Zomereik-verbond
Zomereik-verbond | |||||
---|---|---|---|---|---|
Zomereik-verbond met tamme kastanje | |||||
Syntaxonomische indeling | |||||
| |||||
Verbond | |||||
Quercion roboris Malcuit, 1929 | |||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons |
Het zomereik-verbond (Quercion roboris) is een verbond van de klasse van de eiken- en beukenbossen op voedselarme grond (Quercetea robori-petraeae), een groep van bosplantengemeenschappen die voorkomt op zure, voedselarme zandgronden, en gedomineerd wordt door loofbomen en bladmossen.
Het verbond telt in België en Nederland drie onderliggende associaties.
Naamgeving, etymologie en codering
- Synoniem: Quercion Tüxen 1930, Quercion roboris Tüxen 1931, Quercion robori-sessiliflorae Braun-Blanq. 1932
- Frans: Forêts de chênes pédonculés neutrophiles à Primevère élevée
- Duits: Bodensaure Eichenmischwälder
- Engels: Acidophytic oak and mixed oak forests
- Syntaxoncode (Nederland): 42Aa
De naam Quercion roboris is afgeleid van de wetenschappelijke naam van een belangrijke soort binnen deze klasse, de zomereik (Quercus robur).
Kenmerken
Algemeen
Het zomereik-verbond omvat gemengde loofbossen van overwegend zure, voedselarme, droge tot vochtige zandgronden. Deze bossen zijn zeer algemeen en komen voor op dekzanden van eolische oorsprong, op zanden van glaciale oorsprong, op verdroogde veenbodems en aan de rand van lössplateaus.
Structuur
Het zomereik-verbond kent in de Lage Landen een eenvoudige structuur met een dichte, soortenarme boomlaag met dominantie van loofbomen, een weinig ontwikkelde struik- en kruidlaag, en een goed ontwikkelde moslaag met overwegend bladmossen en soms ook korstmossen.
Onderverdeling
Het zomereik-verbond heeft als vertegenwoordigers in België en Nederland:
- Associatie: Berken-eikenbos (Betulo-Quercetum roboris)
- Sub-associatie: Betulo-Quercetum roboris cladonietosum
- Sub-associatie: Betulo-Quercetum roboris deschampsietosum
- Sub-associatie: Betulo-Quercetum roboris vaccinietosum
- Sub-associatie: Betulo-Quercetum roboris molinietosum
- Sub-associatie: Betulo-Quercetum roboris dryopteridetosum
- Associatie: Beuken-eikenbos (Fago-Quercetum)
- Sub-associatie: Fago-Quercetum vaccinietosum
- Sub-associatie: Fago-Quercetum pteridietosum
- Sub-associatie: Fago-Quercetum convallarietosum
- Sub-associatie: Fago-Quercetum molinietosum
- Sub-associatie: Fago-Quercetum holcetosum
- Associatie: Bochtige smele-beukenbos (Deschampsio-Fagetum)
- Sub-associatie: Deschampsio-Fagetum leucobryetosum
- Sub-associatie: Deschampsio-Fagetum typicum
- Sub-associatie: Deschampsio-Fagetum isopterygietosum
- Associatie: Duin-eikenbos (Convallario-Quercetum dunense)
Soortensamenstelling
Het verbond kent in België en Nederland vier kensoorten, waarvan enkel de wilde lijsterbes algemeen voorkomt. De zomereik, die het verbond zijn naam geeft, is geen kensoort maar wel een van de meest voorkomende bomen. Een groot aantal soorten differentiëren dit verbond van het nauw verwante verbond van de veldbies-beukenbossen.
- Boomlaag
Kensoort | Diff. soort | Presentie | Nederlandse naam | Wetenschappelijke naam | Opmerking |
---|---|---|---|---|---|
kV | <10% | Tamme kastanje | Castanea sativa | ||
20-90% | Zomereik | Quercus robur |
- Struiklaag
Kensoort | Diff. soort | Presentie | Nederlandse naam | Wetenschappelijke naam | Opmerking |
---|---|---|---|---|---|
kV | 50%-80% | Wilde lijsterbes | Sorbus aucuparia | ||
dV | 20%-30% | Amerikaanse vogelkers | Prunus serotina | t.o.v. Verbond van de veldbies-beukenbossen | |
dV | 0%-20% | Amerikaans krentenboompje | Amelanchier lamarckii | t.o.v. Verbond van de veldbies-beukenbossen |
- Kruidlaag
Kensoort | Diff. soort | Presentie | Nederlandse naam | Wetenschappelijke naam | Opmerking |
---|---|---|---|---|---|
dV | >30% | Pijpenstrootje | Molinia caerulea | t.o.v. Verbond van de veldbies-beukenbossen |
- Moslaag
Kensoort | Diff. soort | Presentie | Nederlandse naam | Wetenschappelijke naam | Opmerking |
---|---|---|---|---|---|
kV | 0%-20% | Gewoon knopjesmos | Aulacomnium androgynum | ||
kV | >10% | Geelsteeltje | Orthodontium lineare | ||
dV | >30% | Heideklauwtjesmos | Hypnum jutlandicum | t.o.v. Verbond van de veldbies-beukenbossen | |
dV | 50%-70% | Gewoon gaffeltandmos | Dicranum scoparium | t.o.v. Verbond van de veldbies-beukenbossen | |
dV | >40% | Bronsmos | Pleurozium schreberi | t.o.v. Verbond van de veldbies-beukenbossen | |
dV | >30% | Gewoon peermos | Pohlia nutans | t.o.v. Verbond van de veldbies-beukenbossen | |
dV | Kussentjesmos | Leucobryum glaucum | t.o.v. Verbond van de veldbies-beukenbossen |
Zie ook
- Schaminée, J., K. Sýkora, N. Smits & M. Horsthuis, 2010: Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland. KNNV Uitgeverij, Zeist. ISBN 978 90 5011 309 0
- Sýkora, K., 2008: Field Guide Dutch Plant Communities. Species composition and ecology
- J.Bardat et al.: Prodrome des végétations de France. Synsystème de la france au niveau sous-alliance (fr)