Naar inhoud springen

Vale (bedrijf)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Robberd77 (overleg | bijdragen) op 17 jul 2019 om 16:55. (Milieu: "2012" chronologisch naar boven verplaatst + update maart/juli 2019)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Vale S.A.
Vale's Carajás ijzerertsmijn in Pará, satellietfoto uit 2009 van NASA
Vale's Carajás ijzerertsmijn in Pará, satellietfoto uit 2009 van NASA
Oprichting 1942 als Vale do Rio Doce
Eigenaar Beursgenoteerd
Sleutelfiguren Eduardo Bartolomeo (CEO)
Luciano Siani Pires (CFO)
Land Vlag van Brazilië Brazilië
Hoofdkantoor Rio de Janeiro, Brazilië
Werknemers 70.270, waarvan 55.400 in Zuid-Amerika (2018)
Producten ijzererts
nikkel
steenkool
Sector Mijnbouw
Omzet/jaar US$ 36,6 miljard (2018)[1]
Winst/jaar US$ 6,9 miljard (2018)[1]
Website (en) Vale website
Portaal  Portaalicoon   Economie

Vale is een Braziliaans mijnbouwconcern uit Rio de Janeiro. Het is na Petrobras het grootste bedrijf in Brazilië en behoort tot de top van de ijzererts producenten. Vale heeft een notering aan de Bovespa en aan de New York Stock Exchange. Het werd in 1942 opgericht onder de naam Vale do Rio Doce.

Activiteiten

Het bedrijf ontgint, bewerkt en produceert metalen zoals onder meer ijzererts, nikkel, bauxiet, aluminium, chroom, koper en titaan. Veruit het belangrijkste product is ijzererts en dit maakt zo'n driekwart van de totale omzet uit. Nikkel staat op een tweede plaats met een omzetaandeel van ruim 10%. Het heeft verder een belang in de Moatize steenkolenmijn in Mozambique in samenwerking met het Japanse bedrijf Mitsui & Co. Deze mijn kwam medio 2011 in productie en zal een uiteindelijke capaciteit hebben van 22 miljoen ton steenkool per jaar.[2]

Vale exploiteert mijnen in Brazilië en onder meer in Angola, Argentinië, Australië, Canada, Mongolië en Zuid-Afrika. Het is na Petrobras het grootste bedrijf in Brazilië en 's werelds grootste producent van ijzererts.[3][4]

In 2017 produceerde het bedrijf zo'n 365 miljoen ton ijzererts.[2] De Carajás-ijzerertsmijn in Brazilië is de grootste mijn van het bedrijf. In 1984 kwam de eerste van de drie dagbouwmijnen in productie. Tussen 2015 en 2017 werd gemiddeld 135 miljoen ton per jaar gewonnen hetgeen gelijk is aan ongeveer een derde van de totale ijzerertsproductie van Vale. Naar verwachting zijn de mijnen rond 2030 uitgeput, tenzij nieuwe reserves worden aangetroffen.

Het belangrijkste geografische afzetgebied is Azië, hier wordt ongeveer 60% van de omzet gerealiseerd.[5] Binnen deze regio is China de belangrijkste afzetmarkt met een omzetaandeel van de helft van het totaal, gevolgd door Japan en Zuid-Korea. In Europa is Duitsland een belangrijke klant. De binnenlandse omzet is minder dan 10% van het totaal.[5]

Valemax carrier Vale Rio de Janeiro bij de haven van Rotterdam

Voor het transport van het ijzererts naar de afnemers beschikt de onderneming over spoorlijnen die de mijnen met de havens verbinden. De grootste ertshavens van Vale zijn de Porto de Tubarão en de Ponta da Madeira. Deze laatste ligt bij São Luís in de Noord-Braziliaanse deelstaat Maranhão. Hier werd in 2017 ongeveer 170 miljoen ton erts geladen in schepen.

Voor het vervoer over zee beschikt Vale over een vloot van Valemax schepen. Dit zijn de grootste bulkcarriers die sinds maart 2011 in de vaart zijn gekomen. Ze zijn 360 meter lang en hebben een draagvermogen van 400.000 DWT. De schepen zijn zo groot en steken 23 meter diep dat niet alle havens geschikt zijn. In de Subic Bay Freeport Zone heeft Vale een drijvend overslagstation aangelegd. De Valemax schepen komen daar vanuit Brazilië aan, na een reis van 10.000 zeemijl, en de lading wordt overgeslagen in kleinere schepen die het erts naar de eindbestemming in Azië brengt. Er zijn ook overslagplaatsen op het land. In Oman bij de haven van Sohar ligt zo'n regionaal distributiepunt. Hier kan per jaar 40 miljoen ton erts worden overgeslagen en er zijn twee pelletsfabrieken die het erts geschikt maken voor de hoogovens. Om de schulden te reduceren heeft Vale besloten alle schepen te verkopen. Sinds 2014 zijn 23 schepen verkocht, waarvan de laatste vier in 2017.[2]

Resultaten

Vale heeft sterk geprofiteerd van de grote vraag naar ijzererts vanuit China. De prijs van het ijzererts was hoog en Vale behaalde in 2011 een record winst. Met de afnemende Chinese economische groei daalde de ertsprijs met lagere resultaten en zelfs een verlies in 2015 tot gevolg. De ertsprijs is sinds 2012 meer dan gehalveerd, van US$ 105 per ton naar US$ 45 per ton in 2015. In 2016 trad een herstel op van de ijzerertsprijs naar zo'n US$ 54 per ton.

in miljoenen Amerikaanse dollar
Jaar[6] Omzet Bedrijfsresultaat Nettoresultaat
2011 60.075 30324 22795
2012 46.553 9409 5454
2013 46.767 15063 584
2014 37.539 7178 657
2015 25.609 -6131 -12129
2016 27.488 7052 3982
2017 33.967 10930 5507
2018 36.575 11955 6860

Aandeelhouders

Litel Participaçoes S.A., een groep van Braziliaanse investeerders heeft een aandelenbelang van 19,5% in het bedrijf, Bradespar S.A. heeft 6,4% van de aandelen in handen, Mitsui & Co 5,5% en BNDESPAR 7,7%. Deze laatste is een onderdeel van BNDES, een ontwikkelingsbank in handen van de Braziliaanse staat. Deze vier aandeelhouders hebben afspraken gemaakt over hun stemgedrag bij aandeelhoudersvergaderingen en treden min of meer als een blok op.

Geschiedenis

De onderneming werd in 1942 als Vale do Rio Doce (= 'Zoet water-vallei') opgericht door toenmalige president Getúlio Vargas ten gevolge van de Washington-akkoorden en leverde tijdens de Tweede Wereldoorlog ijzererts aan de Amerikaanse oorlogsindustrie. Vijfenvijftig jaar later werd Vale do Rio Doce geprivatiseerd waarna in 2007 de naam van het bedrijf werd verkort tot Vale.

In 2006 betaalde Vale US$ 13,3 miljard om het Canadese nikkelbedrijf Inco over te nemen.[7] Inco was, na het Russische Norilsk Nikkel, de grootste producent van nikkel ter wereld. De overname past in de strategie van Vale om verder buiten Brazilië actief te worden en minder afhankelijk te zijn van ijzererts.[7] Nikkel wordt vooral gebruikt voor roestvast staal. Het hoofdkantoor van de nieuwe onderneming CVRD Inco blijft in Montreal en de 10.000 werknemers van Inco krijgen een baangarantie voor de eerste drie jaren na de overname.[7] Inco heeft nikkelmijnen in Canada, waaronder een grote nieuwe mijn in Voisey's Bay in Newfoundland, en een meerderheidsbelang in PT Inco in Indonesië.[7]

Begin 2010 werd het concern ook actief in de landbouw door investeringen in kunstmestbedrijven.[4][8] Zes jaar later, in december 2016, bereikte Vale overeenstemming met Mosaic, de Amerikaanse kunstmestproducent gaat alle kunstmestactiviteiten van Vale overnemen.[9] Hiermee gaat een activiteit met een jaaromzet van US$ 2 miljard over. Mosaic is bereid US$ 2,5 miljard te betalen en Vale zal de opbrengst ook gebruiken om de schulden te reduceren.[9] De transactie werd begin 2018 afgerond.

In 2010 werden de aluminiumactiviteiten verkocht aan Norsk Hydro voor USS$ 4,9 miljard.[10] Vale ontving US$ 1,1 miljard in geld en verder een aandelenbelang van 22% in Norsk Hydro.[10] Vale nam afscheid van een aandelenbelang van 60% in Paragominas, een van de grootste bauxietmijnen ter wereld, een 91% belang in de grootste aluinaardefabriek Alunorte, 51% van de Albras aluminiumfabriek en 81% in het Companhia de Alumina do Para project.[10] Dit laatste project moet nog gerealiseerd worden. In november 2013 verkocht Vale een aandelenbelang van 19,6% in Norsk Hydro voor US$ 1,64 miljard, Vale heeft na de transactie nauwelijks nog aandelen in het Noorse bedrijf in handen.[11]

Milieu

In januari 2012 verkreeg Vale nog de Public Eye Award, een jaarlijkse onderscheiding die van 2006 tot 2015 werd toegekend aan de onderneming met de grootste tekortkomingen inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen.[12]

Vale kwam samen met het bedrijf BHP in diskrediet toen op 5 november 2015 een dam brak van afvalwaterbassin in Mariana.[13] Door de dambreuk stroomde vijftig miljoen ton vervuil water en modder weg. De modder overspoelde het dorp Bento Rodrigues en hierbij vielen minstens 12 doden en verschillende gewonden.[14] Daarnaast is er ook enorme milieuschade doordat het gif ook de rivier Rio Doce heeft bereikt.[15] Alle mijnbouwactiviteiten werden opgeschort, en beide bedrijven gingen akkoord met een schadevergoeding van 4,4 miljard real (US$ 1,55 miljard).[16]

Op 25 januari 2019 was er opnieuw een milieuramp. Een 86-meter hoge stuwdam begaf het, en dit veroorzaakte de overstroming van een tweede waterbekken met ijzerafval van de Córrego do Feijão mijn. Een modderstroom overspoelde het mijncafetaria en het nabijgelegen stadje Brumadinho. Op 27 januari waren al 58 doden geborgen, onder wie heel wat medewerkers van de mijn. Nog minstens 300 personen bleven vermist. Ook ditmaal dreigde milieuschade, wanneer het giftige afval de São Francisco rivier bereikte.[17] Op 4 februari waren de aantallen opgelopen tot 134 doden, met nog steeds 199 vermisten. De mijn zou nu bereid zijn per dode of vermiste 100.000 Reais (23.600 euro) te betalen, maar beschouwt dit niet als een schadevergoeding.[18] Na het ongeval zijn alle vergelijkbare mijnen onderzocht naar mogelijke gebreken bij de waterbekkens. Diverse bekkens vertoonden gebreken en in maart 2019 lagen mijnen met een jaarlijkse productiecapaciteit van 80 miljoen ton ijzererts stil.[19] De productie mag pas herstarten als de gebreken zijn verholpen. In maart 2019 stapten verschillende topmanagers op, na een verzoek daartoe van de openbaar aanklager.[20] In juli formuleerde de Senaat 14 aanklachten,[21] en veroordeelde een rechter het bedrijf tot een integrale schadevergoeding.[22]

Zie de categorie CVRD van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.