Naar inhoud springen

Marine Luchtvaartdienst

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Fnorp (overleg | bijdragen) op 5 mrt 2012 om 13:08. (Korte geschiedenis: ook hier)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Het schip 'De Zeven Provinciën' in de Straat van Malakka met erboven een "van Berkel W-A" watervliegtuig

De Marine Luchtvaartdienst (MLD) was een onderdeel van de Koninklijke Marine. De MLD werd opgericht op 18 augustus 1917. Op 4 juli 2008 werd de Marine Luchtvaartdienst een onderdeel van het nieuwe Defensie Helikopter Commando (DHC), samen met de helikopters van de luchtmacht.

Het DHC ressorteert onder het Commando Luchtstrijdkrachten. Ongeveer een kwart van het personeel is van de marine afkomstig. Op het moment van samenvoeging bestond de MLD nog uit een "Groep Maritieme Helikopters" die, uitgerust met 21 Westland Lynxhelikopters opereerde vanaf vliegveld de Kooy. In het verleden waren ook patrouille- en jachtvliegtuigen bij de MLD ingedeeld.

Korte geschiedenis

Van Berkel watervliegtuig wordt in het water getakeld in de wateren van Nederlands-Indië.

De eerste plannen voor een vliegdienst voor de Nederlandse marine ontstonden in 1913 en waren gericht op het verbeteren van de mogelijkheden voor verkenningsvluchten. In juli 1914 kreeg de marine haar eerste vliegtuig, een nieuwe Farman HF-22, om marinepiloten op te leiden tot nautische vlieger. Samen met de vliegdienst van de Koninklijke Landmacht oefende men vanaf de Vliegbasis Soesterberg. In april 1916 verhuisde het marinevliegtuig naar het vliegkamp bij Schellingwoude en in 1917 nogmaals naar het nieuwe marinevliegkamp De Mok op Texel. Op 18 augustus 1918 werd de Marineluchtvaartdienst formeel opgericht. In die tijd was de gedachte dat een aparte vliegdienst voor de marine gerechtvaardigd was doordat maritieme vliegers maritieme capaciteiten moesten bezitten. Nog hetzelfde jaar verhuisde de dienst eerst naar Veere en vervolgens naar Vliegveld De Kooy bij Den Helder.

Aanvankelijk werd de MLD vooral voorzien van vliegtuigen van Van Berkel, Fokker, Koolhoven en Spyker. Vanaf 1926 deden ook buitenlandse types hun intrede. Hieronder de bekende Dornier Wal die vooral in Nederlands-Indië werd ingezet, vanaf vliegkamp Tandjong Priok (Java; vanaf 1919 in gebruik) en vliegkamp Morokrembangan (Soerabaja; vanaf 1926 in gebruik). Tijdens de Tweede Wereldoorlog opereerde de MLD met Catalina's vanuit o.a. Ceylon en Australië. Uitgeweken personeel en vrijwilligers namen dienst bij de Royal Air Force en de Fleet Air Arm, waar 320 en resp. 860 (Dutch) squadrons werden opgericht. Het 320 squadron vloog aanvankelijk met de, uit Nederland, meegenomen Fokker T-8W's en enkele Avro Ansons. Later werd het squadron uitgerust met Hudsons en Mitchell bommenwerpers. Het 860 squadron deed met Fairey Swordfish toestellen dienst op de hulpvliegdekschepen Macoma en Gadila. Op Ceylon werd aan het eind van de oorlog nog het 321 (Dutch) squadron opgericht.

Na de oorlog brak een bloeiperiode aan met het vliegdekschip Karel Doorman, waarvoor jachtvliegtuigen (Sea Fury, Sea Hawk) en anti-onderzeebootvliegtuigen (Firefly, Avenger, Tracker) werden aangeschaft. Vanaf vliegvelden op het land werd met lange-afstand patrouillevliegtuigen (Harpoon, Neptune, Breguet Atlantic, Orion) gevlogen. Veel vliegtuigen werden door de Verenigde Staten kosteloos verstrekt in het kader van het MDAP. Tot 1962 maakte de MLD nog gebruik van het vliegveld Biak op Nieuw-Guinea.

In de jaren vijftig kreeg de MLD zijn eerste helikopters (S-51, S-55, UH-1), eerst voor reddingstaken, maar vanaf de jaren zestig ook voor onderzeebootbestrijding (S-58, Wasp, Lynx) vanaf schepen. In de jaren zestig kwamen ook de eerste schepen (Poolster, Van Speijk klasse) in gebruik met helikopterhangar en vliegdek. Tegenwoordig zijn de meeste grotere oorlogsschepen (fregatten, bevoorradingsschepen, amfibisch transportschip) van hangar en vliegdek voorzien.

In zijn grootste omvang - begin van de jaren zestig - telde de MLD meer dan honderd vliegtuigen in elf squadrons. Het vertrek uit de laatste kolonie, Nieuw Guinea (1962), in Azië leidde tot afschaffing van de Sea Hawk (1964) straaljagers en op termijn ook van het vliegdekschip (1968). De taken van de Tracker anti-onderzeebootvliegtuigen werden daarna overgenomen door Breguet Atlantic vliegtuigen, die samen met Neptunes nog ruim een decennium lang een belangrijke anti-onderzeebootcomponent vormden. Toch ontkwam de MLD niet aan inkrimpingen en bezuinigingen. De eigen les- en transportvliegtuigen werden al snel afgeschaft. In 1978 werd nog besloten de Neptunes te vervangen voor moderne Orions, maar de Atlantiques werden in 1986 afgedankt zonder vervanging. In de jaren tachtig werd de MLD georganiseerd in een Groep Vliegtuigen en een Groep Helikopters.

De Groep Vliegtuigen, die uit twee squadrons bestond en was gevestigd op vliegkamp Valkenburg, bij Katwijk is op 1 januari 2005 opgeheven. De groep telde dertien Lockheed Orion patrouillevliegtuigen, waarvan er jaren geleden wegens bezuinigingen al drie uit dienst waren genomen. Voor de resterende tien liep een moderniseringsprogramma, maar eind 2004 besloot Defensie alle toestellen te verkopen aan Duitsland en Portugal. Vliegkamp Valkenburg bleef tot 2006 open voor de opleiding van Duitse en Portugese bemanningen. De Orions waren aanvankelijk bedoeld voor onderzeebootbestrijding boven de Atlantische Oceaan, maar kregen na 1990 meer taken boven land. Ze werden regelmatig ingezet bij internationale missies, zoals boven voormalig Joegoslavië en in de Perzische Golf. Tevens waren er ooit permanent drie gestationeerd in de Nederlandse Antillen en een op de basis Keflavík in IJsland.

Het detachement van het militaire deel van de dr. Albert Plesman luchthaven (HATO) op Curaçao is opgeheven. De taken van de Orions in het Caraïbisch Gebied waren in 2007 tijdelijk overgenomen door twee F-60U transportvliegtuigen van de Koninklijke Luchtmacht. Deze F-60U's zijn i.v.m. bezuinigingen uit dienst genomen en de kustwachttaken in het Caraïbisch Gebied werden overgenomen door twee De Havilland DHC-8 Long Range 100 vliegtuigen van de Canadese firma Provincial Airlines Ltd. Defensie heeft de kustwachttaak in 2006 voor de duur van tien jaar aan deze firma uitbesteed.

Opmerking

De MLD was in de jaren tachtig onderwerp van kritiek door de Rekenkamer, toen bleek dat de operationele en de onderhoudsdienst inefficiënt werkten.

Organisatie

De MLD bestaat nu nog in naam. De vroegere Groep Helikopters- die met 20 Westland SHD-14 Lynx helikopters was gevestigd op Vliegkamp de Kooy bij Den Helder- is sinds 4 juli 2008 opgenomen in het Defensie Helikopter Commando (DHC) van het Commando Luchtstrijdkrachten op vliegbasis Gilze-Rijen. De Westland Lynx wordt uitgefaseerd en vervangen door de Eurocopter NH-90. Het voormalig marinevliegkamp heet nu Maritiem vliegveld De Kooy waar 860 squadron met twaalf NFH-90's permanent wordt gedetacheerd. De Search And Rescue voor de range van Vlieland en het patiëntenvervoer ten behoeve van de Waddeneilanden, nu een taak van de luchtmacht vanaf vliegbasis Leeuwarden, zal naar De Kooy verhuizen en opgaan in het 860 squadron die dan alle SAR taken boven de Noordzee krijgt. Ook de Agusta Bell AB-412 SAR helikopters verhuizen van vliegbasis Leeuwarden naar het Maritiem vliegveld De Kooy.

Toekomst

NH-90 NFH

De Westland Lynx helikopters worden vanaf 2010 vervangen door de Eurocopter NH-90 NFH [1], een gezamenlijk product van Duitsland, Frankrijk, Italië en Nederland. Levering van de NH-90 is diverse malen vertraagd door aanpassingen in het ontwerp en problemen bij de fabrikant. Nederland had zich gebonden aan de koop van 20 stuks voor maritiem gebruik (NFH) maar ingevolge gewijzigde behoeftestelling [2] is deze samenstelling aangepast. Aanvankelijk opteerde de MLD voor 14 NH-90 helikopters met full-mission configuratie [3] en 6 toestellen met zogenaamde provisions-for. Dat wil zeggen dat de extra apparatuur als modulen in de helikopter geplaatst kunnen worden, met name handig als helikopters in verband met groot onderhoud rouleren.

De aangepaste behoefte bestond uit 12 helikopters met volledige missie-apparatuur en 8 militaire transporthelikopters. Deze 8 stuks zouden gebouwd worden op basis van de landversie van de NH-90: de TTH [4]. De TTH onderscheidt zich van de NFH door .a. een andere radar en zelfdichtende brandstoftanks. De TTH zou voor de marine aangepast worden tot MTTH [5], met voorzieningen die deklandingen mogelijk maakt en de rotorbladen automatisch doet invouwen. Openbreken van het lopende contract bleek echter te duur, zodat thans 20 stuks NH-90 NFH worden aangeschaft, waarvan er 8 uitgekleed worden tot transporthelikopter [6]. Volgens de eerder genoemde integrale helikopterstudie zal op termijn bezien worden of er financiële ruimte is om 2 extra NH-90 helikopters aan te schaffen.

De behoefte is gebaseerd op de volgende verwachting: 5 stuks NH-90 zijn altijd beschikbaar voor de vloot, 2 dienen voor opleidingen, 2 voor SAR-taken en 2 zijn er altijd in onderhoud. De 12e is ofwel in onderhoud ofwel beschikbaar voor andere taken. De 8 transporthelikopters zijn in beginsel voor de hele krijgsmacht beschikbaar, maar zullen primair worden ingezet vanaf de amfibische transportschepen van de marine.

Vliegtuigtypen van de MLD na de Tweede Wereldoorlog

Vliegtuigen van de Marine Luchtvaartdienst
Type In gebruik Aantal Squadrons
Jachtvliegtuigen
Hawker Sea Fury 1946-1956 48 VSQ 3, VSQ 4, VSQ 860
Hawker Sea Hawk 1956-1964 22 VSQ 3, VSQ 860
Patrouillevliegtuigen (vliegdekschip)
Fairey Barracuda 1945-1946 12 VSQ 860
Fairey Firefly Mk.1 1946-? 30 VSQ 860, VSQ 861
Fairey Firefly Mk.4 1946-1961 40 VSQ 1, VSQ 2, VSQ 4, VSQ 6, VSQ 7
Fairey Firefly Mk.5 1949-1961 14
Grumman TBF Avenger 1954-1960 78 VSQ 1, VSQ 2, VSQ 4
Grumman Tracker S-2 1960-1974 43 VSQ 1, VSQ 2, VSQ 4
Amfibie vliegtuigen
Supermarine Sea Otter Mk.2 1949-1954 8
Martin Mariner PBM-5A 1955-1959 17 VSQ 321, VSQ 8
Catalina PBY-5A [7] 1946-1957 22 VSQ 7
Patrouillevliegtuigen (vanaf landbases)
North American B-25 Mitchell 1947-1952 9 VSQ 320
Lockheed Harpoon PV-2 1951-1954 18 VSQ 320, VSQ 8
Lockheed Neptune P-2V5 1954-1961 12 VSQ 320
Lockheed Neptune P-2V7 1961-1983 19 VSQ 320, VSQ 5
Breguet Atlantic SP-13A 1969-1984 9 VSQ 321
Lockheed P-3 Orion 1983-2004 13 VSQ 320, VSQ 321
Lesvliegtuigen
Fairey Firefly T-1 1946-1960? 2
Gloster Meteor T-7 [8] 1958-1962 10 VSQ 3
Auster Mk. 3 1947-? 4
Airspeed Oxford 1947-? 5 VSQ 320
North American Harvard 1947-1966 8
Beechcraft Navigator TC45J 1954-1974 6 VSQ 5
Fokker S-11[9] ? -1973 9 VSQ 9 (uitgefaseerd KLu)
Transportvliegtuigen
Douglas Dakota C-47 1945-1961 15 VSQ 8, VSQ 321
Helikopters
Sikorsky S-51 1951-1954 1
Sikorsky S-55 1954-1962 3 VSQ 7
Sikorsky S-58/HSS-1 Seabat 1959-1974 12 VSQ 8
Agusta Bell UH-1 1962-1977 8 VSQ 1, VSQ 7
Westland Wasp AH-12A 1967-1983 12 VGSQ 860
Westland Lynx 1977-2013 24 VGSQ 7 en VGSQ 860 [10]
NH-90 NFH 2010- 12 860 (DHC) [11]
NH-90 landscoped NFH 2013- 8 300 (DHC)

Noten

  1. NATO Frigate Helicopter
  2. Gedefinieerd in de Integrale Helikopterstudie van het Ministerie van Defensie, waaruit ook het Defensie Helikoper Commando is voortgekomen.
  3. I.c. alle middelen voor opsporing en bestrijding van onderzeeboten, zoals MAD en sonar.
  4. Tactical Transport Helicopter
  5. Marinised Tactical Transport Helicopter
  6. Aangeduid met landscoped NFH of TNFH - Tactical NATO Frigate Helicopter
  7. Meer dan 80 Catalina PBY's hebben bij de MLD gevlogen. De eersten zijn al voor de oorlog aangeschaft. De 22 die hier genoemd zijn, zijn uitsluitend de exemplaren die nog vanaf 1946 dienst deden.
  8. De Gloster Meteors T Mk.7 zijn geleend van de Koninklijke Luchtmacht.
  9. De Fokker S-11's zijn geleend van de Koninklijke Luchtmacht.
  10. Thans onder het 860 sqn DHC.
  11. De NH-90 NFH wordt ingedeeld bij 860 sqn, de landscoped NH-90 waarschijnlijk als flight bij 300 sqn (KLu)