Australische slangenhalsschildpadden

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Australische slangenhalsschildpadden
Langnekslangenhalsschildpad (Chelodina longicollis) in een aquarium.
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Testudines (Schildpadden)
Onderorde:Pleurodira (Halswenders)
Familie:Chelidae (Slangenhalsschildpadden)
Geslacht
Chelodina
Fitzinger, 1826
Verspreiding van de diverse Chelodina soorten
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Australische slangenhalsschildpadden op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Australische slangenhalsschildpadden[1] (Chelodina) zijn een geslacht van schildpadden uit de familie slangenhalsschildpadden (Chelidae).

Naam en indeling[bewerken | brontekst bewerken]

De wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door Leopold Fitzinger in 1826.[2]

De vijftien soorten worden ruwweg ingedeeld in drie groepen, op basis van de relatieve dikte en lengte van de nek en de mate van afplatting van de schedel. Pogingen om deze groepen te vertalen naar een taxonomisch geaccepteerde herverdeling zijn echter onsuccesvol gebleven. Deze groepen worden beschouwd als ondergeslachten; Chelodina, Macrochelodina en Macrodiremys.[2] Lange tijd werden deze groepen als aparte geslachten beschouwd, tot de biologen Arthur Georges en Scott Thomson in 2010 de geslachten als ondergeslachten benoemden. Volgens andere moderne inzichten zouden de soorten verdeeld moeten worden in de ondergeslachten Chelodina, Chelydera en Macrochelodina.

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn zeventien verschillende soorten, inclusief de pas in 2022 beschreven soort Chelodina ipudinapi. Alle soorten worden gekenmerkt door een zeer lange nek, die soms bijna even lang is als het schild. De nekwervels zijn aanmerkelijk langer dan die van de rest van het lichaam, dat in het schild gelegen is. De schildlengtes variëren van 20 tot bijna 50 centimeter. Het schild is altijd afgeplat en veel soorten hebben een groef-achtige deuk in het schild. Vrijwel alle soorten hebben een bruine tot zwarte schildkleur. Jongere dieren hebben vaak bonte kleuren, zoals gele en rode vlekken aan de huid of op het schild.[3]

Verspreiding en habitat[bewerken | brontekst bewerken]

De meeste soorten komen endemisch voor in Australië, maar sommige leven in Azië in Papoea of Indonesië.[2] Australische slangenhalsschildpadden komen voor in ondiepe draslanden zoals rivieren, meren en moerassen. Ze leven altijd in langzaam stromende wateren, sommige soorten kennen een tolerantie voor brak water.

Levenswijze[bewerken | brontekst bewerken]

Australische slangenhalsschildpadden zijn niet heel sterk aan water gebonden en komen ook wel op het land, bijvoorbeeld om te overwinteren of om zich van het ene water naar het andere te verplaatsen. Vrijwel alle soorten eten voornamelijk dierlijk voedsel, van enkele recentelijk beschreven soorten is nog weinig bekend over de levenswijze en voortplanting. Bij de langnekslangenhalsschildpad (Chelodina longicollis) is de geslachtsbepaling chromosomaal en niet afhankelijk van de temperatuur zoals bij vrijwel alle andere schildpadden het geval is. De langwerpige slangenhalsschildpad (Chelodina oblonga) kan zelfs de eieren onder water afzetten, wat van geen enkele andere schildpad bekend is.[3]

Soortenlijst[bewerken | brontekst bewerken]

Alle soorten zijn onderstaand weergegeven, met de auteur, het verspreidingsgebied, de maximale schildlengte en een afbeelding, indien beschikbaar.

Soort Auteur Verspreiding Schildlengte Afbeelding
Chelodina burrungandjii Thomson, Kennett & Georges, 2000 Australië (Noordelijk Territorium) 32 cm
Chelodina canni McCord & Thomson, 2002 Australië (Noordelijk Territorium) 24 cm
Chelodina expansa Gray, 1857 Australië (Nieuw-Zuid-Wales, Queensland, Victoria, Zuid-Australië) 48 cm
Chelodina gunaleni McCord & Joseph-Ouni, 2007 Azië (Nieuw-Guinea) 24 cm
-
Chelodina ipudinapi Joseph-Ouni & McCord, 2022 Azië (Papoea-Nieuw-Guinea) 24 cm
-
Chelodina kuchlingi Cann, 1997 Australië (West-Australië) 23 cm
-
Chelodina kurrichalpongo Joseph-Ouni, Mccord, Cann & Smales, 2019 Australië (West-Australië) ? cm
-
Langnekslangenhalsschildpad
(Chelodina longicollis)
Shaw, 1794 Australië (Nieuw-Zuid-Wales, Queensland, Victoria, Zuid-Australië) 30 cm
McCords slangenhalsschildpad
(Chelodina mccordi)
Rhodin, 1994 Azië (Indonesië) 21 cm
Nieuw-Guinese slangenhalsschildpad
Chelodina novaeguineae)
Boulenger, 1888 Australië (Noordelijk Territorium, Queensland), Azië (Nieuw-Guinea, Indonesië). 30 cm
Langwerpige slangenhalsschildpad
(Chelodina oblonga)
Gray, 1841 Australië (West-Australië) 40 cm
Chelodina parkeri Rhodin & Mittermeier, 1976 Azië; Nieuw-Guinea 27 cm
Chelodina pritchardi Rhodin, 1994 Azië (Papoea-Nieuw-Guinea) 23 cm
-
Chelodina reimanni Philippen & Grossmann, 1990 Azië (Papoea-Nieuw-Guinea) 21 (35?) cm
-
Chelodina rugosa Ogilby, 1890 Australië; Noordelijk Territorium, Queensland, en West-Australië) 40 cm
Chelodina steindachneri Siebenrock, 1914 Australië (West-Australië) 21 cm
Chelodina walloyarrina McCord & Joseph-Ouni, 2007 Australië (West-Australië) 27 cm
-

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]