Naar inhoud springen

Europa in de Tweede Wereldoorlog

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Animatie van het Europese strijdtoneel gedurende de Tweede Wereldoorlog.

Dit artikel geeft het militaire verloop weer van de Tweede Wereldoorlog in Europa. Daarnaast biedt het de mogelijkheid de wisseling van bondgenootschappen en de etnische veranderingen na de Tweede Wereldoorlog nader te bekijken.

Militair verloop van de oorlog in Europa

[bewerken | brontekst bewerken]

Duitse controle over Midden-Europa

[bewerken | brontekst bewerken]
23.08.1939: Ondertekening van het Molotov-Ribbentroppact. Duits Minister van Buitenlandse Zaken Joachim von Ribbentrop staat achter Molotov die tekent. Jozef Stalin glimlacht op de achtergrond rechts van hem.

Duitsland was in 1939 klaar voor een Europese oorlog; het had Oostenrijk en Tsjechië opgenomen in het Duitse Rijk, Slowakije was een vazalstaat geworden en Hongarije begon meer en meer in Duits vaarwater te komen. Bovendien hadden Berlijn en Moskou het Molotov-Ribbentroppact getekend, een non-agressiepact tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie. Er waren echter enkele geheime documenten aan toegevoegd over de verdeling van Oost-Europa in een Duitse en een Russische invloedssfeer. Reeds eerder waren de drie Baltische republieken (Estland, Letland en Litouwen) via pacten en militaire bezetting door Moskou geannexeerd.

Op 1 september 1939 viel nazi-Duitsland zonder oorlogsverklaring vooraf Polen binnen. Het Poolse leger kon niet op tegen de gemechaniseerde Duitse oorlogsmachine, en na een week stonden de Duitse tanks al voor Warschau, de Poolse hoofdstad. Deze stad tartte echter de Duitse Wehrmacht en hield het dagenlang uit ondanks beschietingen van de Luftwaffe en zware artillerie. Geen mens houdt het echter lang uit zonder eten en vers water, en de Poolse hoofdstad moest voor de Duitse overmacht zwichten en werd bezet. Op 17 september rukten ook Russische troepen vanuit het oosten Polen binnen om hun deel van de buit op te eisen, en reeds de volgende dag stonden ze aan de rivier Bug bij het fort Brest-Litovsk. Daar sloten Duitse en Russische soldaten vriendschap met elkaar en werd voor het eerst openlijk duidelijk dat er meer school achter het Molotow-Ribbentroppact. Polen werd verdeeld: het oostelijk deel ging naar Moskou en werden onder de Wit-Russische SSR en de Oekraïense SSR verdeeld, het westen ging naar Berlijn en werd of geannexeerd of omgevormd tot een Generaalgouvernement.

Op 3 september 1939 echter, na een ultimatum van twee dagen, verklaarden Engeland (12.00) en Frankrijk (15.00) Duitsland de oorlog. De Poolse Veldtocht was uitgegroeid tot de Tweede Wereldoorlog.

Oorlog in Scandinavië

[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens met Molotow-Ribbentroppact was Finland in de sfeer van de Sovjet-Unie geplaatst. Het land had zich na de Russische Revolutie onafhankelijk verklaard en was dat tijdens het Interbellum gebleven. Nu vielen – na enkele vruchteloze onderhandelingen over de Karelische grens ten opzichte van Leningrad – Russische legers Finland binnen. Stalin wilde de wereld laten zien dat het Rode Leger ook een Blitzkrieg kon organiseren. De waarheid zou anders leren. De Finnen weerden de Russische aanvallen met succes af, en vernietigden daarbij een hele Russische pantserdivisie in een keer. Uiteindelijk moesten de Finnen wel een wapenstilstand aanvragen onder de Russische druk, en Finland moest het grootste deel van zijn Karelische grondgebied afstaan. Bovendien werden Hanko en Petsjenga overgedragen aan Rusland als pachten of mandaatgebieden. Voor Finland was dit een bittere pil, iets wat het land in de armen van de Duitsers dreef.

Ondertussen hadden Engeland en Frankrijk besloten tot een offensieve strategie over te gaan op de Duitse flank: Noorwegen. Via de Noorse haven Narvik werd de Zweedse ijzererts door Noorse wateren naar Duitsland vervoerd, en zonder die erts kon Duitsland de oorlog niet voortzetten. Ondanks protest van Oslo legden Engelse schepen mijnen rond Narvik, iets waardoor Hitler besloot tot een invasie van Noorwegen en Denemarken. Zo zou niet alleen de Oostzee voor de geallieerden gesloten worden, maar zouden de Duitsers ook alvast een perfecte positie hebben voor een noordelijke aanval op Engeland. Denemarken gaf zijn verzet al na enkele uren op, waarna zeven Duitse divisies in Noorwegen landden. Daar maakten de nazi's van Vidkun Quisling de Noorse mobilisatie echter onmogelijk, waardoor de Duitsers het zuiden van het land snel bezetten. Engelse en Franse soldaten landden in Narvik en namen de stad in, maar na 24 uur werd de bezetting teruggetrokken: de aanval op West-Europa was begonnen. Noorwegen capituleerde, en de koning vluchtte naar Londen samen met de marine en het leger.

Zie Fall Gelb voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op 10 mei 1940 barstte het Duitse offensief in West-Europa los na maanden ponyoorlog. De legers van de Führer schonden bruut zonder oorlogsverklaring vooraf de neutrale status van Nederland, België en Luxemburg. Nederland hield het ondanks zwakke bewapening en parachutistenlandingen in het westen van het land vier dagen vol (in Zeeland vochten Franse en Nederlandse soldaten de volgende dag nog door) en capituleerde toen na een terreurbombardement van de Luftwaffe op Rotterdam. België hield het langer uit vanwege de steun van het Frans-Engelse expeditieleger. Op de eerste dag werd het moderne, onneembaar geachte fort Eben-Emuel door Duitse parachutisten en stoottroepen ingenomen. Daarna konden de Duitse tanks zonder veel moeite over de Maas en het Albertkanaal komen en de Belgen trokken vier dagen eerder dan verwacht terug op de Dijlelinie rond Brussel en Antwerpen. Hier werd het front echter zo zwaar versterkt door geallieerde troepen dat de Duitsers geen verdere vorderingen maakte.

De echte Duitse aanval kwam echter niet in België of Nederland, maar rond Sedan aan de Maas. Hier verwachtten de Fransen de minste tegenstand: volgens onder andere maarschalk Pétain waren de wouden van de Ardennen niet geschikt voor tanks of zwaar oorlogsmateriaal.

Toch begonnen al op 10 mei 1940 Duitse stoottroepen wegen aan te leggen in de Ardennen, en daarbij stuiten ze maar op minimale weerstand van de geallieerden. Op 16 mei 1940 trokken ineens honderden Duitse tanks richting Sedan Frankrijk binnen en versloegen het zwakke Franse 7de leger aan de Maasoever. Sedan werd door de Duitsers ingenomen en van daaruit trokken de Duitse pantsers snel op door Noord-Frankrijk, richting de Kanaalkust. Deze werd reeds enkele dagen later bereikt door de Duitse tanks nabij de havenstad Abeville. Zo was het hele leger in België opgesloten, en de Duitsers begonnen op te trekken richting de kusthavens: Boulogne en Calais werden veroverd, maar Duinkerken bleef in Engelse handen. Van hieruit begon operatie Dynamo, waarbij 350.000 geallieerde soldaten werden opgehaald door Engelse en Franse schepen, en over werden gebracht naar Dover in Engeland.

Hierna trokken de Duitsers verder naar het zuiden en passeerden de rivieren Somme en Aisne. Parijs werd door de Franse regering als open stad verklaard, en de hoofdstad van het Franse rijk werd door de Duitsers zonder tegenstand ingenomen. Rommel trok ondertussen op door Normandië en veroverde de vesting Cherbourg, terwijl Guderian aan de Zwitserse grens verscheen en zo de Maginotlinie omsingelde. Deze werd weldra doorbroken, waarbij nog een deel van het Franse leger verloren ging. Er vond een wisseling van premier plaats: maarschalk Pètain werd premier van Frankrijk en vroeg de Duitsers meteen om een wapenstilstand met Frankrijk. Zo werd Vichy-Frankrijk geboren en stond Engeland alleen tegenover Duitsland en Italië. Italië had namelijk een dag voor de Franse overgave nog een aanval gedaan op Zuid-Frankrijk, en wist bij de vrede enkele kleine gebieden te verkrijgen zoals de stad Menton.

Battle of Britain (Slag om Engeland)

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Slag om Engeland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Een beschadigde Londense straat.

Engeland stond er nu alleen voor: het Engelse leger was van het continent verdreven en had al het zware materiaal achtergelaten in Frankrijk. Zo lag het eiland haast weerloos open voor de Duitse invasie die iedereen nu snel verwachtte. Inderdaad viel al snel het eerste deel – hoe klein ook – van Engeland in handen van de Duitse bezetters: de Kanaaleilanden. Deze waren echter door de Britten ontruimd, waardoor de Duitsers geen tegenstand ontmoetten. Toen begonnen de Duitsers met hun Luftwaffe de Britse konvooien in het Kanaal onder vuur te nemen, en wisten ze daar te verdrijven. Churchill sprak over "we zullen ons verdedigen in de straten, in de huizen en aan de kusten", maar daarvoor had Engeland een leger nodig, en nog belangrijker: wapens.

Nu begon de Luftwaffe Engeland te bombarderen en steden als Londen en Coventry werden in de as gelegd, de Blitz was begonnen. Nacht na nacht bombardeerde de Luftwaffe steden, fabrieken en vliegvelden, in de hoop zo het moreel van het Engelse volk te breken. Zonder effect. De Britten hadden weldra weer 1.200.000 man onder de wapenen, maar deze waren belabberd uitgerust: alleen de vloot was sterker dan de Duits/Italiaanse marine.De Royal Air Force (RAF) streed met de sterkte 1:3 tegen de Luftwaffe, maar wist veel meer Duitse vliegtuigen neer te halen. De Battle of Britain werd verloren door de Luftwaffe en de RAF begon het initiatief over te nemen door doelen in Frankrijk te bombarderen. Toch was Engeland nog altijd in levensgevaar: de Italianen stonden aan de poort in Egypte, de Duitsers stonden nog altijd met een sterk leger aan de Franse kust en Amerika bleef neutraal.

De Balkan onder de As

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie De Balkan tijdens de Tweede Wereldoorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Slowakije was al sinds de val van Tsjecho-Slowakije een vazalstaat van Duitsland geworden, maar ook Hongarije was in de Duitse invloedssfeer gekomen: het land had veel profijt getrokken van deze vriendschap door onder andere de annexatie van Karpato-Oekraïne en delen van Slowakije. Door het Molotow-Ribbentroppact kwam er grote druk op Roemenië te staan: het land moest zijn oostelijke provincies Bessarabië en Noord-Boekowina afstaan aan de Sovjet-Unie. Hierna kregen ook Hongarije (Noord-Transsylvanië) en Bulgarije (de zuidelijke Dobroesja) delen van Roemenië. Dit land zocht steun bij Duitsland, dat weldra een leger van zestien divisies aan de Roemeense grens met de Sovjet-Unie had gelegerd. In Boedapest kwamen fascisten aan de macht die toetraden tot de asmogendheden, spoedig gevolgd door de pro-Duitse koning Boris van Bulgarije. Joegoslavië kwam onder druk te staan en trad ook toe tot de asmogendheden, maar drie dagen later trad het weer uit door een pro-Geallieerde staatsgreep in Belgrado. Hitler was razend, ook op Mussolini die de vrede op de Balkan verstoord had met een invasie van Griekenland. Deze invasie liep echter uit op een ramp: na een aanvankelijke opmars werden de Italianen bij het dorpje Metsovon door de Grieken verslagen. Deze wisten daarop zelfs een deel van Albanië in te nemen op de Italianen! Hitlers legers, samen met Italianen, Bulgaren en Hongaren, trokken de grenzen over van Joegoslavië en Griekenland. Ondanks steun van 55.000 Britse soldaten werden de beide landen snel ingenomen. Italië, Bulgarije en Hongarije kregen gebieden toegewezen, Kroatïe werd een fascistische staat en trad toe tot de As en Duitsland bezette onder andere Servië en Kreta.

Operatie Barbarossa

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Operatie Barbarossa voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Na het herstellen van de orde op de Balkan richtte de Duitse oorlogsmachine zich naar het oosten. Hier lag de uitgestrekte ruimte van de Sovjet-Unie, de Lebensraum van de NSDAP. Hitler had sinds de val van Frankrijk plannen gemaakt voor de invasie van het grootste land ter wereld, maar wilde aanvankelijk eerst Engeland opruimen. Toen dit niet lukte besloot Hitler dat via een snelle bezetting van de Sovjet-Unie – of althans het Europese deel – de laatste 'hoop' van Engeland de grond in te boren. Dit werd operatie Barbarossa waarvoor meer dan 3 miljoen troepen van de asmogendheden samengetrokken werden aan de Russische westgrens. Stalin wilde niet luisteren naar de waarschuwingen van onder andere de Britse geheime agenten in Duitsland en toen de aanval kwam, kwam die als een grote verrassing. De Duitsers trokken reeds op de eerste dag 60 mijl op, en alleen het oude fort Brest-Litovsk aan de rivier Bug hield stand tegen de Wehrmacht en de bondgenoten hiervan.

Het offensief verliep aanvankelijk voorspoedig voor de As: grote delen van west Rusland werden bezet, waaronder Wit-Rusland en de Oekraïne. Grote omsingelingen dreven het Rode Leger verder en verder terug. Bij Smolensk echter gebruikten de Russen voor het eerst hun geheime wapen: de T-34 tank die beter was dan elke Duitse tank en bovendien de eerste raketwerper ter wereld, de Katjoesja. Ondanks de Russische weerstand, bleven de Duitsers oprukken en stonden ze bij het invallen van de winter voor de poorten van Moskou. In het noorden omsingelden ze met Finse hulp Leningrad en in het zuiden veroverden ze de stad Rostov aan de Don, de poort naar de Kaukasus. Toen viel echter de Russische winter in met rond Moskou temperaturen van -30 graden. De Wehrmacht had geen winterkledij in voorraad en vragen van bevelhebbers aan het front resulteerden in het antwoord: "Wanneer de winter invalt zitten de soldaten in Moskou". Maar de Wehrmacht zat allesbehalve in Moskou: de Duitse opmars van Legergroep Midden was voor de stad blijven steken tegen een muur van Russisch verzet. Een divisie wist de buitenwijken van de stad te bereiken maar werd teruggeslagen.

Zjoekov, de Russische verdediger van Moskou, deed nu met twee Siberische legers een tegenoffensief dat de Wehrmacht op sommige plekken meer dan honderd kilometer terugdreef. In het zuiden heroverden de Russen Rostov en landden op de Krim, terwijl in het noorden de stad Tachalin op de spoorweg Leningrad-Moskou werd heroverd.

In het voorjaar van 1942 werd duidelijk dat de asmogendheden zware klappen hadden gekregen in Rusland, maar dat ze nog kracht hadden voor een offensief op een van de drie Legergroepen. Hitler koos – tegen het advies van zijn generale staf (OKH) in – Legergroep Zuid met de orders de havensteden aan de Wolga en de Kaukasus met haar olie in te nemen. Weer rolde de Blitzkrieg over Rusland. De Russen werden teruggedreven tot ver in het zuiden en stonden met hun rug tegen de Wolga en de bergketens van Armenië. Toen begon een slag rond de stad Stalingrad: de slag om Stalingrad, de grote krachtmeting tussen Stalin en Hitler. Meer en meer soldaten werden door beide zijden naar Stalingrad gestuurd, en daarvan maakten de Russen gebruik voor een omsingelingsaanval rond de stad.

Het 6de Duitse leger onder Paulus werd in de stad gevangen en vier legers (twee Roemeense, een Hongaars en een Italiaans) werden bijna compleet vernietigd in de Russische aanval. Hitler verbood Paulus uit te breken. Toen een poging van het 6de pantserleger Stalingrad te bereiken mislukte, capituleerde Paulus met ongeveer 130.000 As-manschappen. Dit was een van de zwaarste nederlagen van Duitsland in de Tweede Wereldoorlog, en een keerpunt. De Russen drukten de Duitsers nu terug naar de Don en tot de lijn die ze voor plan Blau hadden. Ze gingen echter verder en na de slag om Koersk waar de grootste tankmacht ooit streed veroverden de Russen een groot deel van de oostelijke Oekraïne terug op de As.

Ondertussen waren ook in het westen veranderingen op tilt: het waren niet langer Duitse jagers en bommenwerpers die over Londen vlogen maar Amerikaanse en Engelse toestellen die boven Berlijn scheerde. Sinds de Battle of Britain door de Luftwaffe verloren was, had zij nog aanvallen gedaan op Engeland, maar sinds de oorlogsverklaringen tussen de VS en Duitsland was de balans in het voordeel van de geallieerden verschoven.

1943, de As begint de oorlog te verliezen

[bewerken | brontekst bewerken]

Begin 1943 deden de Duitsers in Rusland nog een krampachtige poging het offensief weer op te pakken en de stad Charkow wisselde enkele keren van bezetter. Toch was de Wehrmacht te zwak om het Rode Leger een grote slag toe te brengen en weldra ging de Russische opmars verder richting het westen. Grote delen van de Oekraïne werden veroverd, en in Wit-Rusland deden de Russen rond Smolensk een offensief als 'afleiding' van de Wehrmacht. De Dnjepr werd op vele plekken doorbroken, en Kiev werd door de Russen veroverd op de Duitsers.

Ondertussen waren de Duitsers en Italianen in Noord-Afrika verslagen, en de geallieerden landen nu op Italiaanse grond: Sicilië. Het eiland werd veroverd, en Mussolini werd in Rome afgezet als leider van Italië. Italië ging een wapenstilstand met de geallieerden aan en trad zo uit de Tweede Wereldoorlog. De Duitsers grepen echter snel in en bezetten een groot deel van Italië – alleen het zuiden kwam in handen van de geallieerden – en de Italiaanse gebieden op de Balkan zoals Albanië. Mussolini werd door Duitse parachutisten bevrijd en kwam aan het hoofd te staan van een Duitse vazalstaat in Noord-Italië: de republiek van Sàlo. De geallieerden ondertussen liepen vergeefs storm tegen de Gustav-linie die de Duitsers ten zuiden van Rome hadden opgebouwd, en een landing bij Anzio door Amerikaanse strijdkrachten mislukte. Zo zat de strijd in Italië muurvast, ook al wisten de geallieerden nog wel de eilanden Sardinië en Corsica te veroveren op de Duitsers.

De Duitsers begonnen nu ook in Frankrijk de kust te versterken tegen een aanval vanuit Engeland. Aangezien de Amerikaanse troepen in Engeland steeds sterker werden en de luchtmacht en de vloot van de geallieerden de Duitsers de baas was moest de kust versterkt worden. Dit werd het grote bouwproject van de Atlantikwall, uitgevoerd door de Organisation Todt.

Zie D-day voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De landing in Normandië.

In 1944 braken de geallieerden overal door de Duitse linies heen: In Italië veroverden de geallieerden een dag voor D-day Rome op de Duitsers en rukten op naar het noorden. Daar werden ze echter nog even tegengehouden op de Duitse Gotenlinie, maar daarna rukten de geallieerden verder op en de republiek van Sàlo stortte in elkaar met de dood van Mussolini. In het oosten heroverden de Russen hun eigen land sinds de grenzen van 1940, en trokken Roemenië en Polen binnen. De intocht in Roemenië bracht een algemene ommekeer op de Balkan teweeg: Roemenië koos de zijde van de geallieerden, en Bulgarije verklaarde zich neutraal in de oorlog. Onder Russische druk koos het echter ook de zijde van de geallieerden en ontwapende de Duitse troepen die nog in het land aanwezig waren. Hongarije werd door de Duitsers 'onbetrouwbaar' geacht en bezet, en in Slowakije kreeg de fascistische regering een zware klap na een opstand van de Slowaakse bevolking. Warschau kwam in opstand, en de Russen veroverden de stad (nadat de Duitsers de Poolse opstandelingen hadden verslagen).

In Frankrijk landde ondertussen een enorm leger van westerse geallieerden in Normandië. D-day ging de geschiedenis in als de grootste amfibische operatie aller tijden, en de Duitsers moesten al hun beschikbare divisies in het westen naar Normandië dirigeren. Mede door de Atlantikwall en slecht weer wisten de Duitsers de geallieerden enige weken op te houden, maar toch konden ze niet verhinderen dat de Amerikanen heel Contentin met onder andere Cherbourg innamen. Uiteindelijk brak het Amerikaanse 3de leger onder generaal Patton door de Duitse linie heen en veroverde heel Bretagne op enkele versterkte havens na. Nu begon een razendsnelle opmars van de geallieerden door Noord-Frankrijk, die nog eens gesteund werd door een landing in het zuiden. De Duitsers verloren in onder andere de slag om Falaise en Parijs meer dan 500.000 manschappen en moesten het grootste deel van hun zwaar materiaal achterlaten in Frankrijk. Zo werd een heel Duits leger in het westen in de pan gehakt en rukte de geallieerden België en Nederland binnen, waar grote successen werden behaald op de Duitsers en collaborateurs.

Slag om Arnhem en de Russische opmars in het oosten

[bewerken | brontekst bewerken]

Nu begon de Slag om Arnhem met als einddoel de Rijn in Nederland over te steken en zo het belangrijke Ruhrgebied in te nemen. Hiermee zou de Duitse oorlogsindustrie een zware klap krijgen en zou de Westwall omsingeld kunnen worden, en daarmee het hele Duitse westelijke leger. Als codenaam kreeg dit offensief de naam "Operatie Market Garden" mee. De parachutisten die aan het offensief meededen konden zichzelf benoemen mee te doen aan de grootste aanval van parachutisten ooit (deze was veel sterker dan de Duitse in 1940). Eindhoven en Maastricht werden snel ingenomen en ook de bruggen over de Maas vielen in handen van de geallieerde tanks die uit het zuiden optrokken. De Britse en Poolse soldaten die in Arnhem landen wisten de brug te veroveren, maar kregen meteen te maken met een zware tegenaanval van SS-eenheden met pantsertroepen. Nu begon de doodstrijd om de brug van Arnhem: zouden de geallieerden haar krijgen, dan was de oorlog verloren voor Duitsland. Behielden de Duitsers de brug, dan zou het land het langer kunnen uithouden op de natuurlijke verdedigingslinie die de Rijn vormde.

De Britten en Polen wisten door een gebrekkig optrekken van de geallieerden in het zuiden, door felle Duitse tegenaanvallen en verkeerd gedropte voorraden de brug niet te houden en trokken zich terug naar het zuiden. Daarom bleef de brug bij Arnhem in handen van de Duitsers, en deze bliezen haar snel op. Ondertussen wisten de Amerikanen wel sterke vestingen als Metz, Walcheren en Aken in te nemen, waardoor de strijd op sommige plekken op Duits grondgebied werd gevoerd. Hier stuitten de geallieerden echter op een sterke Duitse verdediging: de Westwall. Ondanks plaatselijke successen zoals Saarlautern, Strasbourg en Aken bleef de linie grotendeels intact, en nog altijd verdedigde meer dan dertig Duitse divisies de westelijke grenzen.

In het oosten rukten de Russen ondertussen gestaag verder op en omsingelden Boedapest in Hongarije. Ze lanceerden ook hun eerste twee offensieven op Duitsland zelf: in Oost-Pruisen. Daar werden echter door fanatieke Duitse tegenstand slechts geringe vorderingen gemaakt door het Rode Leger, dat het offensief afblies. Rond Boedapest werden hevige gevechten geleverd, en drie weken lang weerstond de stad de Russen. Zonder voorraden, en met verschillende ontzettingspogingen verijdeld door het Rode Leger capituleerde de stad voor de Russische overmacht. Ondertussen waren de Russen er met de hulp van de partizanen van Tito in Joegoslavië erin geslaagd Belgrado in te nemen en daarna het grootste deel van Kroatië. Kroatië bleef officieel nog een soevereine staat, maar het grootste deel van zijn grondgebied in 1941 was door de geallieerden bezet of stond onder Duitse militaire controle. Hiermee was de laatste bondgenoot van Duitsland uitgeschakeld in Europa.

Ardennenoffensief en de doorbraak van de Westwall

[bewerken | brontekst bewerken]

Hitler, nu steeds wanhopiger, gelaste in het westen met 26 divisies een nieuw offensief. Zijn standpunt was een breuk te bewerken in de coalitie van de geallieerden door een snelle opmars naar Antwerpen. Hiermee moesten vier geallieerde legers in het noorden worden omsingeld en vernietigd, waarna de westerse mogendheden wel een nadelige vrede moesten sluiten met Berlijn. Daarna zouden de Duitsers hun krachten weer geheel op het oosten kunnen richten. Het Ardennenoffensief leek in het begin inderdaad een succes: er werden plaatselijk grote vorderingen gemaakt, en bij Namen naderde de Duitsers de Maas. Amerikaanse eenheden werden in Bastenaken omsingeld en zwaar belegerd door de Duitse troepen.

Toch bereikte het offensief niet de gestelde doelen: Antwerpen werd niet veroverd, de Maas niet overgestoken en een aanval in de Nederlandse Betuwe mislukte volkomen. Ondertussen werd de druk van Patton en diens 3de leger op de zuidflank van de Duitse 'zak' voelbaar, en Bastenaken werd door Patton ontzet. De Duitse generale staf besloot een algehele terugtrekking naar de Westwall, en leed daarbij overigens nog zware verliezen door de geallieerden luchtmachten. Nu begonnen de geallieerden een offensief tegen de Westwall, waarvan de gevechtswaarde door de zware Duitse verliezen in het Ardennenoffensief (84.000 man) gering was geworden. De geallieerden braken inderdaad snel door naar de Rijn en ondanks zware gevechten in onder andere het Hurtingerwald konden de Amerikanen bij Remagen de Rijn oversteken. Zo was de laatste natuurlijke en defensieve barrière van Duitsland in het westen gebroken, en de geallieerden begonnen in een hoog tempo terrein te winnen.

Laatste maanden van het Derde Rijk

[bewerken | brontekst bewerken]

Nu rukten in het westen de geallieerden op ten oosten van de Rijn, terwijl in het oosten de Russen de Oder en de Neisse naderden, en daarmee Berlijn. Hitler riep het Duitse volk op verder te strijden, ook al wist iedereen met gezond verstand dat de militaire en economische situatie van Duitsland hopeloos was en op instorten stond. De Amerikanen, Britten en Fransen trokken samen met de regering in ballingschap en hun troepen of koloniale soldaten op richting Hamburg, München en de Tsjecho-Slowaakse grens. In het oosten braken de Russische legers over de Oder en de Neisse en omsingelden Berlijn.

De laatste Duitse legers werden vernietigd en de Noordzeekust werd door Montgomery bevrijd, daarmee Denemarken voor de Russen afsluitend. Patton trok Tsjecho-Slowakije binnen, terwijl in het zuiden Oostenrijk voor een deel werd bevrijd en de geallieerden uit Italië en Frankrijk elkaar op de Brenner ontmoeten. Ondertussen ontmoeten de Russen en Amerikanen elkaar ook aan de rivier de Elbe bij Torgau. Hiermee was Duitsland in twee stukken verdeeld. Hitler pleegde zelfmoord in Berlijn toen de Russen de Rijkskanselarij naderde, en grootadmiraal Dönitz nam de Duitse regering over. Hij vertrok naar Flensburg aan de Deense grens en zette daar een Duitse regering op. Hij had eerst het idee een vrede te sluiten met de westelijke geallieerden, maar om in het oosten nog door te vechten tegen de Sovjets. De geallieerden accepteerde echter alleen onvoorwaardelijke overgave en Dönitz ging akkoord, waarmee de Tweede Wereldoorlog in Europa ten einde was. De geallieerden hadden de oorlog gewonnen.

Bondgenootschappen van Europa in de Tweede Wereldoorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

In de Tweede Wereldoorlog werd er in politiek opzicht in Europa veel veranderd. Duitsland en Italië vormde bij het uitbreken van de oorlog de asmogendheden, tegenover hen stonden Engeland en Frankrijk als de geallieerden.

Groei en ineenstorting van de asmogendheden in Europa

[bewerken | brontekst bewerken]

Na de snelle verovering van Polen door Duitsland en de annexatie van Albanië door Italië verschoof het machtsevenwicht in Europa steeds meer naar deze staten. De geallieerden toonden zich niet bereid tot een offensief tegen Duitsland over te gaan waardoor een snelle overwinning vergooid werd. Nadat Duitsland Noorwegen en Denemarken overrompeld had, begon het zijn beroemde offensief tegen Frankrijk: Fall Gelb, waarin ook de Benelux bezet werd door de Wehrmacht. Frankrijk vroeg een wapenstilstand aan en het kleine Engelse leger was zonder zwaar materiaal van het Europese vasteland verdreven.

Nu pas werd duidelijk dat de sfeer in Europa algemeen pro-Duits aan het worden was: Vichy-Frankrijk zocht nauwer aansluiting tot Italië en Duitsland na de Engelse aanvallen op de Franse vloot in Noord-Afrika, en op de Balkan begonnen de Duitse afgezanten steeds actiever te worden. Slowakije, dat al voor de Tweede Wereldoorlog een Duitse vazalstaat geworden was, trad als vierde lid (naast Japan) toe tot de asmogendheden en verklaarde Engeland de oorlog. Spoedig hierna werd Hongarije lid van de asmogendheden, waarna het Noord-Transsylvanië verwierf van Roemenië. Roemenië trad ook toe uit angst voor een Russische overheersing van het land, waarna het voor de Roemeense fascisten een koud kunstje was het land over te nemen. Bulgarije had de zuidelijke Dobroesja verkregen, en nadat Duitsland koning Boris meer grond in Thracië en Macedonië had beloofd trad ook Bulgarije toe tot de As. Joegoslavië volgde, maar werd door een pro-Geallieerde staatsgreep teruggetrokken uit de As.

Na de militaire bezetting door de Wehrmacht werd Kroatië fascistisch en werden er semi-onafhankelijke regeringen opgezet in Belgrado en Montenegro (onder Italiaanse soevereiniteit). Na de campagne in Rusland (waarbij ook Finland en enkele Russische vazalstaten aan meededen) begon de As te verbrokkelen in onderlinge twisten en angst voor bezetting. Roemenië was het eerste land dat uittrad en de geallieerde zijde koos, spoedig gevolgd door een uittreden van Finland en Bulgarije. Hongarije werd door de Duitsers, net als Vichy-Frankrijk een jaar eerder, bezet en in Slowakije kwam het volk in opstand tegen de fascistische heersers in Bratislava. De Russen veroverden uiteindelijk Slowakije en Hongarije, waarmee deze landen uit de As werden gestoten, en Tito bevrijdde met zijn partizanen het grootste deel van Kroatië. Italië had al in 1943 de oorlog verloren, maar tot 1944 was er in het noorden van het land een vazal van Duitsland aan de macht gebleven: de Republiek van Sàlo.

Regering in ballingschap

[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste regering in ballingschap was een regering die Tsjecho-Slowakije vertegenwoordigde. De tweede regering die volgde was die van Polen, de eerste regering waarvan onderdelen van alle drie de krijgsmachten verzameld waren (luchtmacht, marine en grondtroepen). Na de invasie van Noorwegen en Denemarken werd in Londen een Noorse regering gevormd die de beschikking had over nagenoeg de gehele Noorse vloot. Daarna vielen de Duitsers West-Europa aan waarbij de Nederlandse en Belgische regering uitweken naar Engeland. Frankrijk werd verdeeld: onder generaal De Gaulle werd in Londen een Franse regering in het geallieerde kamp gevormd terwijl maarschalk Pétain in Vichy een pro-Duitse regering opzette. Hierna volgden nog een Griekse en een Joegoslavische regering in ballingschap.

Na de deelname van de oorlog door Amerika kregen de regering in ballingschap meer ruimte nu hun strijdkrachten met Amerikaanse wapens bevoorraad werden. Onder andere de Polen bij Monte Casino en de Noren in de aanval op Narvik waren aanvallen die voornamelijk door troepen in ballingschap werden uitgevoerd. Na de oorlog keerden alle regeringen op de Poolse regering na (hun land werd overgenomen door de communisten, en dit weigerde de regering in Londen te erkennen) terug naar hun eigen staat.

Holocaust en de nazi-ideeën voor na de oorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

De NSDAP had al sinds 1933 een extreme politiek tegenover Joden en buitenlandse minderheden. Veel Joden en onder andere Polen ontvluchtten Duitsland, terwijl in Duitsland zelf een fascistische dictatuur gevestigd werd. Reeds voordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak bestonden er in Duitsland al werkkampen voor Joden en felle antinazi's die gewoon ineens verdwenen van de straat. Ze zouden dan 'verhuisd zijn' of 'doodgegaan op natuurlijke wijze', in werkelijkheid was het de SS die de mensen in werkkampen gooide. Toen West-Polen veroverd werd werden grote delen van het veroverde land geannexeerd door Duitsland, waarna een werkelijke terreur begon tegen de Poolse bevolking en de Joden.

Toen West-Europa, Noorwegen en Denemarken veroverd waren begon zich voor het eerst de verschillen van de nazi-ideologie onder de Europese volkeren zich af te tekenen: Polen en andere Slavische volksgroepen in het veroverde Oost-Europa werden meedogenloos vervolgd of gewoon in massamoorden geëxecuteerd, terwijl in het westen onder de "Germaanse broeders" een mildere politiek werd gevoerd. Dit in de hoop dat de Nederlanders, Belgen, Fransen en Scandinaviërs de nazi's zouden helpen tegen de Joden, minderheden en de Russen. Ten dele is deze politiek geslaagd door de moord op meer dan 6 miljoen Joden van overal uit Europa, anderzijds wekte deze politiek groot verzet in de veroverde landen.

In Polen, veroverd Rusland en andere Slavische gebieden verrezen na de bezetting al snel getto's (Getto in Warschau of Lublin) waar Joden bijeen werden gedreven en moesten overleven onder zeer zware omstandigheden. De nazi's gingen echter nog verder: ze zetten vernietigingskampen op zoals Auschwitz, waar honderdduizenden Joden vergast werden zonder vorm van proces. Dit was volledig tegen het oorlogsrecht in, en de grootste massamoord uit de geschiedenis.

Plannen van de nazi's voor Europa na de Tweede Wereldoorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

De fascisten in Europa hadden sterk het idee op een Europa van "Germaanse volkeren", en dan vooral een Duits herenvolk als centraal punt. Er werd een begin gemaakt met deze Germanisering van Europa toen grote delen van Polen als het Wartheland werden geannexeerd bij het Derde Rijk. Kolonisten uit het westen en uit Rusland werden daar in de Poolse huizen gezet, terwijl de Polen verdreven werden, doodgeschoten werden of te werk werden gesteld in werkkampen. Daarna volgde de annexatie van Luxemburg, Elzas-Lotharingen en de Belgische Oostkantons waar alle Franse invloed uitgebannen werd. Ook kregen Duitse minderheden in Hongarije, Slowakije en Roemenië voorrechten op de plaatselijke Slavische of Romaanse bevolkingen. In Rusland werden enkele modelgemeenschappen opgezet, maar deze al snel weer ontruimd toen het Rode Leger sneller en sneller naar het westen optrok.

De plannen van de Duitsers voor Europa na de val van Engeland en de Sovjet-Unie berustten erop heel Europa fascistisch te maken. De Slavische bevolkingsgroepen zouden uitgemoord worden of verdreven worden naar andere gebieden waar ze als slaven zouden dienen voor de Duitse meesters. Daarna zouden via het Lebensborn project (tijdens de oorlog opgezet) de ontgonnen gronden in Oost-Europa met Duitse kolonisten worden herbevolkt. Zo zou er een Duits Europa ontstaan waarbij de resten van de Slaven zouden worden gebruikt als slaven of mindere mensen. Hitler wilde bondgenoten als Hongarije, Slowakije, Bulgarije en Kroatië niet Germaniseren, maar geleidelijk aan zou hier de Duitse invloed als een wurggreep moeten toenemen. De enige aan wie Hitler aanvankelijk een eigen rijk wilde toezeggen was Mussolini. Hierbij komt dus al sterk het idee op van een leidende staat in Europa: nazi-Duitsland.

Boekenserie Bericht van de Tweede Wereldoorlog.