Erhard Milch
Erhard Milch | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Geboren | 30 maart 1892 Wilhelmshaven, Duitse Keizerrijk | |||
Overleden | 25 januari 1972 Düsseldorf, Bondsrepubliek Duitsland | |||
Rustplaats | Zentralfriedhof Soltauerstrasse (Luneberg), Landkreis Lüneburg, Nedersaksen, Duitsland[1][2][3] | |||
Land/zijde | ![]() ![]() ![]() | |||
Onderdeel | ![]() ![]() ![]() ![]() | |||
Dienstjaren | 1910 – 1922 1933 – 1945 | |||
Rang | ![]() ![]() Generalfeldmarschall | |||
Eenheid | Führerreserve (OKL) 4 februari 1945 - 4 mei 1945[4] | |||
Bevel | „Freiwilligen Fliegerabteilung 412” Luftflotte 5 12 april 1940 - 9 mei 1940[4] Generalinspekteur der Luftwaffe | |||
Slagen/oorlogen | Eerste Wereldoorlog
| |||
Onderscheidingen | Zie decoraties | |||
|
Erhard Milch (Wilhelmshaven, 30 maart 1892 – Düsseldorf, 25 januari 1972) was een Duits generaal-veldmaarschalk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Opmerkelijk was dat Milch gedeeltelijk van Joodse afkomst was. Hij leidde de heropbouw van de Luftwaffe na de Eerste Wereldoorlog.
Milch, een zoon van een Joodse vader en een niet-Joodse moeder, diende tijdens de Eerste Wereldoorlog in het Duitse leger als artillerieofficier. Later nam hij dienst in de luchtmacht. Na de oorlog bleef hij in de private luchtvaartsector. In 1926 werd hij de eerste directeur van het Deutsche Luft Hansa Aktiengesellschaft, het huidige Lufthansa.
Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]
In 1933 werd hij in het Kabinet-Hitler staatssecretaris in het pas opgerichte Reichsluftfahrtministerium (Rijksluchtvaartministerie}. Zijn belangrijkste opdracht bestond in de oprichting en uitbouw van de Duitse luchtmacht, de Luftwaffe.
Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog was Milch opgeklommen tot de rang van generaal en voerde hij het bevel over een afdeling van de Luftwaffe in Noorwegen. Na de verovering van Frankrijk, werd Milch gepromoveerd tot generaal-veldmaarschalk. In 1944 probeerde Milch samen met Joseph Goebbels en Heinrich Himmler Hitler ervan te overtuigen Hermann Göring af te zetten als leider van de Luftwaffe wegens diens incompetentie.[5] Hitler weigerde, waarna Göring Milch op een zijspoor kon zetten. Milch ging toen voor Albert Speer werken.
Na de oorlog[bewerken | brontekst bewerken]
Na de zelfmoord van Hitler probeerde Milch Duitsland te ontvluchten, maar hij werd op 4 mei 1945 opgepakt door geallieerde troepen aan de Oostzeekust. Daarop stond hij terecht tijdens de Processen van Neurenberg, in het tweede proces ook wel Milchproces, waar hij tot levenslange opsluiting werd veroordeeld omdat hij medeverantwoordelijk was voor de inzet en uitbuiting van (buitenlandse) dwangarbeiders in de militaire vliegtuigindustrie. Hij zat zijn straf tot juni 1954 uit in de gevangenis van Landsberg, toen hij vroegtijdig werd vrijgelaten. De rest van zijn leven bracht hij door in Düsseldorf, waar hij stierf op 79-jarige leeftijd.

Militaire loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]
- Fahnenjunker: 24 februari 1910[6]
- Fähnrich: 18 oktober 1910[4][6]
- Leutnant: 18 augustus 1911[4][6]
- Oberleutnant: 18 augustus 1915[4][6]
- Hauptmann: 18 augustus 1918[4][6]
- Charakter als Oberst: 28 oktober 1933[4]
- Charakter als Generalmajor: 24 maart 1934[4][6]
- Charakter als Generalleutnant: 28 maart 1935[4][6]
- Charakter als General der Flieger: 30 januari 1936[4][6]
- General der Flieger: 20 april 1936[4][6]
- Generaloberst: 1 november 1938[4][6]
- Generalfeldmarschall: 19 juli 1940[4][6]
Decoraties[bewerken | brontekst bewerken]
- Ridderkruis van het IJzeren Kruis op 4 mei 1940 als Staatssecretaris in het Reichsluftfahrtministerium en Chef der Luftflotte 5[4][6][7][8]
- IJzeren Kruis 1914, 1e Klasse[4] (19 oktober 1915) en 2e Klasse[4] (4 oktober 1914)[6][8]
- Piloten Badge (Pruisen)[4]
- Waarnemers Badge[4] op 23 juni 1916[6]
- Vliegers-Herinnerings-Badge in 1919[6]
- Grootkruis in de Orde van Sint-Mauritius en Sint-Lazarus in april 1933[6]
- Grootkruis in de Orde van Civiele Verdienste met Ster op 31 mei 1933[6]
- Grootkruis in de Orde van de Feniks (Griekenland) op mei 1934
- Ereteken van het Duitse Rode Kruis op 27 juli 1934[6]
- Erekruis voor Frontstrijders in de Wereldoorlog[4] op 15 december 1934[6][8]
- Gezamenlijke Piloot-Observatiebadge in Goud met Diamanten[4] op 30 maart 1935[6][8]
- Grootkruis in de Militaire Orde van Verdienste (Bulgarije) met Zwaarden op 27 mei 1935
- Orde van de Witte Roos (Finland), 2e Klasse op 6 juni 1935[6]
- Grootkruis in de Orde van Sint-Sava op 30 juni 1935[6]
- Grootkruis in de Saksisch-Ernestijnse Huisorde met Zwaarden op 15 augustus 1935[6]
- Grootkruis in de Orde van Verdienste (Hongarije) in oktober 1935[6]
- Duits Olympisch Ereteken, 1e Klasse op 16 augustus 1936[6]
- Dienstonderscheiding van Leger en Marine voor (18 dienstjaren)[4] op 2 oktober 1936[6][8]
- Gouden Ereteken van de NSDAP[4] op 30 januari 1937[6][9]
- Piloten Badge (Frankrijk) op 29 september 1937[6]
- Grootkruis in de Orde van de Italiaanse Kroon in september 1937[6]
- Grootkruis in de Orde van de Heilige Schatten in december 1937[6]
- Grootkruis in de Orde van de Kroon (Joegoslavië) in december 1938[6]
- Ereteken van de Luchtbescherming, 1e en 2e Graad op 20 april 1938[6][8]
- Piloten Badge (Joegoslavië) in juni 1938[6]
- Medaille ter Herinnering aan de 13e Maart 1938[4][6][8]
- Medaille ter Herinnering aan de 1e Oktober 1938 met gesp „Prager Burg”[4][8]
- Grootkruis in de Koloniale Orde van de Ster van Italië op 20 februari 1939
- Medaille ter herinnering aan de Thuiskomst van het Memelland[4] op 19 september 1939[6]
- Herhalingsgesp bij IJzeren Kruis 1939, 1e Klasse[4] (30 september 1939) en 2e Klasse[4] (24 september 1939)[6][8]
- Grootkruis in de Orde van het Zwaard op 6 augustus 1940
- Commandeur in de Orde voor Dappere Vliegeniers op 6 juli 1941
- Grootkruis in de Orde van de Witte Roos (Finland) op 30 maart 1942
- Grootkruis in de Orde van het Schitterende Jade in juni 1938[6]
- Commandeur in de Orde van Verdienste (Chili) op 3 maart 1937[6]