Dwergbiezen-klasse

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Isoeto-Nanojuncetea)
Dwergbiezen-klasse
Syntaxonomische indeling
Klasse
Isoeto-Nanojuncetea
Br.-Bl. & Tx. 1943
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons

De dwergbiezen-klasse (Isoeto-Nanojuncetea) is een klasse van syntaxa die pioniervegetatie omvat op vochtige, vaak dichtgeslagen bodems. De gemeenschappen uit de dwergbiezen-klasse vormen dikwijls inslaggemeenschappen en zijn hoofdzakelijk opgebouwd uit eenjarige pionierssoorten.

Naamgeving en codering[bewerken | brontekst bewerken]

  • Synoniem: Isoeto-Nanojuncetea bufonii Br.-Bl. & Tx. 1934
  • Duits: Zwergbinsen-gesellschaften
  • Frans: Gazons amphibies des sables humides
  • Hongaars: Törpekákás iszaptársulások
  • Syntaxoncode voor Nederland (rVvN): r29

De wetenschappelijke naam Isoeto-Nanojuncetea is afgeleid van de botanische namen van enkele belangrijke soorten binnen deze klasse, de zeldzame kleine- (Isoëtes echinospora) en grote biesvaren (Isoëtes lacustris) en de meer algemene greppelrus (Juncus bufonius).

Fysiognomie[bewerken | brontekst bewerken]

Deze klasse wordt in de Lage Landen gekenmerkt door een zeer open en laagblijvende vegetatie met volledige afwezigheid van de boom- en de struiklaag.

In de kruidlaag zijn eenjarige planten dominant, zijn vormen zich ieder jaar opnieuw uit zaad als de omstandigheden gunstig zijn. De hoofdbloei vindt plaats op het einde van de zomer.

De moslaag is dikwijls opvallend aanwezig met zowel bladmossen als levermossen.

Ecologie[bewerken | brontekst bewerken]

De dwergbiezen-klasse omvat plantengemeenschappen van natuurlijke of kunstmatige kale, vochtige standplaatsen, zoals strandjes langs zoet stilstaand water, randen van duinplassen en vennen, in vochtige zandgroeven en retentiebekkens, plagplekken, recent gegraven of uitgebaggerde sloten en greppels. Dikwijls is de bodem verdicht, zoals op licht betreden paadjes. Ze vormen dikwijls kleine oppervlakten binnen een groter geheel van blauwgraslanden, heischrale graslanden en vochtige heiden.

Onderliggende syntaxa in Nederland en Vlaanderen[bewerken | brontekst bewerken]

De dwergbiezen-klasse wordt in Nederland en Vlaanderen vertegenwoordigd door één orde met één onderliggend verbond. In totaal komen er uit de klasse in Nederland en Vlaanderen vier associaties voor. Daarnaast worden er twee klasseoverschrijdende rompgemeenschappen van het dwergbiezen-verbond onderscheiden.

  • Rompgemeenschap met bleekgele droogbloem (RG Gnaphalium luteo-album-[Nanocyperion/Polygonion avicularis])
  • Rompgemeenschap met moerasdroogbloem (RG Gnaphalium uliginosum-[Nanocyperion/Bidentetea])

Diagnostische taxa voor Nederland en Vlaanderen[bewerken | brontekst bewerken]

In de onderstaande tabel staan de belangrijkste kensoorten en begeleidende soorten van de dwergbiezen-klasse voor Nederland en Vlaanderen.

Ken- en differentiërende soorten voor de dwergbiezen-klasse
Kensoort / Beg. soort Diff.soort Presentie Triviale naam Botanische naam Opmerking Afbeelding
Kruidlaag
kK - greppelrus Juncus bufonius
kK - wijdbloeiende rus Juncus tenageia
kK - koprus Juncus capitatus
kK - dwergrus Juncus pygmaeus
kK - kleine kattenstaart Lythrum hyssopifolia
bg - moerasdroogbloem Gnaphalium uliginosum
bg - borstelbies Isolepis setacea
bg - grondster Illecebrum verticillatum
bg - draadgentiaan Cicendia filiformis
bg - dwergbloem Centunculus minimus
bg - dwergvlas Radiola linoides
Moslaag
bg - gewoon landvorkje Riccia glauca
bg - gewoon puntmos Calliergonella cuspidata
bg - gewoon broedpeermos Pohlia annotina

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Isoeto-Nanojuncetea van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.