Gebruiker:AJW/Seksbom

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Pin-upgirl die een bom berijdt, afgebeeld op een B-17 Flying Fortress bommenwerper
Rita Hayworth in Blood and Sand (1941)
Jane Russell in het magazine Yank, the Army Weekly 21-9-1945
Lana Turner in Mr. Imperium (1951)
Gina Lollobrigida rond 1960
Marylin Monroe in Gentlemen Prefer Blondes (1953)
Monroe in Gentlemen Prefer Blondes (1953)

Seksbom, een samenstelling uit seks en bom, is een term die sedert de jaren zestig in de omgangstaal in gebruik is geraakt voor (jonge) vrouwen met een grote seksuele uitstraling of geprononceerde vrouwelijke lichaamsvormen. Ook in het Duitse taalgebied gebruikt men deze term. Een iets 'nettere' benaming is sekssymbool, maar die term heeft niet slechts betrekking op vrouwen, in tegenstelling tot het meer populaire 'seksbom'.

In het Engelse taalgebied is het begrip minder verbreid. Toch had de welshe zanger Tom Jones in 2000 een hit met het lied Sex Bomb. Vaker gebruikt men daar de term bombshell, een verwijzing naar de titel van een Hollywood-film uit 1933 met Jean Harlow in de hoofdrol. Vaak waren dergelijke vrouwen blondines, daarom werd veelal gesproken van blonde bombshells.

Blonde Bombshells[bewerken | brontekst bewerken]

Het fenomeen van de pin-upgirl kreeg een snelle populariteit in de oorlogsjaren, toen het Amerikaanse leger overzee verkeerde. Jane Russell was nog een Amerikaanse filmactrice en boezemkoningin met donkere lokken. In de jaren vijftig werd de eveneens donkerharige Bettie Page een uiterst populair fotomodel, geheel buiten de filmwereld om. De film was niettemin een rijker podium. Een speciale dimensie werd aan dit fenomeen toegevoegd in de jaren 50, toen de Amerikaanse filmproducenten met elkaar gingen wedijveren om de grootste publiektreksters aan zich te binden. Hollywood begon films op te nemen in Technicolor. Met name verleidelijke blondines lagen goed in de markt. Dat was al in de tijd van de zwart-wit films zo (Jean Harlow gold als “The Original Blonde Bombshell” door haar film Bombshell uit 1933), omdat blond op het doek mooier contrasteerde. Met Marilyn Monroe kreeg deze ontwikkeling een nieuwe impuls.

De titel van haar succesfilm uit 1953 (Gentlemen Prefer Blondes) droeg aan de beeldvorming bij. Van Monroe is ook bekend dat ze geen blonde medespeelsters op de set duldde. Andere blonde en veelal goedgevormde sterren waren Jayne Mansfield, Mamie Van Doren en Anita Ekberg. Meer gracieus en /of mysterieus acteerden blondines als Grace Kelly en Kim Novak. Groot-Brittannië probeerde aanvankelijk ook een eigen blonde seksbom te promoten, compleet met allitererende artiestennaam (Diana Dors), maar was daarmee over de oceaan althans toch minder succesvol.[1] De "50's blonde bombshell look" , belichaamd door "de drie 'M's'" (Mansfield, Mamie Van Doren en Monroe), bleef toch vooral een Amerikaans handelsmerk.

Europa[bewerken | brontekst bewerken]

Uit Europa, met name Italië, kwamen donkergelokte en/of donkerogige schoonheden zoals Gina Lollobrigida, Sophia Loren en Claudia Cardinale.[2] Doorgaans waren zij eerst opgevallen bij schoonheidswedstrijden, om vervolgens voor de film ontdekt en door dat medium beroemd gemaakt te worden. De Franse Brigitte Bardot bracht het type van het blonde stoeipoesje in de spotlights en de donkere, blauwogige Engelse Elizabeth Taylor toonde dat ook minder stereotiepe actrices de status van superster konden verwerven. Anita Ekberg werd pas echt een wereldster toen ze in Fellini's La dolce vita (1960) het proto-type van de blonde filmgodin speelde. Een andere Italiaanse regisseur (Antonioni) maakte van Monica Vitti een vedette.
Brigitte Bardot werd reeds in 1970 verkozen om model te staan voor een befaamd nationaal symbool van Frankrijk, Marianne, symbool van de Franse Republiek, in de gedaante van de vrijheidsgodin. In 1985 viel een andere Franse filmgodin deze eer te beurt, en wel Catherine Deneuve.

Allitererende namen[bewerken | brontekst bewerken]

Een bijkomend kenmerk van vele filmgodinnen is het gebruik van een allitererende artiestennaam, al dan niet ontleend aan de persoonlijke antecedenten van de desbetreffende ster. Met name medeklinkers leenden zich hiervoor goed. Een dergelijke name branching werd zowel in Europa (bij Greta Garbo) als in Amerika (bij Marilyn Monroe) toegepast, maar werd in Europa bijna een traditie met Brigitte Bardot, Claudia Cardinale en Diana Dors.

Europa[bewerken | brontekst bewerken]

Uit Europa, met name Italië, kwamen donkergelokte en/of donkerogige schoonheden zoals Gina Lollobrigida, Sophia Loren en Claudia Cardinale.[3] Doorgaans waren zij eerst opgevallen bij schoonheidswedstrijden, om vervolgens voor de film ontdekt en door dat medium beroemd gemaakt te worden. De Franse Brigitte Bardot bracht het type van het blonde stoeipoesje in de spotlights en de donkere, blauwogige Engelse Elizabeth Taylor toonde dat ook minder stereotiepe actrices de status van superster konden verwerven. Anita Ekberg werd pas echt een wereldster toen ze in Fellini's La dolce vita (1960) het proto-type van de blonde filmgodin speelde. Een andere Italiaanse regisseur (Antonioni) maakte van Monica Vitti een vedette.
Brigitte Bardot werd reeds in 1970 verkozen om model te staan voor een befaamd nationaal symbool van Frankrijk, Marianne, symbool van de Franse Republiek, in de gedaante van de vrijheidsgodin. In 1985 viel een andere Franse filmgodin deze eer te beurt, en wel Catherine Deneuve.

Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

Een Nederlandse actrice, en de enige die althans een beetje in de buurt van deze status is gekomen, was Sylvia Kristel (Utrecht, 1952.[4] Internationale bekendheid kreeg zij in de jaren zeventig door haar rol in de erotische film Emmanuelle (gevolgd door Emmanuelle II, III, IV, V, VI en VII). Meer dan vijftig internationale speelfilms staan op haar naam.[5]

Het einde van een tijdperk[bewerken | brontekst bewerken]

Het fenomeen van de filmgodinnen ontstond in het tijdperk waarin de televisie nog niet bestond en de bioscoop het visuele massa-medium werd. Het tijdperk van de grote koninginnen van Hollywood lijkt met Elizabeth Taylor inmiddels afgesloten te zijn. Zij zijn veelal het object geworden van nostalgische herinnering, die soms—dit geldt met name Marilyn Monroe—gevoed wordt door schier eindeloze reeksen boekpublicaties. Daaronder zijn soms ook journalistiek of literair meer interessante publicaties, zoals in het Nederlands taalgebied door Ab van Ieperen[6] en Rinus Ferdinandusse.[7] Recensent Frank Jansen karakteriseert de sterren in deze bundel als volgt: ze hadden allen hun hoogtijdagen in de periode 1925-1965, ze waren allemaal van het blanke ras, waren vaak afkomstig uit een gebroken gezin, trouwden gemiddeld drie keer en zochten nogal eens troost of afleiding bij de fles. Sommigen van hen (zoals Ingrid Bergman, Liz Taylor en Bette Davis) wonnen een of meer Oscars, de overigen zijn vooral bekend vanwege hun fraaie uiterlijk en hun onstuimige privé-leven (Jayne Mansfield, Lana Turner, Rita Hayworth).[8]

Pamela Anderson in 2009

Een late nagalm[bewerken | brontekst bewerken]

Dat ook het type van de blonde bombshell nog wel opgang kan maken toonde Pamela Anderson, die vooral met haar boezem wereldfaam verwierf in de Amerikaanse serie Baywatch.
In de jaren 90 van de 20e eeuw deed de Texaanse Anna Nicole Smith nog een tamelijk vergeefse gooi naar de sterrenstatus van de vroegere Blonde bombshells. In haar gooi naar een bijpassende materiële erfenis[9] was zij evenmin geheel succesvol. Anna Nicole Smith overleed op 39-jarige leeftijd. Haar vroege dood en de oorzaak daarvan riepen sterk het tragisch einde van Marilyn Monroe in de herinnering. Smith overleed door een overdosis medicijnen (een combinatie van pijnstillers en antidepressiva), terwijl Monroe door een overdosis aan slaapmiddelen (barbituraten) was overleden. Over het leven van Smith werd al snel een film gemaakt (met Willa Ford in de hoofdrol), en in februari 2011 is een opera Anna Nicole (door Mark-Anthony Turnage) in première gegaan in het Londense Royal Opera House met de Nederlandse sopraan Eva-Maria Westbroek in de hoofdrol.[10] Anders was het twijfelachtig geweest of deze glamour girl met haar zeer beperkte acteerkwaliteiten nog lang in de herinnering zou voortleven.

Galerij[bewerken | brontekst bewerken]

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. In 1999 werd aan deze bijna vergeten actrice nog een televisiefilm gewijd: The Blonde Bombshell. Hierin speelden Amanda Redman en Keeley Hawes (de jonge DD) de rol van Diana Dors.
  2. Stephen Gundle (2002), Histories of Leisure. Berg Publishers, "Hollywood Glamour and Mass Consumption in Postwar Italy". ISBN 1859735258.
  3. Stephen Gundle (2002), Histories of Leisure. Berg Publishers, "Hollywood Glamour and Mass Consumption in Postwar Italy", 337–360. ISBN 1859735258.
  4. [1]
  5. Zie verder onder meer [2]
  6. Ab van Ieperen: Actrices als vrouw, vrouwen als actrices. Amsterdam, 1978. Interviews met Isabelle Adjani, Catherine Deneuve, Faye Dunaway, Ava Gardner, Annie Girardot, Glenda Jackson, Jeanne Moreau, Charlotte Rampling, Dominique Sanda, Romy Schneider, Simone Signoret, Liv Ullmann, Monica Vitti en Shelly Winters.
  7. Rinus Ferdinandusse: Als sterren naar de hemel gaan; 21 portretten van beroemde Hollywood-godinnen, Amsterdam, 2004.
  8. Frank Jansen in zijn NBD|Biblion recensie.
  9. In 1994 verkreeg ze internationale bekendheid toen ze op 26-jarige leeftijd een 89-jarige miljardair trouwde.
  10. New York Times

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Daniel Cohen & Susan Chen: Screen Goddesses, 1984.
  • Jessica Hope Jordan: The Sex Goddess in American Film, 1930-1965: Jean Harlow, Mae West, Lana Turner, and Jayne Mansfield Cambria Press, 2009. ISBN 1604976632. Gedeeltelijk online beschikbaar
  • Tom Lisanti: Glamour Girls of Sixties Hollywood: Seventy-Five Profiles, 2007.
  • Guus Luijters & Gerard Timmer : Sexbomb, the life and Death of Jayne Mansfield. Secaucus, N.J.: Citadel Press, 1988
  • Stephanie Ann Smith: Household Words: Bloomers, Sucker, Bombshell, Scab, Nigger, Cyber University of Minnesota Press, 2006. ISBN 978-0-8166-4553-4. Gedeeltelijk online beschikbaar
  • Steve Sullivan: Bombshells: Glamour Girls of a Lifetime, 1998.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

[[Categorie:Film]] [[Categorie:Sociologie]] [[Categorie:Seksualiteit]]