The Cure

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zie The Cure (doorverwijspagina) voor andere betekenissen van The Cure.
The Cure
The Cure in Ahoy, 2008
Achtergrondinformatie
Jaren actief 1978 - heden
Oorsprong Vlag van Engeland Crawley
Genre(s) New wave
Postpunk
Alternatieve rock
Gothic rock
Label(s) Fiction Records
Suretone
Geffen Records
Polydor
Elektra
Sire
Leden
Zanger/Gitarist Robert Smith
Gitaar Reeves Gabrels
Bassist Simon Gallup
Keyboard Roger O'Donnell
Drummer Jason Cooper
Oud-leden
Michael Dempsey
Matthieu Hartley
Andy Anderson †
Phil Thornalley
Lol Tolhurst
Boris Williams
Perry Bamonte
Pearl Thompson
Officiële website
(en) IMDb-profiel
(en) Allmusic-profiel
(en) Last.fm-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

The Cure is een in 1978 in Crawley (Verenigd Koninkrijk) gevormde new waveband met als drijvende kracht zanger/gitarist Robert Smith (Blackpool, 1959). Oorspronkelijk heette de band The Easy Cure. De band wordt naast new wave ook geplaatst in de genres gothic rock en postpunk.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Debuut: 'Three Imaginary Boys'[bewerken | brontekst bewerken]

In 1977 won een voormalige schoolband van Notre Dame Middle School in Crawley onder de naam Easy Cure - genoemd naar een nummer dat werd geschreven door de drummer Lol Tolhurst - in een talentenjacht een contract voor opnames bij de platenmaatschappij Ariola-Hansa. De band bestond toen uit Robert Smith als zanger/gitarist, Porl Thompson op gitaar, Michael Dempsey op basgitaar en Tolhurst achter de drums. De gewonnen opnames vonden plaats in oktober/november 1977, maar Hansa was er niet tevreden over. De opnames van Easy Cure werden nooit uitgebracht. Smith had inmiddels belangstelling voor een meer minimalistische stijl. Omdat Thompson’s gitaarstijl en gitaarsolo’s niet bij deze stijl pasten, werd de gitarist in de eerste helft van 1978 uit de band ontslagen. Kort daarna gaf Smith de band als driemansformatie de nieuwe naam ‘The Cure’.

Steven Severin, Siouxsie Sioux, Budgie met wie Robert Smith in Siouxsie and the Banshees speelde als gitarist, in 1979, daarna van 1982 tot 1984.

The Cure debuteerde in december 1978 met de single "Killing an Arab", uitgebracht door Small Wonder Records. Dit nummer zorgde al meteen voor controverse vanwege het vermeende racistische karakter van het nummer. In feite was het gebaseerd op de roman De vreemdeling van Albert Camus. Enkele maanden later werd deze single opnieuw uitgebracht door Fiction Records. Dit was een nieuw platenlabel dat werd opgericht door Chris Parry, de scout van Polydor Records die de band in juni 1978 voor dit label had ontdekt. In juni 1979 verscheen het eerste album Three Imaginary Boys. De single "Boys don't cry", die overigens niet op dit album stond, opende voor de groep de weg naar een bescheiden cultstatus.

In september ondernam The Cure haar eerste Britse tournee als voorprogramma van Siouxsie and the Banshees. Een paar dagen na de openingsdatum werd Robert Smith ook ‘Banshees-gitarist’ nadat hun gitarist John McKay de tour op een geïmproviseerde manier had verlaten. Smith speelde toen twee sets per concert.

Doorbraakalbums: 'Seventeen Seconds', 'Faith' en 'Pornography'[bewerken | brontekst bewerken]

Zijn ervaring met Siouxsie and the Banshees bracht Smith er toe om de muzikale richting van The Cure te veranderen.[1] In 1980 werd Michael Dempsey op basgitaar vervangen door Simon Gallup en werd Matthieu Hartley toegevoegd op keyboards. In dat jaar brak The Cure grootschalig door met de lp Seventeen Seconds, waarvan de single "A Forest" een internationale hit werd. Vanwege onenigheid over de muzikale richting van de band, verliet Hartley de band al in hetzelfde jaar.

De stijl van Seventeen Seconds en het daaropvolgende album Faith (1981) werd door sommigen gothic of postpunk genoemd; een stijl die zwaar aanleunt tegen de muziek van Siouxsie and the Banshees en Joy Division.

Na het album Pornography (1982) en de daaropvolgende tour liepen de spanningen in de band op en verliet Gallup de band, waarmee The Cure feitelijk een duo was geworden. Robert Smith, zanger/gitarist en bezieler van The Cure, zette de groep op non-actief en legde hij zich bijna volledig toe op Siouxsie and the Banshees, waar hij inviel als gitarist. Ook maakte hij toen samen met de bassist van de Banshees, Steven Severin, de plaat "Blue Sunshine" die uitgebracht werd onder de groepsnaam 'The Glove'.

Nieuwe richtingen: 'Japanese Whispers' en 'The Top'[bewerken | brontekst bewerken]

Zanger Robert Smith, Southside Festival in Neuhausen ob Eck, Duitsland, 2004

Begin jaren tachtig bracht Smith enkele eigen nummers uit onder de naam 'The Cure'. Met succesvolle nummers als "Let's go to bed", "The Walk" en "The Lovecats" brak hij volledig met de doemmuziek van de vorige albums: Seventeen Seconds, Faith en Pornography. Deze nieuwe nummers verschenen op het compilatiealbum Japanese Whispers uit 1983. In deze tijd bespeelt Robert Smith ook de media met vage uitspraken en zinspeelt hij vaak op het einde van de band.

Het eerstvolgende album The Top (1984) werd - in tegenspraak met de credits op de hoes - vrijwel geheel ingezongen en ingespeeld door Smith. Alleen de drumpartijen waren niet van hem maar van Andy Anderson.[2][3]

Commercieel succes: 'The Head on the Door', 'Kiss Me, Kiss Me, Kiss Me', 'Disintegration' en 'Wish'[bewerken | brontekst bewerken]

In de loop van de jaren tachtig waren er veel personeelswisselingen in de band. In 1984 keerde Gallup terug als basgitarist. In hetzelfde jaar werd Porl Thompson, oud-bandlid van Easy Cure, toegevoegd als gitarist en Boris Williams op percussie. Tolhurst werd toetsenist tot hij in 1989 werd ontslagen vanwege een onhandelbare alcoholverslaving.[4]

Het geluid van The Cure bleef zich bewegen tussen de lichtvoetigheid van hun debuutalbum en het doemgeluid van "A Forest". De band groeide met deze combinatie uit tot een van de populairste newwavebands. Op de albums The Head on the Door (1985) en Kiss Me, Kiss Me, Kiss Me (1987) zijn nog steeds zware nummers te vinden, in overeenstemming met de depressieve en volgens sommigen suïcidale staat waarin Robert Smith zich bevond. Maar deze albums bevatten ook lichtere popliedjes.

In 1989 bracht de band het door critici veel geprezen album Disintegration uit dat ook in commercieel opzicht een groot succes was, evenals het daaropvolgende album Wish (1992).

In januari 1991 gaf The Cure een akoestisch optreden in het populaire televisieprogramma MTV Unplugged.

In 1994 en 1995 leverde The Cure twee nummers voor soundtracks. In 1994 leverde de band het nummer "Burn" voor de soundtrack van de film The Crow en in 1995 het nummer "Dredd Song" voor soundtrack van de film Judge Dredd, met Sylvester Stallone in de hoofdrol. Beide nummers werden in 2004 uitgebracht op Join the Dots: B-Sides and Rarities, 1978-2001 (The Fiction Years).

Tanende en hernieuwde belangstelling: 'Wild Mood Swings', 'Bloodflowers', 'The Cure' en '4:13 Dream'[bewerken | brontekst bewerken]

Het album Wild Mood Swings uit 1996 was minder succesvol dan de voorafgaande studioalbums. In de tweede helft van de jaren negentig en aan het begin van het nieuwe millennium stond de band dan ook minder op de voorgrond.

In 1997 werd Robert Smith uitgenodigd om deel te nemen aan het concert ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van David Bowie in New York, waar hij samen met Bowie het nummer "Quicksand" van diens album Hunky Dory uitvoerde. Bij deze gelegenheid ontmoette Smith Bowie’s gitarist Reeves Gabrels die zich later zou aansluiten bij The Cure. Tijdens het optreden noemde Bowie The Cure één van de beste en meest excentrieke Britse band, waarvan hij al jaren een groot fan was.

Toen een nieuwe lichting succesvolle groepen, waaronder Interpol en Editors, The Cure als inspiratiebron noemden, resulteerde dit aan het begin van de jaren 2000 in hernieuwde aandacht en een aantal nieuwe projecten, waaronder het album The Cure (2004), dat volgens Robert Smith de essentie van de groep vat. Dit album en het daaraan voorafgaande album Bloodflowers (2000) zijn doorspekt met het zware geluid van de tijd van Pornography en Faith.

In deze tijd werd ook de dvd Trilogy in Berlijn opgenomen met alleen nummers van Bloodflowers, Pornography en Disintegration. Als extra staan er twee nummers op van het album Kiss Me, Kiss Me, Kiss Me: "The kiss" en "If only tonight we could sleep". Tot de vaste bandleden behoorden inmiddels Jason Cooper, die Boris Williams had vervangen op percussie, en Roger O'Donnell op keyboards.

In mei 2008 liet The Cure via MySpace weten een dertiende album uit te zullen brengen. De band liet ook weten dat ze tot aan de release van het album op elke dertiende dag van de maand (mei, juni, juli en augustus) een single uit zouden brengen. Op 13 mei kwam dan ook "The only one" uit, gevolgd door "Freakshow" in juni. Het nieuwe album werd 4:13 Dream, voorlopig het meest recente studioalbum van de band.

2014-2021[bewerken | brontekst bewerken]

In 2014 bracht de band een eerbetoon aan Paul McCartney met een bijdrage aan het album The Art of McCartney, waarvoor ze samen met diens zoon James McCartney een cover van nummer "Hello, Goodbye" opnamen. In 2015 bewerkten ze "A few hours after this" speciaal voor de politieserie Luther[5]. Dit nummer verscheen oorspronkelijk in 1985 als b-kant van "In between days". In 2018 bestond de band 40 jaar en gaf The Cure een optreden in Hyde Park, Londen.

In 2012 en 2019 gaf de band optredens op Pinkpop, waar bleek dat de band nog opvallend goed uit de voeten kwam en ook het jongere Pinkpoppubliek wist aan te spreken. Zanger Robert Smith gaf in een interview aan dat leeftijd in muziek in feite niet belangrijk is en dat hij wil doorgaan zo lang hij erin slaagt zich uit te drukken in teksten en muziek op de manier zoals hij dat wil en daarmee het publiek kan aanspreken. Hij gaf wel toe dat het "wat langer duurt om los te komen uit zijn normale leven en zich voor te bereiden op een optreden, zoals dat op Pinkpop." In 2019 was The Cure ook een headliner van het Glastonbury Festival.

Bij de liveshows werd The Cure vaak ondersteund door Reeves Gabrels, voormalig gitarist van de band van David Bowie en onderdeel van Tin Machine. Gabrels werd in 2019 bij de toetreding van de band tot de Rock and Roll Hall of Fame inmiddels gerekend tot een vast bandlid.[6]

In 2020 werkte Robert Smith mee aan het nummer "Strange Timez" van het album Song Machine, Season One: Strange Timez van de band Gorillaz.

Vanaf 2022[bewerken | brontekst bewerken]

In maart 2022 maakte Robert Smith bekend dat er na 14 jaar twee nieuwe studioalbums komen, waarvan het eerste album de titel Songs Of The Lost World krijgt.[7] In tegenstelling tot het eerste, zou het tweede album al gereed zijn.

De Europese tour begon op 6 oktober 2022 in de arena van Riga. Hierbij speelden ze op 25 november in een uitverkocht Ziggo Dome om uiteindelijk 12 december af te sluiten op Wembley. Daarna volgde van 10 mei 2023 tot en met 17 september 2023 een tour door Noord-Amerika en werden data aangekondigd voor een tour door Zuid-Amerika van 19 november tot en met 10 december van datzelfde jaar.

Bezetting[bewerken | brontekst bewerken]

Huidige bandleden[bewerken | brontekst bewerken]

Voormalige bandleden[bewerken | brontekst bewerken]

  • Michael Dempsey (basgitaar, tot 1979)
  • Lol Tolhurst (percussie, keyboards; tot 1989)
  • Matthieu Hartley (keyboards; 1979-1980)
  • Phil Thornalley (basgitaar; 1983-1984)
  • Andy Anderson (percussie; 1983-1984)
  • Porl Thompson (gitaar; 1984-1992 en 2005-2012)
  • Boris Williams (percussie; 1984-1994)

Tijdlijn[bewerken | brontekst bewerken]

Discografie[bewerken | brontekst bewerken]

Albums[bewerken | brontekst bewerken]

Album met eventuele hitnotering(en) in de Nederlandse Album Top 100 Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen[8]
Three imaginary boys 11-05-1979 - - -
Boys don't cry 05-02-1980 - - - Verzamelalbum
Seventeen Seconds 18-04-1980 23-08-1980 15 9
Faith 11-04-1981 09-05-1981 9 10
Happily ever after 08-09-1981 - - - Verzamelalbum
Pornography 03-05-1982 29-05-1982 17 8
Japanese Whispers 12-12-1983 - - - Verzamelalbum
The Top 30-04-1984 19-05-1984 12 18
Concert: The Cure Live 22-10-1984 03-11-1984 31 4 Livealbum
The Head on the Door 26-08-1985 07-09-1985 3 25
Standing on a Beach 06-05-1986 31-05-1986 6 23 Verzamelalbum
Kiss Me, Kiss Me, Kiss Me 25-05-1987 06-06-1987 3 19
Disintegration 01-05-1989 20-05-1989 3 21
Mixed Up 05-11-1990 10-11-1990 51 10 Verzamelalbum
Entreat 25-03-1991 04-05-1991 88 3 Livealbum
Wish 21-04-1992 09-05-1992 22 9
Show 13-09-1993 02-10-1993 71 4 Livealbum
Wild Mood Swings 06-05-1996 18-05-1996 37 6
Bloodflowers 14-02-2000 26-02-2000 50 4
Greatest Hits 12-11-2001 - - - Verzamelalbum
Join the Dots: B-Sides and Rarities, 1978-2001 (The Fiction Years) 26-01-2004 - - - Verzamelalbum
The Cure 28-06-2004 03-07-2004 37 8
4:13 Dream 24-10-2008 01-11-2008 38 4
Bestival Live 2011 02-12-2011 02-06-2012 98 1 Livealbum
Curaetion - 25 18-10-2019 26-10-2019 33 1 Verzamelalbum
Album met hitnotering(en) in de Vlaamse Ultratop 200 albums Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
Wild Mood Swings 06-05-1996 18-05-1996 13 6
Bloodflowers 14-02-2000 19-02-2000 11 6
Greatest Hits 12-11-2001 24-11-2001 5 25 Verzamelalbum
Join the Dots - B-Sides & Rarities, 1978 > 2001 (the Fiction Years) 26-01-2004 07-02-2004 60 5
The Cure 28-06-2004 03-07-2004 7 11
4:13 Dream 24-10-2008 01-11-2008 23 7
Disintegration 02-05-1989 05-06-2010 84 5
Bestival Live 2011 02-12-2011 17-12-2011 83 11 Livealbum
Mixed Up 15-10-1990 30-06-2018 35 3 Verzamelalbum
Curaetion - 25 18-10-2019 26-10-2019 17 3 Verzamelalbum
Three Imaginary Boys 01-12-2023 08-12-2023 63 3*
The Head on the Door 26-08-1985 09-12-2023 35 4*

Singles[bewerken | brontekst bewerken]

Single met eventuele hitnotering(en) in de Nederlandse Top 40 Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen[9]
Jumping Someone Else's Train 1979 - - -
A Forest 1980 30-08-1980 31 4 Nr. 26 in de Nationale Hitparade / Nr. 37 in de TROS Top 50
Primary 1981 02-05-1981 tip4 -
The Caterpillar 1984 19-05-1984 tip4 - Nr. 35 in de Nationale Hitparade / Nr. 37 in de TROS Top 50
In Between Days 1985 24-08-1985 31 5 Nr. 26 in de Nationale Hitparade / Nr. 30 in de TROS Top 50
Close to Me 1985 12-10-1985 21 7 Nr. 16 in de Nationale Hitparade / Nr. 18 in de TROS Top 50 / Veronica Alarmschijf Hilversum 3
Boys Don't Cry (New Voice-New Mix) 1986 21-06-1986 37 3 Nr. 27 in de Nationale Hitparade
Why Can't I Be You? 1987 09-05-1987 13 7 Nr. 25 in de Nationale Hitparade Top 100
Catch 1987 18-07-1987 tip3 - Nr. 57 in de Nationale Hitparade Top 100
Just like Heaven 1987 - - - Nr. 82 in de Nationale Hitparade Top 100
Hot Hot Hot!!! 1988 - - - Nr. 79 in de Nationale Hitparade Top 100
Lullaby 1989 06-05-1989 9 8 Nr. 8 in de Nationale Hitparade Top 100
Lovesong 1989 16-09-1989 tip17 - Nr. 48 in de Nationale Hitparade Top 100
Pictures of You 1990 - - - Nr. 77 in de Nationale Top 100
High 1992 02-05-1992 35 3 Nr. 37 in de Nationale Top 100
Friday I'm in Love 1992 06-06-1992 tip2 - Nr. 32 in de Nationale Top 100
Wrong Mumber 1997 - - - Nr. 88 in de Mega Top 100
The Only One 2008 - - - Nr. 86 in de B2B Single Top 100
Freakshow 2008 - - -
Sleep When I'm Dead 2008 - - -
The Perfect Boy 2008 - - -
Single met hitnotering(en) in de Vlaamse Ultratop 50 Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
A Forest 28-03-1980 13-09-1980 20 5 Nr. 16 in de Radio 2 Top 30
In Between Days 19-07-1985 07-09-1985 23 5 Nr. 19 in de Radio 2 Top 30
Close to Me 09-09-1985 26-10-1985 30 5 Nr. 25 in de Radio 2 Top 30
Boys Don't Cry (New Voice - New Mix) 21-04-1986 17-05-1986 17 6 Nr. 18 in de Radio 2 Top 30
Why Can't I Be You? 14-04-1987 25-04-1987 17 9 Nr. 18 in de Radio 2 Top 30
Lullaby 04-04-1989 03-06-1989 15 7 Nr. 14 in de Radio 2 Top 30
Lovesong 21-08-1989 16-09-1989 38 3 Nr. 30 in de Radio 2 Top 30
Never Enough 13-09-1990 17-11-1990 28 2 Nr. 13 in de Radio 2 Top 30
High 16-03-1992 11-04-1992 21 7 Nr. 21 in de Radio 2 Top 30
Friday I'm in Love 25-05-1992 13-06-1992 34(2wk) 3 Nr. 27 in de Radio 2 Top 30
The 13th 23-04-1996 18-05-1996 43 1
Wrong Number 17-11-1997 01-11-1997 tip12 -

NPO Radio 2 Top 2000[bewerken | brontekst bewerken]

Nummer(s) met noteringen in de NPO Radio 2 Top 2000 '99 '00 '01 '02 '03 '04 '05 '06 '07 '08 '09 '10 '11 '12 '13 '14 '15 '16 '17 '18 '19 '20 '21 '22 '23
A Forest - 44 82 67 61 62 87 85 71 71 68 69 76 42 50 49 41 40 42 71 44 39 40 36 30
Boys Don't Cry - - - - - - - - - - 1146 - 1100 1087 864 1116 1148 1070 1093 1407 975 935 881 702 753
Close to Me - 692 1101 770 758 653 937 839 856 780 1163 1164 1156 954 807 1015 1008 1055 1132 1566 1158 1054 1008 1011 1059
Friday I'm in Love - - - - - - - - - - - - 1314 1155 938 1086 985 890 970 1095 797 782 751 627 724
In Between Days - - - - - - - - - - 1582 - 1636 1339 1304 1337 1464 1597 1534 1989 1546 1933 - - -
Lovesong - - - - - - - - - - - - - - - - - 1947 1916 1969 1674 1824 1812 1526 1493
Lullaby - - - - - - - - - - - - 978 746 662 746 668 620 690 830 646 635 592 521 581

Dvd's[bewerken | brontekst bewerken]

Dvd's met hitnoteringen in
de DVD Top 30
Datum van
verschijnen'
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
Trilogy: Pornography disintegration bloodflowers Live in Berlin 2003 14-06-2003 16 2

Videografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1985: Live in Japan (alleen in Japan uitgebracht)
  • 1985: Tea Party (alleen in Japan uitgebracht)
  • 1986: Staring at the Sea - The Images
  • 1987: The Cure in Orange
  • 1991: Picture Show
  • 1991: Play Out
  • 1993: Show
  • 1997: Galore
  • 2001: Greatest Hits
  • 2003: Trilogy
  • 2006: The Cure: Festival 2005

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie The Cure van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.