Portaal:Stad Utrecht/Uitgelicht artikel
Het Paushuize, gebouwd in het begin van de zestiende eeuw, is een belangrijk monumentaal pand in de stad Utrecht. Het Paushuize is gelegen aan het Pausdam, vlak bij de Domtoren, en maakt deel uit van de historische binnenstad van Utrecht. Het huis heeft zijn naam te danken aan de enige Nederlandse paus, Adrianus VI. Deze liet dit huis bouwen vanuit de gedachte ooit terug te keren naar Utrecht. Paus Adrianus VI heeft het pand echter nooit gezien. Van de panden die in Utrecht als paleis hebben gediend voor kerkelijke en wereldlijke hoogwaardigheidsbekleders valt Paushuize zonder twijfel het meest in het oog. Het huis maakte deel uit van de immuniteit van de Pieterskerk en is later gebruikt door koning Lodewijk Napoleon. lees verder >>>
/maandag /dinsdag /woensdag /donderdag /vrijdag /zaterdag /zondag
Maandag[brontekst bewerken]
De Jaarbeurs Utrecht is een evenementengebouw in Utrecht in de provincie Utrecht. Hier worden vele verschillende beurzen, evenementen, congressen en vergaderingen gehouden, onder andere de vakantiebeurs, de 50PlusBeurs en de Motorbeurs. Jaarlijks komen hier ongeveer 4 miljoen bezoekers. De beurs beslaat 30 hectare grond en 12 hallen. De Jaarbeurs Utrecht ligt tegenover het Utrecht Centraal en winkelcentrum Hoog-Catharijne aan het Jaarbeursplein, waar ook het Beatrix Theater is gelegen.
Dinsdag[brontekst bewerken]
FC Utrecht is ontstaan in 1970 uit een fusie tussen de Utrechtse voetbalclubs DOS, USV Elinkwijk en Velox. Thuisbasis werd het stadion "Galgenwaard" destijds het stadion van DOS. De eerste trainer van de fusieclub werd Bert Jacobs. Sinds de oprichting van de BVO FC Utrecht heeft de club vijf keer de bekerfinale gespeeld, waaronder in de edities van 2002, 2003 en 2004. In 2002 verloor het van Ajax, in 2003 namen ze revanche door Feyenoord met 4-1 te verslaan en in 2004 zegevierden ze met 1-0 tegen FC Twente. FC Utrecht is buiten de traditionele top 3 (Ajax, PSV en Feijenoord) de enige club die nog nooit uit de Eredivisie is gedegradeerd en de Nederlandse supercup (Johan Cruijf Schaal) heeft gewonnen. lees verder >>>
Woensdag[brontekst bewerken]
Utrecht Centraal is het Centraal Station van de Nederlandse stad Utrecht. Qua oppervlakte is het station het grootste treinstation van Nederland, en met ongeveer 145.000 reizigers per dag na Amsterdam Centraal ook het drukste. Het vormt het belangrijkste knooppunt van het Nederlandse spoorwegennet. Dit station ligt op de plaats waar de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij in 1843 het eerste station van de stad Utrecht opende. Het werd Centraal Station toen in 1938 de reizigersfunctie van het Maliebaanstation werd opgeheven en de treinen uit de richting Hilversum via de aansluiting Blauwkapel naar het Centraal Station geleid werden. Het oorspronkelijke stationsgebouw uit 1843 werd in 1865 door een nieuw gebouw vervangen. lees verder >>>
Donderdag[brontekst bewerken]
Utrecht is eeuwenlang een belangrijk schilderscentrum geweest. In de vijftiende en zestiende eeuw speelde de stad op dit gebied in de Noordelijke Nederlanden een voorname rol, en in de jaren 1580 tot 1630 ontwikkelde de Utrechtse schilderstraditie een nogal eigen karakter, afwijkend van dat in de meeste Hollandse steden. In de middeleeuwen was Utrecht de grootste stad en het kerkelijke centrum in de Noordelijke Nederlanden, en daardoor ook het voornaamste culturele centrum. Er moet een levendige schildertraditie geweest zijn, maar de meeste werken uit die tijd zijn verloren gegaan en grote schilders heeft de stad toen niet gekend. lees verder >>>
Vrijdag[brontekst bewerken]
Het Stad-Utrechts, Uterechs, Utregs of Uteregs is het stadsdialect gesproken door de autochtone "volksklasse" van de stad Utrecht in enge zin (bijvoorbeeld niet in Vleuten en De Meern). Het behoort tot het Utrechts-Alblasserwaards, een oostelijke variant van het Hollands. Verder is het Stad-Utrechts lexicaal gekleurd als stadsdialect. Zo kent het een aantal Bargoense woorden. Er is tevens een traditie van "humoristisch schelden" in het Utrechts met eigenaardige scheldwoorden ("âchte[r]lijke gladdioal"), een "scheldwoord" dat overigens nauwelijks in Utrecht gebezigd wordt. In de stad Utrecht wordt het dialect duidelijk door minder mensen gesproken dan op het omringende platteland. Het Stad-Utrechts wordt in hoge mate met de allerlaagste bevolkingsklasse geassocieerd. 'lees verder >>>
Zaterdag[brontekst bewerken]
Het Paushuize, gebouwd in het begin van de zestiende eeuw, is een belangrijk monumentaal pand in de stad Utrecht. Het Paushuize is gelegen aan het Pausdam, vlak bij de Domtoren, en maakt deel uit van de historische binnenstad van Utrecht. Het huis heeft zijn naam te danken aan de enige Nederlandse paus, Adrianus VI. Deze liet dit huis bouwen vanuit de gedachte ooit terug te keren naar Utrecht. Paus Adrianus VI heeft het pand echter nooit gezien. Van de panden die in Utrecht als paleis hebben gediend voor kerkelijke en wereldlijke hoogwaardigheidsbekleders valt Paushuize zonder twijfel het meest in het oog. Het huis maakte deel uit van de immuniteit van de Pieterskerk en is later gebruikt door koning Lodewijk Napoleon. lees verder >>>
Zondag[brontekst bewerken]
De Stadsschouwburg is het grootste theatergebouw van de stad Utrecht. Het in 1937 door de bekende architect Willem Marinus Dudok ontworpen gebouw staat op het Lucasbolwerk, aan de rand van de Utrechtse binnenstad. De Stadsschouwburg kent twee zalen. De Douwe Egberts-zaal heeft doorgaans een capaciteit van 1000 toeschouwers, maar door een heftechniek kunnen 8 stoelenrijen omhoog worden getild en aan het balkon bevestigd. Dan telt de zaal slechts 600 zitplaatsen. De Blauwe Zaal is een vlakke-vloertheater met tribunes. De zaal biedt plaats aan ongeveer 225 bezoekers en kent geen vaste plaatsen. Door het kleinschalige karakter zijn hier vooral voorstellingen te zien met een intiem karakter. Ze beginnen in de regel een half uur later dan in de Douwe Egbertszaal. lees verder >>>