Ruïnehagedis

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Podarcis siculus)
Ruïnehagedis
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2009)
Een zonnend exemplaar
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Lacertilia (Hagedissen)
Infraorde:Scincomorpha (Skinkachtigen)
Familie:Lacertidae (Echte hagedissen)
Geslacht:Podarcis
Soort
Podarcis siculus
Rafinesque, 1810
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Ruïnehagedis op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

De ruïnehagedis[2] (Podarcis siculus) is een hagedis uit de familie echte hagedissen (Lacertidae).

Naam en indeling[bewerken | brontekst bewerken]

De ruïnehagedis werd voor het eerst in 1810 door Constantine Samuel Rafinesque-Schmaltz wetenschappelijk beschreven als Lacerta sicula. Later werd de soort tot het geslacht Podarcis gerekend en meer recentelijk is ook de soortnaam veranderd van sicula naar siculus. Ook de naam Lacerta serpa werd wel gebruikt voor deze soort maar is verouderd.[3] De geslachtsnaam Podarcis betekent 'lenige poten' en de soortnaam siculus betekent 'van Sicilië'.[4]

Ondersoorten[bewerken | brontekst bewerken]

Er worden tegenwoordig 58 verschillende ondersoorten erkend.[3] Dit is uitzonderlijk veel in vergelijking met andere dieren. De ondersoorten van de ruïnehagedis zijn in de onderstaande uitklapbare tabel weergegeven, met de auteur en het verspreidingsgebied -voor zover bekend.

Naam Auteur Verspreidingsgebied
Podarcis siculus aemiliani Capolongo, 1985 ?
Podarcis siculus albiventris Bonaparte, 1838 ?
Podarcis siculus amparoae Capolongo, 1979 ?
Podarcis siculus astorgae Mertens, 1937 Kroatië (Bagnola)
Podarcis siculus bagnolensis Mertens, 1937 Kroatië (Bagnola)
Podarcis siculus bolei Brelih, 1961 Kroatië (Istrië)
Podarcis siculus calabra Taddei, 1949 Italië (Calabrië)
Podarcis siculus calabresiae Taddei, 1949) ?
Podarcis siculus campana Taddei, 1949 Italië
Podarcis siculus campestris De Betta, 1857 Corsica, Italië, Kroatië, geïntroduceerd in de Verenigde Staten
Podarcis siculus caporiaccoi Taddei, 1949 ?
Podarcis siculus catanensis Taddei, 1949 ?
Podarcis siculus cattaroi Taddei, 1950 Montenegro
Podarcis siculus cerbolensis Taddei, 1949 ?
Podarcis siculus ciclopica Cara, 1872 Lachea
Podarcis siculus coeruleus Taddei, 1949 Italië (Capri)
Podarcis siculus dupinici Radovanović, 1956 Veli, Mali Dupinić
Podarcis siculus fasciatus Radovanović, 1956 ?
Podarcis siculus fiumanoideus Brelih, 1963 Visoki, Mišar
Podarcis siculus flavigulus Mertens, 1937 Kroatië
Podarcis siculus gallensis Eimer, 1881 Gallo Maggiore
Podarcis siculus hadzii Brelih, 1961 Kroatië
Podarcis siculus hieroglyphicus Berthold, 1840 Turkije
Podarcis siculus insularus Mertens, 1937 Kroatië
Podarcis siculus klemmeri Lanza & Capolongo, 1972 Italië
Podarcis siculus laganjensis Radovanović, 1956 Kroatië
Podarcis siculus lanzai Mertens, 1967 Italië
Podarcis siculus latastei Bedriaga, 1879 ?
Podarcis siculus massinei Mertens, 1961 Rotonda
Podarcis siculus medemi Mertens, 1942 ?
Podarcis siculus mediofasciatus Radovanović, 1959 ?
Podarcis siculus monaconensis Eimer, 1881 Monaco
Podarcis siculus muelleri Taddei, 1949 ?
Podarcis siculus nikolici Brelih, 1961 Kroatië
Podarcis siculus palmarolae Mertens, 1967 Italië
Podarcis siculus parkeri Mertens, 1926 ?
Podarcis siculus pasquinii Lanza, 1952 Italië
Podarcis siculus patrizii Lanza, 1952 Italië
Podarcis siculus paulae Lanza, Adriani & Romiti, 1971 Italië
Podarcis siculus pirosoensis Mertens, 1937 Kroatië
Podarcis siculus polenci Brelih, 1961 Kroatië
Podarcis siculus premudanus [[AUTEUR|Premuda
Podarcis siculus premudensis Radovanović, 1959 ?
Podarcis siculus pretneri Brelih, 1961 Kroatië
Podarcis siculus radovanovici Brelih, 1961 Kroatië
Podarcis siculus ragusae Wettstein, 1931 Dubrovnik
Podarcis siculus roberti Taddei, 1949 ?
Podarcis siculus salfii Lanza, 1954 Italië
Podarcis siculus samogradi Radovanović, 1956 Samograd
Podarcis siculus sanctinicolai Taddei, 1949 Italië
Podarcis siculus sanctistephani Mertens, 1926 Italië
Podarcis siculus scopelicus Taddei, 1950 ?
Podarcis siculus scorteccii Taddei, 1949 ?
Podarcis siculus siculus Rafinesque-Schmaltz, 1810 ?
Podarcis siculus strombolensis Taddei, 1949 ?
Podarcis siculus tyrrhenicus Mertens, 1932 ?
Podarcis siculus vesseljuchi Radovanović, 1959 Veseljuh
Podarcis siculus zeii Brelih, 1961 Kroatië

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Ruïnehagedis met een buitgemaakte vlinder.

De totale lichaamslengte bedraagt ongeveer 25 centimeter inclusief de lange staart, de kopromplengte kan oplopen tot negen centimeter. De meeste exemplaren zijn echter aanzienlijk kleiner. De ruïnehagedis heeft een bruine basiskleur met groene lengtestrepen. Door het grote aantal ondersoorten is er echter een enorme variëteit in kleuren en patronen. Over het algemeen geldt dat de vrouwtjes donkerbruin zijn met twee geelbruine lengte strepen op de rug, verder is de kleur egaal bruin; de rug iets lichter. De ruïnehagedis heeft een forse en tamelijk korte kop. De mannetjes verschillen meestal alleen door een iets forser uiterlijk en een groenbruine kleur, maar in de paartijd kleuren de mannetjes groen.

Per ondersoort en variëteit verschilt dit enigszins, maar de meeste mannetjes krijgen een groene rug met zeer donkere streep vanaf de staartwortel die naar de kop toe geblokt wordt en in de nek verdwijnt. Ook een groene met bruine kleur en een fijn, zwart netpatroon is mogelijk. Dergelijke patronen komen met name in het zuidelijke deel van het verspreidingsgebied voor.[5] Een bijzondere ondersoort is Podarcis siculus coeruleus vanwege de kenmerkende blauwe lichaamskleur. Deze vorm komt alleen op het rotseiland Capri voor.[5]

Mannetjes krijgen vaak blauwe vlekjes op de flanken, net als andere muurhagedissen. Vrouwtjes blijven kleiner en hebben een krotere kop, dunne staartbasis en ze hebben geen femoraalporiën zoals de mannetjes. Het determineren van de ruïnehagedis is zeer lastig door de grote variatie in combinatie met soms overlappende variaties van gelijkende soorten. De muurhagedis (Podarcis muralis) lijkt sterk op de ruïnehagedis, maar de muurhagedis heeft altijd een tekening op de keel waar deze bij de ruïnehagedis ontbreekt.

Levenswijze[bewerken | brontekst bewerken]

De ruïnehagedis is een snelle soort die goed kan klimmen. Op het menu staan voornamelijk kleine ongewervelden, maar het is een van de weinige echte hagedissen die soms ook plantendelen eet, deze soort is dus omnivoor. Ook de eigen jongen zijn niet veilig voor volwassen exemplaren, net als andere hagedissen is de ruïnehagedis kannibalistisch. De hagedis staat bekend als niet erg schuw, en kan in en rond huizen worden aangetroffen. De ruïnehagedis kan in grote aantallen voorkomen.[6]

De mannetjes kunnen soms in groepjes vechtend worden aangetroffen, waarbij het grootste mannetje het meestal wint. In de zomer worden door het vrouwtje ongeveer 4 tot 8 eieren begraven in het zand. De eieren zijn ongeveer 10 tot 15 millimeter en worden groter naarmate het embryo groeit.[4] Na een incubatietijd van ongeveer zes weken komen de juvenielen tevoorschijn.[6]

Verspreiding en habitat[bewerken | brontekst bewerken]

Verspreiding in Europa in het rood.

De ruïnehagedis komt voor in het zuiden van Europa rond het Middellandse Zeegebied en leefde oorspronkelijk alleen in Servië. De hagedis heeft zich -vaak met behulp van de mens- verspreidt naar vele andere landen zoals Albanië, de Balearen, Frankrijk (inclusief Corsica), Griekenland, Italië, Kroatië, Libië, Portugal, Spanje, Tunesië en Turkije.[7]

In Duitsland werd de hagedis in 1913 waargenomen maar het deze populatie stierf later uit. In het Verenigd Koninkrijk werd de ruïnehagedis in 2010 geïntroduceerd rond Buckinghamshire. De hagedis is hier later weer verdwenen als gevolg van bestrijdingsprogramma's. In de Verenigde Staten is de ondersoort Podarcis siculus campestris door de mens geïntroduceerd in de staten Californië, Connecticut, Kansas, Missouri, New Jersey, New York en Pennsylvania.

De manier waarop de ruïnehagedis zich heeft verspreidt verschilt vaak per land of deelgebied. In de Amerikaanse staat Californië bijvoorbeeld werden vier mannetjes en drie vrouwtjes door een huiseigenaar bewust in zijn tuin uitgezet. Andere populaties zijn ontstaan als gevolg van het meeliften op schepen of treinen. In de staat Kansas vestigde de ruïnehagedis zich nadat een terrarium met verschillende exemplaren werd omgestoten door een huiskat.[7]

Het verspreidingsgebied is sterk versnipperd en bestaat grotendeels uit geïsoleerde populaties, zoals de vele eilanden voor de kust van de verschillende landen. De habitat bestaat uit vlakke, open gebieden op zandgronden, zoals graslanden, wegbermen, zandverstuivingen en duinen, scrubland, bosranden,

Er is een grote tolerantie voor door mensen sterk aangepaste gebieden, zoals wijngaarden]], plantages, kwekerijen, tuinen en parken.[8] De ruïnehagedis is hier te vinden op muren, steenhopen, huizen en vervallen gebouwen zoals ruïnes.

Beschermingsstatus[bewerken | brontekst bewerken]

Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is de beschermingsstatus 'veilig' toegewezen (Least Concern of LC).[8]

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]