Lijst van grootste steden in Duitsland

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Tulp8 (overleg | bijdragen) op 26 apr 2020 om 09:47. (dp)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Grote Duitse steden

De lijst van grote steden in Duitsland vermeldt alle steden in Duitsland met meer dan 100.000 inwoners, die daarmee de officiële status van "Großstadt" (grote stad) hebben.

Huidige Duitse steden met meer dan 100.000 inwoners

1– Berlijn
2– Hamburg
4– Keulen
9– Essen
10– Leipzig
11– Bremen
12– Dresden
13– Hannover
14– Nürnberg
Rang Naam Inw.
1990
Inw.
2000
Inw.
2010
Inw.
2015
Opp.
in km²
Inw.
per km²
Index
2015
(1990=100)
'Großstadt'
eerste keer
Deelstaat
1. Berlijn 3.433.695 3.482.169 3.560.725 3.620.031 891,70 3.948 102,5 1747 Berlijn
2. Hamburg 1.652.363 1.715.392 1.786.448 1.787.408 755,30 2.366 108,2 1787 Hamburg
3. München 1.229.026 1.210.223 1.353.186 1.450.381 310,70 4.668 118,0 1852 Beieren
4. Keulen 1.047.347 962.884 1.007.119 1.060.582 405,16 2.618 111,2 1852 Noordrijn-Westfalen
5. Frankfurt am Main 720.865 648.550 679.664 732.688 248,31 2.951 113,6 1875 Hessen
6. Stuttgart 612.902 583.874 606.588 623.738 207,35 3.008 107,5 1874 Baden-Württemberg
7. Düsseldorf 575.794 569.364 588.735 612.178 217,41 2.816 106,3 1882 Noordrijn-Westfalen
8. Dortmund 599.055 588.994 580.444 586.181 280,71 2.088 97,9 1894 Noordrijn-Westfalen
9. Essen 626.973 595.243 574.635 582.624 210,30 2.770 92,9 1896 Noordrijn-Westfalen
10. Leipzig 511.079 493.208 522.883 560.472 297,37 1.885 109,7 1871 Saksen
11. Bremen 551.219 539.403 547.340 557.464 325,42 1.713 101,1 1875 Bremen
12. Dresden 490.571 477.807 523.058 543.825 328,31 1.656 110,9 1852 Saksen
13. Hannover 513.010 515.001 522.686 532.163 204,14 2.607 103,7 1875 Nedersaksen
14. Neurenberg 493.692 488.400 505.664 509.975 186,37 2.736 103,3 1881 Beieren
15. Duisburg2 535.447 514.915 489.599 491.231 232,80 2.110 91,7 1903 Noordrijn-Westfalen
16. Bochum 396.486 391.147 374.737 364.742 145,66 2.504 92,0 1904 Noordrijn-Westfalen
17. Wuppertal3 383.660 366.434 349.721 350.046 168,39 2.079 91,2 1884 Noordrijn-Westfalen
18. Bielefeld 319.037 321.758 323.270 333.090 258,82 1.287 104,4 1930 Noordrijn-Westfalen
19. Bonn1 292.234 302.247 324.899 318.809 141,09 2.260 109,1 1934 Noordrijn-Westfalen
20. Münster1 259.438 265.609 279.803 310.039 302,96 1.023 119,5 1915 Noordrijn-Westfalen
21. Karlsruhe 275.061 278.558 294.761 307.755 173,46 1.774 111,9 1901 Baden-Württemberg
22. Mannheim 310.411 306.729 313.174 305.780 144,96 2.109 98,5 1897 Baden-Württemberg
23. Augsburg 256.877 254.982 264.708 286.374 146,84 1.950 111,5 1909 Beieren
24. Wiesbaden1 260.301 270.109 275.976 276.218 203,93 1.354 106,1 1905 Hessen
25. Gelsenkirchen4 293.714 278.695 257.981 260.368 104,94 2.481 88,6 1903 Noordrijn-Westfalen
26. Mönchengladbach5 259.436 263.014 257.993 259.996 170,45 1.525 100,2 1921 Noordrijn-Westfalen
27. Braunschweig 258.833 245.816 248.867 251.364 192,16 1.308 97,1 1890 Nedersaksen
28. Chemnitz6 294.244 259.246 243.248 248.645 220,84 1.126 84,5 1883 Saksen
29. Kiel 245.567 232.612 239.526 246.306 118,65 2.076 100,3 1900 Sleeswijk-Holstein
30. Aken 241.861 244.386 258.664 245.885 160,85 1.529 101,7 1888 Noordrijn-Westfalen
31. Halle (Saale)8 310.234 247.736 232.963 236.991 135,03 1.755 76,4 1890 Saksen-Anhalt
32. Maagdenburg 278.807 231.450 231.549 235.723 200,99 1.173 84,5 1882 Saksen-Anhalt
33. Freiburg im Breisgau1 191.029 205.102 224.191 226.393 153,06 1.479 118,5 1934 Baden-Württemberg
34. Krefeld7 244.020 239.916 235.076 225.144 137,75 1.634 92,3 1888 Noordrijn-Westfalen
35. Lübeck1 214.758 213.399 210.232 216.253 214,21 1.010 100,7 1912 Sleeswijk-Holstein
36. Oberhausen1 223.840 222.151 212.945 210.934 77,04 2.736 94,2 1914 Noordrijn-Westfalen
37. Erfurt 208.989 200.564 204.994 210.118 269,14 779 100,5 1906 Thüringen
38. Mainz1 179.486 182.870 199.237 209.779 97,74 2.146 116,9 1908 Rijnland-Palts
39. Rostock 248.088 200.506 202.735 206.011 181,26 1.137 83,0 1935 Mecklenburg-Voor-Pommeren
40. Kassel 194.268 194.766 195.530 197.984 106,78 1.854 101,9 1899 Hessen
41. Hagen 214.449 203.151 188.529 189.044 160,35 1.178 88,2 1928 Noordrijn-Westfalen
42. Hamm 179.639 182.427 181.783 179.397 226,43 792 99,9 1975 Noordrijn-Westfalen
43. Saarbrücken1 191.694 183.257 175.741 178.151 167,09 1.066 92,9 1909 Saarland
44. Mülheim an der Ruhr 177.681 172.862 167.344 169.278 91,28 1.854 95,3 1908 Noordrijn-Westfalen
45. Potsdam 139.794 129.324 156.906 167.745 187,66 891 120,0 1939 Brandenburg
46. Ludwigshafen1 162.233 163.383 164.177 164.718 77,55 2.124 101,5 1921 Rijnland-Palts
47. Oldenburg 143.131 154.832 162.173 163.830 102,98 1.591 114,5 1946 Nedersaksen
48. Leverkusen 160.919 161.047 160.772 163.487 78,87 2.073 101,6 1963 Noordrijn-Westfalen
49. Osnabrück1 163.168 164.101 164.119 162.403 119,80 1.356 99,5 1939 Nedersaksen
50. Solingen 165.401 164.973 159.927 158.726 89,55 1.773 96,0 1929 Noordrijn-Westfalen
51. Heidelberg 146.796 140.259 147.132 156.267 108,83 1.436 114,2 1946 Baden-Württemberg
52. Herne1 178.132 174.529 164.762 155.851 51,42 3.031 87,5 1933 Noordrijn-Westfalen
53. Neuss 147.019 150.013 151.388 155.414 99,53 1.562 105,7 1963 Noordrijn-Westfalen
54. Darmstadt1 138.920 138.242 144.402 155.353 122,09 1.272 111,8 1937 Hessen
55. Paderborn 120.680 139.084 146.283 148.126 179,60 825 122,7 1975 Noordrijn-Westfalen
56. Regensburg 121.691 125.676 135.520 145.465 80,70 1.803 119,5 1940 Beieren
57. Ingolstadt 105.489 115.722 125.088 132.438 133,37 993 125,5 1989 Beieren
58. Würzburg 127.777 127.966 133.799 124.873 87,63 1.425 97,7 1932 Beieren
59. Fürth1 103.362 110.477 114.628 124.171 63,35 1.960 120,1 1950 Beieren
60. Wolfsburg10 128.510 121.805 121.451 124.045 204,05 608 96,5 1972 Nedersaksen
61. Offenbach am Main 114.992 117.535 120.435 123.734 44,89 2.756 107,6 1954 Hessen
62. Ulm1 110.529 117.233 122.801 122.636 118,69 1.033 111,0 1980 Baden-Württemberg
63. Heilbronn 115.843 119.305 122.879 122.567 99,88 1.227 105,8 1970 Baden-Württemberg
64. Pforzheim 112.944 117.156 119.781 122.247 98,00 1.247 108,2 1975 Baden-Württemberg
65. Göttingen 121.831 124.132 121.060 118.914 116,89 1.017 97,6 1964 Nedersaksen
66. Bottrop 118.936 120.611 116.771 117.143 100,61 1.164 98,5 1953 Noordrijn-Westfalen
67. Trier1 97.835 99.410 105.260 114.914 117,13 981 117,5 1969 Rijnland-Palts
68. Recklinghausen 125.060 124.785 118.365 114.330 66,43 1.721 91,4 1949 Noordrijn-Westfalen
69. Reutlingen 103.687 110.650 112.484 114.310 87,06 1.313 110,2 1988 Baden-Württemberg
70. Bremerhaven1 130.446 120.822 113.366 114.025 93,82 1.215 87,4 1939 Bremen
71. Koblenz 108.733 107.950 106.417 112.586 105,13 1.071 103,5 1962 Rijnland-Palts
72. Bergisch Gladbach 104.037 105.693 105.723 111.366 83,09 1.340 107,0 1977 Noordrijn-Westfalen
73. Jena1 102.518 99.893 105.129 109.527 114,48 954 106,8 1975 Thüringen
74. Remscheid1 123.155 119.287 110.563 109.499 74,52 1.469 88,9 1929 Noordrijn-Westfalen
75. Erlangen1 102.440 100.778 105.629 108.336 76,95 1.408 105,8 1974 Beieren
76. Moers1 104.595 107.062 105.506 104.529 67,68 1.544 100,0 1975 Noordrijn-Westfalen
77. Siegen1 109.174 108.476 103.424 102.355 114,69 892 93,8 1975 Noordrijn-Westfalen
78. Hildesheim1 105.291 103.909 102.794 101.667 92,18 1.103 96,6 1974 Nedersaksen
79. Salzgitter1 114.355 112.302 102.394 101.079 223,92 451 88,4 1942 Nedersaksen

1 Het inwoneraantal lag sinds het voor de eerste keer overschrijden van de grens van 100.000 inwoners soms tijdelijk onder deze grens.
2 Duisburg heette van 1 augustus 1929 tot 31 maart 1935 Duisburg-Hamborn.
3 Wuppertal ontstond op 1 augustus 1929 uit o.a. de steden Barmen en Elberfeld. Beide steden telden al in 1884 elk meer dan 100.000 inwoners. Tot de hernoeming op 24 januari 1930 heette de stad Barmen-Elberfeld.
4 Gelsenkirchen heette van 1 april 1928 tot 20 mei 1930 Gelsenkirchen-Buer.
5 Mönchengladbach heette tot 31 juli 1929 München-Gladbach, vanaf 1 augustus 1929 tot 31 juli 1933 (met de geannexeerde stad Rheydt) Gladbach-Rheydt, vanaf 1 augustus 1933 (weer zonder Rheydt) M. Gladbach (eerst München Gladbach, vanaf 20 december 1950 Mönchen Gladbach) en sedert 11 oktober 1960 Mönchengladbach.
6 Chemnitz heette van 10 mei 1953 tot 31 mei 1990 Karl-Marx-Stadt.
7 Krefeld heette van 1 augustus 1929 tot 24 april 1940 Krefeld-Uerdingen a. Rh.
8 Inwoneraantal 1990 na de annexatie van Halle-Neustadt op 6 mei van datzelfde jaar.
9 Salzgitter heette tot 22 januari 1951 Watenstedt-Salzgitter.
10 Van 1 juli 1939 tot 1945 droeg Wolfsburg de naam Stadt des KdF-Wagens bei Fallersleben.

Voormalige Duitse steden met meer dan 100.000 inwoners

Steden waarvan het inwoneraantal is teruggelopen

Onderstaande steden hadden ooit meer dan 100.000 inwoners en waren daarmee "Großstadt".

Naam Inw.
1990
Inw.
2000
Inw.
2006
Großstadt
eerste keer
Großstadt
laatste keer
Deelstaat
Dessau2 96.754 83.153 77.394 1935 1990 Saksen-Anhalt
Flensburg 86.977 84.281 86.630 1945 1952 Sleeswijk-Holstein
Görlitz 72.237 61.599 57.111 1949 1951 Saksen
Kaiserslautern1 99.351 99.825 98.044 1969 2000 Rijnland-Palts
Plauen1 71.774 71.543 68.430 1904 1945 Saksen
Schwerin 127.447 101.267 96.280 1972 2001 Mecklenburg-Voor-Pommeren
Wilhelmshaven1 90.561 85.287 82.797 1938 1979 Nedersaksen
Zwickau1 114.632 103.008 96.786 1944 2003 Saksen

1 Het inwoneraantal lag, tussen de eerste overschrijding van de grens van 100.000 inwoners en de laatste daling onder de grens, eerder al tijdelijk onder deze grens.
2 Dessau is op 1 juli 2007 met Roßlau gefuseerd en heet sindsdien Dessau-Roßlau.

Steden die zijn opgegaan in andere gemeentes

Onderstaande steden hadden meer dan 100.000 inwoners, maar zijn inmiddels opgeheven of opgegaan in een andere gemeente.

Naam Inwoneraantal Großstadt
eerste keer
Opmerking
Altona 248.589 (1937) 1884 In 1938 geannexeerd door Hamburg
Barmen 190.929 (1928) 1884 In 1929 samengevoegd met Elberfeld in Wuppertal
Buer 104.654 (1927) 1925 In 1928 samengevoegd met Gelsenkirchen
Charlottenburg 322.766 (1919) 1893 In 1920 geannexeerd door Berlijn
Elberfeld 173.235 (1928) 1884 In 1929 samengevoegd met Barmen in Wuppertal
Hamborn1 129.400 (1928) 1910 In 1929 geannexeerd door Duisburg
Harburg-Wilhelmsburg 112.293 (1937) 1927 In 1938 geannexeerd door Hamburg
Lahn 153.678 (1978) 1977 In 1979 weer ontbonden
Lichtenberg 144.643 (1919) 1912 In 1920 geannexeerd door Berlijn
Rheydt1 99.963 (1974) 1968 In 1975 geannexeerd door Mönchengladbach
Rixdorf (Neukölln)2 262.127 (1919) 1902 In 1920 geannexeerd door Berlijn
Schöneberg3 175.092 (1919) 1905 In 1920 geannexeerd door Berlijn
Spandau1 95.474 (1919) 1914 In 1920 geannexeerd door Berlijn
Wanne-Eickel1 92.472 (1974) 1955 In 1975 geannexeerd door Herne
Wilmersdorf4 139.406 (1919) 1909 In 1920 geannexeerd door Berlijn

1Het inwoneraantal lag tussen het voor de eerste keer overschrijden van de grens van 100.000 inwoners en de annexatie soms tijdelijk onder deze grens.
2 De stad Rixdorf werd op 27 januari 1912 in Neukölln hernoemd.
3 De stad Schöneberg werd in 1912 officieel hernoemd in Berlin-Schöneberg.
4 Wilmersdorf heette tot 1912 officieel Deutsch-Wilmersdorf en werd daarna in Berlin-Wilmersdorf hernoemd.

Steden die niet meer in Duitsland liggen

Onderstaande steden behoorden in de periode tussen 1871 en 1937 gedurende een bepaalde tijd tot Duitsland. De inwoneraantallen zijn gebaseerd op de volkstelling van 31 december 1939. Voor Danzig, Mülhausen, Posen en Straatsburg is de volkstelling van 1 december 1910 aangegeven.

Naam Inwoneraantal Großstadt
eerste keer
Bestuurlijk gebied
Beuthen 101.084 (1939) 1933 Pruisen, provincie Opper-Silezië (tot 1945), tegenwoordig Polen
Breslau 629.565 (1939) 1842 Pruisen, provincie Neder-Silezië (tot 1945), tegenwoordig Polen
Danzig 170.337 (1910) 1876 Pruisen, provincie West-Pruisen (tot 1920), tegenwoordig Polen
Gleiwitz 117.240 (1939) 1926 Pruisen, provincie Opper-Silezië (tot 1945), tegenwoordig Polen
Hindenburg 126.220 (1939) 1927 Pruisen, provincie Opper-Silezië (tot 1945), tegenwoordig Polen
Königsberg 372.164 (1939) 1864 Pruisen, provincie Oost-Pruisen (tot 1945), tegenwoordig Rusland
Mülhausen 95.041 (1910) 1913 Elzas-Lotharingen (tot 1920), tegenwoordig Frankrijk
Posen 156.691 (1910) 1899 Pruisen, provincie Posen (tot 1920), tegenwoordig Polen
Stettin 271.575 (1939) 1886 Pruisen, provincie Pommeren (tot 1945), tegenwoordig Polen
Straatsburg 178.891 (1910) 1878 Elzas-Lotharingen (tot 1920), tegenwoordig Frankrijk

Zie ook