Gebruiker:Tessobbink/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Virginie Bovie[bewerken | brontekst bewerken]

Virginie Bovie
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Persoonsgegevens
Volledige naam Joséphine-Louise-Virginie Bovie
Geboren Brussel, 1827
Overleden Brussel, 1888
Geboorteland België
Nationaliteit Belgisch
Beroep(en) Schilderes
Oriënterende gegevens
Leermeester Franz-Karel de Weirdt, Antoine Wiertz
RKD-profiel
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Josephine Louise Virginie Bovie (Brussel 1821, Brussel 1888) was een Belgisch kunstenares en kunst beschermvrouwe.[1] Ze schilderde voornamelijk historische en allegorische taferelen, maar later ook portretten en bloemstillevens.[2] In 1870 werd ze als ‘bekend’ bestempeld, maar hedendaags wordt ze echter ‘een vergeten Brusselse schilderes’ genoemd omdat er van de meer dan 200 door Bovie geschilderde schilderijen, uiteindelijk maar 7 zijn terug gevonden. [3][4]

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Virginie Bovie was de dochter van een rentenier. Mede hierdoor was ze zeer waarschijnlijk afkomstig uit een rijke familie, en dit stelde haar in de mogelijkheid om een carrière als kunstschilderes na te jagen. Zo heeft ze bijvoorbeeld teken- en schilderlessen kunnen volgen bij  schilder Frans-Karel de Weirdt (1799-1855). Hierna betrad ze het atelier van schilder Antoine Wiertz (1806-1865).[5]

Voor haar dertigste heeft Bovie haar eerste zelfstandige stappen in de kunstwereld gezet en in ieder geval twee grote doeken voor een parochiekerk en een mannenportret geschilderd.[6] In 1855 reisde ze op 34 jarige leeftijd met haar zus Josine Natalie Louise Bovie naar Italie (naar onder andere Rome, Florence, Napels en Venetië). Dit gebeurde nog als deel van haar opleiding. Ze heeft hier veel tijd doorgebracht in musea om werken van oude meesters te kopiëren. Ook heeft ze hier haar technieken en kennis verbeterd. Zo hebben deze Italiaanse invloeden voornamelijk haar warmtegebruik en kleurtechnieken beïnvloed en verbeterd.[7] Deze reis naar Italië bestond vrijwel geheel uit een mannelijk gezelschap. Er zijn slechts vijf vrouwen meegereisd, waarvan Bovie er dus een was.[8] Naar aanleiding van de reis door Italië exposeerde ze in de salons van Brussel en Antwerpen doeken die waren gebaseerd op Italiaanse onderwerpen.[9]

Virginie Bovie is haar gehele leven vrijgezel gebleven en heeft een celibatiar leven geleid. Er bestaat een kans dat Bovie lesbisch was.[10] Ze kon, in eerste instantie voornamelijk door haar vermogende vader, een financieel onafhankelijk leven leiden.[11] Door deze financiële zekerheid was ze in staat om in de gegoede buitenwijken van Brussel te wonen, waaronder in Elsene. Hoogstwaarschijnlijk heeft zij hier vanaf 1860 samen met haar zus Louise gewoond. Deze financiële positie was, ondanks dat ze dit voornamelijk aan haar welgestelde vader te danken had, bijzonder voor vrouwelijke kunstenaars uit haar tijd.[12]

Vrijwel alle vrouwen die in de 19e eeuw een kunstenaarsbestaan ambieerden achtten het noodzakelijk een sterke persoonlijke band met een mannelijk artiest te hebben. Voor Bovie was dit niet haar vader, zoals voor veel vrouwelijke kunstenaars wel het geval was. Hoogstwaarschijnlijk waren het Frans Karel De Weirdt en Antoine Wierdtz die haar binnen de kunstwereld op de kaart hebben gezet. Daarnaast was het ondanks de hulp van mannelijke artiesten nog steeds zeer moeilijk om te kunnen leven van het kunstenaarsbestaan. Succesverhalen als die van Virginie Bovie werden vaak gezien als het gevolg van ‘mannelijke eigenschappen’ als vastberadenheid en concentratie.[13]

Kunstwerken[bewerken | brontekst bewerken]

Virginie Bovie schilderde in het begin van haar carrière voornamelijk historische en allegorische taferelen, gebaseerd op de Venetiaanse school. Deze invloeden deed ze op tijdens haar verblijf in Italië.[14] Kenmerkend voor deze stijl is het bijzonder diepe en warme kleurgebruik. Ook werd deze kunst als erg realistisch beschouwd, en werd er vaak gebruik gemaakt van olieverf. De onderwerpen die Bovie schilderde, zoals dus bijvoorbeeld de historische taferelen, waren ook gebaseerd op de Venetiaanse school. Deze school leefde in de 18e eeuw weer op en om kunstwerken in salons te mogen exposeren werden er vaak werken gebaseerd op de Venetiaanse school gevraagd.[15] Naast de invloeden uit deze school baseerde ze ook veel kunstwerken op de traditionele academische schilderstijl. Deze stijl bloeide op in de 19e eeuw en baseerde zich vooral op het combineren van het Neoclassicisme en de Romantiek. Daarnaast werden er binnen de academische schilderstijl verschillende historische schilderstijlen aangenomen door kunstenaars, om zo het tijdperk dat het schilderij uit moest stralen kracht bij te zetten. Dit betrof schilderijen die historische taferelen uitbeeldden.[16] Enkele werken van Bovie werden gemaakt in opdracht van officiële orders. Ook schilderde ze rond deze tijd genrestukken. Opvallend hieraan is dat ze bij het schilderen van deze stukken voorkeur gaf aan vrouwelijke representatie, en dat dit bij haar historische en allegorische stukken juist niet het geval was.[17]

In de laatste tien jaar van haar leven verliet ze deze traditionele academische stijl en focuste ze zich meer op portretten en (bloem)stillevens. Deze alledaagse taferelen waren zeer populair bij het burgerlijke publiek.[18]

Bovie heeft een atelier in Elsene gehad, genaamd ‘Musée Bovie’. Hier exposeerde zo zowel haar eigen kunstwerken als die van haar goede vrienden, waaronder haar neef Felix Bovie en goede vriend Antoine Félix Bouré.[19] Om reclame te maken voor dit museum publiceerde ze regelmatig advertenties in tijdschriften als La Féderation Artistique. Toen ze in 1888 stierf weigerde de Belgische overheid het museum over te nemen en werden de kunstwerken in 1889 te koop aangeboden.[20]

Hedendaags zijn er slechts 7 werken van haar meer dan 200 geschilderde werken bekend.

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. RKD, Josephine Louise Virginie Bovie. Geraadpleegd op 8-04-2022.
  2. Anne-Marie ten Bokum, Virginie Bovie, een vergeten Brusselse schilderes. Art&Fact 24. Via: Wayback Machine (2005). Geraadpleegd op 2-06-2022.
  3. (1870). 'Necrologie'. Revue de Belgique  : 76
  4. Ten Bokum, 'Virginie Bovie'. Geraadpleegd op 02-06-2022.
  5. Marc Eermans (1979). Biografische woordenboek der Belgische kunstenaars van 1830 tot 1970. Arto, pp. 50.
  6. ten Bokum, 'Virginie Bovie'. Geraadpleegd op 02-06-2022.
  7. Ten Bokum, 'Virginie Bovie'. Geraadpleegd op 02-06-2022.
  8. Christine Delphy (2005). Modèles italiens et traditions nationales: les artistes belges en Italie, 1830-1914. Belgisch Historisch Instituut, pp. 222. ISBN 90-74461-54-9.
  9. Elaine Gubin (2006). Dictionnaire des femmes belges : XIXe et XXe siècles. Lannoo Uitgeverij, pp. 74-75.
  10. ten Bokum, 'Virginie Bovie'. Geraadpleegd op 02-06-2022.
  11. Gubin. Dictionnaire des femmes belges, pp. 74-75.
  12. Nochlin, L (1971). ‘Why have there been no great women artists?'. Woman in Sexist Society: Studies in Power and Powerlessness  : 30-31
  13. Nochlin, L (1971). Why have there been no great women artists?. Woman in Sexist Society: Studies in Power and Powerlessness  : 30-31
  14. Gubin. Dictionnaire des femmes belges, pp. 74-75.
  15. Frank Tyron Charles (1895). A Guide to the Paintings of Venice: Being an Historical and Critical Account of All the Pictures in Venice, with Quotations from the Best Authorities; and Short Lives of the Venetian Masters. George Bell & Sons, xvi-xix.
  16. Goldstein, Carl (1975). ‘Towards a Definition of Academic Art.’. The Art Bulletin 57:1  : 102-103
  17. Ten Bokum, 'Virginie Bovie'. Geraadpleegd op 02-06-2022.
  18. Ten Bokum, 'Virginie Bovie'. Geraadpleegd op 02-06-2022.
  19. Ten Bokum, 'Virginie Bovie'. Geraadpleegd op 02-06-2022.
  20. Gubin. Dictionnaire des femmes belges, pp. 74-75.