Vijlenerbos

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Voor de gelijknamige helling, zie Vijlenerbos (helling).
Vijlenerbos
Natuurgebied
Vijlenerbos (Limburg)
Vijlenerbos
Situering
Coördinaten 50° 46′ NB, 5° 58′ OL
Foto's
Vijlenerbos

Het Vijlenerbos is een ca. 650 ha groot bos- en natuurgebied nabij de plaats Vijlen in de Nederlands-Limburgse gemeente Vaals. Aan de zuidrand van het bos liggen kleine delen in de Belgische gemeente Plombières. Het Vijlenerbos bestaat eigenlijk uit meerdere bossen, die alle eigendom zijn van Staatsbosbeheer; er wordt daarom soms gesproken van de Vijlenerbossen.

Ligging[bewerken | brontekst bewerken]

Het Vijlenerbos is een langgerekt bosgebied dat zich uitstrekt over een lengte van circa acht kilometer tussen Epen en het Drielandenpunt bij Vaals. Het bos grenst over een lengte van circa vijf kilometer aan België en over ongeveer ene kilometer aan Duitsland. Deelgebieden van het bos zijn meestal genoemd naar dorpen en gehuchten in de buurt. Van west naar oost: het Elzetterbos (bij Elzet en Rott), het eigenlijke Vijlenerbos, het Kerperbos, het Holsetterbos (bij Holset), het Malensbos (ten zuiden van de Epenerbaan), het Schimperbos (ten zuidwesten van Wolfhaag) en de eveneens beboste Vaalserberg. De Vaalserberg sluit zowel op Belgisch als op Duits grondgebied aan bij vergelijkbare hellingbossen, zoals het Aachener Wald en het Preusbos. Tezamen worden deze bossen wel aangeduid als het Drielandenbos.

Het bos ligt op het Plateau van Vijlen, het hoogste heuvelplateau van Zuid-Limburg. Aan de noordoostzijde ligt de laagte van het Selzerbeekdal met verschillende rivieren. In het noordwesten, westen, zuidwesten en zuiden ligt het Geuldal. Ongeveer 200 hectare van de hoogste delen van het bos tussen Vijlen, Epen en Vaals bestaan uit tamelijk vlakke plateaus, de rest bestaat uit hellingen. De tamelijk uitgestrekte hellingbossen worden gekenmerkt door forse hoogteverschillen van zo'n 100 meter. Het hoogste punt is met 323 meter het Drielandenpunt, het laagste ligt niet ver van de Geul op ca. 150 meter.

In de lagere delen komen een aantal bronnetjes voor, waaruit in alle richtingen beekjes ontspringen, zoals de Cottesserbeek, de Berversbergbeek, de Klitserbeek, de Hermensbeek, de Lombergbeek, de Harleserbeek, de Hermansbeek en de Zieversbeek.

Zicht op het Vijlenerbos vanuit het zuiden (tussen Epen en Sippenaeken)

Flora en fauna[bewerken | brontekst bewerken]

Het Vijlenerbos is een van de weinige bossen in Nederland met een uitgesproken microklimaat. Door de hoge ligging ligt de temperatuur er vaak iets lager dan elders, hangt er vaak meer bewolking dan in de dalen, waardoor er meer regen, hagel en sneeuw valt. Daarmee lijkt het klimaat op dat van de vlakbijgelegen Ardennen.

De bossen bestaan voor een kwart uit naaldbos en voor de rest uit loofbos. De hogere delen hebben vrij arme, zure bodems met de bijbehorende begroeiing van berken-eikenbos met veel rode bosbes en adelaarsvaren; de lagere gedeelten zijn aanzienlijk soortenrijker met onder andere beuk, haagbeuk, hazelaar, hulst en zoete kers, in de struiklaag Gelderse roos en trosvlier, mispel en de kruisbes. Op kalkrijke plekken (vooral op de steile hellingen) komen plaatselijk sleutelbloem en eenbes voor, en soms ook daslook, een sterk geurende wilde ui. In de lagergelegen delen groeien beekbegeleidende bossen met zwarte els en vooral gewone es. Langs de beken liggen plaatselijk schrale graslanden met zeldzame planten als mannetjesorchis, zwartblauwe rapunzel en blauwe monnikskap.

In de nabijheid van beken gedijt met name de vinpootsalamander goed. Vrij bijzonder aan de fauna is de aanwezigheid van 5 verschillende marterachtigen: steenmarter, das, hermelijn, bunzing en wezel. In 2014 werd verschillende malen een wilde kat vastgelegd op een wildcamera. Op zondag 1 juni werd in de omgeving van het Vijlenerbos een wilde kat gevangen en voorzien van een halsbandzender.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Reeds in de prehistorie was het gebied waarin het Vijlenerbos ligt bewoond, getuige de verschillende grafheuvels, waaronder ook een grafheuvel op de Vaalserberg.

Uit de romeinse tijd dateert een ijzersmelterij nabij Cottessen. Vanaf de middeleeuwen is er meer informatie over de geschiedenis van het gebied. De namen Vijlenerbosch, Malensbosch, Elsetterbosch, Kerperbosch en Holsetterbosch worden in oude oorkonden genoemd. Over het Holsetterbos wordt vermeld dat het gemeenschappelijk bezit is (vanwege het kaprecht).

Vanaf 1940 zijn grote delen door Staatsbosbeheer opnieuw aangeplant met vooral loofhoutsoorten die in deze bossen van nature voorkomen.

In 1951 werd een grote zwerfsteen uit het Vijlenerbos gehaald en in Valkenburg als de Dikke Kei geplaatst.[1]

Bezienswaardigheden[bewerken | brontekst bewerken]

Geologische en cultuurhistorische monumenten[bewerken | brontekst bewerken]

In het bos bevinden zich enkele geologische monumenten, die door informatieborden worden aangegeven. Zo zijn er diverse dolines te zien, kuilen in het landschap die ontstaan zijn na instortingen door het oplossen van de onderliggende kalksteen. Verder zijn er op verschillende plekken in het bos "sterrenstenen" te vinden, ruwe blokken vuursteen vermengd met zand, grind en kiezelcement, ontstaan in het Plioceen. De stenen werden vroeger aangezien voor meteorieten, vandaar de naam sterrenstenen.

Enkele wegkruizen en een heiligenhuisje vormen interessante cultuurhistorische landschapselementen in het bos. Ook staat er in het bos het Monument voor Jos Saive en het Saivekruutske.

Grafheuvels[bewerken | brontekst bewerken]

Ook zijn er in het bos een viertal tumuli te vinden, grafheuvels uit de bronstijd, waarschijnlijk tussen de 3500 en 5000 jaar oud. Drie grafheuvels liggen in het oostelijk deel van het Vijlenerbos en een grafheuvel op de Vaalserberg.

Epenerbaan[bewerken | brontekst bewerken]

In de jaren vijftig/zestig van de twintigste eeuw werd tussen Epen en Vaals, dwars door de Vijlenerbossen, een zogenaamde “toeristenweg” aangelegd. Die wordt tegenwoordig veelal aangeduid als de Epenerbaan.[2] Tijdens de aanleg werden op verschillende plaatsen diepe insnijdingen in het terrein gemaakt. Op dat soort plaatsen konden (amateur-)geologen veel te weten komen over de geologische opbouw van de streek. In 1964 verscheen in de reeks Ons Krijtland Zuid-Limburg een deeltje dat geheel handelde over de geologie van deze toeristenweg.

Nabij het kruispunt “Zevenwegen” ligt het hoogste punt van de weg.

De weg heeft faam gekregen bij toeristen, omdat hij deel uitmaakt van de Mergellandroute van de ANWB. Ook bij wielerliefhebbers is de weg niet onbekend. Komend vanuit de richting Epen staat de beklimming van Camerig bekend als “de zwaarste klim van Nederland”, en komend vanuit de richting Vaals is de klim van het Vijlenerbos een scherprechter.

Zie de categorie Vijlenerbos van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.