Johan Schimmelpenninck

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Melvinvk (overleg | bijdragen) op 22 jul 2019 om 17:30.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Johan Schimmelpenninck
Geboren 30 september 1887, Rhenen
Overleden 29 juli 1943, Leusderheide
Land Nederland
Groep Ordedienst

Jhr. Johan Schimmelpenninck (Rhenen, 30 september 1887 - Leusden, 29 juli 1943) was directeur van het Nederlandse kantoor van de Franse wijnfirma Mähler-Besse & Cie uit Bordeaux. Hij woonde in de Alexanderstraat 12 te Den Haag. In de Tweede Wereldoorlog was hij actief in het verzet.

Verzet

In de zomer van 1940, na de Nederlandse capitulatie, nam jhr. J. Schimmelpenninck, alias ‘Oom Alexander’, het initiatief tot het oprichten van een verzetsorganisatie. Leden van de organisatie werden gerekruteerd uit de kringen van adelborsten en cadetten. Op die manier ontstond een inlichtingengroep waar o.a. Gerard Dogger, Peter Tazelaar, Anton Abbenbroek en Johan Birnie deel van uitmaakten. Deze groep zou later opgaan in de Ordedienst.

Deze beweging had twee doelstellingen. Ten eerste dacht zij dat de bezetting niet lang zou gaan duren. Op het moment van bevrijding zouden de geallieerden gesteund moeten worden en zou het ontstane machtsvacuüm tijdelijk moeten worden opgevuld ter voorkoming van wanorde. De tweede doelstelling was het verzamelen van militaire inlichtingen ten behoeve van de geallieerden. De inlichtingen moesten naar Engeland verstuurd worden, naar koningin Wilhelmina.

Voor de oorlog had Schimmelpenninck nauwe contacten onderhouden met F. van 't Sant, de particuliere secretaris van koningin Wilhelmina.[1]

Arrestatie

Schimmelpenninck werd op 13 november 1941 thuis gearresteerd. Hij werd gevangengezet in de gevangenis van Scheveningen. Tijdens de verhoren door de Sicherheitsdienst (SD), waarbij tijdens de ondervragingen 'gereglementeerd' fysiek geweld gebruikt werd, heeft Schimmelpennick geen woord losgelaten. Op 6 november 1942 werd hij op transport gesteld naar kamp Amersfoort. Op 18 januari 1943 kwam hij vanwege de ontruiming van kamp Amersfoort terecht in kamp Vught. Hij werd geregistreerd als Schutzhäftling 1988. Vanwege het Tweede OD-proces werd hij 11 maart 1943 overgeplaatst naar kamp Haaren. Op 27 april 1943 werd hij door de Wehrmachtjustiz ter dood veroordeeld. Hij werd op 29 juli 1943 op de Leusderheide gefusilleerd, samen met zestien van zijn medeverzetsstrijders.

De groep bestond uit de volgende verzetsstrijders: A.W.M. Abbenbroek, A.A.F. Althoff, Ch.F. van den Berg, jhr. W.Th.C. van Doorn, F. Dudok van Heel, R. Hartogs, W. H. Hertly, J.F.H. de Jonge Melly, E.A. Latuperisa, Adrien 'Broer' Moonen, W. Mulder, A.C.Th. van Rijn, jhr. J. Schimmelpenninck, J.A. van Straelen, S. Vaz Dias, G.F.M. Vinkesteijn en A. Wijnberg.

Identificatie

Op 22 juni 1945 werd door rechercheurs van de Politieke Recherche Afdeling voor de provincie Utrecht o.l.v. Gerrit Kleinveld het massagraf blootgelegd waarin Schimmelpenninck begraven lag. Aan de hand van het signalement en de aangetroffen voorwerpen kon zijn lichaam worden geïdentificeerd.

Begraafplaats

Johan Schimmelpenninck werd hergraven op de gemeentelijke begraafplaats Rusthof te Amersfoort, Vak 12 Rij C en Nummer 141. Hij is postuum onderscheiden met het Verzetskruis.