Valéry Giscard d'Estaing

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Valéry Giscard d'Estaing
Giscard d'Estaing in 1975
Geboren 2 februari 1926
Koblenz, Weimarrepubliek
Overleden 2 december 2020
Authon, Frankrijk
Politieke partij CNIP (1956–62)
RI (1962–77)
PR (1977–78)
UDF (1978–2002)
UMP (2002–04)
Partner Anne-Aymone Sauvage
de Brantes (sinds 1952)
Beroep Politicus
Ambtenaar
Econoom
Auteur
Religie Rooms-Katholiek
Handtekening Handtekening
20e president van Frankrijk
Aangetreden 27 mei 1974
Einde termijn 21 mei 1981
Premier Jacques Chirac (1974–1976)
Raymond Barre (1976–1981)
Voorganger Alain Poher (waarnemend)
Opvolger François Mitterrand
Co-vorst van Andorra
Aangetreden 27 mei 1974
Einde termijn 21 mei 1981
Monarch Joan Martí i Alanis (co-vorst)
Voorganger Georges Pompidou
Opvolger François Mitterrand
President van de Regio
Raad
van Auvergne
Aangetreden 21 maart 1986
Einde termijn 2 april 2004
Voorganger Maurice Pourchon
Opvolger Pierre-Joël Bonté
Minister van Economische
Zaken en Financiën
Aangetreden 20 juni 1969
Einde termijn 27 mei 1974
Premier Jacques Chaban-Delmas
(1969–72)
Pierre Messmer
(1972–74)
Voorganger François-Xavier Ortoli
Opvolger Jean-Pierre Fourcade
Aangetreden 18 januari 1962
Einde termijn 8 januari 1966
Premier Georges Pompidou
Voorganger Wilfrid Baumgartner
Opvolger Michel Debré
Burgemeester van
Chamalières
Aangetreden 15 september 1967
Einde termijn 27 mei 1974
Voorganger Pierre Chatrousse
Opvolger Claude Wolff
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Valéry Marie René Georges Giscard d'Estaing (Koblenz, 2 februari 1926Authon, 2 december 2020) was een Frans politicus van de RI en de UDF. Hij was van 1974 tot 1981 de 20e president van Frankrijk.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Valéry Giscard d'Estaing werd in 1926 in Koblenz geboren als zoon van Edmond Lucien Giscard d’Estaing (1894-1982) en May Marthe Clémence Jacqueline Marie Bardoux (1901-2003). Zijn vader was financieel hoofdinspecteur van de Franse bezettingstroepen in het Duitse Rijnland. Tot 1922 droeg de familie de achternaam Giscard. In dat jaar kregen telgen uit deze familie de naamstoevoeging d'Estaing, naar een van hun voormoeders. De familie Giscard is niet van adellijke afkomst. Kort na de geboorte van Valéry werden zijn ouders in juli 1926 terug naar Frankrijk verplaatst. Zijn vader was van 1932 tot 1947 burgemeester van Chanonat.

Parlementslid en minister[bewerken | brontekst bewerken]

Giscard d'Estaing werd in 1956, 30 jaar oud, voor het eerst gekozen in de Assemblée Nationale als afgevaardigde voor het district Puy de Dôme namens de partij Centre National des Indépedents et Paysans (CNIP). Hij heeft zichzelf ooit in ideologisch opzicht als 'ongeneeslijke liberaal' omschreven.[1] Hij was vanaf 1959 in verschillende regeringen in de tijd van president De Gaulle staatssecretaris en later minister van Economische zaken en Financiën. Giscard d'Estaing ontwikkelde een kritische houding ten aanzien van De Gaulles solistische stijl van regeren. Hij werd na zijn eerste ambtstermijn als minister in 1966 uit de regering ontslagen.

In 1969 droeg hij bij aan de val van De Gaulle door bij een referendum te adviseren tegen diens hervormingsvoorstellen te stemmen. Hij werd onder president Pompidou en diens premier Messmer weer minister van Economische zaken en Financiën en was van 1967 tot 1974 tevens burgemeester van Chamalières.

President van Frankrijk[bewerken | brontekst bewerken]

Giscard d'Estaing stelde zich kandidaat voor de Franse presidentsverkiezingen van 1974. Met steun van de gaullist Jacques Chirac elimineerde hij zijn rechtse rivaal Chaban-Delmas en versloeg hij de socialistische tegenkandidaat Mitterrand met een krappe meerderheid.

Hij werd op 48-jarige leeftijd voor een periode van zeven jaar president van Frankrijk en werd soms wel eens aangeduid met zijn initialen 'VGE'. Op zijn initiatief werd in 1978, nadat zijn verhouding met Jacques Chirac, die hij in 1976 als premier had ontslagen, was bekoeld, de centrum-rechtse fusiepartij Union pour la Démocratie Française (UDF) opgericht. Deze partij diende tot steun van zijn beleid in het parlement. De eerste oliecrisis sloeg tijdens zijn presidentschap toe, waardoor de werkloosheid sterk toenam. Er kwam daarmee een eind aan les Trente Glorieuses een periode van naoorlogse economische groei in Frankrijk, hetgeen zijn populariteit niet ten goede kwam. Giscard d'Estaing legde de nadruk op modernisering van de economie, onder andere door het opwekken van elektriciteit door kernenergie sterk uit te breiden en het TGV-spoorwegnet aan te leggen. Hij stimuleerde en innoveerde ook de compleet verouderde Franse overheidsdienst PTT door in 1977 de Minitel te introduceren, een interactief informatie- en communicatienetwerk dat als voorloper van het internet wordt beschouwd.[2]

In de periode dat hij president was, werd echtscheiding met wederzijdse instemming toegestaan. Abortus provocatus werd door zijn minister voor Volksgezondheid Simone Veil gelegaliseerd. De wettelijke leeftijd waarop iemand meerderjarig wordt, werd van 21 tot 18 jaar verlaagd. De laatste executie van een doodvonnis vond in 1977 plaats. Definitieve afschaffing van de doodstraf zou echter moeten wachten tot na het aantreden van zijn opvolger Mitterrand in 1981.

Bondskanselier van West-Duitsland Helmut Schmidt, president van de Verenigde Staten Jimmy Carter, president Valéry Giscard d'Estaing en premier van het Verenigd Koninkrijk James Callaghan op Camp David op 5 januari 1979.

Hij nodigde in 1975 de staatshoofden van de grootste westerse industrielanden voor een kleinschalige informele bijeenkomst op het kasteel van Rambouillet uit, een van zijn presidentiële buitenverblijven. Dat was de eerste ontmoeting van de G7, dat toen het postcommunistische Rusland in 1997 ook lid werd de G8 werd.

Giscard d'Estaing was een groot voorstander van Europese integratie, die naar zijn mening een derde weg moest volgen tussen het supranationalisme, dat hij niet haalbaar en niet wenselijk achtte, en het 'oude Europa' van 'rivaliserende soevereine staten'. Hij had met de toenmalige Duitse bondskanselier Helmut Schmidt een uitstekende relatie, zowel op persoonlijk als politiek vlak. Als zij onder elkaar waren, spraken zij Engels en speelden zelfs weleens schaak. Giscard d'Estaing had meer moeite met Chirac, de ambitieuze gaullist die zijn premier werd, maar die hij in 1976 na twee jaar ontsloeg. Hij benoemde in zijn plaats zijn partijgenoot Raymond Barre, die tot het eind van Giscard d'Estaings ambtstermijn in 1981 aanbleef. Barre was een bekend econoom, die ook de ministeries van Economische zaken en Financiën leidde en bezuinigingen doorvoerde.

Giscard d'Estaing kwam in opspraak met militaire en andere interventies in de Franse invloedssfeer in Afrika. Dictator Jean-Bédel Bokassa van de Centraal-Afrikaanse Republiek werd eerst gesteund, maar later weer ten val gebracht. Daarin verschilde hij overigens niet wezenlijk van andere Franse presidenten in het postkoloniale tijdperk.

Hij was een onbetwist expert op financieel-economisch gebied, maar zijn probleem was 'het volk', zoals ooit opgemerkt werd door Charles de Gaulle. Daarmee bedoelde De Gaulle dat Giscard d'Estaing geen voeling met 'gewone mensen' zou gehad hebben. Dat laatste heeft, naast de economische crisis ten gevolge van de eerste (1973) en tweede oliecrisis (na de Iraanse Revolutie van 1979) tijdens zijn bewind, wellicht bijgedragen aan zijn nederlaag tegen de socialist Mitterrand bij de presidentsverkiezingen van 1981. Bovendien werd Giscard d'Estaings herverkiezingscampagne verstoord door een oude diamantenaffaire, een vermeend corruptieschandaal dat door PS-advocaat Roland Dumas en het satirische weekblad Le Canard enchaîné opnieuw werd opgerakeld en aangedikt. Volgens hen zou de president in 1973, toen hij nog minister van Economische Zaken en Financiën was, diamanten hebben ontvangen van Jean-Bédel Bokassa, de tirannieke en intussen zelf gekroonde keizer van het Centraal-Afrikaans Keizerrijk. Achteraf bleek er niets van waar te zijn, maar d'Estaings imago werd hierdoor onherstelbaar beschadigd.[3]

Na het presidentschap[bewerken | brontekst bewerken]

Na de verkiezingsnederlaag trok Giscard d'Estaing zich terug en werd hij wijnboer, maar hij bleef toch actief in de politiek. Hij was een jonge president en had dus, in tegenstelling tot zijn voorgangers en opvolgers, een lang "naleven". Als eerste oud-president vervulde hij weer een openbaar ambt.[4] Hij was van 1986 tot 2004 voorzitter van de Conseil Régional van Auvergne, de gekozen volksvertegenwoordiging van deze regio. Hij zat voorts van 1989 tot 1994 in het Europees Parlement en hij was voorzitter van de Conventie over de Toekomst van Europa, die de Europese grondwet opstelde en in 2004 presenteerde. Frankrijk en Nederland stemden er bij het referendum over de Europese grondwet tegen.

Giscard d'Estaing schreef behalve memoires ook een roman, en werd in december 2003 tot de Académie française toegelaten.

Hij werd 17 november 2020 opgenomen in het ziekenhuis van Tours en stierf twee weken later, op 2 december, op 94-jarige leeftijd aan de gevolgen van COVID-19.[5]

Voorganger:
Alain Poher a.i.
President van Frankrijk
1974-1981
Opvolger:
François Mitterrand
Zie de categorie Valéry Giscard d'Estaing van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.