Klasse van heischrale graslanden

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Klasse van heischrale graslanden
Heischraal grasland met o.a. valkruid
Heischraal grasland met o.a. valkruid
Syntaxonomische indeling
Klasse
Nardetea
Rivas-Goday in Rivas-Goday & Riv.-Mart. 1963
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons

De klasse van heischrale graslanden (Nardetea) is een klasse van syntaxa die graslanden omvat op relatief zure, oligotrofe bodems. De vegetatie bestaat overwegend uit grassen, grasachtige planten en kleinbloemige kruiden.

Vegetatie uit deze klasse kan in optimale omstandigheden zeer soortenrijk worden en zeldzame bloeiende planten als orchideeën en gentianen tellen.

Naamgeving en codering[bewerken | brontekst bewerken]

De wetenschappelijke naam Nardetea is afgeleid van de botanische naam van een belangrijke kensoort van deze klasse, het borstelgras (Nardus stricta).

Fysiognomie[bewerken | brontekst bewerken]

De klasse van heischrale graslanden omvat relatief dichte, laagblijvende graslandgemeenschappen. Een matig ontwikkelde struiklaag kan aanwezig zijn, in de vorm van dwergstruiken zoals struikhei, maar is nooit zo dominant als bij de klasse van droge heiden.

In de kruidlaag zijn grassen als borstelgras en tandjesgras en grasachtige planten als pilzegge dominant, met daarnaast kleinbloemige overblijvende kruiden als tormentil, liggend walstro en stijve ogentroost. Zeldzaamheden als groene nachtorchis, herfstschroeforchis, klokjesgentiaan en valkruid maken deze vegetaties zeer divers.

De moslaag is weinig opvallend en evenmin divers.

Ecologie[bewerken | brontekst bewerken]

De klasse van heischrale graslanden omvat plantengemeenschappen van droge tot natte, relatief zure tot neutrale en relatief oligotrofe bodems. Ze wijzen op de aanwezigheid van leem, klei of veen in de bodem, of op verrijking via het grondwater of door dieren.

Meestal gaat het om vegetatie in overgangszones, zoals op de grens tussen droge en natte plaatsen, of op overgangen van natte heide naar blauwgraslanden. In heidegebieden zijn het dikwijls plaatsen met enige mate van verstoring en/of verrijking, zoals wegbermen en langs veetrekroutes en op plaatsen waar regelmatig gemaaid, beweid, geplagd, afgebrand of begrazen wordt.

Onderliggende syntaxa in Nederland en Vlaanderen[bewerken | brontekst bewerken]

De klasse van heischrale graslanden wordt in Nederland en Vlaanderen vertegenwoordigd door maar één orde en één verbond.

  • Rompgemeenschap met borstelgras (RG Nardus stricta-[Nardetea])
  • Rompgemeenschap met bochtige smele (RG Avenella flexuosa-[Nardetea/Calluno-Ulicetea])

Vegetatiezonering[bewerken | brontekst bewerken]

In de vegetatiezonering vormt een vegetatie uit de klasse van heischrale graslanden vaak contactgemeenschappen met dwergstruwelen uit de klasse van droge heiden of graslanden uit het verbond van biezenknoppen en pijpenstrootje.

Diagnostische taxa voor Nederland en Vlaanderen[bewerken | brontekst bewerken]

Borstelgras
Tormentil
Valkruid

In de onderstaande tabel staan de belangrijkste kensoorten en begeleidende soorten van klasse van heischrale graslanden voor Nederland en Vlaanderen.

Kruidlaag
Kentaxon Diff.soort Abundantie Triviale naam Botanische naam Opmerking
kK D/O borstelgras Nardus stricta
kK D/A tandjesgras Danthonia decumbens
kK D/F tormentil Potentilla erecta
kK Z valkruid Arnica montana
Z stijve ogentroost Euphrasia stricta
D/Z liggend walstro Galium saxatile
A/Z pilzegge Carex pilulifera
Gewoon gaffeltandmos
Moslaag
Kensoort Diff.soort Abundantie Triviale naam Botanische naam Opmerking
O gewoon gaffeltandmos Dicranum scoparium

Fotogalerij[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Nardetea van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.