Naar inhoud springen

Kat (dier): verschil tussen versies

Beluister (info)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Tekst vervangen door "HELLO KAT KKK SEE YA KAT KKK"
Versie 10301534 van 211.27.115.47 (overleg) ongedaan gemaakt
Regel 1: Regel 1:
{{Taxobox zoogdier|afbeelding=
HELLO KAT KKK
|orde=[[Roofdieren|Carnivora]] (Roofdieren)
|familie=[[Katachtigen|Felidae]] (Katachtigen)
|geslacht=''[[Felis]]'' (Katten)
|taxon=[[Ondersoort]]
|w-naam=''Felis catus''
|auteur=[[Carolus Linnaeus|Linnaeus]]
|datum=1758}}
{{Gesproken Wikipedia klein|Nl-Kat-article.ogg}}
De '''kat''' (ook wel '''huiskat''', ''Felis catus'') is een van de oudste [[huisdier]]en van de mens. Er is bewijs dat de [[Geschiedenis van Egypte|Egyptenaren]] al in 2000 v.Chr. de kat als huisdier hadden maar reeds duizenden jaren ervoor hadden boeren nederzettingen in Klein Azië ook al katten als huisdier. Omdat katten goede jagers zijn werden ze [[domesticatie|gedomesticeerd]] om de graanvoorraden van de mens tegen [[knaagdieren]] als [[Rattus|ratten]] en [[huismuis|muizen]] te beschermen. Tegenwoordig worden ze vooral als gezelschapsdier gehouden. De gedomesticeerde kat behoort tot de familie der [[katachtigen]] (Felidae). Was de oude soortnaam ''Felis domesticus'', tegenwoordig is deze vervangen door ''Felis catus''.


Klik {{Audio|Felis silvestris catus.ogg|hier}} voor het geluid dat een kat voortbrengt.
SEE YA KAT KKK

==Anatomie en gedrag==
{{wrapper}}
|[[Afbeelding:Catskull.jpg|thumb|Kattenschedel]]
|-
|[[Afbeelding:God op schoot 10 10 k.jpg|thumb|Huiskat, roodgemarmerd met wit]]
|-
|[[Afbeelding:Luierende_kat.jpg|thumb|Huiskat, zwartwit harlekijnkleurig]]
|-
|[[Afbeelding:kat.jpg|thumb|Huiskat, zwartwit]]
|-
|[[Afbeelding:Stray kitten Rambo002.jpg|thumb|4 weken oud kitten]]
|-
|[[Afbeelding:Huiskat - zwartgemarmerd met wit.jpg|thumb|Huiskat, zwartgemarmerd met wit]]
|-
|[[Afbeelding:Richelieu katten (2).jpg|thumb|Schilderij van [[Kardinaal de Richelieu]] met zijn katten]]
|-
|[[Image:Mao_I_001.jpg|thumb|12e-eeuwse zijdekunst uit Japan]]
|}
Het skelet van een kat bestaat uit 250 botten. Net als alle andere [[carnivoren]] (vleeseters) zijn katten toegerust om op prooien te jagen en ze te verslinden. Katten hebben een vrij ronde kop, korte snuit, grote ogen, gevoelige snorharen bij de bek en scherpe omhoogstaande oren. Ze hebben korte brede kaken met sterke knipkiezen en scherpe snijtanden. Hun tong is bedekt met een laag ruwe papillen die goed van pas komt bij de persoonlijke verzorging.

Katten hebben vijf tenen aan beide voorpoten en vier tenen aan de achterpoten. De eerste teen bevindt zich wat hoger op de voorpoot dan de andere vier tenen. Deze eerste teen raakt tijdens het lopen de grond niet, maar wordt wel gebruikt bij de verzorging en bij het grijpen van een prooi. Aan de uiteinden van de tenen bevinden zich sterke, scherpe, gebogen klauwen. De nagels kunnen worden ingetrokken. Dit mechanisme is een onderscheidend kenmerk van de kattenfamilie [[Felidae]]. Door de nagels te scherpen aan een boom (in huis een krabplank of [[krabpaal]]) houdt een kat zijn nagels scherp. De zijkanten die uitgroeien komen dan los te zitten en worden met de tanden verwijderd waardoor de nagel op lengte blijft met een scherpe punt.

De snorharen hebben een functie bij het instinctief doorbijten van de ruggengraat van de prooi. Katten zien op korte afstand niet scherp en vertrouwen op hun uiterst gevoelige snorharen en de lange haren boven de ogen wanneer zij een prooi hanteren. Katten zonder snorharen kunnen de "coupe de grâce" ( het doden van de prooi) moeilijk uitvoeren.

Een kat heeft een lange staart die hij gebruikt om in evenwicht te blijven en bij sociale communicatie. Het bewegingsstelsel is extreem soepel met een flexibele ruggengraat, waardoor katten erg lenig zijn. Katten kunnen zich bij een val zo keren dat ze op de poten terecht komen. De meeste katten hebben een goed gezichtsvermogen en kunnen goed in schemerig licht zien. Hun vermogen om kleuren te onderscheiden is daarentegen zwak omdat ze meer staafjes dan kegeltjes in hun ogen hebben om in schemer goed te kunnen waarnemen. Katten kunnen uitstekend horen en zijn in staat frequenties tot 40.000 Hz of hoger waar te nemen. Ter vergelijking: een gemiddeld mens hoort frequenties tot 20.000 Hz. Het reukvermogen van katten is niet zo goed ontwikkeld als dat van honden.

Katten zijn erg beweeglijk: ze kunnen snel korte afstanden afleggen en het zijn goede klimmers. In tegenstelling tot honden hebben katten een beperkt uithoudingsvermogen. Katten houden meestal niet van water, maar ze kunnen wel zwemmen. Katten jagen op hun prooi door ze geruisloos te besluipen of vanuit stilstand te bespringen. Als de kat dicht genoeg genaderd is, bespringt hij de prooi en vangt hij het dier met zijn scherpe tanden en klauwen. De neiging om langdurig met de gewonde prooi te spelen wordt bij alle katachtigen waargenomen, ook bij de gedomesticeerde kat. Het is een middel om de prooi onschadelijk te maken zonder zelf verwondingen op te lopen als deze zich door bijten verdedigt.

Naast het jagen kunnen katten ook erg luieren. Ze houden ervan om lekker in de zon te zitten of op een warme ondergrond te gaan slapen. Dit is ook nodig, omdat die tijd de kat de mogelijkheid geeft om de relatief grote en voedzame prooi te verteren. De gemiddelde kat slaapt of luiert tweemaal zo lang als een mens. Net als leeuwen en tijgers likken ze zichzelf schoon met hun tong; vaak doen ze dit voor het slapen gaan, of na het wakker worden. De instinctieve verzorging van de vacht met tanden, speeksel met [[enzym|enzymen]] en vet uit een klier boven de staart vergt ongeveer twee uur per dag. Een kat weegt tussen de 2.5 en de 9 kg.

Katten zijn vrij [[solitair]]e dieren, net als de andere katachtigen (met uitzondering van de leeuw, die in groepen leeft). Wel bestaan er tussen katten losvaste banden in een wijd territorium die vaak familie gerelateerd zijn. Het is goed mogelijk meerdere katten als huisdier te houden omdat deze een familieband aangaan en bereid zijn een gezamenlijk territorium te delen.

Een jong katje heet een [[kitten]]. In de jeugd van de kat is er een periode, tussen de 12e en 60e dag, waarin katten open staan voor indrukken en lessen. Deze [[inprentingsperiode]] is cruciaal voor het gedrag van de volwassen kat. Heeft de kat in deze tijd geen mensen gekend, dan zal hij ook nooit werkelijk te socialiseren zijn.

Als een moederpoes de uitgekozen veilige nestplaats niet veilig genoeg vindt kan ze de jongen instinctief zo nu en dan naar een andere plek brengen. Daarbij worden de jongen aan het nekvel gedragen. Een ook bij volwassen katten aanwezige [[reflex (biologie)|reflex]] zorgt ervoor dat de dieren dan compleet ontspannen zijn.

[[Lapjeskat]]ten kunnen vrijwel alleen vrouwelijk zijn. De tekening is genetisch bepaald doordat de twee hoofkleuren van de kat, rood en zwart, (eumelaninen en phaeomelaninen) op de geslachtschromosomen zitten. Door een genetische afwijking (klinefelter syndroom) komt er soms een lapjeskater voor, maar die is meestal onvruchtbaar.

==Rassen==
Behalve stamboomloze huiskatten zijn er ook een veertigtal kattenrassen die door liefhebbers gefokt worden. Er valt hierbij een indeling te maken naar herkomst. Sommige kattenrassen zijn originele fenotypen die een eigen uiterlijk hebben waarmee ze al eeuwen in een bepaald gebied voorkomen, anderen zijn ontwikkeld door kruisingen of ontstaan door mutaties. Elk ras heeft een specifiek uiterlijk een een eigen raskarakter. Iemand die zich hobbymatig met het fokken van raskatten bezighoudt registreert deze onder een eigen catterynaam bij een vereniging. Zie verder: [[lijst van kattenrassen]].

==Geschiedenis==
De oudste vondst van een gedomesticeerde kat is in een [[Neolithicum|neolitisch]] graf in de buurt van Shillourokambos in [[Cyprus]] van circa 9500 jaar geleden. De katten die op dit eiland voorkwamen waren meegenomen per boot vanuit Klein Azië door immigranten daar die al katten als huisdier hadden. Op een gevonden kleitablet wat een verhuisinventarisatie geeft stond bij de levende have ook een kat vermeld. Zevenduizend jaar geleden begonnen kleine wilde katten in Klein Azië zich rondom graanopslagplaatsen daar op te houden vanwege de aanwezigheid van kleine prooidieren (muizen en ratten). De kittens werden naar binnengebracht en tam gemaakt en langzamerhand ontstond de gedomesticeerde kat hieruit. Vergelijkend bottenonderzoek heeft inmiddels uitgewezen dat de huiskat afstamt van een mix van tenminste drie verschillende onderling verwante wilde kattensoorten uit die regio, de Felis lybica, Felis margarita en Felis chaus. Vanuit Klein Azië werd de kat al heel vroeg meegenomen door reizigers en emigranten Europa in, maar ook richting Azië.

==De kat als cultusobject==
De kat bekleedt al zeer lang een belangrijke plaats, bijvoorbeeld in de Germaanse mythologie. [[Freya]], de godin van de vruchtbaarheid, de liefde en de schoonheid, liet zich door de wolken rijden op een wagen die werd getrokken door wilde katten.

Bij de [[Oude Egypte|Egyptenaren]] was de kat het symbool van de vruchtbaarheid in de vorm van de kattengodin [[Bastet]] (soms: Bubastet). De kat stond in hoog aanzien en mensen die een kat doodden of mishandelden werden zwaar gestraft. Katten werden bij de Egyptenaren [[mummie|gemummificeerd]] en bijgezet.

Voor de [[Romeinse Rijk|Romein]]en waren katten eveneens belangrijk, en zij werden beschouwd als beschermer en hoeder van hun bezittingen.

In [[Azië]] was de kat al vroeg bekend, vooral in [[Chinese keizerrijk|China]], [[Japan]] en [[Thailand|Siam]]. Ze werden vaak vereerd als tempeldieren die door de monniken verzorgd werden.

In Griekse huizen werden in de oudheid [[Hermelijn (dier)|hermelijnen]] gehouden die de functie van de huiskat vervulden; tot in de negende eeuw van onze jaartelling waren katten daar niet algemeen verspreid.

Bij de [[christen]]en waren katten in de late [[middeleeuwen]] niet geliefd, waarschijnlijk omdat ze door hun nachtelijke "concerten" vaak geïdentificeerd werden met de "machten van de duisternis". In de [[14e eeuw]] werden katten, omdat ze in verband werden gebracht met [[hekserij]], in groten getale verbrand en doodgeknuppeld. Ook dienden katten als offer voor de boze geesten, of ze werden levend begraven. Gevolg van deze slachtpartijen was een explosie van het aantal ratten, waardoor waarschijnlijk het optreden van [[Pest (ziekte)|pestepidemieën]] werd bevorderd.

==Bijgeloof==
In streken van Europa en Amerika bestaat het [[bijgeloof|volksgeloof]] dat het ongeluk over je afroept, wanneer een zwarte kat je pad kruist en van je wegloopt. Als de kat naar je toeloopt brengt dus juist geluk. In [[Engeland]] brengt een zwarte kat geluk, en een witte kat ongeluk. In China is een zwarte kat ook een teken van ongeluk. Daar wordt de zwarte kat echter beschouwd als een waarschuwing, zodat men daarna extra goed op zijn hoede kan zijn.<br>
Een kat die te dicht bij onze mond komt, zou de adem uit ons lichaam kunnen wegzuigen.<ref name="lorie">Lorie, P. (1992). ''Volksgeloof''. Rijswijk: Uitgeverij Elmar B.V. ISBN 9038900724</ref> Een kat die sterft in je huis of meeverhuist, zou ongeluk brengen. Een kat die zich over de neus aait is een voorbode van aangenaam bezoek, volgens de spreuk: "Als de kat zich wast, komt er onverwachts een gast."

==Zie ook==
*[[Ailurofobie]]
*[[Lijst van kattenrassen]]
*[[Spinnen (kat)|Spinnen]]
*[[Verwilderde kat]]
*[[Wilde kat]]
*[[Zwerfkat]]

== Externe links ==
{{commonsklein|Felis silvestris catus}}
*[http://statbel.fgov.be/press/fl037_nl.asp De honden en katten van de Belgen] (Artikel van het Nationaal Instituut voor de Statistiek)

==Literatuurverwijzingen==
{{references}}

{{Gesproken Wikipedia|Nl-Kat-article.ogg}}

{{Link FA|id}}

[[Categorie:Kat| ]]
[[Categorie:Huisdier]]

[[als:Hauskatze]]
[[an:Gato]]
[[ang:Catte]]
[[ar:قطة]]
[[ast:Gatu]]
[[az:Pişik]]
[[bar:Katz]]
[[bat-smg:Katie]]
[[bg:Котка]]
[[bm:Jakuma]]
[[bo:ཞི་མི་]]
[[br:Kazh]]
[[ca:Gat]]
[[cdo:Mà]]
[[chr:ᏪᏌ]]
[[co:Ghjattu]]
[[cs:Kočka domácí]]
[[cy:Cath]]
[[da:Kat]]
[[de:Hauskatze]]
[[el:Γάτα]]
[[eml:Gàt]]
[[en:Cat]]
[[eo:Hejma kato]]
[[es:Felis silvestris catus]]
[[et:Kass]]
[[eu:Katu]]
[[fa:گربه]]
[[fi:Kissa]]
[[fr:Chat]]
[[frp:Chat]]
[[fur:Gjat]]
[[gl:Gato]]
[[hak:Meu-é]]
[[he:חתול]]
[[hr:Domaća mačka]]
[[hu:Macska]]
[[ia:Catto]]
[[id:Kucing]]
[[io:Kato]]
[[is:Köttur]]
[[it:Felis sylvestris catus]]
[[ja:ネコ]]
[[jv:Kucing]]
[[ka:კატა]]
[[km:ឆ្មា]]
[[ko:고양이]]
[[la:Feles]]
[[lb:Hauskaz]]
[[ln:Nkɔ́ndɔkɔ́]]
[[lt:Katė]]
[[lv:Kaķis]]
[[mg:Saka]]
[[mr:मांजर]]
[[ms:Kucing]]
[[mt:Qattus]]
[[mzn:بامشی]]
[[nds:Katt]]
[[nds-nl:Kat]]
[[nn:Katt]]
[[no:Tamkatt]]
[[nrm:Cat]]
[[os:Гæды]]
[[pl:Kot]]
[[pt:Gato doméstico]]
[[qu:Michi]]
[[ro:Pisică de casă]]
[[ru:Кошка]]
[[scn:Jattu]]
[[sco:Cat]]
[[sd:ٻلي]]
[[se:Bussá]]
[[simple:Cat]]
[[sk:Mačka domáca]]
[[sl:Domača mačka]]
[[sq:Macja]]
[[sr:Мачка]]
[[st:Katse]]
[[sv:Katt]]
[[ta:பூனை]]
[[th:แมว]]
[[tr:Kedi]]
[[uk:Домашня кішка]]
[[uz:Mushuk]]
[[vi:Mèo]]
[[wa:Tchet]]
[[zh:猫]]
[[zh-classical:貓]]
[[zh-min-nan:Niau]]

Versie van 27 nov 2007 08:33

Kat (dier)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Orde:Carnivora (Roofdieren)
Familie:Felidae (Katachtigen)
Geslacht:Felis (Katten)
Ondersoort
Felis catus
Linnaeus, 1758
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Zoogdieren

De kat (ook wel huiskat, Felis catus) is een van de oudste huisdieren van de mens. Er is bewijs dat de Egyptenaren al in 2000 v.Chr. de kat als huisdier hadden maar reeds duizenden jaren ervoor hadden boeren nederzettingen in Klein Azië ook al katten als huisdier. Omdat katten goede jagers zijn werden ze gedomesticeerd om de graanvoorraden van de mens tegen knaagdieren als ratten en muizen te beschermen. Tegenwoordig worden ze vooral als gezelschapsdier gehouden. De gedomesticeerde kat behoort tot de familie der katachtigen (Felidae). Was de oude soortnaam Felis domesticus, tegenwoordig is deze vervangen door Felis catus.

Klik hier voor het geluid dat een kat voortbrengt.

Anatomie en gedrag

Kattenschedel
Huiskat, roodgemarmerd met wit
Huiskat, zwartwit harlekijnkleurig
Huiskat, zwartwit
4 weken oud kitten
Huiskat, zwartgemarmerd met wit
Bestand:Richelieu katten (2).jpg
Schilderij van Kardinaal de Richelieu met zijn katten
12e-eeuwse zijdekunst uit Japan

Het skelet van een kat bestaat uit 250 botten. Net als alle andere carnivoren (vleeseters) zijn katten toegerust om op prooien te jagen en ze te verslinden. Katten hebben een vrij ronde kop, korte snuit, grote ogen, gevoelige snorharen bij de bek en scherpe omhoogstaande oren. Ze hebben korte brede kaken met sterke knipkiezen en scherpe snijtanden. Hun tong is bedekt met een laag ruwe papillen die goed van pas komt bij de persoonlijke verzorging.

Katten hebben vijf tenen aan beide voorpoten en vier tenen aan de achterpoten. De eerste teen bevindt zich wat hoger op de voorpoot dan de andere vier tenen. Deze eerste teen raakt tijdens het lopen de grond niet, maar wordt wel gebruikt bij de verzorging en bij het grijpen van een prooi. Aan de uiteinden van de tenen bevinden zich sterke, scherpe, gebogen klauwen. De nagels kunnen worden ingetrokken. Dit mechanisme is een onderscheidend kenmerk van de kattenfamilie Felidae. Door de nagels te scherpen aan een boom (in huis een krabplank of krabpaal) houdt een kat zijn nagels scherp. De zijkanten die uitgroeien komen dan los te zitten en worden met de tanden verwijderd waardoor de nagel op lengte blijft met een scherpe punt.

De snorharen hebben een functie bij het instinctief doorbijten van de ruggengraat van de prooi. Katten zien op korte afstand niet scherp en vertrouwen op hun uiterst gevoelige snorharen en de lange haren boven de ogen wanneer zij een prooi hanteren. Katten zonder snorharen kunnen de "coupe de grâce" ( het doden van de prooi) moeilijk uitvoeren.

Een kat heeft een lange staart die hij gebruikt om in evenwicht te blijven en bij sociale communicatie. Het bewegingsstelsel is extreem soepel met een flexibele ruggengraat, waardoor katten erg lenig zijn. Katten kunnen zich bij een val zo keren dat ze op de poten terecht komen. De meeste katten hebben een goed gezichtsvermogen en kunnen goed in schemerig licht zien. Hun vermogen om kleuren te onderscheiden is daarentegen zwak omdat ze meer staafjes dan kegeltjes in hun ogen hebben om in schemer goed te kunnen waarnemen. Katten kunnen uitstekend horen en zijn in staat frequenties tot 40.000 Hz of hoger waar te nemen. Ter vergelijking: een gemiddeld mens hoort frequenties tot 20.000 Hz. Het reukvermogen van katten is niet zo goed ontwikkeld als dat van honden.

Katten zijn erg beweeglijk: ze kunnen snel korte afstanden afleggen en het zijn goede klimmers. In tegenstelling tot honden hebben katten een beperkt uithoudingsvermogen. Katten houden meestal niet van water, maar ze kunnen wel zwemmen. Katten jagen op hun prooi door ze geruisloos te besluipen of vanuit stilstand te bespringen. Als de kat dicht genoeg genaderd is, bespringt hij de prooi en vangt hij het dier met zijn scherpe tanden en klauwen. De neiging om langdurig met de gewonde prooi te spelen wordt bij alle katachtigen waargenomen, ook bij de gedomesticeerde kat. Het is een middel om de prooi onschadelijk te maken zonder zelf verwondingen op te lopen als deze zich door bijten verdedigt.

Naast het jagen kunnen katten ook erg luieren. Ze houden ervan om lekker in de zon te zitten of op een warme ondergrond te gaan slapen. Dit is ook nodig, omdat die tijd de kat de mogelijkheid geeft om de relatief grote en voedzame prooi te verteren. De gemiddelde kat slaapt of luiert tweemaal zo lang als een mens. Net als leeuwen en tijgers likken ze zichzelf schoon met hun tong; vaak doen ze dit voor het slapen gaan, of na het wakker worden. De instinctieve verzorging van de vacht met tanden, speeksel met enzymen en vet uit een klier boven de staart vergt ongeveer twee uur per dag. Een kat weegt tussen de 2.5 en de 9 kg.

Katten zijn vrij solitaire dieren, net als de andere katachtigen (met uitzondering van de leeuw, die in groepen leeft). Wel bestaan er tussen katten losvaste banden in een wijd territorium die vaak familie gerelateerd zijn. Het is goed mogelijk meerdere katten als huisdier te houden omdat deze een familieband aangaan en bereid zijn een gezamenlijk territorium te delen.

Een jong katje heet een kitten. In de jeugd van de kat is er een periode, tussen de 12e en 60e dag, waarin katten open staan voor indrukken en lessen. Deze inprentingsperiode is cruciaal voor het gedrag van de volwassen kat. Heeft de kat in deze tijd geen mensen gekend, dan zal hij ook nooit werkelijk te socialiseren zijn.

Als een moederpoes de uitgekozen veilige nestplaats niet veilig genoeg vindt kan ze de jongen instinctief zo nu en dan naar een andere plek brengen. Daarbij worden de jongen aan het nekvel gedragen. Een ook bij volwassen katten aanwezige reflex zorgt ervoor dat de dieren dan compleet ontspannen zijn.

Lapjeskatten kunnen vrijwel alleen vrouwelijk zijn. De tekening is genetisch bepaald doordat de twee hoofkleuren van de kat, rood en zwart, (eumelaninen en phaeomelaninen) op de geslachtschromosomen zitten. Door een genetische afwijking (klinefelter syndroom) komt er soms een lapjeskater voor, maar die is meestal onvruchtbaar.

Rassen

Behalve stamboomloze huiskatten zijn er ook een veertigtal kattenrassen die door liefhebbers gefokt worden. Er valt hierbij een indeling te maken naar herkomst. Sommige kattenrassen zijn originele fenotypen die een eigen uiterlijk hebben waarmee ze al eeuwen in een bepaald gebied voorkomen, anderen zijn ontwikkeld door kruisingen of ontstaan door mutaties. Elk ras heeft een specifiek uiterlijk een een eigen raskarakter. Iemand die zich hobbymatig met het fokken van raskatten bezighoudt registreert deze onder een eigen catterynaam bij een vereniging. Zie verder: lijst van kattenrassen.

Geschiedenis

De oudste vondst van een gedomesticeerde kat is in een neolitisch graf in de buurt van Shillourokambos in Cyprus van circa 9500 jaar geleden. De katten die op dit eiland voorkwamen waren meegenomen per boot vanuit Klein Azië door immigranten daar die al katten als huisdier hadden. Op een gevonden kleitablet wat een verhuisinventarisatie geeft stond bij de levende have ook een kat vermeld. Zevenduizend jaar geleden begonnen kleine wilde katten in Klein Azië zich rondom graanopslagplaatsen daar op te houden vanwege de aanwezigheid van kleine prooidieren (muizen en ratten). De kittens werden naar binnengebracht en tam gemaakt en langzamerhand ontstond de gedomesticeerde kat hieruit. Vergelijkend bottenonderzoek heeft inmiddels uitgewezen dat de huiskat afstamt van een mix van tenminste drie verschillende onderling verwante wilde kattensoorten uit die regio, de Felis lybica, Felis margarita en Felis chaus. Vanuit Klein Azië werd de kat al heel vroeg meegenomen door reizigers en emigranten Europa in, maar ook richting Azië.

De kat als cultusobject

De kat bekleedt al zeer lang een belangrijke plaats, bijvoorbeeld in de Germaanse mythologie. Freya, de godin van de vruchtbaarheid, de liefde en de schoonheid, liet zich door de wolken rijden op een wagen die werd getrokken door wilde katten.

Bij de Egyptenaren was de kat het symbool van de vruchtbaarheid in de vorm van de kattengodin Bastet (soms: Bubastet). De kat stond in hoog aanzien en mensen die een kat doodden of mishandelden werden zwaar gestraft. Katten werden bij de Egyptenaren gemummificeerd en bijgezet.

Voor de Romeinen waren katten eveneens belangrijk, en zij werden beschouwd als beschermer en hoeder van hun bezittingen.

In Azië was de kat al vroeg bekend, vooral in China, Japan en Siam. Ze werden vaak vereerd als tempeldieren die door de monniken verzorgd werden.

In Griekse huizen werden in de oudheid hermelijnen gehouden die de functie van de huiskat vervulden; tot in de negende eeuw van onze jaartelling waren katten daar niet algemeen verspreid.

Bij de christenen waren katten in de late middeleeuwen niet geliefd, waarschijnlijk omdat ze door hun nachtelijke "concerten" vaak geïdentificeerd werden met de "machten van de duisternis". In de 14e eeuw werden katten, omdat ze in verband werden gebracht met hekserij, in groten getale verbrand en doodgeknuppeld. Ook dienden katten als offer voor de boze geesten, of ze werden levend begraven. Gevolg van deze slachtpartijen was een explosie van het aantal ratten, waardoor waarschijnlijk het optreden van pestepidemieën werd bevorderd.

Bijgeloof

In streken van Europa en Amerika bestaat het volksgeloof dat het ongeluk over je afroept, wanneer een zwarte kat je pad kruist en van je wegloopt. Als de kat naar je toeloopt brengt dus juist geluk. In Engeland brengt een zwarte kat geluk, en een witte kat ongeluk. In China is een zwarte kat ook een teken van ongeluk. Daar wordt de zwarte kat echter beschouwd als een waarschuwing, zodat men daarna extra goed op zijn hoede kan zijn.
Een kat die te dicht bij onze mond komt, zou de adem uit ons lichaam kunnen wegzuigen.[1] Een kat die sterft in je huis of meeverhuist, zou ongeluk brengen. Een kat die zich over de neus aait is een voorbode van aangenaam bezoek, volgens de spreuk: "Als de kat zich wast, komt er onverwachts een gast."

Zie ook

Externe links

Commons heeft mediabestanden op de pagina Felis silvestris catus.

Literatuurverwijzingen

  1. Lorie, P. (1992). Volksgeloof. Rijswijk: Uitgeverij Elmar B.V. ISBN 9038900724