Europese kampioenschappen kunstschaatsen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Europese kampioenschappen kunstschaatsen zijn vier wedstrijden die samen een jaarlijks terugkerend evenement vormen, georganiseerd door de Internationale Schaatsunie (ISU).

Dit evenement is een van de vier kampioenschappen in het kunstschaatsen die de ISU jaarlijks organiseert. De andere kampioenschappen zijn de Wereldkampioenschappen, de WK junioren en het Viercontinentenkampioenschap (voor Afrika, Amerika, Azië en Oceanië).

Medailles zijn er te verdienen in de categorieën mannen individueel, vrouwen individueel, paarrijden en ijsdansen voor paren. In 2020 vond het 112e kampioenschap voor de mannen plaats, het 84e voor de vrouwen en paren en 67e voor de ijsdansers.

Historie[bewerken | brontekst bewerken]

De Duitse en Oostenrijkse schaatsbond, verenigd in de "Deutscher und Österreichischer Eislaufverband", organiseerden zowel het eerste EK schaatsen voor mannen als het eerste EK kunstschaatsen voor mannen in 1891 in Hamburg, Duitse Keizerrijk, nog voor het ISU in 1892 werd opgericht. De internationale schaatsbond nam in 1892 de organisatie van het EK kunstschaatsen over. In 1895 werd besloten voortaan de wereldkampioenschappen kunstschaatsen te organiseren en kwam het EK te vervallen. In 1898 vond toch weer een herstart plaats van het EK.

De vrouwen en paren strijden vanaf 1930 jaarlijks om het Europees kampioenschap. De ijsdansers strijden vanaf 1954 om de Europese titel kunstrijden. Alle kampioenschappen werden vanaf 1947 altijd gezamenlijk in een gaststad georganiseerd.

Er werden geen kampioenschappen gehouden in 1896 en 1897 (geen organisatie), in 1902 en 1903 (geen ijs) en tijdens en direct na de Eerste Wereldoorlog (zeven jaar) en tijdens en direct na de Tweede Wereldoorlog (ook zeven jaar), en in 2021 als gevolg van de heersende coronapandemie.

Tot en met 1948 kon elk land dat bij de ISU aangesloten was deelnemers inschrijven. Nadat de Canadese Barbara Ann Scott en de Amerikaan Richard Button beide de titel in 1948 veroverden werd de deelname vanaf 1949 beperkt tot de Europese leden van de ISU. Pas in 1999 konden niet Europese deelnemers deelnemen aan het equivalent van het EK, het Viercontinentenkampioenschap.

Deelname[bewerken | brontekst bewerken]

Elk Europees land dat bij de ISU is aangesloten mag een startplaats invullen per categorie wanneer aan minimale voorwaarden wordt voldaan. Wanneer een land in het voorgaande jaar één startplaats innam en deze eindigde in de top twee dan mag het land het jaar erop drie startplaatsen invullen, eindigde deze in de top tien dan mag het twee startplaatsen invullen. Wanneer een land in het voorgaande jaar twee startplaatsen innam en de optelsom van beide klasseringen 13 punten of lager is dan mag het land het jaar erop drie startplaatsen invullen, is de optelsom van beide klasseringen 28 punten of lager dan mag het land het jaar erop weer twee startplaatsen invullen, is de optelsom van beide klasseringen hoger dan 28 punten dan mag het land het jaar erop maar één startplaats invullen. Bij drie startplaatsen geldt de optelsom van de twee hoogst geklasseerde deelnemers.

De punten worden als volgt toegekend: alleen deelname aan de voorronde 20 punten; deelname in de korte kür 18 punten; plaatsen vanaf plaats 16 in lange kür 16 punten, en de plaatsen 1 t/m 15 in de lange kür ook 1 t/m 15 punten.

Vanwege het grote aantal deelnemers aan de kampioenschappen wordt een beperkt (variërend) aantal deelnemers toegelaten tot de afsluitende lange kür.

Om deel te nemen moet de deelnemer/deelneemster op 1 juli van het vorige jaar minimaal vijftien jaar oud zijn.

Belgische deelnames[bewerken | brontekst bewerken]

In 1947 stond de Belg Fernand Leemans op de derde plaats op het erepodium en de Belgische paren Micheline Lannoy / Pierre Baugniet op de eerste en Suzanne Diskeuve / Edmond Verbustel op de derde plaats. Zestig jaar na Leemans werd ook Kevin Van der Perren derde op het EK (2007), deze prestatie herhaalde hij in 2009.

Mannen[bewerken | brontekst bewerken]

Aantal
deelnames
Jaar van deelname (klassering)
kw = alleen kwalificatie, vr = alleen voorronde, kk = alleen korte kür, t.z.t. = trok zich terug
Robert Van Zeebroeck
2
1926 (6), 1936 (10)
Freddy Mésot
2
1936 (11), 1937 (10)
Fernand Leemans
1
1947 Brons
Francis Demarteau
1
1978 (16)
Eric Kol
2
1980 (17), 1982 (22)
Alexandre Geers
2
1990 (kk), 1991 (kk)
Matthew Van den Broeck
3
1997 (kw), 1998 (kk), 1999 (kw)
Kevin Van der Perren
13
2000 (kk), 2001 (23), 2002 (12), 2003 (10), 2004 (11), 2005 (6), 2006 (7),
2007 Brons, 2008 (5), 2009 Brons, 2010 (11), 2011 (4), 2012 (t.z.t.)
Wim Hermans
1
2004 (kk)
Ruben Blommaert *
2
2008 (25), 2009 (25, kk)
Jorik Hendrickx
7
2010 (20), 2011 (16), 2012 (9), 2014 (9), 2016 (9), 2017 (4), 2018 (10)
* In 2016 nam Blommaert deel bij de paren met Mari Vartmann (8e) en in 2018 met Annika Hocke (8e); beide keren voor Duitsland.

Vrouwen[bewerken | brontekst bewerken]

Aantal
deelnames
Jaar van deelname (klassering)
kw = alleen kwalificatie, vr = alleen voorronde, kk = alleen korte kür, t.z.t. = trok zich terug
Yvonne De Ligne-Geurts
6
1930 (7), 1931 (6), 1932 (6), 1933 (5), 1934 (7), 1935 (9)
Simone Clinckers
1
1947 (15)
Liliane De Becker
1
1953 (15)
Yvette Busieau
1
1960 (22)
Christine Van der Putte
3
1962 (20), 1963 (17), 1964 (15)
Corinne Henrotte
1
1975 (27)
Genevieve Schoumaker
1
1979 (25)
Editha Dotson
2
1980 (15), 1981 (18)
Katrien Pauwels
5
1982 (21), 1983 (15), 1984 (13), 1985 (16), 1988 (14)
Sandrine Goes
3
1989 (kk), 1990 (kk), 1991 (kk)
Alice Sue Claeys
3
1992 (11), 1993 (8), 1994 (16)
Christelle Damman
2
1994 (kw), 1996 (kk)
Patricia Ferriot
1
1997 (kw)
Ellen Mareels
2
1998 (kk), 2001 (kw)
Dorothee Derroitte
1
1999 (kk)
Isabelle Pieman
5
2005 (36, kk), 2007 (32, kk), 2009 (24), 2010 (32, kk), 2012 (19)
Kirsten Verbist
1
2006 (30, kk)
Barbara Klerk
1
2008 (32, kk)
Sara Falotico
4
2000 (kk), 2002 (24), 2003 (24), 2004 (21)
Ira Vannut
1
2011 (7)
Kaat Van Daele
3
2012 (26, kk), 2013 (18), 2014 (20)
Charlotte Vandersarren
2
2016 (30, kk), 2018 (t.z.t.)
Loena Hendrickx
2
2017 (7), 2018 (5)

Paren[bewerken | brontekst bewerken]

Aantal
deelnames
Jaar van deelname (klassering)
Louisa Contamine
Robert Verdun
1
1936 (6)
Micheline Lannoy
Pierre Baugniet
1
1947 Goud
Suzanne Diskeuve
Edmond Verbustel
1
1947 Brons
Suzanne Gheldolf
Jacques Renard
1
1949 (5)
Charlotte Michiels
Gaston Van Ghelder
1
1953 (7)

IJsdansen[bewerken | brontekst bewerken]

Aantal
deelnames
Jaar van deelname (klassering)
kw = alleen kwalificatie, vr = alleen voorronde, kk = alleen korte kür, t.z.t. = trok zich terug
Lucine Chakmakjian
Corey Papaige
1
1997 (kw)
Cecile Postiaux
Richard Postiaux
1
2015 (28)

Nederlandse deelnames[bewerken | brontekst bewerken]

Drie Nederlandse vrouwen eindigden op het EK kunstschaatsen op het erepodium. De eerste was Joan Haanappel die in 1958 derde werd en dit in 1959 en 1960 zou herhalen. De tweede was Sjoukje Dijkstra die in 1959 tweede werd en van 1960 tot en met 1964 vijf keer op rij kampioene werd. De derde Nederlandse was Dianne de Leeuw die in 1974 en 1975 tweede en in 1976 kampioene werd.

Mannen[bewerken | brontekst bewerken]

Aantal
deelnames
Jaar van deelname (klassering)
kw = alleen kwalificatie, vr = alleen voorronde, kk = alleen korte kür, t.z.t. = trok zich terug
Wouter Toledo
6
1958 (18), 1959 (17), 1961 (12), 1962 (20), 1963 (14), 1964 (14)
Arnoud Hendriks
2
1968 (22), 1969 (21)
Rob Ouwerkerk
3
1973 (19), 1974 (20), 1975 (21)
Ed van Campen
3
1982 (18), 1984 (20), 1985 (19)
Alcuin Schulten
2
1990 (18), 1992 (22)
Marcus Deen
2
1995 (kk), 1996 (kk)
Maurice Lim
1
2000 (kk)
Boyito Mulder
3
2009 (36, kk), 2010 (32, kk), 2011 (36, vr)
Thomas Kennes
5
2016 (25, kk), 2017 (28, kk), 2018 (30, kk), 2019 (kk, 36), 2020 (kk, 33)

Vrouwen[bewerken | brontekst bewerken]

Aantal
deelnames
Jaar van deelname (klassering)
kw = alleen kwalificatie, vr = alleen voorronde, kk = alleen korte kür, t.z.t. = trok zich terug
Alida Elisabeth Stoppelman
4
1951 (15), 1952 (20), 1953 (9), 1954 (13)
Rietje van Erkel
1
1951 (17)
Yvonne Ruts
1
1951 (18)
Nelly Maas
2
1953 (11), 1954 (10)
Joan Haanappel
6
1953 (14), 1954 (18), 1956 (8), 1958 Brons, 1959 Brons, 1960 Brons
Sjoukje Dijkstra
9
1954 (19), 1956 (7), 1958 (6), 1959 Zilver, 1960 Goud, 1961 Goud, 1962 Goud, 1963 Goud, 1964 Goud
Jeannine Ferir
2
1958 (22), 1959 (25)
Willie ten Hoopen
1
1961 (24)
Anneke Heydt
1
1968 (20)
Lisa Does
1
1970 (17)
Dianne de Leeuw
6
1971 (19), 1972 (9), 1973 (6), 1974 Zilver, 1975 Zilver, 1976 Goud
Sophie Verlaan
4
1973 (19), 1974 (19), 1975 (20), 1976 (20)
Anne-Marie Verlaan
3
1975 (22), 1976 (18), 1977 (20)
Astrid Jansen in de Wal
3
1978 (17), 1979 (20), 1980 (18)
Rudina Pasveer
1
1981 (15)
Ingrid Aalders
1
1982 (27)
Li Scha Wang
2
1983 (18), 1986 (17)
Tjin Li Wang
1
1985 (25)
Jeltje Schulten
1
1989 (19)
Astrid Winkelman
1
1990 (20)
Marion Krijgsman
4
1991 (17), 1993 (22), 1998 (22), 1999 (17)
Monique van der Velden
2
1994 (kw), 1995 (22)
Georgina de Witt
1
1996 (kw)
Selma Duyn
1
1997 (kw)
Karen Venhuizen
8
2000 (21), 2001 (21), 2002 (kk), 2003 (29, kk), 2004 (22), 2005 (20), 2007 (26, kk), 2008 (14)
Martine Zuiderwijk
1
2006 (21)
Manouk Gijsman
4
2009 (22), 2010 (27, kk), 2011 (t.z.t.), 2012 (vr)
Michelle Couwenberg
2
2013 (32, kk), 2014 (32, kk)
Niki Wories
2
2015 (31, kk), 2016 (20), 2020 (35, kk)
Kyarha van Tiel
2
2018 (26, kk), 2019 (28, kk)
Lindsay van Zundert
1
2022

Paren[bewerken | brontekst bewerken]

Aantal
deelnames
Jaar van deelname (klassering)
Jeltje Schulten
Alcuin Schulten
2
1995 (16), 1996 (15)
Daria Danilova
Michel Tsiba
2
2020 (16), 2022 (21)

IJsdansen[bewerken | brontekst bewerken]

Aantal
deelnames
Jaar van deelname (klassering)
kw = alleen kwalificatie, vr = alleen voorronde, kk = alleen korte kür, t.z.t. = trok zich terug
Catharina Odink
Jacobus Odink
5
1954 (8), 1955 (6), 1956 (6), 1958 (6), 1959 (9), 1960 (tzt)
Jopie Wolff
Nico Wolff
1
1964 (10)
Truus Gerardts
Ronald du Burck
2
1966 (15), 1967 (17)
Marianne van Bommel
Wayne Deweyert
4
1981 (17), 1982 (15), 1983 (12), 1984 (11)
Joanne van Leeuwen
Eerde van Leeuwen
2
1990 (kk), 1991 (18)
Anita Chaudharti
Hans 't Hart
2
1994 (kw), 1995 (kw)
Hanna Jakucs
Alessio Galli
1
2022

Toekomstige edities[bewerken | brontekst bewerken]

EK 2022

Deze editie, volgend op die van 2020, vindt plaats in Tallinn, Estland. De editie van 2021, die van 25 tot en met 31 januari gepland stond in Zagreb, Kroatië, werd vanwege de coronapandemie afgelast. De volgende landen hebben een of twee extra startplaatsen verdiend op het toernooi van 2020.

Startplaatsen Mannen Vrouwen Paren IJsdansen
3
Vlag van Italië Italië
Vlag van Rusland Rusland
Vlag van Rusland Rusland Vlag van Duitsland Duitsland
Vlag van Italië Italië
Vlag van Rusland Rusland
Vlag van Rusland Rusland
2
Vlag van Azerbeidzjan Azerbeidzjan
Vlag van Duitsland Duitsland
Vlag van Georgië Georgië
Vlag van Israël Israël
Vlag van Letland Letland
Vlag van Tsjechië Tsjechië
Vlag van Finland Finland
Vlag van Frankrijk Frankrijk
Vlag van Zwitserland Zwitserland
Vlag van Frankrijk Frankrijk
Vlag van Hongarije Hongarije
Vlag van Oostenrijk Oostenrijk
Vlag van Frankrijk Frankrijk
Vlag van Italië Italië
Vlag van Oekraïne Oekraïne
Vlag van Polen Polen
Vlag van Spanje Spanje
Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk