Kunstrijden op de Olympische Winterspelen 1924

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gillis Grafström in Chamonix 1924

Het kunstrijden is een van de sporten die beoefend werden tijdens de Olympische Winterspelen 1924 in Chamonix-Mont-Blanc. Het was de derde keer dat het kunstrijden op het olympische programma stond. In 1908 en 1920 stond het op het programma van de Olympische Zomerspelen. De wedstrijden vonden op een buitenijsbaan plaats van 28 tot en met 31 januari.

Van de 29 deelnemers (16 mannen en 13 vrouwen) uit elf landen namen er tien voor de tweede keer deel; Grafström (solo), Blanchard-Weld / Niles (solo en paren), Jakobsson-Eilers / Jakobsson, Herbos / Wagemans en Sabouret / Sabouret (paren) en Muckelt (solo en paren; in 1908 met Sydney Wallwork, dit jaar met John Page).

De Zweed Gillis Grafström werd de eerste kunstschaatser die zijn olympische titel prolongeerde.

Eindrangschikking

Elk van de zeven juryleden rangschikte de deelnemer van plaats 1 tot en met de laatste plaats. Deze plaatsing geschiedde op basis van het toegekende puntentotalen door het jurylid gegeven. (Deze puntenverdeling was weer gebaseerd op 60% van de verplichte kür, 40% van de vrije kür bij de solo disciplines). De uiteindelijke rangschikking geschiedde bij een meerderheidsplaatsing. Dus, wanneer een deelnemer bij meerderheid als eerste was gerangschikt, kreeg hij de eerste plaats toebedeeld. Vervolgens werd voor elke volgende positie deze procedure herhaald. Wanneer geen meerderheidsplaatsing kon worden bepaald, dan waren beslissende factoren: 1) laagste som van plaatsingscijfers van alle juryleden, 2) totaal behaalde punten, 3) punten behaald in de verplichte kür.

Mannen[bewerken | brontekst bewerken]

Op 29 (verplichte kür) en 30 januari (vrije kür) streden elf mannen uit negen landen om de medailles.

r/m = rangschikking bij meerderheid, pc/7 = som plaatsingcijfers van alle zeven juryleden (vet = beslissingsfactor)
rang sporter(s) land r/m pc/7 punten
Goud Gillis Grafström Vlag van Zweden SWE 4x1 (1-1-2-1-1-2-2) 10 2.575,25
Zilver Willy Böckl Vlag van Oostenrijk AUT 6x2 (2-2-3-2-2-1-1) 13 2518,75
Brons Georges Gautschi Vlag van Zwitserland SUI 5x3 (3-4-4-3-3-3-3) 23 2.333,50
4 Josef Slíva Vlag van Tsjecho-Slowakije TCH 5x4 (4-3-1-4-5-4-7) 28 2175,50
5 John Page Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 5x5 (5-5-7-6-4-5-4) 36 2067,00
6 Nathaniel Niles Vlag van Verenigde Staten USA 4x6 (7-6-9-5-7-6-6) 46 1.921,25
7 Melville Rogers Vlag van Canada CAN 4x7 (6-7-8-7-6-9-8) 51 1.888,75
8 Pierre Brunet Vlag van Frankrijk FRA 5x8 (8-8-5-9-8-7-9) 54 1.880,25
9 Freddy Mésot Vlag van België BEL 7x9 (9-9-6-8-9-8-5) 54 1.863,25
10 Herbert J. Clarke Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 7x10 (10-10-10-10-10-10-10) 70 1.538,25
11 Andre Malinet Vlag van Frankrijk FRA 7x11 (11-11-11-11-11-11-11) 77 1.417,25

Vrouwen[bewerken | brontekst bewerken]

Op 28 (verplichte kür) en 29 januari (vrije kür) streden acht vrouwen uit zes landen om de medailles.

r/m = rangschikking bij meerderheid, pc/7 = som plaatsingcijfers van alle zeven juryleden (vet = beslissingsfactor)
rang sporter(s) land r/m pc/7 punten
Goud Herma Plank-Szabo Vlag van Oostenrijk AUT 7x1 (1-1-1-1-1-1-1) 7 2.094,25
Zilver Beatrix Loughran Vlag van Verenigde Staten USA 7x2 (2-2-2-2-2-2-2) 14 1.959,00
Brons Ethel Muckelt Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 3x3 (4-3-3-3-5-5-3) 26 1.750,50
4 Theresa Blanchard-Weld Vlag van Verenigde Staten USA 5x4 (3-4-4-3-5-5-3) 27 1.746,75
5 Andrée Joly Vlag van Frankrijk FRA 3x5 (6-6-7-5-3-7-4) 38 1.623,50
6 Cecil Smith Vlag van Canada CAN 3x6 (5-7-5-8-6-6-7) 44 1.615,25
7 Kathleen Shaw Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 5x7 (7-8-6-6-7-4-8) 48 1.547,00
8 Sonja Henie Vlag van Noorwegen NOR - (8-5-8-7-8-8-6) 50 1.426,75

Paren[bewerken | brontekst bewerken]

Op 31 januari streden negen paren uit zeven landen in de vrije kür om de medailles.

r/m = rangschikking bij meerderheid, pc/7 = som plaatsingcijfers van alle zeven juryleden (vet = beslissingsfactor)
rang sporter(s) land r/m pc/7 punten
Goud Helene Engelmann / Alfred Berger Vlag van Oostenrijk AUT 5x1 (1-2-1-1-1-1-2) 9,0 74,50
Zilver Ludowika Jakobsson-Eilers / Walter Jakobsson Vlag van Finland FIN 3x2 (4-3-2-2-3,5-3-1) 18,5 71,75
Brons Andrée Joly / Pierre Brunet Vlag van Frankrijk FRA 5x3 (2-6-3-4-2-2-3) 22,0 69,25
4 Ethel Muckelt / John Page Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 4x4 (6,5-1-7-3-3,5-5,5-4) 30,5 69,50
5 Géraldine Herbos / Georges Wagemans Vlag van België BEL 3x5 (3-4-6-7-7-4-6) 37,0 61,75
6 Theresa Blanchard-Weld / Nathaniel Niles Vlag van Verenigde Staten USA 2x6 (5-5-5-6-5,5-5,5-7) 39,0 63,50
7 Cecil Smith / Melville Rogers Vlag van Canada CAN 6x7 (6,5-8-4-5-5,5-7-5) 41,0 63,75
8 Mildred Richardson / Thomas Richardson Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 5x8 (8-7-8-9-8-8-9) 57,0 53,75
9 Simone Sabouret / Charles Sabouret Vlag van Frankrijk FRA - (9-9-9-8-9-9-8) 61,0 50,00

Medaillespiegel[bewerken | brontekst bewerken]

rang land Goud Zilver Brons totaal
1 Vlag van Oostenrijk Oostenrijk 2 1 0 3
2 Vlag van Zweden Zweden 1 0 0 1
3 Vlag van Finland Finland 0 1 0 1
3 Vlag van de Verenigde Staten Verenigde Staten 0 1 0 1
5 Vlag van Frankrijk Frankrijk 0 0 1 1
5 Vlag van Groot-Brittannië Groot-Brittannië 0 0 1 1
5 Vlag van Zwitserland Zwitserland 0 0 1 1
3 3 3 9