Palestijnse volk: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
ErikWarmelink (overleg | bijdragen)
"Joden en niet-Joden" is minstens net zo POV als "Soennieten en niet-Soennieten" (getalsmatig zelf erger POV)
Regel 9: Regel 9:
| verwant=[[Arabieren]]
| verwant=[[Arabieren]]
}}
}}
De term '''Palestijnen''' wordt gebruikt voor groepen inwoners van het [[Midden-Oosten]]. In principe worden hiermee inwoners van het voormalige [[Palestina]] bedoeld. De term kan echter verwarrend werken: in de tijd van het [[Verenigd Koninkrijk|Britse]] [[mandaatgebied Palestina]] golden zowel Joden als niet-Joden als Palestijn; tegenwoordig wordt de term Palestijnen meestal specifiek gehanteerd voor niet-Joden van wie de families in het mandaatgebied Palestina hebben geleefd.
De term '''Palestijnen''' wordt gebruikt voor groepen inwoners van het [[Midden-Oosten]]. In principe worden hiermee inwoners van het voormalige [[Palestina]] bedoeld. De term kan echter verwarrend werken: in de tijd van het [[Verenigd Koninkrijk|Britse]] [[mandaatgebied Palestina]] golden zowel Arabieren, Joden als Christenen als Palestijn; tegenwoordig wordt de term Palestijnen meestal specifiek gehanteerd voor niet-Joden van wie de families in het mandaatgebied Palestina hebben geleefd.


== Geschiedenis ==
== Geschiedenis ==

Versie van 12 feb 2011 00:18

Palestijnen
Palestijnse kinderen
Totale bevolking 10 miljoen
Verspreiding Midden-Oosten
Taal Arabisch
Geloof Islam, Christendom
Verwante groepen Arabieren
Portaal  Portaalicoon   Landen & Volken

De term Palestijnen wordt gebruikt voor groepen inwoners van het Midden-Oosten. In principe worden hiermee inwoners van het voormalige Palestina bedoeld. De term kan echter verwarrend werken: in de tijd van het Britse mandaatgebied Palestina golden zowel Arabieren, Joden als Christenen als Palestijn; tegenwoordig wordt de term Palestijnen meestal specifiek gehanteerd voor niet-Joden van wie de families in het mandaatgebied Palestina hebben geleefd.

Geschiedenis

Palestijnse vrouw uit Ramallah, omstreeks 1900)

In de tijd van het Ottomaanse Rijk was Palestina geen afgebakend geografisch gebied. Bestuurlijk was het gebied dat na 1920 als Palestina werd aangeduid verdeeld over de Sanjak (district) Jeruzalem en de Vilayet Beiroet. Het maakte deel uit van de landstreek Syrië, die in 1920 werd verdeeld tussen Frankrijk (het huidige Syrië en Libanon) en het Verenigd Koninkrijk (Palestina inclusief Transjordanië). In 1921 werd de Jordaan door Winston Churchill als oostgrens voorgesteld. In deze tijd was er ook geen homogeen Palestijns volk, maar woonden een groot aantal bevolkingsgroepen in het gebied: Arabieren (moslims en christenen), Joden, Bedoeïenen, Turken, Armeniërs, Bosniërs en andere groepen. Het eerste Palestijnse nationalisme stamt uit het begin van de 20e eeuw en was sterk Syrisch georiënteerd; Palestijnen namen bijvoorbeeld deel aan het Syrisch-Palestijns congres in 1921 waar de onafhankelijkheid van Groot Syrië (huidige Syrië, Libanon, Jordanië en Palestina) voor de Volkenbond werd bepleit.

Definities

Er zijn meerdere definities van de term Palestijnen mogelijk. Hoe breder de definitie is, des te groter het aantal Palestijnen.

Breed

De bredere definitie van de term Palestijnen - vaak in historische context - verwijst naar alle voormalige bewoners van het Britse mandaat over Palestina en/of hun nakomelingen, dus inclusief de Palestijnse joden. Hoewel Transjordanië tot 1923 ook onder het mandaat viel, werd het door de Britten tot een apart gebied benoemd. De toenmalige inwoners van wat nu Jordanië is, waren voornamelijk nomadische bedoeïenen en geen Palestijnen.

Onder deze definitie vallen ook de Israëlische Palestijnen, de Palestijnen (Arabieren) die in Israël wonen.

Smal

In de smalste definitie spreekt men alleen over inwoners van de gebieden onder bestuur van de Palestijnse Autoriteit en de Palestijnse overheid in de Westelijke Jordaanoever, en van de Gazastrook (samen met Oost-Jeruzalem ook bekend als de Palestijnse Gebieden).

Nationalisme

Het Palestijnse nationalisme was in 1948 nog zwak. VN-onderhandelaar Folke Bernadotte[1] schreef in dat jaar in zijn dagboek:

Zij hebben ook nooit een specifiek Palestijns nationalisme ontwikkeld. Daarom is de eis voor een aparte Arabische staat in Palestina relatief zwak. Het lijkt erop dat de meeste Palestijnse Arabieren er onder de huidige omstandigheden best tevreden mee zouden zijn als zij door Transjordanië worden ingelijfd.[2]

Het Palestijns nationalisme is met name in de jaren zestig opgekomen, samen met de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO ((Palestine Liberation Organization).

Vluchtelingen

Palestijnse vluchtelingen in 1948

Naast de Hoge Commissie voor Vluchtelingen van de VN werd in 1949 voor de Palestijnse vluchtelingen een aparte organisatie opgericht: de UNRWA (UN Relief and Works Agency). Deze organisatie definieert Palestijnse vluchtelingen anders dan andere vluchtelingen, namelijk:

personen die in Palestina woonden tussen juni 1946 en mei 1948, die zowel hun huis als hun bron van inkomsten zijn kwijtgeraakt als gevolg van het Arabisch-Israëlisch conflict in 1948; en bovendien: de nakomelingen van deze personen.

Volgens de officiële schatting van de VN waren er oorspronkelijk 711.000 vluchtelingen.[3] Dat aantal is volgens de definities van de UNWRA inmiddels opgelopen tot ruim 4 miljoen. Volgens de definities van de Hoge Commissie zijn er echter nog ongeveer 200.000 over.

Deze 200.000 vluchtelingen en hun 4 miljoen nakomelingen wonen veelal in vluchtelingenkampen in de Palestijnse Gebieden, Jordanië, Libanon, Egypte, Syrië en Irak. Alleen in Jordanië en Israël kregen zij burgerrechten.

Israël heeft nooit categorisch geweigerd vluchtelingen en hun nakomelingen in Israël op te nemen zoals verwoord door Ben-Goerion[4]. In 1949 bood Israël aan om 100,000 vluchtelingen op te nemen en financiële compensatie te betalen aan Arabieren die land hadden verloren[5]. Een aantal dorpen en steden in Israël is bevolkt door vluchtelingen van rond 1948.[6]

Op 11 december 1948 nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de niet bindende resolutie 194 aan, waarin werd voorgesteld dat vluchtelingen die naar hun woongebieden willen terugkeren en met hun buren in vrede willen leven dit zo snel mogelijk moest worden toegestaan, en dat schadevergoeding moest worden betaald voor de bezittingen van degenen die niet wensten terug te keren. De Arabische landen in de VN stemden tegen de resolutie. Israël weigerde de onvoorwaardelijke toelating van (alle) Palestijnse vluchtelingen, daarbij onder meer aanvoerend dat hun toelating een bedreiging voor Israël zou betekenen. Wel zegt Israël bereid te zijn over toelating van een aantal vluchtelingen te willen onderhandelen.[7][8]

Zie ook

Externe links

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Palestinians op Wikimedia Commons.