Bois de Boulogne
Bois de Boulogne | ||
---|---|---|
Waterval in het Bois de Boulogne.
| ||
Type | Stadspark | |
Locatie | 16e arrondissement, Parijs, Frankrijk | |
Coördinaten | 48° 52′ NB, 2° 15′ OL | |
Oppervlakte | 846 ha | |
Detailkaart | ||
Het Bois de Boulogne (Frans voor Bos van Boulogne) is het bekendste park in Parijs, gelegen in het 16e arrondissement van de stad. Het park is 846 ha groot en bestaat in zijn huidige vorm sinds 1852, door toedoen van Napoleon III.
Geschiedenis
Tot de 14e eeuw stond het Bois de Boulogne bekend onder de naam forêt de Rouvray. Het toenmalige bos was aanzienlijk groter dan het huidige en er waren vele kloosters gevestigd. Onder Filips IV van Frankrijk kreeg het zijn huidige naam, genoemd naar de bouw van de Notre Dame de Boulogne le Petit, dat gebouwd werd nadat Filips een bedevaart maakte naar Boulogne-sur-Mer.
Filips Augustus kocht het grootste deel van het bos van de monniken op om er een koninklijk jachtterrein van te maken. Tijdens de Honderdjarige Oorlog werd het bos echter erg onveilig. Het werd een toevluchtsoord voor dieven, tot het door de Parijzenaars geheel geplunderd werd. Lodewijk XI liet het weer bebossen en er werden twee wegen geopend. Onder Frans I werd er het Kasteel van Madrid gebouwd en werd het bos gebruikt voor feesten. Ook kwamen er weer veel soorten wild voor.
Hendrik IV liet 15.000 zwarte bessenstruiken planten en een gebouw bouwen waar zijderupsen werden gekweekt. Lodewijk XIV gaf vervolgens opdracht om het bos goed te onderhouden en nieuwe bomen te planten, om schepen te kunnen bouwen voor de koninklijke marine, die op dat moment op haar hoogtepunt van expansie was.[bron?]
In de 18e eeuw werd het park en de gebouwen erin het toneel van frivole theatervoorstellingen en extreme weelderigheid. Tijdens de Franse Revolutie werden deze gebouwen veranderd, verkocht of zelfs verwoest. Net als eeuwen daarvoor, werd het bos weer een schuilplaats voor misdadigers en zwervers.
Huidige Bois de Boulogne
In 1848 werd het bos eigendom van de staat en in 1852 werd het aan de stad Parijs verkocht. Onder invloed van Georges-Eugène Haussmann transformeerde het tot het huidige park, met grasvelden en kronkelpaadjes. Behalve de Allée Reine Marguerite en de Avenue Longchamp werden alle rechte wandelpaden weggehaald. Meertjes, smalle beken en een enkele kleine stroomversnelling werden aangelegd. Op de Avenue Lonchamp werd tussen 1855 en 1858 een hippodroom gebouwd.
Het bos wordt ook wel "de longen van de hoofdstad" genoemd. Het heeft een dichte begroeiing, gedomineerd door eiken. Maar ook kersenbomen, johannesbroodbomen, beuken, cederbomen en kastanjebomen zijn aanwezig. In het bos bevindt zich 35 kilometer voetpad, 8 kilometer fietspad en 29 kilometer rijparcours. Omdat het Bois de Boulogne groot is, liggen er in vergelijking met andere parken meer autowegen.
Overdag is het er goed toeven, met onder meer een rosarium en een dierentuin. Ook herbergt het bos de enige camping van de stad. Aan de rand van het Bois de Boulogne in de zuidoosthoek bij de Porte d'Auteuil liggen met de klok mee een paardenrenbaan: l'Hippodrome d'Auteuil, een siertuin: les Serres d'Auteuil en de tennisbanen van Roland Garros. In het zuidwesten ligt nog een grote paardenrenbaan.
's Avonds en 's nachts wordt een bezoek afgeraden. Ook werken er travestieten en transseksuelen in de prostitutie.[1]
Galerij
-
Kiosque de l'Empereur
-
Bovenmeer van het Bois de Boulogne
-
Het rosariumRoseraie de Bagatelle
-
Robinia pseudoacacia 'fraisia' in bloei
Bois de Boulogne in de kunst
- 1863 Le déjeuner sur l'herbe (schilderij, waarop Édouard Manet de prostitutie in het Bois de Boulogne aankaart)
- 1899 Le chalet du cycle au Bois de Boulogne (schilderij van Jean Béraud van een uitspanning voor fietsers in het Bois de Boulogne)
- 1945 Les Dames du Bois de Boulogne (film)
Bronnen, noten en/of referenties
|