Gebruiker:Zomerklokje/Proef
Infobox op deze pagina: tekening - (prent) - (fresco)
+++++++++
Brabantsson[bewerken | brontekst bewerken]
De vroege Brabantsson | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | Aquarel in het Tulpenboek, fol. 29 | ||||||
Kunstenaar | Judith Leyster | ||||||
Signatuur | JL* 1643 | ||||||
Datering | 1643 | ||||||
Tekenmateriaal | Zilverstift, aquarel | ||||||
Drager | Vellum | ||||||
Afmetingen | 38,2 × 27,2 cm | ||||||
Verblijfplaats | Frans Halsmuseum, Haarlem | ||||||
Werken van Judith Leyster | |||||||
| |||||||
RKD-gegevens | |||||||
|
De vroege Brabantsson
Sjabloon:Infobox tekening
Sjabloon:Infobox prent
Sjabloon:Infobox fresco
Aelbert Cuyp[bewerken | brontekst bewerken]
Aelbert Cuyp | ||||
---|---|---|---|---|
Onweer boven Dordrecht, National Gallery
| ||||
Persoonsgegevens | ||||
Volledige naam | Aelbert Jacobsz. Cuyp | |||
Geboren | Dordrecht, 1620 | |||
Overleden | Dordrecht, 1692 | |||
Geboorteland | Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden | |||
Beroep(en) | Kunstschilder, tekenaar, etser | |||
Oriënterende gegevens | ||||
Stijl(en) | Barok | |||
Bekende werken | Schepen voor de Groothoofdspoort, Rivierlandschap met ruiters | |||
|
Aelbert Cuyp (Dordrecht, gedoopt oktober 1620 – Dordrecht (Augustijnenkerk), begraven 15 november 1691)[1]
Leven[bewerken | brontekst bewerken]
Jeugd[bewerken | brontekst bewerken]
[Jacob, leerling van Abraham Bloemaert (vgl. zijn tekeningen); medeoprichter Sint-Lucasgilde van Dordrecht: Houbraken 1721, p. 238]
Aelbert Cuyp kwam uit een kunstenaarsfamilie. Zijn grootvader Gerrit Gerritsz. Cuyp was vooral glazenier – hij ontwierp het gebrandschilderde raam dat Dordrecht in ... aan Gouda schonk. Aelberts vader Jacob Cuyp was een verdienstelijk schilder, die zijn zoon het schildervak leerde. Benjamin Cuyp, Jacobs jongere halfbroer, was een productieve schilder van vooral bijbelse voorstellingen en genrestukken.[2]
Aelbert Cuyp was het enige kind van Jacob Cuyp en Aertken Cornelis van Cootendr. Hij werd in oktober 1620 gedoopt in de Grote Kerk van Dordrecht – zijn exacte geboorte- of doopdatum is niet bekend (20 oktober ?). Hij werd in het doopboek ingeschreven onder de naam Albrecht.[3]
Zijn geboortehuis stond waarschijnlijk in de buurt van de Blauwpoort, maar kort erna verhuisde het gezin naar het huis "Samson" aan de Nieuwbrug. Hij zou daar na de dood van zijn ouders blijven wonen tot aan zijn huwelijk met Cornelia Boschman in (1658).[4]
Het is vrijwel zeker dat Aelbert Cuyp het vak leerde van zijn vader, die een verdienstelijk schilder was van portretten, landschappen en genrescènes. ("kunstboeken", portretten in een landschap)
-
Nieuwbrug in 1958: op de hoek met de Voorstraat stond het in 1847 afgebroken woonhuis van Aelbert Cuyp
Tekenexcursies rond Dordrecht (ca. 1638)[bewerken | brontekst bewerken]
In zijn jonge jaren ontwikkelde Aelbert zich al snel tot een virtuoze landschapstekenaar. Jacob maakte hiervan dankbaar gebruik door hem in sommige van zijn groepsportretten de landelijke decors te laten schilderen waarin de geportretteerden poseerden.
- ? Rotterdam: les van Simon de Vlieger? (Cornelis Saftleven)
Naar Utrecht (ca. 1640)[bewerken | brontekst bewerken]
- Reis door Holland: Den Haag, Leiden, Rijnsburg, Haarlem
- Utrecht: Jan Both, Herman Saftleven (uit Gorinchem)
Reis naar Kalkar en Kleef (ca. 1640-42)[bewerken | brontekst bewerken]
Carrière als schilder[bewerken | brontekst bewerken]
- Invloed van Jan van Goyen, die regelmatig Dordrecht e.o bezocht
Rhenen en Nijmegen (ca. 1652)[bewerken | brontekst bewerken]
Lokaal succes[bewerken | brontekst bewerken]
Vader overlijdt (1651/2); Aelbert Cuyp neemt opdrachten over (portretten)
Zijn opdrachtgevers kwamen voornamelijk uit Dordrecht en omgeving.
De rijke weduwe en de schilderende vrijgezel (1658)[bewerken | brontekst bewerken]
Na zijn huwelijk verhuisde Cuyp naar een huis in de Wijnstraat, in de omgeving van de Wijnkoperskapel (waar in 18.. de Boterbeurs is gebouwd). Hij kocht later ook een ander huis aan de Wijnstraat tegenover de Schrijversstraat, misschien zijn atelier, want ondanks zijn gestegen aanzien/welvaart is hij waarschijnlijk wel – in een rustiger tempo – blijven schilderen. [4]
Tot zijn functies behoorden: diaken (1660-1661) en ouderling (1672-1674) van de Hervormde Kerk, regent van het Heilig Geest- en Pesthuis ter Groter Kerk (vanaf 1673) en lid van de Vierschaar van Zuid-Holland.[4]
Het raadsel van de laatste jaren[bewerken | brontekst bewerken]
Cuyp overleed in 1691 en werd op 15 november begraven in de Augustijnenkerk aan de Voorstraat. Cuyp en Boschman kregen één dochter, Arendina. Zij trouwde met Pieter Onderwater, die in 1692 het landgoed Dordwijk kocht en daar de schilderijencollectie onderbracht die Arendina van haar vader had geërfd.[4]
Werk[bewerken | brontekst bewerken]
De samenwerking met Jacob Cuyp[bewerken | brontekst bewerken]
-
200x150
Mythologische en bijbelse voorstellingen[bewerken | brontekst bewerken]
-
Orpheus betovert de dieren, ca. 1640, MFA, Boston
-
Doop van de eunuch, ca. 1642-43, Menil Collectie
-
De bekering van Saulus, ca. 1645-48, privécollectie
-
Doop van de eunuch, ca. 1655, National Trust
De vroege landschappen[bewerken | brontekst bewerken]
Landschappen à la Van Goyen (1640-1650)
Riviergezichten: atmosferische effecten, luchten, maanlicht
-
Zee bij maanlicht, 1648, Hermitage
-
Goudkleurig maanlicht: Fishing boats by moonlight, ca. 1650, Wallraf-Richartz-Museum, Keulen
-
Dreigende lucht: Vianen met een herder en vee, 1640-1648, Art Institute of Chicago
Gezichten op Dordrecht
-
Groothoofdspoort, ca. 1655, Kenwood House
-
Groothoofdspoort, ca. 1650, National Trust, Ascott
Een Hollands Arcadië[bewerken | brontekst bewerken]
Pastorales / Italiaans licht (1650-1660)
Herders en melkmeiden in tegenlicht (contre-jour)
-
Evening in the Meadows, ca. 1655, Norton Simon Museum
-
Landschap met koeien en herdersjongen, 1650-1670, Rijksmuseum
-
Avondlandschap met ruiters en herders, ca. 1655-1660, Windsor Castle
Nieuwe adel in de polder (Een Hollands/aristocratisch Arcadië)
-
De laan naar de buitenplaats Meerdervoort bij Zwijndrecht, 1650-1652, The Wallace Collection
-
Het begin van een paardrit, ca. 1665, Louvre
-
Voor de jacht: Michiel (1638 - 1653) and Cornelis Pompe van Meerdervoort (1639 - 1680), begin jaren 1650, Metropolitan Museum of Art, New York
De late landschappen (na 1660)
-
Rhenen met reizigers, 1680s(?), Particuliere collectie
-
Drie ruiters, Brussel
-
Rider and Herdsman in an Imaginary Landscape with a Ruined Castle and Distant Town, National Trust, Petworth House
Portretten[bewerken | brontekst bewerken]
Groepsportretten
-
De familie Sam, ca. 1653, Boedapest
-
Jacob Mathieusen en zijn vrouw met op de achtergrond het kasteel van Batavia, Rijksmuseum Amsterdam
Na de dood van zijn vader Jacob Cuyp in 1651 of 1652 heeft Aelbert Cuyp waarschijnlijk zijn portretopdrachten overgenomen en eventueel onvoltooide werken afgemaakt, maar uiteindelijk ging zijn carrière een andere kant op.
-
Portret van een jonge man, 1651, Rijksmuseum
-
Portret van een jonge vrouw als jager, 1651, privecollectie
Genre en stilleven[bewerken | brontekst bewerken]
Cuyp heeft voor zover bekend geen echte stillevens geschilderd, maar hij verwerkte ze soms wel in genreachtige voorstellingen van marktkooplui. Zijn genrestukken zijn meestal in en op de boerderij gesitueerd.
-
Koeien met een melkmeid op een boerenerf, Mildred Lane Kemper Museum
-
Vrouw met grote strohoed en mand met fruit, Museum Boijmans Van Beuningen
Dieren en planten[bewerken | brontekst bewerken]
Studies:
Houbraken prees al de veelzijdigheid van Aelbert Cuyp: "Hem scheen het evenveel te wezen wat hy ook maakte Ossen, Koeijen, Schapen, Paerden, Fruit, Landschap, stil water met Scheepen; 't scheen hem alles onverschillig te wezen, en daar men zig over verwonderen moet, is, dat hy alles even fraai en natuurlyk schilderde." Ook nu nog wordt hij – samen met Paulus Potter – gezien als een van de beste dierschilders van de Gouden Eeuw.
In het veld maakte hij tekeningen van koeien, schapen, pluimvee en watervogels die hij later in zijn schilderijen verwerkte. Zijn studies van grote bladplanten zoals klitten, zuring en groot hoefblad gebruikte hij vaak als repoussoir in zijn landschappen.
Portretten
Cuyp portretteerde ook huisdieren die een bijzondere betekenis hadden voor hun eigenaren, zoals paarden, honden en de twintigjarige boereneend Sijctghen (1647).
- tekst
- tekst
- tekst
-
Liggende hond, Albertina
-
Sijtgen, 1647/1650, Dordrechts Museum
-
Vijf studies van rustende schapen, ca. 1646, Ackland Art Museum
-
Pluimvee, Groeningemuseum
Etsen[bewerken | brontekst bewerken]
-
Twee koeien en herders, ca. 1652, ets naar een eigen tekening, Rijksmuseum Amsterdam
Curiosa op koper[bewerken | brontekst bewerken]
Uithangborden; Apollo-
-
Aelbert Cuyp [Abraham van Dijck?], Uithangbord van een wijnhandelaar in Dordrecht: het proeven van wijn (ene kant); het kuipen van de wijnvaten (andere kant), ca. 1640-1650, Simon van Gijn (Rijksmuseum Amsterdam)
Waardering en invloed[bewerken | brontekst bewerken]
De Dordtse kunstenaarsbiograaf Arnold Houbraken gaf een lovende en vrij jolige beschrijving van "Aalbert Kuip". Hij beheerste allerlei genres en hij schilderde alles even "fraai en natuurlijk". Hij werkte naar de natuur, vond schilderijen van anderen zonde van zijn geld, kon de verschillende momenten van de dag schilderen ...: Houbraken 248-249
Terwijl Aelbert Cuyp in Nederland langzaam in de vergetelheid raakte en zijn schilderijen aan de Dordtse muren hingen te verstoffen – volgens ... – begon in Groot-Brittannië zijn ster te rijzen. In de achttiende eeuw waren het vooral de voorstellingen van aristocratische ruiters in een idyllisch landschap die Engelse adel aanspraken.
In de negentiende eeuw werd hij een held voor Engelse landschapsschilders als Constable en Turner, die – net als Houbraken – onder de indruk waren van Cuyps weergave van wolken en atmosferische effecten. Constable was lyrisch over een schilderij dat hij zag bij zijn mecenas in Ham House: "There is there a truly sublime Cuyp, still and tranquil, the town of Dort is seen with its towers and windmills under the insidious gleamof a feint watery sun, while a horrid rent in the sky almost frightens one, and the lightning descends to the earth over some poor cottages with a glide that is so much like nature that I wish I had seen it before I sent away my Salisbury"[5]
Intussen hadden ook de Dordtse kunstenaars hem weer ontdekt. Het werk van de gebroeders Van Strij is op het eerste gezicht soms nauwelijks onderscheiden van hun 17e-eeuwse voorbeeld. Toch zou het nog lang duren voor de Nederlandse musea Cuyp serieus namen. [...]
Portretten en standbeelden[bewerken | brontekst bewerken]
Op het Bagijnhof in Dordrecht is een standbeeld van Albert Cuyp geplaatst. Omdat niet bekend is hoe hij eruitzag is voor een abstract kunstwerk gekozen.
De gravures die in oude kunstboeken staan afgebeeld, zijn deels fantasie en deels gebaseerd op het portret van een onbekende man door Johannes Verspronck, dat vroeger ten onrechte werd aangezien voor een portret van Cuyp door Frans Hals.[6] In Museum Bredius bevindt zich een portret van een jonge schilder dat bekendstond als een "zelfportret van Aelbert Cuyp op jonge leeftijd", maar dit is geen zelfportret en het is ook niet door Cuyp geschilderd.[7] Verder bestaan (of bestonden) er twee miniatuurportretten die volgens een veilingcatalogus uit 1943 Aelbert Cuyp en zijn vrouw Cornelia Bosman voorstellen, maar de herkomst van deze toeschrijving is onbekend.[8]
-
Johannes Verspronck, Portret van een man met een hoed, ca. 1645, privécollectie; voor 1907 ten onrechte beschouwd als een portret van Aelbert Cuyp door Frans Hals
-
Fantasieportret van Aelbert Cuyp, uit: Vaderlandse Historie 2, 1926 (naar een 19e-eeuwse gravure[9])
-
Anoniem, Portret van een schilder, ca. 1650-1660, Museum Bredius, Den Haag
Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- (nl) Houbraken, Arnold, 1718-1721 (1753), De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen. Eerste deel, Den Haag, Swart, Boucquet en Gaillard; geraadpleegd op DBNL (KB)
- (nl) De Groot, J.M.; Veerman, W. & Van Gelder, J.G., 1977, Aelbert Cuyp en zijn familie. Schilders te Dordrecht, Dordrechts Museum
- (nl) Haak, Bob, 1984 (2003), Hollandse schilders in de Gouden Eeuw, Zwolle, Waanders, ISBN 9040087911
- (nl) Marijnissen, Peter e.a. (red.), 1992, De Zichtbaere Werelt, Zwolle, Waanders / Dordrechts Museum, ISBN 9066303670
- (en) Loughman, John & Montias, John Michael, 2000, Public and Private Spaces. Works of Art in Seventeenth-Century Dutch Houses, Zwolle, Waanders, ISBN 9789040094446
- (en) Wheelock Jr, A.K. (red.), 2001, Aelbert Cuyp, New York/Londen, Thames & Hudson, ISBN 9780500510575
- (nl) Kloek, Wouter, 2002, Aelbert Cuyp. Land, water, licht (Rijksmuseum Dossiers), Zwolle, Waanders, ISBN 9789040096662
Noten[bewerken | brontekst bewerken]
HOUBRAKEN 248-249: Hier meê willen wy onze Redenvoering eindigen, en de Toneelgordyn openen met de Konstschilder AALBERT KUIP geboren te Dordrecht in 't jaar 1605. Deze was de Zoon van JAKOB GERRITZE KUIP een braaf schilder, by wien hy de Konst geleerd heeft, hoe wel hy in handeling veel van zyn Vader verscheelde; want hy wat meer aan den netten kant was: ook zoo ruw in zyne penceelbehandeling niet als zyn Neef BENJAMIN KUIP die een medeleerling met hem was: hoewel ik 'er dingen van gezien heb, die meesterlyk aangetoetst waren. Daarenboven hield zig zyn Vader aan eenerhande verkiezinge. Hem daarentegen scheen het evenveel te wezen wat hy ook maakte Ossen, Koeijen, Schapen, Paerden, Fruit, Landschap, stil water met Scheepen; 't scheen hem alles onverschillig te wezen, en daar men zig over verwonderen moet, is, dat hy alles even fraai en natuurlyk schilderde. Daarenboven heeft hy inzonderheid wel in agt genomen de tydstonden waar in hy de voorwerpen verbeelde, zoo dat men den benevelden morgenstond van den klaren middag, en dezen weer van den saffraanverwigen avondstond in zyn tafereelen kost onderscheiden. Ook heb ik verscheide maanligten van hem gezien die heel natuurlyk verbeeld waren, en zoo geschikt dat dezelve een aangename spiegeling in 't water maakten. Onder zyne Konststukken zyn wel de voornaamste, daar hy de Dordsche Beestemarkt in verbeeld, als ook de Pikeurbaan, daar hy dan de schilderagtigste Paerden die daar gewoonlyk kwamen, in te pas bragt, zoo dat men dezelve kost onderkennen. Dat 'er na zyn dood geen modellen of teekenen van andere meesters by hem gevonden wierden is een bewys dat hy alleen de natuur tot leiding nam. 't Was ook zyn aart niet geld daar aan te besteeden, want hy had altyd tot zinspreuk: In harde Ryksdaalders komt de mot niet. Egter was hy een man van onbesproken leven, en ouderling van de Gereformeerde Kerk.
Noten
|
Test infobox[bewerken | brontekst bewerken]
Conus Marmoreus | ||||
---|---|---|---|---|
Bijnaam | De schelp | |||
Graveur | Rembrandt van Rijn | |||
Jaar | 1650 | |||
Techniek | ets, droge naald, burijn | |||
Volgnummer | Bartsch 159 | |||
Afmetingen | 9,7 × 12,9 cm | |||
Aantal staten | 3 | |||
Artistieke context | ||||
Genre | stilleven | |||
Stijl | barok | |||
Voorbeeld | etsen van schelpen door Wenceslaus Hollar (?) | |||
Collecties | ||||
| ||||
Etsen van Rembrandt | ||||
Vorige | B158 - Slapend hondje | |||
Volgende | B160 - Oude man met een lange mantel zittend in een armstoel | |||
RKD-gegevens | ||||
|
Prent 1: schelp
De predikende Christus | ||||
---|---|---|---|---|
Bijnaam | Honderdguldenprent | |||
Graveur | Rembrandt van Rijn | |||
Jaar | circa 1643-1649 | |||
Techniek | ets, droge naald, burijn | |||
Volgnummer | Bartsch 74a | |||
Afmetingen | 27,8 × 38,8 cm | |||
Aantal staten | 2 | |||
Latere afdrukken | circa 1775 (Bartsch 74b; opgewerkt door William Baillie) | |||
Artistieke context | ||||
Genre | historiestuk | |||
Stijl | barok | |||
Voorstudie | diverse tekeningen | |||
Collecties | ||||
| ||||
Etsen van Rembrandt | ||||
Vorige | B73 - De opwekking van Lazarus (ca. 1632) | |||
Volgende | B75 - Christus in de hof van Gethsemane | |||
RKD-gegevens | ||||
|
Prent 2: De predikende Christus Honderdguldenprent
- Het Rembrandthuis (2e staat; Baillie)
- Rijksprentenkabinet, Amsterdam
- British Museum, Londen
- Frick Collection, New York
- Metropolitan Museum of Art, New York
- Museum of Fine Arts, Boston
- Allen Memorial Art Museum, Oberlin
- e.a.
Onder de golf voor de kust van Kanagawa | ||||
---|---|---|---|---|
Een afdruk van de prent in het Nationaal museum van Tokio
| ||||
Originele titel | Kanagawa-oki nami-ura | |||
Bijnaam | De grote golf | |||
Graveur | onbekend | |||
Tekenaar | Katsushika Hokusai | |||
Jaar | circa 1831-1834 | |||
Techniek | houtsnede | |||
Afmetingen | 25,7 × 37,8 cm | |||
Artistieke context | ||||
Genre | landschap | |||
Stijl | ukiyo-e | |||
Collecties | ||||
| ||||
Zesendertig gezichten op de berg Fuji | ||||
Volgende | Zuidenwind, heldere dageraad (Rode Fuji) | |||
|
Prent 3: De grote golf van Kanagawa
Melencolia I | ||||
---|---|---|---|---|
Graveur | Albrecht Dürer | |||
Jaar | 1514 | |||
Techniek | gravure | |||
Afmetingen | 23,9 × 18,9 cm | |||
Aantal staten | 2 | |||
Artistieke context | ||||
Genre | allegorie | |||
Stijl | renaissance | |||
Verwant | Ridder, Dood en Duivel De Heilige Hiëronymus in zijn studeervertrek | |||
Collecties | ||||
diversen
| ||||
|
Prent 4: Melencolia I