Naar inhoud springen

Moerasspirea

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door InternetArchiveBot (overleg | bijdragen) op 14 feb 2020 om 13:20. (0 (onbereikbare) link(s) aangepast en 1 gemarkeerd als onbereikbaar) #IABot (v2.0)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Moerasspirea
Moerasspirea
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Fabiden
Orde:Rosales
Familie:Rosaceae (Rozenfamilie)
Geslacht:Filipendula (Spirea)
soort
Filipendula ulmaria
(L.) Maxim. (1879)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Moerasspirea op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De moerasspirea (Filipendula ulmaria) is een vaste plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). Het is een rechtop groeiende, 0,6-2 m hoge plant.

Kenmerken

Moerasspirea's hebben talrijke roomkleurige, 0,4-1 cm brede bloemen met vijf kroonblaadjes, die sterk naar amandel geuren. De bloem bevat veel meeldraden, die ongeveer twee maal zo lang zijn als de kroonblaadjes

De bloemen vormen schermvormige trossen die bloeien van juni tot in augustus en september.

De bladeren zijn afgebroken (oneven)geveerd en hebben een groot topblaadje, dat handvormig gespleten is. Er zijn twee tot vijf paar blaadjes, die dubbel getand en eirond zijn. Aan de onderzijde zijn ze viltig behaard en grijsachtig. De bladeren aan de opvallend rode stengel staan verspreid en hebben aan de voet van de bladsteel twee steunblaadjes.
De vruchtjes zijn spiraalachtig gewonden en ongeveer 2 mm groot.

Voorkomen

De moerasspirea groeit vooral op vochtige plaatsen, zoals in ruigtes, nat grasland, bossen, slootkanten, elzenbroekbos en rietvelden.

De moerasspirea is een kensoort voor de orde Filipenduletalia ulmariae.

Gebruik

Esculaap
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.

Vroeger werd de plant gebruikt als middel tegen gal- en nierziekten, maar ook tegen jicht en zenuwpijn. De bladeren en bloemen werden gedroogd om thee van te trekken die bij koorts gegeven werd.[1] De heilzame werking wordt toegeschreven aan verschillende aspirine-achtige verbindingen zoals isosalicine, dat in de bloemkoppen te vinden is.[2]


Zie de categorie Filipendula ulmaria van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.