Arm (ledemaat)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Moeder en dochter

Arm is bij de mens de aanduiding voor het ledemaat dat bovenaan de borstkas is bevestigd.

Vrijwel alle gewervelde dieren hebben twee voorste (of bovenste) ledematen en twee achterste (of onderste) ledematen. Bij de mens hebben de bovenste ledematen, de armen, een belangrijke functie als grijpmechanisme. Voor de voortbeweging hebben ze een minder belangrijke functie (alleen nog bij klimmen, zwemmen, en om bij hardlopen het evenwicht te bewaren).

Bij bijna alle andere dieren dient de arm voornamelijk voor de voortbeweging. Bij vogels en vleermuizen dienen ze als vleugels en bij vissen zijn het vinnen. Sommige dieren (apen, eekhoorns) gebruiken ze ook als grijporgaan. Bij lopende dieren worden de voorste ledematen niet "arm" genoemd maar "voorpoot".

De arm ontvangt een signaal vanuit de hersenen (prikkel) van waaruit dit signaal doorgegeven wordt aan de betreffende spieren, denk aan bijvoorbeeld "hand-oog coördinatie". Een ander voorbeeld: De ogen nemen een beeld waar van bijvoorbeeld gevaar, dit beeld wordt opgevangen door de hersenen en getransformeerd naar de arm waardoor men kan reageren door middel van iets of iemand vast te pakken en weg te trekken, of die emmer water over het vuur te gooien. De laatste actie gebeurt echter altijd door de hand die deel uitmaakt van het totale mechanisme van de arm.

Er is een onmiskenbare anatomische analogie met het been. Bij dieren die op vier poten lopen, zoals paarden, zijn de voorste en achterste ledematen eigenlijk identiek, maar ook bij de mens, waar armen en benen een zeer verschillende functie hebben, zijn er nog veel overeenkomsten te vinden.

Anatomie[bewerken | brontekst bewerken]

De armen van een sculptuur van Jules Desbois.

Pathologie[bewerken | brontekst bewerken]

Veel voorkomende problemen ter hoogte van de arm zijn:

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]


Zie de categorie Armen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.