Resolutie 1136 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1136
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 6 november 1997
Nr. vergadering 3829
Code S/RES/1136
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Conflict in de Centraal-Afrikaanse Republiek eind jaren 1990
Beslissing Stemde in met de verlenging van de Afrikaanse MISAB-missie.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1997
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Chili Chili · Vlag van Costa Rica Costa Rica · Vlag van Egypte Egypte · Vlag van Guinee-Bissau Guinee-Bissau · Vlag van Japan (1870–1999) Japan · Vlag van Kenia Kenia · Vlag van Zuid-Korea (1984-1997) Zuid-Korea · Vlag van Polen Polen · Vlag van Portugal Portugal · Vlag van Zweden Zweden
De vlag van de Centraal-Afrikaanse Republiek.

Resolutie 1136 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 6 november 1997 en stemde in met een verlenging van de Afrikaanse vredesmacht in de Centraal-Afrikaanse Republiek.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

De periode na de onafhankelijkheid van de Centraal-Afrikaanse Republiek werd gekenmerkt door opeenvolgende staatsgrepen. Begin jaren 1990 werd een meerpartijensysteem gecreëerd en volgden verkiezingen. Eén en ander verliep onregelmatig en de spanningen in het land liepen op. De ongelijke behandeling van officieren leidde in 1996-1997 tot muiterij in het leger. Een slecht bestuur en economische problemen destabiliseerden het land. Er werd een Afrikaanse vredesmacht gestationeerd die in 1998 werd afgelost door een VN-vredesmacht, die in 2000 weer vertrok.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

De MISAB-waarnemingsmissie van Afrikaanse landen had mee gezorgd voor de stabilisering van de Centraal-Afrikaanse Republiek en die landen hadden hun missie ook verlengd. Het was van belang dat allen die de Bangui-akkoorden hadden ondertekend deze nu naleefden.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

De deelnemende landen van MISAB en de landen die logistieke steun leverden werden geautoriseerd om de veiligheid en bewegingsvrijheid van de missie te verzekeren. Die autorisatie gold opnieuw voor een periode van drie maanden. De secretaris-generaal werd gevraagd een fonds te openen waarmee de lidstaten financieel konden bijdragen aan de missie. De secretaris-generaal werd ook nog gevraagd binnen die drie maanden te rapporteren over de uitvoering van deze resolutie en verdere internationale steun aan de Centraal-Afrikaanse Republiek.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]