Gobiconodonta

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gobiconodonta
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Vroeg-Jura tot Laat-Krijt
Gobiconodon
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Orde
Gobiconodonta
Averianov & Lopatin, 2011
Gobiconodon
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Zoogdieren

De Gobiconodonta zijn een orde van uitgestorven zoogdieren die bekend zijn van het Vroeg-Jura (zoals Huasteconodon) tot het vroege Laat-Krijt. Ze worden over het algemeen beschouwd als onderdeel van Eutriconodonta.

Naamgeving[bewerken | brontekst bewerken]

Een orde Gobiconodonta werd in 2011 benoemd door Alexandr Alianow en Lopatin. Ze gaven geen definitie als klade.

Biologie[bewerken | brontekst bewerken]

Net als veel andere niet-therische zoogdieren, behielden gobiconodonten klassieke zoogdiersynapomorfieën zoals epipubische botten (en waarschijnlijk de bijbehorende reproductieve vernauwingen), gifsporen en gespreide ledematen. De anatomie van de voorpoten en schouders van ten minste sommige soorten als Jeholodens zijn echter vergelijkbaar met die van therische zoogdieren, hoewel de achterpoten conservatiever blijven. Gobiconodonten hadden een moderne ooranatomie, met als belangrijkste verschil dat de gehoorbeentjes (vooral de hamer, het oude articulare) nog enigszins verbonden waren met de onderkaak via het Meckelse kraakbeen.

Sommige informatie over de zachte weefsels van gobiconodonten is te vinden bij Spinolestes, die zeer goed bewaard is gebleven en sporen van vacht en inwendige organen toont. Spinolestes toont haren vergelijkbaar met die van moderne zoogdieren, met samengestelde haarzakjes met primaire en secundaire haren, zelfs met sporen van een porie-infectie. Het heeft ook een duidelijk thoracaal diafragma, middenrif in de borstkas zoals moderne zoogdieren, evenals stekels, huidschubben en een verbeend Meckelse kraakbeen.

Het gebit van gobiconodonte triconodonten heeft geen analogie bij levende zoogdieren, dus vergelijkingen zijn moeilijk te maken. Het is echter duidelijk dat de meeste, zo niet alle gobiconodonten voornamelijk carnivoor waren, gezien de aanwezigheid van lange, scherpe hoektanden, premolaren met scherpe hoofdcuspen die goed geschikt waren om prooien te grijpen en te doorboren, sterke ontwikkeling van de mandibulaire abductormusculatuur, het botplettende vermogen bij ten minste sommige soorten en verschillende andere kenmerken.

Gobiconodonten behoren vaak tot de grootste zoogdieren in faunale verzamelingen van het Mesozoïcum, met een brede variatie aan kleine spitsmuisachtige insecteneters tot grote vormen zoals Repenomamus en Gobiconodon. Ze behoorden tot de eerste zoogdieren die gespecialiseerd waren in het bejagen van gewervelde prooien en bezetten waarschijnlijk de hoogste trofische niveaus onder zoogdieren in hun faunale gemeenschappen. Verschillende vormen zoals Gobiconodon en Repenomamus tonen bewijs van aaseten, als een van de weinige zoogdieren uit het Mesozoïcum die zich daarin specialiseerden.

Althans in carnivore niches werden gobiconodonten waarschijnlijk later vervangen door deltatheroïde Metatheria, de dominante carnivore zoogdieren in faunale verzamelingen uit het Laat-Krijt. Concurrentie tussen beide groepen is niet aangetoond, maar in Azië wordt de gobiconodontide diversiteit uit het Vroeg-Krijt volledig vervangen door deltatheroïden, terwijl in Noord-Amerika Nanocuris verschijnt na het wegvallen van Gobiconodon en andere grotere eutriconodonten. Gezien het feit dat alle groepen insectivore en carnivore zoogdieren zware verliezen leden tijdens het Midden-Krijt, lijkt het waarschijnlijk dat deze metatheriërs gewoon de niches bezetten die waren overgebleven na het uitsterven van de eutriconodonten.

Spinolestes had tenminste xenarthrose wervels en beenschubben, convergerend met die van moderne Xenarthra en in mindere mate de pantserspitsmuis.

Uniek onder zoogdieren uit de kroongroep is dat gobiconodontiden hun molariforme tanden vervingen door opvolgers van vergelijkbare complexiteit, terwijl bij andere zoogdieren, indien ze hun tanden nog vervangen, minder complexe vervangingen de norm zijn.

Classificatie[bewerken | brontekst bewerken]

Cladogram volgens Averianov & Lopatin, 2011:


Gobiconodonta

Gobiconodontidae



Klameliidae




Amphilestidae

Amphilestes



Phascolotherium





Amphidontidae



Eutriconodonta

Bocaconodon




Jeholodentidae



Triconodontidae






Tinodon


Trechnotheria


Kiyatherium




Spalacotheriidae



Zhangheotheriidae





Cladotheria








Gobiconodonta werd benoemd door Averianov & Lopatin (2011); volgens de auteurs bevatte het twee families van zoogdieren (gobiconodontiden en klameliiden) die traditioneel werden toegewezen aan Eutriconodonta. De exacte fylogenetische positie van deze families binnen Mammaliaformes is onzeker. Sommige analyses met alleen gebits- en kaakkenmerken (de eerste analyse van Gao et alii, 2010, Meng, Wang & Li, 2011, Averianov & Lopatin, 2011) vonden dat gobiconodonten en eutriconodonten niet een clade vormen die niet ook trechnotheriërs zou omvatten; sommige andere analyses van gebits- en kaakkenmerken (Gaetano en Rougier, 2011) hebben echter gobiconodontiden als eutriconodonten gevonden. De analyse uitgevoerd door Luo et alii (2007) en de tweede analyse van Gao et alii (2010), waarbij een breder scala aan Mesozoïsche mammaliaformen en meer kenmerken (inclusief postcraniale) betrokken waren, vonden ook gobiconodontiden als eutriconodonten. Echter, Gao et alii (2010) benadrukten dat jeholodentiden en gobiconodontiden de enige eutriconodonten zijn met bekende postcraniale skeletten; volgens de auteurs blijft het onzeker of de resultaten van hun tweede analyse de echte fylogenie vertegenwoordigen of slechts een gevolg zijn van long branch attraction van jeholodentiden en gobiconodontiden, het verschijnsel dat groepen die zich lang geleden van elkaar afsplitsen neigen om in analyses ten onrechte als nauwe verwanten uit te vallen.

De meest recente analyse vindt ze als eutriconodonten, dichter bij triconodontiden en hun directe outgroups dan bij amphilestiden:

 Eutriconodonta 
Amphilestidae

Phascolotherium



Amphilestes





Amphidontidae

Hakusanodon



Juchilestes




Gobiconodontidae

Spinolestes




Gobiconodon



Repenomamus






Jeholodens




Yanoconodon




Liaoconodon



Volaticotheria

Volaticotherium



Argentoconodon



Triconodontidae

Trioracodon




Triconodon




Priacodon




Arundelconodon




Meiconodon




Astraconodon




Alticonodon



Corviconodon