Naar inhoud springen

Paralititan: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 36: Regel 36:
[[File:Paralititan stromeri by Hatem Moushir 3.JPG|{{largethumb}}|De eerste staartwervel is echter niet extreem groot]]
[[File:Paralititan stromeri by Hatem Moushir 3.JPG|{{largethumb}}|De eerste staartwervel is echter niet extreem groot]]
===Grootte en onderscheidende kenmerken===
===Grootte en onderscheidende kenmerken===
De beschrijving is grotendeels van de hand van Lacovara, de enige van de auteurs die daar voldoende expertise voor had. Lacovara heeft gedurende zijn hele carrière een grote fascinatie vertoond voor de enorme lichaamsomvang van sauropoden en vaak records geclaimd voor de door hem beschreven soorten. In het beschrijvende artikel staat geen directe exacte schatting van het gewicht. Op de persconferentie die naar aanleiding van de benoeming gehouden werd, is een getal genoemd van tachtig tot honderd ton. Het artikel bevat wel een indirecte berekening maar die kwam lager uit dan dit bereik. Lacovara stelde dat ''[[Argentinosaurus]]'' de zwaarste bekende dinosauriër was en negentig ton woog. Hij schatte het — in feite onbekende — opperarmbeen van ''Argentinosaurus'' op een lengte van 181 centimeter. Het wel gevonden opperarmbeen van ''Paralititan'' was 1,69 meter lang, dus 7% korter.<ref name=JSetal01 /> Geëxtrapoleerd uit een gewicht van negentig ton, komt dat van ''Paralititan'' dan uit op zo'n zestig ton. Nog in 2001 gaf een andere publicatie dan ook een gewicht van vijfenzestig [[short ton]]s ofwel 59&nbsp;000 kilogram.<ref name="burness&flannery2001">Burness, G.P. and Flannery, T. 2001. "Dinosaurs, Dragonslayer, and Dwarfs: The Evolution of Maximal Body Size." ''Proceedings of the National Academy of Sciences'', '''98'''(25): 14518-14523</ref> Dat maakte ''Paralititan'' nog steeds een der zwaarste bekende dinosauriërs. In 2001 had ''Paralititan'' onder sauriërs uit het Krijt het langste feitelijk bekende opperarmbeen, 14% langer dan de 148 centimeter van de humerus van ''[[Isisaurus]]''.<ref name=JSetal01 /> In 2016 werd dat record gebroken door ''[[Notocolossus]]'' met een opperarmbeen van 176 centimeter. De lengte werd in 2001 door persberichten op zesentwintig meter geschat, de kophoogte op negen meter. Uitgaande van het opperarmbeen zijn dat geen onredelijke schattingen. Het is erg lang en ook robuust gebouwd zodat het geen aanwijzingen biedt dat ''Paralititan'' alleen proportioneel lange voorpoten had, zoals sommige titanosauriërs wel bezitten. Het probleem is echter dat deze schattingen niet passen bij de gevonden sacrale en caudale wervels. Die hebben lang niet de extreme omvang van echte giganten als ''Argentinosaurus'', waarvan het gewicht overigens in 2004 op drieënzeventig ton geschat werd. De breedte van de facetten van hun wervellichamen ligt ongeveer vijfendertig centimeter. ''Argentinosaurus'' heeft wervels tot wel zestig centimeter breed. Bij ''[[Futalognkosaurus]]'' zijn de sacralen tot tweeënveertig centimeter breed. Daarvoor corrigerend kwam [[Gregory S. Paul]] in 2010 op een veel lagere schatting voor ''Paralititan'' van twintig meter voor de lichaamslengte en twintig ton voor het gewicht.<ref>Paul, G.S., 2010, ''The Princeton Field Guide to Dinosaurs'', Princeton University Press p. 209</ref> ''Paralititan'' is dan wel bovengemiddeld groot voor een sauropode maar benadert geen recordomvang. In dat geval moeten de voorpoten toch extra lang geweest zijn, naar het model van de [[Brachiosauridae]]. Een alternatieve verklaring is dat het holotype uit twee individuen bestaat, een groot en een klein.
De beschrijving is grotendeels van de hand van Lacovara, de enige van de auteurs die daar voldoende expertise voor had. Lacovara heeft gedurende zijn hele carrière een grote fascinatie vertoond voor de enorme lichaamsomvang van sauropoden en vaak records geclaimd voor de door hem beschreven soorten. In het beschrijvende artikel staat geen directe exacte schatting van het gewicht. Op de persconferentie die naar aanleiding van de benoeming gehouden werd, is een getal genoemd van tachtig tot honderd ton. Het artikel bevat wel een indirecte berekening maar die kwam lager uit dan dit bereik. Lacovara stelde dat ''[[Argentinosaurus]]'' de zwaarste bekende dinosauriër was en negentig ton woog. Hij schatte het — in feite onbekende — opperarmbeen van ''Argentinosaurus'' op een lengte van 181 centimeter. Het wel gevonden opperarmbeen van ''Paralititan'' was 1,69 meter lang, dus 7% korter.<ref name=JSetal01 /> Geëxtrapoleerd uit een gewicht van negentig ton, komt dat van ''Paralititan'' dan uit op zo'n zestig ton. Nog in 2001 gaf een andere publicatie dan ook een gewicht van vijfenzestig [[short ton]]s ofwel 59&nbsp;000 kilogram.<ref name="burness&flannery2001">Burness, G.P. and Flannery, T. 2001. "Dinosaurs, Dragonslayer, and Dwarfs: The Evolution of Maximal Body Size." ''Proceedings of the National Academy of Sciences'', '''98'''(25): 14518-14523</ref> Dat maakte ''Paralititan'' nog steeds een der zwaarste bekende dinosauriërs. In 2001 had ''Paralititan'' onder sauriërs uit het Krijt het langste feitelijk bekende opperarmbeen, 14% langer dan de 148 centimeter van de humerus van ''[[Isisaurus]]''.<ref name=JSetal01 /> In 2016 werd dat record gebroken door ''[[Notocolossus]]'' met een opperarmbeen van 176 centimeter.<ref>{{cite journal | vauthors = González Riga BJ, Lamanna MC, Ortiz David LD, Calvo JO, Coria JP | title = A gigantic new dinosaur from Argentina and the evolution of the sauropod hind foot | language = En | journal = Scientific Reports | volume = 6 | issue = 1 | pages = 19165 | date = January 2016 | pmid = 26777391 | pmc = 4725985 | doi = 10.1038/srep19165 | url = http://www.nature.com/articles/srep19165 }}</ref> De lengte werd in 2001 door persberichten op zesentwintig meter geschat, de kophoogte op negen meter. Uitgaande van het opperarmbeen zijn dat geen onredelijke schattingen. Het is erg lang en ook robuust gebouwd zodat het geen aanwijzingen biedt dat ''Paralititan'' alleen proportioneel lange voorpoten had, zoals sommige titanosauriërs wel bezitten. Het probleem is echter dat deze schattingen niet passen bij de gevonden sacrale en caudale wervels. Die hebben lang niet de extreme omvang van echte giganten als ''Argentinosaurus'', waarvan het gewicht overigens in 2004 op drieënzeventig ton geschat werd. De breedte van de facetten van hun wervellichamen ligt ongeveer vijfendertig centimeter. ''Argentinosaurus'' heeft wervels tot wel zestig centimeter breed. Bij ''[[Futalognkosaurus]]'' zijn de sacralen tot tweeënveertig centimeter breed. Daarvoor corrigerend kwam [[Gregory S. Paul]] in 2010 op een veel lagere schatting voor ''Paralititan'' van twintig meter voor de lichaamslengte en twintig ton voor het gewicht.<ref>Paul, G.S., 2010, ''The Princeton Field Guide to Dinosaurs'', Princeton University Press p. 209</ref> ''Paralititan'' is dan wel bovengemiddeld groot voor een sauropode maar benadert geen recordomvang. In dat geval moeten de voorpoten toch extra lang geweest zijn, naar het model van de [[Brachiosauridae]]. Een alternatieve verklaring is dat het holotype uit twee individuen bestaat, een groot en een klein.
Lacovara gaf als diagnose een unieke combinatie van eigenschappen van de soort. De centra van de staartwervels zijn breder dan hoog. Er bevindt zich een verhoging op de bovenste achterrand van het schouderblad, vlak boven de onderste verbreding. Het opperarmbeen heeft een richel op de binnenzijde van de bovenste achterrand terwijl de onderste gewrichtsknobbel van het opperarmbeen tegenover het spaakbeen rechthoekig van vorm is. Lacovara noemde deze kenmerken elders in het artikel [[autapomorfie]]ën hoewel ze niet ieder op zich uniek zijn. Deze kenmerken onderscheiden ''Paralititan'' ook van de in dezelfde formatie gevonden sauropode ''[[Aegyptosaurus]]''. Het moest immers aangetoond worden dat het holotype niet simpelweg een extra groot individu is van die laatste soort. Als dat niet het geval zou zijn, is ook de grotere omvang van ''Paralititan'' onderscheidend ten opzichte van ''Aegyptosaurus'' wiens opperarmbeen slechts 59% van de lengte van diens humerus heeft. Als we de schatting van Paul toepassen blijft daar overigens weinig van over want dan is ''Paralititan'' maar een derde zwaarder dan ''Aegyptosaurus''. Locovara gaf nog enkele aanvullende kenmerken waarin ''Paralititan'' van ''Aegyptosaurus'' afweek. De voorste staartwervels van die laatste kunnen pleurocoelen gehad hebben. Het schouderblad van ''Aegyptosaurus'' is aan de binnenzijde bol in plaats van hol. Dit schouderblad heeft geen verheffing aan de bovenste binnenkant. De bovenste binnenhoek van het opperarmbeen van ''Aegyptosaurus'' is niet sterk verbreed. De deltopectorale kam van dat opperarmbeen is ook meer naar binnen geplaatst en beslaat slechts het bovenste derde van de schacht.<ref name=JSetal01 />
Lacovara gaf als diagnose een unieke combinatie van eigenschappen van de soort. De centra van de staartwervels zijn breder dan hoog. Er bevindt zich een verhoging op de bovenste achterrand van het schouderblad, vlak boven de onderste verbreding. Het opperarmbeen heeft een richel op de binnenzijde van de bovenste achterrand terwijl de onderste gewrichtsknobbel van het opperarmbeen tegenover het spaakbeen rechthoekig van vorm is. Lacovara noemde deze kenmerken elders in het artikel [[autapomorfie]]ën hoewel ze niet ieder op zich uniek zijn. Deze kenmerken onderscheiden ''Paralititan'' ook van de in dezelfde formatie gevonden sauropode ''[[Aegyptosaurus]]''. Het moest immers aangetoond worden dat het holotype niet simpelweg een extra groot individu is van die laatste soort. Als dat niet het geval zou zijn, is ook de grotere omvang van ''Paralititan'' onderscheidend ten opzichte van ''Aegyptosaurus'' wiens opperarmbeen slechts 59% van de lengte van diens humerus heeft. Als we de schatting van Paul toepassen blijft daar overigens weinig van over want dan is ''Paralititan'' maar een derde zwaarder dan ''Aegyptosaurus''. Locovara gaf nog enkele aanvullende kenmerken waarin ''Paralititan'' van ''Aegyptosaurus'' afweek. De voorste staartwervels van die laatste kunnen pleurocoelen gehad hebben. Het schouderblad van ''Aegyptosaurus'' is aan de binnenzijde bol in plaats van hol. Dit schouderblad heeft geen verheffing aan de bovenste binnenkant. De bovenste binnenhoek van het opperarmbeen van ''Aegyptosaurus'' is niet sterk verbreed. De deltopectorale kam van dat opperarmbeen is ook meer naar binnen geplaatst en beslaat slechts het bovenste derde van de schacht.<ref name=JSetal01 />

Versie van 5 jul 2018 19:21

Paralititan
Status: Uitgestorven, als fossiel bekend
Paralititan
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Superorde:Dinosauria (Dinosauriërs)
Orde:Saurischia (Saurischiërs)
Onderorde:Sauropodomorpha
Infraorde:Sauropoda
Geslacht
Paralititan
Smith, 2001
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Paralititan op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Paralititan ("getijdengigant" of "waddenreus"[1][2]) is een uitgestorven geslacht van plantenetende sauropode dinosauriërs behorende tot de groep van de Titanosauria, dat leefde in het laat Krijt, zo'n 95 miljoen jaar geleden.[3] De enige benoemde soort is Paralititan stromeri.

Vondst en naamgeving

In 1998 kwamen doctoraalstudent Joshua Smith en zijn mentor Matt Lamanna van de University of Pennsylvania tot de conclusie dat een van de meestbelovende locaties op de planeet voor het opgraven van fossielen de Bahariya-oase in Egypte was waar verzamelaar Richard Markgraf in 1912, 1913 en 1914 beenderen voor Ernst Stromer geborgen had wat een schat aan vondsten had opgeleverd. Daarna had geen paleontoloog de vindplaats nog bezocht, terwijl de specimina op 25 april 1944 door een bombardement op München waren vernietigd. Een gelukkig toeval wilde dat aan hun universiteit de geoloog Robert Giegengack was verbonden die met zijn assistente Jennifer Smith in 1999 een expeditie zou uitvoeren naar de Dachla-oase. Joshua bood zijn diensten aan op voorwaarde dat ook een paar dagen uitgetrokken zouden worden om de Bahariya te bezoeken. Op 21 februari 1999 lokaliseerde men de belangrijkste vindplaats van Markgraf op de Gebel-el-Dist. De locatie bleek bezaaid te zijn met beenderen van sauropoden en Theropoda. Na terugkeer in de VS rapporteerde Joshua dit op 10 maart aan aan Lamanna. Hierop werd professor Peter Dodson geïnformeerd die concludeerde dat de universiteit een expeditie naar de Bahariya moest organiseren. Men kreeg daarvoor financiële steun van een kleine filmmaatschappij, MHP Entertainment die een team zou meesturen om opnamen te maken voor een documentaire. De universiteit zelf trok maar $5000,- uit; filantroop Emilie de Hellebranth gaf $10.000,- en de Delaware Valley Paleontology Society $1000,-. Mark Hufnagel, Jim Milio en Melissa Jo Peltier van de filmmaatschappij dekten de rest van de uitgaven tot een totaal van zestigduizend dollar. Milio moest daarvoor een tweede hypothecaire lening op zijn huis nemen. Uiteindelijk zou dit zijn geld opleveren toen het grotere Cosmos Studios de rechten overkocht.

Op 10 januari 2000 vertrok de expeditie uit Amerika. Josh Smith, Jen Smith, Lamanna, Giegengack en Dodson waren allen van de partij. Naast vier vrijwilligers deed ook preparateur Jason Pool mee en verder Kenneth Lacovara, een sauropodenexpert. Op 11 januari in Caïro aangekomen werden ze versterkt door de Egyptische geoloog Joesri Attia en diens assistenten Medhat Said Abdelghani en Jassir Abdelrazik. Bij aankomst op de heuvel van de Gebel-el-Dist bleek de locatie toch wat tegen te vallen. Weliswaar lagen overal losse botten verspreid, vooral van Aegyptosaurus, maar Markgraf had de lagen kennelijk grondig "leeggetrokken" zodat er geen meer complete skeletten over waren. Men ontdekte weer zijn graafsleuven waar soms nog wat slechter materiaal al in gips verpakt aanwezig was. Men begon te vrezen dat de hele expeditie een verspilling van alle geld en inspanning geweest was en ging dus snel op zoek naar betere locaties in de buurt. Bij de Gebel Fagga vond men een wat vollediger skelet van een sauropode. Dat was ook in dit opzicht tweede keus dat men liever een exemplaar van een theropode gevonden had. Gelukkig identificeerde Lacovara het als een nog onbekende soort.

De eerste paralititan werd in 2000 opgegraven in de Bahariyaformatie in Egypte, die stamt uit het Cenomanien. Het was het eerste fossiel van een tetrapode opgegraven in dat gebied sinds 1914 en het eerste dat sinds 1935 beschreven werd.

De typesoort Paralititan stromeri kreeg op 1 juni 2001 zijn naam van Joshua B. Smith, Matthew C. Lamanna, Kenneth J. Lacovara, Peter Dodson, Jennifer R. Smith, Jason C. Poole, Robert Giegengack en Yousry Attia door een publicatie in het gerenommeerde blad Science. Dat laatste leverde veel extra publiciteit op maar betekende ook dat het artikel tamelijk summier moest zijn omdat Science daarvoor steeds maar een gering aantal bladzijden ter beschikking stelt. Essentiële maar te "technische" informatie werd verbannen naar de voetnoten. Paralititan stromeri betekent letterlijk: "Stromers getijden-titaan" of "Stromers waddenreus". De geslachtsnaam is afgeleid van het Griekse para en halos, wat "dicht bij de zee" betekent. Waddenafzettingen worden aldus "paralisch" genoemd en een wad is een tidal flat. De Titanen waren een geslacht van mythologische reuzen en sinds Titanosaurus was het gebruikelijk geworden om de namen van titanosauriërs het achtervoegsel ~titan te geven. De soortaanduiding is een eerbetoon aan Ernst Stromer von Reichenbach, de Duitse paleontoloog en geoloog die in 1911 de Bahariyaformatie ontdekt had.[2]

De belangrijkste vondst van Paralititan betreft het holotype CGM 81119.[2] Het bestaat uit een gedeeltelijk skelet zonder schedel. Het omvat zestien botten, die volgens optimistische persberichten samen een ongeveer een kwart van het skelet vertegenwoordigden. In 2005 werd vastgesteld dat naast 100% van de schedelelementen, ook 93,7% van de botten van het postcraniaal skelet ontbrak.[4] Behalve wat fragmenten gaat het om: twee staartwervels uit de staartbasis waaronder de eerste; twee vergroeide achterste sacrale wervels, vermoedelijk de vijfde en zesde; ribben; delen van de schouderbladen; het complete rechteropperarmbeen; een stuk van het linkeropperarmbeen en een onderste stuk van een middenhandsbeen. "CMG" staat voor Cairo Geological Museum. Het wordt westerse onderzoekers niet meer toegestaan de vondsten mee naar huis te nemen zoals in de tijd van Stromer. Het skelet lag niet in verband. Op een ovaal met een lengte van acht meter lagen kleinere clusters botten. Het skelet bevond zich aan de rand van een oude stroomgeul zoals bleek uit de zandafzetting. Men achtte de stroomsnelheid daarin echter te gering om een enorm karkas mee te voeren. Daarom nam men aan dat het dier op het wad gestorven was. Aaseters zouden het daarna in stukken gescheurd hebben wat de opeenhopingen van beenderen zou verklaren. Bij de botten lag een tand van de grote theropode Carcharodontosaurus.[2]

In 1932 had Stromer alle sauropode botten die in de Bahariya gevonden waren onder voorbehoud aan Aegyptosaurus toegewezen. De benoeming van een tweede sauropode soort uit het gebied was aanleiding daar nog eens kritisch naar te kijken. In 2001 werden elementen die geen onderscheidende kenmerken bezaten van een van beide dieren, namelijk de wervel 1912V11166, de staartwervels 1912V11167 en de staartwervel 1912V11165, "gedemoveerd" naar een meer onbepaalde positie als Titanosauria incertae sedis. De zeer grote voorste ruggewervel 1912V11164 werd in 2001 onder voorbehoud toegewezen aan Paralititan.[2] Dit was voornamelijk op grond van de omvang: het holotype omvat immers geen ruggewervels dus de bouw ervan kan niet vergeleken worden.

Beschrijving

De opperarmbeenderen wijzen op een gigantische lichaamsomvang
De eerste staartwervel is echter niet extreem groot

Grootte en onderscheidende kenmerken

De beschrijving is grotendeels van de hand van Lacovara, de enige van de auteurs die daar voldoende expertise voor had. Lacovara heeft gedurende zijn hele carrière een grote fascinatie vertoond voor de enorme lichaamsomvang van sauropoden en vaak records geclaimd voor de door hem beschreven soorten. In het beschrijvende artikel staat geen directe exacte schatting van het gewicht. Op de persconferentie die naar aanleiding van de benoeming gehouden werd, is een getal genoemd van tachtig tot honderd ton. Het artikel bevat wel een indirecte berekening maar die kwam lager uit dan dit bereik. Lacovara stelde dat Argentinosaurus de zwaarste bekende dinosauriër was en negentig ton woog. Hij schatte het — in feite onbekende — opperarmbeen van Argentinosaurus op een lengte van 181 centimeter. Het wel gevonden opperarmbeen van Paralititan was 1,69 meter lang, dus 7% korter.[2] Geëxtrapoleerd uit een gewicht van negentig ton, komt dat van Paralititan dan uit op zo'n zestig ton. Nog in 2001 gaf een andere publicatie dan ook een gewicht van vijfenzestig short tons ofwel 59 000 kilogram.[5] Dat maakte Paralititan nog steeds een der zwaarste bekende dinosauriërs. In 2001 had Paralititan onder sauriërs uit het Krijt het langste feitelijk bekende opperarmbeen, 14% langer dan de 148 centimeter van de humerus van Isisaurus.[2] In 2016 werd dat record gebroken door Notocolossus met een opperarmbeen van 176 centimeter.[6] De lengte werd in 2001 door persberichten op zesentwintig meter geschat, de kophoogte op negen meter. Uitgaande van het opperarmbeen zijn dat geen onredelijke schattingen. Het is erg lang en ook robuust gebouwd zodat het geen aanwijzingen biedt dat Paralititan alleen proportioneel lange voorpoten had, zoals sommige titanosauriërs wel bezitten. Het probleem is echter dat deze schattingen niet passen bij de gevonden sacrale en caudale wervels. Die hebben lang niet de extreme omvang van echte giganten als Argentinosaurus, waarvan het gewicht overigens in 2004 op drieënzeventig ton geschat werd. De breedte van de facetten van hun wervellichamen ligt ongeveer vijfendertig centimeter. Argentinosaurus heeft wervels tot wel zestig centimeter breed. Bij Futalognkosaurus zijn de sacralen tot tweeënveertig centimeter breed. Daarvoor corrigerend kwam Gregory S. Paul in 2010 op een veel lagere schatting voor Paralititan van twintig meter voor de lichaamslengte en twintig ton voor het gewicht.[7] Paralititan is dan wel bovengemiddeld groot voor een sauropode maar benadert geen recordomvang. In dat geval moeten de voorpoten toch extra lang geweest zijn, naar het model van de Brachiosauridae. Een alternatieve verklaring is dat het holotype uit twee individuen bestaat, een groot en een klein.

Lacovara gaf als diagnose een unieke combinatie van eigenschappen van de soort. De centra van de staartwervels zijn breder dan hoog. Er bevindt zich een verhoging op de bovenste achterrand van het schouderblad, vlak boven de onderste verbreding. Het opperarmbeen heeft een richel op de binnenzijde van de bovenste achterrand terwijl de onderste gewrichtsknobbel van het opperarmbeen tegenover het spaakbeen rechthoekig van vorm is. Lacovara noemde deze kenmerken elders in het artikel autapomorfieën hoewel ze niet ieder op zich uniek zijn. Deze kenmerken onderscheiden Paralititan ook van de in dezelfde formatie gevonden sauropode Aegyptosaurus. Het moest immers aangetoond worden dat het holotype niet simpelweg een extra groot individu is van die laatste soort. Als dat niet het geval zou zijn, is ook de grotere omvang van Paralititan onderscheidend ten opzichte van Aegyptosaurus wiens opperarmbeen slechts 59% van de lengte van diens humerus heeft. Als we de schatting van Paul toepassen blijft daar overigens weinig van over want dan is Paralititan maar een derde zwaarder dan Aegyptosaurus. Locovara gaf nog enkele aanvullende kenmerken waarin Paralititan van Aegyptosaurus afweek. De voorste staartwervels van die laatste kunnen pleurocoelen gehad hebben. Het schouderblad van Aegyptosaurus is aan de binnenzijde bol in plaats van hol. Dit schouderblad heeft geen verheffing aan de bovenste binnenkant. De bovenste binnenhoek van het opperarmbeen van Aegyptosaurus is niet sterk verbreed. De deltopectorale kam van dat opperarmbeen is ook meer naar binnen geplaatst en beslaat slechts het bovenste derde van de schacht.[2]

Skelet

De caudosacrale wervels hebben geen pleurocoelen, pneumatische uithollingen in hun zijkanten. De voorste staartwervels zijn procoel, met een holle voorzijde, een typisch titanosaurisch kenmerk. Dit geldt ook voor de eerste staartwervel die bij sommige verwanten biconvex is met een bolle voorzijde om met het heiligbeen te articuleren. Ze hebben in dit geval ook een sterk bolle achterzijde. Op hun onderkant hebben ze een lengtetrog begrensd door evenwijdige richeltjes. De achterzijde van hun doornuitsteeksels draagt bovenaan een duidelijke verticale richel.[2]

Het schouderblad is hol aan de binnenzijde, meer dan bij Aegyptosaurus. Het heeft boven het holle binnenvlak een opvallende verruwing zoals bij veel verwanten zoals Saltasaurus. Zeldzamer is een zeer groot achterwaarts plateauvormig uitsteeksel boven het schoudergewricht, bijna net zo groot als dat van Brachiosaurus altithorax.[2]

Het opperarmbeen is, verticaal gehouden, bovenaan en onderaan sterk verbreed. Bovenaan is de buitenhoek niet sterk ontwikkeld wat de bovenrand in vooraanzicht een golvend profiel geeft. Verticaal gehouden is de bovenste voorkant diep uitgehold voor spieraanhechtingen. De deltopectorale kam beslaat 53% van de schachtlengte en is over de bovenste voorkant naar binnen gewrongen. Aan de andere zijde van het bot bevindt zich ook een uitholling maar die is ondieper. Deze fossa wordt begrensde door verticale richels. De buitenste richel loopt op ongeveer vijfendertig centimeter van de bovenkant uit in een bultige verheffing. De binnenste richel, die nog nooit bij titanosauriden vastgesteld was, is het hoogst op zesenvijftig centimeter van de bovenkant. Naar beneden toe gaan deze richels over in hogere structuren, een derde deel van de onderkant van het opperarmbeen beslaand, die de fossa olecrani begrenzen, de uitholling boven de onderste gewrichtsknobbels. Door afschuining heeft de buitenste gewrichtsknobbel een rechthoekig profiel.[2]

Het onderste stuk middenhandsbeen heeft een afgeplat rechthoekig ondervlak wat suggereert dat er geen functioneel gewricht meer was en de bijbehorende vinger gereduceerd was. Het verdwijnen van de vingers is weer typisch titanosaurisch.[2] De dieren liepen direct op de verticaal gehouden middenhandsbeenderen.

Fylogenie

Paralititan werd in 2001 in de groep van de Titanosauria geplaatst, meer bepaald in de Titanosauridae.[3][2]

Gezien de bepekte resten is het lastig om de precieze positie in de evolutionaire stamboom te bepalen. Een analyse uit 2017 gaf een positie in de Saltasaurinae:

Titanosauria 


Karongasaurus





Jiangshanosaurus




Chubutisaurus




Angolatitan



Malarguesaurus








Andesaurus



Ligabuesaurus





Argentinosaurus



Wintonotitan






 Lithostrotia 

Malawisaurus





Rukwatitan



Tapuiasaurus




Aeolosaurini



Isisaurus



Rapetosaurus





Muyelensaurus




Bonitasaura



Rinconsaurus








Normanniasaurus



Shingopana






Gondwanatitan




Overosaurus



Panamericansaurus






Aeolosaurus




Argyrosaurus



Trigonosaurus







 Saltasauridae 
Saltasaurinae


Neuquensaurus



Saltasaurus





Paralititan




Diamantinasaurus



Maxakalisaurus





 Opisthocoelicaudiinae 
Lognkosauria 

Futalognkosaurus




Epachthosaurus




Atsinganosaurus



Mendozasaurus








Pellegrinisaurus




Dreadnoughtus




Alamosaurus



Baurutitan








Ampelosaurus



Paludititan






Lohuecotitan



Mansourasaurus





Lirainosaurus




Nemegtosaurus



Opisthocoelicaudia













Levenswijze

Paralititan was een planteneter. De natuurlijke habitat van Paralititan omvatte tropische getijdenzones met moerassen, mangrovebossen en stranden. Het is de eerste opgegraven dinosauriër waarvan beweerd werd dat die in een mangrove leefde. De beschrijvers stelden dat de enorme productiviteit van mangrovebossen de enorme lichaamsgrootte van deze soort zou hebben mogelijk gemaakt.[2] Later werd dit bekritiseerd door onderzoekers die meenden dat de huidige mangrovebossen niet zomaar aan die uit het Krijt gelijkgesteld mochten worden.

Bij "mangrove" moeten we niet aan de moderne mangrovebossen denken. In het Krijt werden de zandplaten begroeid door een zaadvaren, Weichselia reticulata. Daarvan zijn op de locatie fossiele bladeren gevonden en ook resten van het wortelsysteem. Dat laatste groeide tot in de zandige stroomgeulen, een teken dat de stroomsnelheid daarin niet groot kan zijn geweest.[2] Omdat de planten vrij laag waren hoefde Paralititan zijn nek niet heel sterk omhoog te steken. Volgens Dodson, een aanhanger van de omstreden hypothese dat sauropoden vrij stijve nekbases hadden, kon hij dat ook helemaal niet. Dit kan niet direct getoetst worden daar de halswervels onbekend zijn. Hoewel sauropoden in het algemeen gespecialiseerde landdieren zijn, kon Paralititan zich vermoedelijk ook aardig zwemmend redden. Weliswaar maakte zijn vermoedelijk hoge romp hem wat labiel in het water maar een rollende beweging kon gecontroleerd worden door de lange nek en staart. Het water kon ook verkoelend zijn in het hete klimaat en daarbij droeg het wat van het lichaamsgewicht.

Moderne cultuur

Paralititan kwam voor in de serie Monsters Resurrected van Discovery Channel. In de serie werd Paralititan neergezet als een van de meest voorkomende herbivoren in die tijd, en een goede prooi voor grote theropoden zoals Carcharodontosaurus, Rugops en Spinosaurus.[8]