranglijst, achter de volbloed-meerkampsters Sylvia Barlag en Tineke Hidding. Maar de 400 m horden bleef haar belangrijkste nummer. Eerst liep ze in augustus tijdens de Europacup B-finale in Pescara 57,87, weer een verbetering van haar eigen record uit 1980, om een week later in 58,83 met bijna drie seconden voorsprong voor de derde achtereenvolgende maal ook de nationale titel te winnen.

Bij de FBK-recordwedstrijden in Hengelo, eind september 1981, sprong ze, na eerst een 100 en een 400 m horden te hebben gelopen, 6,20 m ver. Intussen had ze haar zevenkamptotaal op 5820 punten gebracht. Tineke Hidding scoorde dat jaar met 5842 punten beter.

"Lekker afwisselend trainen"

Commandeur trad begin 1982 aan voor de NK meerkamp in Zwolle. Het eerste nummer, de 60 m horden, ging slecht. De Engelse uitdrukking "rise to the occasion" is de IJmuidense echter op het lijf geschreven en toen Tineke Hidding bij het verspringen driemaal fout sprong, was de titel met 4194 punten voor Olga. Tevreden concludeerde ze, dat ze zou doorgaan op de meerkamp. "Lekker afwisselend trainen, dat bevalt me best. Het is alleen jammer dat Tineke Hidding bij het verspringen fout zat. Haar uitvallen geeft toch een wat onbevredigend gevoel. Maar we komen elkaar nog wel meer tegen."[6]

Drie weken later werd ze op de individuele indoorkampioenschappen met twee derde plaatsen op de 60 m horden (in 6,77) en het verspringen (met 6,14) opnieuw twee medailles rijker. Aan het eind van het indoorseizoen stond ze derde op de 60 m horden, de 400 m en het verspringen, vijfde bij het hoogspringen en achtste op de 800 m.

Overbelaste rug

Na een goede zevenkamp van 5608 punten bij een meerkampinterland vroeg in 1982, sloeg het blessurespook weer eens toe: op de tweede competitiedag ging Commandeur door haar rug, waardoor zij voor de rest van het seizoen was uitgeschakeld. Aanvankelijk zag het er nogal ernstig uit. De doktoren stelden aan de hand van foto’s vast dat er dusdanige afwijkingen waren, dat ze beter met meerkampen kon stoppen. "Ja, op dat advies zat ik nou eigenlijk niet te wachten. Ik was het er ook niet mee eens."[7] Een second opinion werd aangevraagd waaruit bleek, dat haar ene heup helemaal vast zat. Dat had als reactie overbelasting van haar rug veroorzaakt. Toen daarop de behandeling werd gericht, raakte Olga ten slotte van de pijn af en kon ze de training hervatten. Inmiddels was het echter half november, zat ze met haar studie in het examenjaar en richtte ze zich dus allereerst daarop. "Gaat het met lopen goed, dan zie ik wel waar me dat de komende zomer nog zal brengen."[7]

Los Angeles

Die volgende zomer begon voor Commandeur in mei. Haar club had haar nodig voor de competitie en prompt bewees ze dat ze, ondanks alles, nog steeds kon verspringen. Haar 5,99 bezorgde ADA veel punten. Vlak voordat ze op 14 juni 1983 haar sportacademie-diploma mocht ophalen, kon ze in Willebroek bij een interland tegen België en Schotland eindelijk voluit gaan. Dat leverde op de 400 m horden direct weer winst op en een tijd onder de minuut: 59,72.
Op de NK in Vught liep ze vervolgens in 58,39 naar haar zoveelste titel en toen ze een maand later tijdens de Europacup B-finale met 57,40 haar vierde Nederlandse record scoorde, wist ze het zeker: hierop wilde ze alles zetten voor de Olympische Spelen van 1984. "De limiet voor Los Angeles is 56,20. Dat moet te halen zijn, als ik mijn techniek een beetje bijschaaf en niet zo veel zou verliezen op de laatste 100 meter," aldus een optimistische Olga Commandeur dat najaar.[8] Bestudering van videobeelden die haar vriend, boogiewoogie pianist Jaap Dekker, van haar race had gemaakt, had haar overtuigd. Die winter zou ze zesmaal per week gaan trainen, met daarbij wat extra krachttraining.[8]

Drie in één

Vlak daarvoor had ze haar zoveelste eindschot afgeleverd, ditmaal door in één weekend voor ADA drie verschillende estafettetitels te veroveren: op de 4 x 100 en de 4 x 200 m, beide keren met Esther Schouten, Desirée de Leeuw en Edine van Heezik, en op de 4 x 400 m met Maureen Freelink, Margriet de Graaf en alweer Desirée de Leeuw.

Doel bereikt

Toch had Commandeur het nog knap lastig met die limiet voor de Spelen (die door KNAU en NOC op 56,80 was gesteld en niet op de eerder genoemde 56,20). Vooralsnog haalde ze hem niet. Op de Westathletic in juni kwam ze tot 57,28, haar vijfde nationale record, maar er moest nog steeds een halve seconde vanaf. Daarom werd op de FBK Games in Hengelo in juli op speciaal verzoek een 400 m horden ingelast. Die kans greep Olga Commandeur, die immers altijd groeide naarmate het seizoen vorderde, met beide handen aan. Foutloos liep ze naar 56,51, haar zesde record en drietiende onder de limiet. Het doel, LA, was bereikt.
In Los Angeles begon Olga Commandeur veelbelovend. Ze won haar serie in 56,67, haar op-één-na beste tijd ooit. In de halve finale kwam ze wat traag uit de startblokken weg. "Ik verspeelde in het begin te veel. Dat wilde ik op de eerste 20 meter goedmaken, maar daardoor verspeelde ik te veel energie. Op de achtste horde kwam ik helemaal verkeerd uit en toen was het afgelopen."[9] Ze werd zesde in 57,01. Lang zat ze er niet mee. "Het is hier voor mij een ideaal oord, zeker met deze temperaturen", aldus de IJmuidense, die aankondigde eens goed te zullen nadenken over de keuze 400 m horden of meerkamp. "Voor dat laatste moet ik veel meer trainen en ik ben blessuregevoelig. Ik ga weleens door een enkeltje, pijn in een been, in een voet, de rug of een achillespeesje. Maar veel nummers doen is natuurlijk wel leuk."[9]

Naklappers

Hoe leuk bleek in september. Eerst bij de estafettekampioenschappen, de seizoensafsluiter, waar Commandeur op maar liefst vier estafettenummers uitkwam. Dat resulteerde in alle gevallen in goud, wat overigens ook gold voor clubgenote Desirée de Leeuw, die eenzelfde kunststukje uithaalde. De 4 x 100 m, 4 x 200 m, 4 x 400 m én 4 x 800 m waren voor ADA. Op het laatste nummer perste Commandeur er als slotloopster zelfs nog 2.06 uit. Hierdoor kwam de totaaltijd uit op 8.45,20 en mochten Margriet de Graaf, Desirée de Leeuw, Maaike Persoons en Olga Commandeur zich de nieuwe houdsters noemen van een nationaal record dat ADA eerder in handen had gehad, maar in 1982 was kwijtgeraakt aan het Haagse Olympia '48.
Ten slotte testte ze zichzelf in het laatste weekend van september in Zwolle uit op een zevenkamp, waar ze een totaal van 6027 punten realiseerde! Het is natuurlijk een kromme vergelijking, maar toch: in Los Angeles zou ze Marjon Wijnsma ermee van de elfde plaats hebben afgehouden.

Blessures

Veel atletiekplezier zou Commandeur daarna niet meer beleven. Terwijl dat toch altijd haar voornaamste drijfveer was geweest. Ze putte ook steeds weer extra kracht uit de publieke belangstelling die haar sportieve prestaties opleverden. Het had haar voorheen altijd weer uit het blessuredal getild.

In 1985 maakte ruw kraakbeen in het linker afzetbeen haar het springen echter onmogelijk. Lopen ging nog, maar dat jaar kwam zij slechts in competitieverband in actie. In de competitiefinale leverde dat op de 800 m nog een tijd van 2.09,24 op en zelfs een speerwerp-PR van 40,84 m. Voor het volgende jaar zag ze de hordenraces nog wel zitten, maar over de meerkamp was ze somberder gestemd.[10]

Beter werd het echter niet meer. Beschadigd kraakbeen in haar linker kniegewricht dwong haar de zevenkamp op te geven. 'Jammer, want dat is mijn grootste liefde, zo’n meerkamp is het mooiste wat er is. Misschien keer ik in de toekomst terug op die horden, maar dat nummer is nu nog te zwaar voor die knie. Ik mag en kan het niet. Vorig seizoen ben ik overgestapt op de 800 meter, maar zelfs dat was eigenlijk een te grote belasting', aldus de in juni 1986 inmiddels behoorlijk aangeslagen atlete.[11] Min of meer gedwongen was ze nu op de 400 m terechtgekomen en hoopte ze op een plekje in de 4 x 400 meterploeg voor de Europese kampioenschappen van dat jaar. Meer dan 54,46 zat er echter niet in, onvoldoende voor een plaats in genoemde nationale estafetteploeg, die er trouwens niet eens kwam. Ten slotte kon een geblesseerde Commandeur aan het eind van het seizoen haar club zelfs niet steunen in de strijd om de hegemonie in de vaderlandse competitie.

Maatschappelijke loopbaan

Intussen timmerde ze ook op maatschappelijk gebied aan de weg. Nadat ze vanaf eind 1983 eerst tijdelijk op enkele scholen was ingevallen, startte zij al in 1984 met het radioprogramma "NOS Sportief" ochtendgymnastiek. Dit liep tot 1991. In 1985 trok zij in bij haar vaste vriend Jaap Dekker in Amstelveen en zagen haar kinderen Dennis (in 1988) en Chantal (in 1989) het levenslicht. Vervolgens pikte in 2000 de AVRO de ochtendgymnastiek op met het tv-programma "Nederland in Beweging!", dat Olga Commandeur tot juli 2007 samen met fitnesstrainer Karl Noten presenteerde. Tegenwoordig vormt ze een duo met Duco Bauwens en wordt het programma uitgezonden door seniorenomroep MAX.

Bovendien was ze docente lichamelijke opvoeding op verschillende scholen, waaronder het Alkwin Kollege in Uithoorn. In 2003 moest ze hiermee echter stoppen vanwege een blessure. Daarna trad zij als adviseur in dienst van sporttoestellenfabrikant Schelde Sports.

Tegenwoordig heeft ze haar eigen bedrijf: Olga Commandeur PROmotions. Zij geeft presentaties en verzorgt work-outs met als thema’s gezond bewegen en (top)sport in relatie tot de doelstellingen van de organisatie. Zij is ook ambassadeur voor diverse stichtingen en goede doelen.

Kampioenschappen

Internationale kampioenschappen

Onderdeel Titel Jaar
800 m Europees jeugdkampioene 1975

Nederlandse kampioenschappen

Outdoor
Onderdeel Jaar
800 m 1977
400 m horden 1979, 1980, 1981, 1983, 1984
Indoor
Onderdeel Jaar
vijfkamp 1982

Persoonlijke records

Outdoor
Discipline Prestatie Plaats Datum
200 m 24,36 s Amsterdam 2 september 1984
400 m 53,3 s Papendal 20 juli 1975
800 m 2.01,6 (ex-WJR) Aalst 7 september 1975
1500 m 4.30,6 s Amsterdam 21 september 1975
100 m horden 14,15 s Leiden 16 mei 1985
400 m horden 56,51 s Hengelo 6 juli 1984
hoogspringen 1,74 m Brussel 12 juli 1981
verspringen 6,22 m Zwolle 30 september 1984
speerwerpen 40,84 m Breda 15 september 1985
vijfkamp 4237 p Talence 15 juni 1980
zevenkamp 5893 p Zwolle 30 september 1984
Indoor
Discipline Prestatie Plaats Datum
60 m horden 8,67 s Rotterdam 21 februari 1982
400 m 56,34 s Zwolle 2 februari 1980
800 m 2.09,4 Arnhem 17 februari 1974
hoogspringen 1,75 m Zwolle 30 januari 1982
verspringen 6,14 m Rotterdam 21 februari 1982
kogelstoten 10,93 m Zwolle 30 januari 1982
vijfkamp 4194 p Zwolle 30/31 januari 1982

Onderscheidingen

  • AVRO's Tom Schreursprijs voor sporttalent van het jaar - 1975
  • KNAU jeugdatlete van het jaar (Fanny Blankers-Koen plaquette) - 1975