Gebruiker:Zomerklokje/Proef

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Infobox op deze pagina: tekening - (prent) - (fresco)

+++++++++

Brabantsson[bewerken | brontekst bewerken]

De vroege Brabantsson
Zomerklokje/Proef
Omschrijving Aquarel in het Tulpenboek, fol. 29
Kunstenaar Judith Leyster
Signatuur JL* 1643
Datering 1643
Tekenmateriaal Zilverstift, aquarel
Drager Vellum
Afmetingen 38,2 × 27,2 cm
Verblijfplaats Frans Halsmuseum, Haarlem
Werken van Judith Leyster
Stilleven   <– –>   Zelfportret (ca. 1653)
RKD-gegevens
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur
Barok
Schilderkunst

De vroege Brabantsson

Sjabloon:Infobox tekening

Sjabloon:Infobox prent

Sjabloon:Infobox fresco

Aelbert Cuyp[bewerken | brontekst bewerken]

Aelbert Cuyp
Onweer boven Dordrecht, National Gallery
Persoonsgegevens
Volledige naam Aelbert Jacobsz. Cuyp
Geboren Dordrecht, 1620
Overleden Dordrecht, 1692
Geboorteland Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Beroep(en) Kunstschilder, tekenaar, etser
Oriënterende gegevens
Stijl(en) Barok
Bekende werken Schepen voor de Groothoofdspoort,
Rivierlandschap met ruiters
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Aelbert Cuyp (Dordrecht, gedoopt oktober 1620 – Dordrecht (Augustijnenkerk), begraven 15 november 1691)[1]

Leven[bewerken | brontekst bewerken]

Jeugd[bewerken | brontekst bewerken]

De huizen "Het Cruys" en (erachter) "Samson", het ouderlijk huis van Aelbert Cuyp, aan de Nieuwbrug op de hoek van de Voorstraat. De beide huizen werden in 1846 [of 1847] afgebroken voor de bouw van de nieuwe Nieuwbrug van Itz: Johannes Rutten, Nieuwburg aan de Voorstraat, ca. 1840, Regionaal Archief Dordrecht (foto: RCE)

[Jacob, leerling van Abraham Bloemaert (vgl. zijn tekeningen); medeoprichter Sint-Lucasgilde van Dordrecht: Houbraken 1721, p. 238]

Aelbert Cuyp kwam uit een kunstenaarsfamilie. Zijn grootvader Gerrit Gerritsz. Cuyp was vooral glazenier – hij ontwierp het gebrandschilderde raam dat Dordrecht in ... aan Gouda schonk. Aelberts vader Jacob Cuyp was een verdienstelijk schilder, die zijn zoon het schildervak leerde. Benjamin Cuyp, Jacobs jongere halfbroer, was een productieve schilder van vooral bijbelse voorstellingen en genrestukken.[2]

Aelbert Cuyp was het enige kind van Jacob Cuyp en Aertken Cornelis van Cootendr. Hij werd in oktober 1620 gedoopt in de Grote Kerk van Dordrecht – zijn exacte geboorte- of doopdatum is niet bekend (20 oktober ?). Hij werd in het doopboek ingeschreven onder de naam Albrecht.[3]

Zijn geboortehuis stond waarschijnlijk in de buurt van de Blauwpoort, maar kort erna verhuisde het gezin naar het huis "Samson" aan de Nieuwbrug. Hij zou daar na de dood van zijn ouders blijven wonen tot aan zijn huwelijk met Cornelia Boschman in (1658).[4]

Het is vrijwel zeker dat Aelbert Cuyp het vak leerde van zijn vader, die een verdienstelijk schilder was van portretten, landschappen en genrescènes. ("kunstboeken", portretten in een landschap)

Tekenexcursies rond Dordrecht (ca. 1638)[bewerken | brontekst bewerken]

In zijn jonge jaren ontwikkelde Aelbert zich al snel tot een virtuoze landschapstekenaar. Jacob maakte hiervan dankbaar gebruik door hem in sommige van zijn groepsportretten de landelijke decors te laten schilderen waarin de geportretteerden poseerden.

  • ? Rotterdam: les van Simon de Vlieger? (Cornelis Saftleven)

Naar Utrecht (ca. 1640)[bewerken | brontekst bewerken]

  • Reis door Holland: Den Haag, Leiden, Rijnsburg, Haarlem
  • Utrecht: Jan Both, Herman Saftleven (uit Gorinchem)

Reis naar Kalkar en Kleef (ca. 1640-42)[bewerken | brontekst bewerken]

Arnhem vanuit het zuiden, ca. 1642-46, Albertina
Grebbeberg, ca. 1646-1648, privécollectie

Carrière als schilder[bewerken | brontekst bewerken]

Dreigende lucht met landschap in de stijl van Van Goyen: Vianen met een herder en vee, 1640-1648, Art Institute of Chicago
  • Invloed van Jan van Goyen, die regelmatig Dordrecht e.o bezocht

Rhenen en Nijmegen (ca. 1652)[bewerken | brontekst bewerken]

Lokaal succes[bewerken | brontekst bewerken]

Gezicht op Dordrecht met de Groothoofdspoort, ca. 1650, National Trust, Ascott

Vader overlijdt (1651/2); Aelbert Cuyp neemt opdrachten over (portretten)

Zijn opdrachtgevers kwamen voornamelijk uit Dordrecht en omgeving.

De rijke weduwe en de schilderende vrijgezel (1658)[bewerken | brontekst bewerken]

Na zijn huwelijk verhuisde Cuyp naar een huis in de Wijnstraat, in de omgeving van de Wijnkoperskapel (waar in 18.. de Boterbeurs is gebouwd). Hij kocht later ook een ander huis aan de Wijnstraat tegenover de Schrijversstraat, misschien zijn atelier, want ondanks zijn gestegen aanzien/welvaart is hij waarschijnlijk wel – in een rustiger tempo – blijven schilderen. [4]

Tot zijn functies behoorden: diaken (1660-1661) en ouderling (1672-1674) van de Hervormde Kerk, regent van het Heilig Geest- en Pesthuis ter Groter Kerk (vanaf 1673) en lid van de Vierschaar van Zuid-Holland.[4]

Het raadsel van de laatste jaren[bewerken | brontekst bewerken]

Cuyp overleed in 1691 en werd op 15 november begraven in de Augustijnenkerk aan de Voorstraat. Cuyp en Boschman kregen één dochter, Arendina. Zij trouwde met Pieter Onderwater, die in 1692 het landgoed Dordwijk kocht en daar de schilderijencollectie onderbracht die Arendina van haar vader had geërfd.[4]

Werk[bewerken | brontekst bewerken]

De samenwerking met Jacob Cuyp[bewerken | brontekst bewerken]

Mythologische en bijbelse voorstellingen[bewerken | brontekst bewerken]

De vroege landschappen[bewerken | brontekst bewerken]

Landschappen à la Van Goyen (1640-1650)

Riviergezichten: atmosferische effecten, luchten, maanlicht

Gezichten op Dordrecht

Een Hollands Arcadië[bewerken | brontekst bewerken]

Pastorales / Italiaans licht (1650-1660)

Herders en melkmeiden in tegenlicht (contre-jour)

Nieuwe adel in de polder (Een Hollands/aristocratisch Arcadië)

De late landschappen (na 1660)

Portretten[bewerken | brontekst bewerken]

Groepsportretten

Na de dood van zijn vader Jacob Cuyp in 1651 of 1652 heeft Aelbert Cuyp waarschijnlijk zijn portretopdrachten overgenomen en eventueel onvoltooide werken afgemaakt, maar uiteindelijk ging zijn carrière een andere kant op.

Genre en stilleven[bewerken | brontekst bewerken]

Cuyp heeft voor zover bekend geen echte stillevens geschilderd, maar hij verwerkte ze soms wel in genreachtige voorstellingen van marktkooplui. Zijn genrestukken zijn meestal in en op de boerderij gesitueerd.

Dieren en planten[bewerken | brontekst bewerken]

Op een geestige manier gunt de eigenaar van het paard alle aandacht aan het paard en de stalknecht: Paard in een landschap, ca. 1650, Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam

Studies:

Houbraken prees al de veelzijdigheid van Aelbert Cuyp: "Hem scheen het evenveel te wezen wat hy ook maakte Ossen, Koeijen, Schapen, Paerden, Fruit, Landschap, stil water met Scheepen; 't scheen hem alles onverschillig te wezen, en daar men zig over verwonderen moet, is, dat hy alles even fraai en natuurlyk schilderde." Ook nu nog wordt hij – samen met Paulus Potter – gezien als een van de beste dierschilders van de Gouden Eeuw.

In het veld maakte hij tekeningen van koeien, schapen, pluimvee en watervogels die hij later in zijn schilderijen verwerkte. Zijn studies van grote bladplanten zoals klitten, zuring en groot hoefblad gebruikte hij vaak als repoussoir in zijn landschappen.

Portretten

Cuyp portretteerde ook huisdieren die een bijzondere betekenis hadden voor hun eigenaren, zoals paarden, honden en de twintigjarige boereneend Sijctghen (1647).

  • tekst
  • tekst
  • tekst

Etsen[bewerken | brontekst bewerken]

Curiosa op koper[bewerken | brontekst bewerken]

Uithangborden; Apollo-

Waardering en invloed[bewerken | brontekst bewerken]

Aelbert Cuyp, Onweer boven Dordrecht, ca. 1645/1650, Stichting E.G. Bührle, Zürich.
Constable schreef over dit schilderij: "There is there a truly sublime Cuyp, still and tranquil, the town of Dort is seen with its towers and windmills under the insidious gleam of a feint watery sun, while a horrid rent in the sky almost frightens one, and the lightning descends to the earth over some poor cottages with a glide that is so much like nature that I wish I had seen it before I sent away my Salisbury."

De Dordtse kunstenaarsbiograaf Arnold Houbraken gaf een lovende en vrij jolige beschrijving van "Aalbert Kuip". Hij beheerste allerlei genres en hij schilderde alles even "fraai en natuurlijk". Hij werkte naar de natuur, vond schilderijen van anderen zonde van zijn geld, kon de verschillende momenten van de dag schilderen ...: Houbraken 248-249

Terwijl Aelbert Cuyp in Nederland langzaam in de vergetelheid raakte en zijn schilderijen aan de Dordtse muren hingen te verstoffen – volgens ... – begon in Groot-Brittannië zijn ster te rijzen. In de achttiende eeuw waren het vooral de voorstellingen van aristocratische ruiters in een idyllisch landschap die Engelse adel aanspraken.

In de negentiende eeuw werd hij een held voor Engelse landschapsschilders als Constable en Turner, die – net als Houbraken – onder de indruk waren van Cuyps weergave van wolken en atmosferische effecten. Constable was lyrisch over een schilderij dat hij zag bij zijn mecenas in Ham House: "There is there a truly sublime Cuyp, still and tranquil, the town of Dort is seen with its towers and windmills under the insidious gleamof a feint watery sun, while a horrid rent in the sky almost frightens one, and the lightning descends to the earth over some poor cottages with a glide that is so much like nature that I wish I had seen it before I sent away my Salisbury"[5]

Intussen hadden ook de Dordtse kunstenaars hem weer ontdekt. Het werk van de gebroeders Van Strij is op het eerste gezicht soms nauwelijks onderscheiden van hun 17e-eeuwse voorbeeld. Toch zou het nog lang duren voor de Nederlandse musea Cuyp serieus namen. [...]

Portretten en standbeelden[bewerken | brontekst bewerken]

Maria Roosen, Spiegelbollen - Albert Cuyp, 2006, hoek Bagijnhof - Johan de Wittstraat, Dordrecht

Op het Bagijnhof in Dordrecht is een standbeeld van Albert Cuyp geplaatst. Omdat niet bekend is hoe hij eruitzag is voor een abstract kunstwerk gekozen.

De gravures die in oude kunstboeken staan afgebeeld, zijn deels fantasie en deels gebaseerd op het portret van een onbekende man door Johannes Verspronck, dat vroeger ten onrechte werd aangezien voor een portret van Cuyp door Frans Hals.[6] In Museum Bredius bevindt zich een portret van een jonge schilder dat bekendstond als een "zelfportret van Aelbert Cuyp op jonge leeftijd", maar dit is geen zelfportret en het is ook niet door Cuyp geschilderd.[7] Verder bestaan (of bestonden) er twee miniatuurportretten die volgens een veilingcatalogus uit 1943 Aelbert Cuyp en zijn vrouw Cornelia Bosman voorstellen, maar de herkomst van deze toeschrijving is onbekend.[8]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • (nl) Houbraken, Arnold, 1718-1721 (1753), De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen. Eerste deel, Den Haag, Swart, Boucquet en Gaillard; geraadpleegd op DBNL (KB)
  • (nl) De Groot, J.M.; Veerman, W. & Van Gelder, J.G., 1977, Aelbert Cuyp en zijn familie. Schilders te Dordrecht, Dordrechts Museum
  • (nl) Haak, Bob, 1984 (2003), Hollandse schilders in de Gouden Eeuw, Zwolle, Waanders, ISBN 9040087911
  • (nl) Marijnissen, Peter e.a. (red.), 1992, De Zichtbaere Werelt, Zwolle, Waanders / Dordrechts Museum, ISBN 9066303670
  • (en) Loughman, John & Montias, John Michael, 2000, Public and Private Spaces. Works of Art in Seventeenth-Century Dutch Houses, Zwolle, Waanders, ISBN 9789040094446
  • (en) Wheelock Jr, A.K. (red.), 2001, Aelbert Cuyp, New York/Londen, Thames & Hudson, ISBN 9780500510575
  • (nl) Kloek, Wouter, 2002, Aelbert Cuyp. Land, water, licht (Rijksmuseum Dossiers), Zwolle, Waanders, ISBN 9789040096662

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

HOUBRAKEN 248-249: Hier meê willen wy onze Redenvoering eindigen, en de Toneelgordyn openen met de Konstschilder AALBERT KUIP geboren te Dordrecht in 't jaar 1605. Deze was de Zoon van JAKOB GERRITZE KUIP een braaf schilder, by wien hy de Konst geleerd heeft, hoe wel hy in handeling veel van zyn Vader verscheelde; want hy wat meer aan den netten kant was: ook zoo ruw in zyne penceelbehandeling niet als zyn Neef BENJAMIN KUIP die een medeleerling met hem was: hoewel ik 'er dingen van gezien heb, die meesterlyk aangetoetst waren. Daarenboven hield zig zyn Vader aan eenerhande verkiezinge. Hem daarentegen scheen het evenveel te wezen wat hy ook maakte Ossen, Koeijen, Schapen, Paerden, Fruit, Landschap, stil water met Scheepen; 't scheen hem alles onverschillig te wezen, en daar men zig over verwonderen moet, is, dat hy alles even fraai en natuurlyk schilderde. Daarenboven heeft hy inzonderheid wel in agt genomen de tydstonden waar in hy de voorwerpen verbeelde, zoo dat men den benevelden morgenstond van den klaren middag, en dezen weer van den saffraanverwigen avondstond in zyn tafereelen kost onderscheiden. Ook heb ik verscheide maanligten van hem gezien die heel natuurlyk verbeeld waren, en zoo geschikt dat dezelve een aangename spiegeling in 't water maakten. Onder zyne Konststukken zyn wel de voornaamste, daar hy de Dordsche Beestemarkt in verbeeld, als ook de Pikeurbaan, daar hy dan de schilderagtigste Paerden die daar gewoonlyk kwamen, in te pas bragt, zoo dat men dezelve kost onderkennen. Dat 'er na zyn dood geen modellen of teekenen van andere meesters by hem gevonden wierden is een bewys dat hy alleen de natuur tot leiding nam. 't Was ook zyn aart niet geld daar aan te besteeden, want hy had altyd tot zinspreuk: In harde Ryksdaalders komt de mot niet. Egter was hy een man van onbesproken leven, en ouderling van de Gereformeerde Kerk.

Test infobox[bewerken | brontekst bewerken]

Conus Marmoreus
Zomerklokje/Proef
Bijnaam De schelp
Graveur Rembrandt van Rijn
Jaar 1650
Techniek ets, droge naald, burijn
Volgnummer Bartsch 159
Afmetingen 9,7 × 12,9 cm
Aantal staten 3
Artistieke context
Genre stilleven
Stijl barok
Voorbeeld etsen van schelpen door Wenceslaus Hollar (?)
Collecties
Etsen van Rembrandt
Vorige B158 - Slapend hondje
Volgende B160 - Oude man met een lange mantel zittend in een armstoel
RKD-gegevens
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur
Ets
Rembrandt

Prent 1: schelp


De predikende Christus
Zomerklokje/Proef
Bijnaam Honderdguldenprent
Graveur Rembrandt van Rijn
Jaar circa 1643-1649
Techniek ets, droge naald, burijn
Volgnummer Bartsch 74a
Afmetingen 27,8 × 38,8 cm
Aantal staten 2
Latere afdrukken circa 1775 (Bartsch 74b; opgewerkt door William Baillie)
Artistieke context
Genre historiestuk
Stijl barok
Voorstudie diverse tekeningen
Collecties
Etsen van Rembrandt
Vorige B73 - De opwekking van Lazarus (ca. 1632)
Volgende B75 - Christus in de hof van Gethsemane
RKD-gegevens
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur
Ets
Rembrandt

Prent 2: De predikende Christus Honderdguldenprent


Onder de golf voor de kust van Kanagawa
Een afdruk van de prent in het Nationaal museum van Tokio
Originele titel Kanagawa-oki nami-ura
Bijnaam De grote golf
Graveur onbekend
Tekenaar Katsushika Hokusai
Jaar circa 1831-1834
Techniek houtsnede
Afmetingen 25,7 × 37,8 cm
Artistieke context
Genre landschap
Stijl ukiyo-e
Collecties
Zesendertig gezichten op de berg Fuji
Volgende Zuidenwind, heldere dageraad (Rode Fuji)
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur
Ukiyo-e
Hokusai

Prent 3: De grote golf van Kanagawa


Melencolia I
Zomerklokje/Proef
Graveur Albrecht Dürer
Jaar 1514
Techniek gravure
Afmetingen 23,9 × 18,9 cm
Aantal staten 2
Artistieke context
Genre allegorie
Stijl renaissance
Verwant Ridder, Dood en Duivel
De Heilige Hiëronymus in zijn studeervertrek
Collecties
diversen
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur
Renaissance
Dürer

Prent 4: Melencolia I