Muurvaren-klasse
Muurvaren-klasse | |
---|---|
![]() | |
Een vegetatie uit de muurvaren-klasse met onder andere steenbreekvaren en schubvaren | |
Syntaxonomische indeling | |
| |
Klasse | |
Asplenietea trichomanis (Br.-Bl.) Oberd. 1977 | |
Afbeeldingen op ![]() |
De muurvaren-klasse (Asplenietea trichomanis) is een klasse van plantengemeenschapen die rots- en muurvegetatie omvat die typisch is voor steile of verticale, stenige standplaatsen waaronder rotswanden, stadswallen, kademuren, waterputten, kerkhofmuren en ruïnes. De plantengemeenschappen uit de muurvaren-klasse worden gekenmerkt door de dominantie van sporenplanten als varens en mossen.
Naamgeving en codering[bewerken | brontekst bewerken]
- Synoniem: Asplenietea rupestria Br.-Bl. in H.Meier & Br.-Bl. (1934)
- Duits: Fels- und Mauerspaltengesellschaft
- Frans: Végétation vivace non nitrophile des parois et des murs
- Hongaars: Fodorkás sziklahasadék-növényzet
- Syntaxoncode voor Nederland (RVvN): r21
De wetenschappelijke naam Asplenietea trichomanis is afgeleid van de botanische naam van een belangrijke kensoort binnen deze klasse, de algemeen voorkomende steenbreekvaren (Asplenium trichomanes).
Vegetatiestructuur[bewerken | brontekst bewerken]
Deze klasse wordt in de Lage Landen gekenmerkt door een zeer open vegetatie met volledige afwezigheid van de boom- en de struiklaag. In de kruidlaag nemen de varens een belangrijke plaats in met een vijftal kensoorten. Sporenplanten hebben door hun zeer lichte sporen in het voordeel bij de kolonisatie van dergelijke moeilijk bereikbare biotopen. Bij de bloeiende planten zijn dikwijls verwilderde tuinplanten, zoals de muurbloem en de gele helmbloem. De moslaag is dikwijls opvallend aanwezig met voornamelijk bladmossen die droogtebestendig zijn.
Ecologie[bewerken | brontekst bewerken]
De muurvaren-klasse omvat plantengemeenschappen van zure tot basische, oligotrofe tot eutrofe, droge tot vochtige, stenige standplaatsen. Dit soort biotopen worden van nature enkel aangetroffen in bergachtige gebieden. In de Lage Landen vinden ze een alternatief op bouwwerken, voornamelijk oude stadsmuren, gracht- en kademuren, waterputten, kerkhofmuren en kasteelruïnes, plaatsen die gekenmerkt worden door een verticale structuur, de bijna-afwezigheid van een bodem, en sterke schommelingen in temperatuur en de luchtvochtigheid.
In bergachtige gebieden is de soortenrijkdom en het aantal kensoorten meestal veel groter, met onder andere muurnavel en dik vetkruid.
Onderliggende syntaxa in Nederland en Vlaanderen[bewerken | brontekst bewerken]
De muurvaren-klasse wordt in Nederland en Vlaanderen vertegenwoordigd door maar één orde met twee verbonden.
- Muurleeuwenbek-orde (Tortulo-Cymbalarietalia)
- Verbond van klein glaskruid (Parietarion judaicae)
- Associatie van klein glaskruid (Asplenio-Parietarietum judaicae)
- Muurbloem-associatie (Asplenio-Cheiranthetum cheiri)
- Muurleeuwenbek-verbond (Cymbalario-Asplenion)
- Muurvaren-associatie (Asplenietum rutae-murario-trichomanis)
- Tongvaren-associatie (Filici-Saginetum)
- Verbond van klein glaskruid (Parietarion judaicae)
- Muurleeuwenbek-orde (Tortulo-Cymbalarietalia)
- Rompgemeenschap met gele helmbloem (RG Pseudofumaria lutea-[Cymbalario-Asplenion])
- Rompgemeenschap met liggende vetmuur en gewoon muursterretje (RG Sagina procumbens-Syntrichia muralis-[Cymbalario-Asplenion])
- Rompgemeenschap met muurvaren (RG Asplenium ruta-muraria-[Tortulo-Cymbalarietalia])
- Rompgemeenschap met muurleeuwenbek (RG Cymbalaria muralis-[Tortulo-Cymbalarietalia])
- Rompgemeenschap met grasklokje (RG Campanula rotundifolia-[Tortulo-Cymbalarietalia])
Diagnostische taxa voor voor Nederland en Vlaanderen[bewerken | brontekst bewerken]
In de onderstaande tabel staan belangrijkste diagnostische soorten voor Nederland en Vlaanderen.
Kruidlaag[bewerken | brontekst bewerken]
Kensoort | Diff.soort | Abundantie | Nederlandse naam | Wetenschappelijke naam | Opmerking | Afbeelding |
---|---|---|---|---|---|---|
kK | Z | blaasvaren | Cystopteris fragilis | ![]() | ||
kO | A/O | muurleeuwenbek | Cymbalaria muralis | muurleeuwenbek-orde | ![]() | |
kK | Z | gele helmbloem | Pseudofumaria lutea | ![]() | ||
kK | Z | muurbloem | Erysimum cheiri | ![]() | ||
kK | O | stengelomvattend havikskruid | Hieracium amplexicaule | |||
kK | muurnavel | Umbilicus rupestris | niet in Nederland en Vlaanderen | ![]() | ||
kK | driebladvaleriaan | Valeriana tripteris | niet in Nederland en Vlaanderen | ![]() | ||
kK | dik vetkruid | Sedum dasyphyllum | niet in Nederland en Vlaanderen | ![]() | ||
F/O | muurvaren | Asplenium ruta-muraria | ![]() | |||
O | steenbreekvaren | Asplenium trichomanes | ![]() | |||
Z | tongvaren | Asplenium scolopendrium | ![]() | |||
Z | schubvaren | Asplenium ceterach | ![]() |
Moslaag[bewerken | brontekst bewerken]
Kensoort | Diff.soort | Abundantie | Nederlandse naam | Wetenschappelijke naam | Opmerking | Afbeelding |
---|---|---|---|---|---|---|
kO | F | gewoon muursterretje | Tortula muralis | muurleeuwenbek-orde | ![]() | |
kK | O | gewoon zijdemos | Homalothecium sericeum | |||
kK | O | muursnavelmos | Rhynchostegium murale | ![]() |
Vegetatiezonering[bewerken | brontekst bewerken]
In de vegetatiezonering vormen plantengemeenschappen van de muurvaren-klasse vaak contactgemeenschapen met vegetatie van de klasse van stippelkorsten en achterlichtmossen, de poederkorst-klasse en soms ook met de klasse van de pioniergraslanden op gruis- en steenbodems.
Successie[bewerken | brontekst bewerken]
Door de successie ontstaat vegetatie van de muurvaren-klasse uit muurvegetatie van de klasse van stippelkorsten en achterlichtmossen (Verrucario-Schistidietea) op verticale of schuin aflopende structuren.
Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]
Tongvaren-associatie langs een regenpijp
Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]
Bronnen, noten en/of referenties
|
Indeling van de vegetatieklasse Asplenietea trichomanes (muurvaren-klasse) |
---|
Orde: Tortulo-Cymbalarietalia (muurleeuwenbek-orde) |