Sabina van Palts-Simmern

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Sabine van Palts-Simmern)
Sabina van Palts-Simmern, Recueil d'Arras, 1550

Sabina van Palts-Simmern, ook bekend als Sabina van Beieren(-Sponheim) (ook Sabina van Beijeren of Sabine van Beieren) (13 juni 1528 - Antwerpen, 19 juli 1578), was een dochter van Johan II van Palts-Simmern en Beatrix van Baden.

Sabina trouwde met Lamoraal van Egmont (1522-1568) op 8 mei 1544 in Spiers. Bij het sluiten van dit huwelijk waren keizer Karel V en aartshertog Ferdinand van Oostenrijk aanwezig. Op dat moment was daar namelijk ook de Rijksdag van Spiers aan de gang.

Sabina en Van Egmont kregen samen de volgende kinderen[1]

In 1559 reisde de zwangere Sabina met Lamoraal naar Heidelberg voor de troonsbestijgingsceremonie van haar broer Frederik III van de Palts. Na de arrestatie van haar echtgenoot Lamoraal trachtte Sabina tevergeefs te lobbyen voor Lamoraal met brieven aan Filips II van Spanje, aan de Spaanse koningin en aan Ruy Gómez de Silva, aan koningin Elizabeth I van Engeland en aan keizer Maximiliaan II. Ook Sabina's broer Frederik III van de Palts lobbyde voor de vrijlating.[2] Ze stuurde ook de edelman Hincart uit naar Frankrijk en Spanje om bij Elisabeth van Valois, Ruy Gómez de Silva en biechtvader de la Cueva te pleiten voor haar man. Na de onthoofding van Lamoraal in 1568 trok Sabina met elf kinderen naar de Abdij Ter Kameren. Ze trachtte met brieven aan Alva en Filips II de aangeslagen bezittingen terug te krijgen en kreeg uiteindelijk een salaris voor levensonderhoud van 12000 gulden van Alva en Filips II. Vanaf 1571 woonde ze eerst in het kasteel van Gaasbeek, nadien in het kasteel van Westerlo en daarna opnieuw in Gaasbeek. In 1574 had ook paus Gregorius XIII in een brief aan Filips II aangedrongen op de teruggave van Egmonts aangeslagen goederen. Vanaf 1574 woonde Sabina in Antwerpen, waar ze een huis ter beschikking kreeg van de magistraat. Ze trachtte er haar zoon Filips van Egmont vrij te krijgen, die na de Spaanse Furie door muitende troepen gevangen was genomen. Op zaterdag 19 juli 1578 stierf Sabina in de 'Sieckel' in de Venusstraat, in de voormalige residentie van Jan van Asseliers. In haar testament droeg Sabina de zorg voor haar kinderen op aan Willem van Oranje. Na lange onderhandelingen hadden haar kinderen intussen de bezittingen van Lamoraal teruggekregen (zoals het Egmontkasteel officieel bij de Pacificatie van Gent in 1576 maar pas echt in 1578). Sabina ligt begraven bij haar man in de Egmontcrypte van de Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk te Zottegem, waar ook straten (Sabina van Beierenlaan, Sabina van Beierensteeg, Sabina van Beierenplein) naar haar werd vernoemd, net als in Egmond aan den Hoef (Sabine van Beierenlaan). Op de koperen grafplaat van Sabina staat (in het Frans):

Hier rust Sabina, paltsgravin van Beieren, prinses van Gavere, vrouw en echtgenote van de overleden Lamoraal van Egmont, bij leven prins van het genoemde Gavere en graaf van Egmont. Zij overleed te Antwerpen op 19 juli 1578. Bid voor haar zielenheil.

Beijerland[bewerken | brontekst bewerken]

Sabina van Beieren is de naamgever van Beijerland.[3] In Oud-Beijerland (Sabina van Beijerenstraat), Nieuw-Beijerland (Gravin Sabinastraat) en Zuid-Beijerland (Sabinastraat) werden straten naar haar vernoemd. Er wordt ook een 'Sabina van Beijerenprijs' uitgereikt door de Sabina van Beijerenstichting.[4] Sabina staat in Oud-Beijerland ook afgebeeld op een muurschildering aan de Bierkade[5], sinds 1939 op een gebrandschilderd raam van het oude Raadhuis[6] en sinds 1959 op een herdenkingsplaquette (samen met Lamoraal) op de hoek van de Oostdijk en de Koninginneweg.

Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Sabina of Palatinate-Simmern van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.