Labocania

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Labocania
Status: Uitgestorven, als fossiel bekend
Labocania anomala als tyrannosauride
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Saurischia
Onderorde:Theropoda
Infraorde:Tetanurae
Geslacht
Labocania
Molnar, 1974
Typesoort
Labocania anomala
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Labocania is een geslacht van vleesetende theropode dinosauriërs, behorend tot de groep van de Tetanurae, dat tijdens het late Krijt leefde in het gebied van het huidige Mexico. De enige benoemde soort is Labocania anomala.

Vondst en naamgeving[bewerken | brontekst bewerken]

In de zomer van 1970 voerden de National Geographic Society en het Los Angeles County Museum of Natural History onder leiding van William J. Morris een gezamenlijke paleontologische expeditie uit naar de Arroyo del Rosario in Baja California. Vrijwilliger Harley James Garbani vond daarbij ten noorden van Punta Baja nabij Cerro Rayado het skelet van een theropode, dat hij in 1971 verder opgroef.

De typesoort Labocania anomala werd in 1974 benoemd en beschreven door Ralph Molnar. De geslachtsnaam verwijst naar de La Bocca Roja-formatie; la bocca roja betekent "het rode estuarium" in het Spaans. De soortaanduiding is de vrouwelijke vorm van het Latijnse anomalus, "afwijkend", een verwijzing naar de heel eigen vorm van de soort.

Het fossiel, holotype LACM 20877 (eerder IGM 5307), is gevonden in een laag van de La Bocca-formatie die dateert uit het late Campanien, ongeveer 73 miljoen jaar oud. Het bestaat uit een zeer fragmentarisch skelet met gedeeltelijke schedel. Bewaard zijn gebleven: de onderkant van een rechterquadratum, een compleet maar verweerd linkervoorhoofdsbeen, de onderkant van een linkerbovenkaaksbeen, een stuk van het dentarium van de onderkaak, een chevron, de bovenkanten van beide zitbeenderen, het middenstuk van de schacht van het rechterschaambeen, een groot stuk van het tweede rechtermiddenvoetsbeen, een teenkootje en verschillende losse tanden. De beenderen zijn vrij sterk verweerd en beschadigd en lagen niet in verband op een oppervlakte van twee vierkante meter, vermengd met ribben van Hadrosauridae.

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Labocania is een grote tweevoetige roofsauriër. Gregory S. Paul schatte in 2010 de lichaamslengte op zeven meter, het gewicht op anderhalve ton. Hetzelfde jaar gaf Michael Mortimer schattingen van zevenenhalve meter en 1,2 ton. De beenderen zijn tamelijk robuust — vooral het voorhoofdsbeen is dik, tweemaal zo hoog als lang — en de soort wordt daarom meestal omschreven als zwaargebouwd, hoewel door het beperkte materiaal de proporties van het lichaam niet goed kunnen worden vastgesteld. De schedel is ongeveer zesenzestig centimeter lang. Het langste stuk zitbeen is ongeveer vijfenzeventig centimeter lang, het tweede middenvoetsbeen ruim een halve meter.

Molnar had moeite onderscheidende kenmerken vast te stellen omdat hij niet goed wist met welke groep de soort vergeleken moest worden. Van de Tyrannosauridae week Labocania volgens hem op drie waarneembare punten af: de uitholling voor het bovenste slaapvenster loopt niet door over het voorhoofdsbeen; de onderkant van het quadratum vormt een cilindervormige bovenkant van het kaakgewricht; het quadratum helt naar achteren in plaats van verticaal gericht te zijn. Mortimer wees in 2010 op drie eigenschappen die, hoewel niet op zich uniek, in hun combinatie belangrijke aanwijzingen kunnen geven over de plaatsing van de soort: het quadratum is gepneumatiseerd, hol van binnen; het quadratum heeft een opstaande richel op de achterkant; het dentarium heeft een beenplateau aan de buitenste zijkant.

De tanden van het bovenkaaksbeen zijn dolkvormig, dus geleidelijk buigend over de totale lengte, en vrij plat, zonder de typische verdikking en knik op het einde van de Tyrannosauridae. De tanden van de praemaxilla hebben geen D-vormige doorsnede maar zijn ook plat.

Fylogenie[bewerken | brontekst bewerken]

Molnar legde zich niet vast op een nauwkeurige fylogenetische plaatsing; hij schreef Labocania toe aan een zeer algemeen Theropoda incertae sedis. Wel wees hij erop dat de structuur van het zitbeen, met een lage driehoekige processus obturatorius en een cirkelvormige uitholling op het buitenste zijvlak, gelijkend was aan die van de tyrannosauriden; ook het holle quadratum wees volgens hem op een verwantschap. Aan de andere kant vergeleek hij de soort voornamelijk met Indosaurus en "Chilantaisaurus" maortuensis, het tegenwoordige Shaochilong, vormen waarvan de plaatsing al evenzeer onzeker is.

Een exacte cladistische analyse van de positie is niet uitgevoerd. Latere onderzoekers opperden een plaatsing in de Tyrannosauridae of althans een ruimere Coelurosauria; de vorm van het zitbeen en de pneumatisering van het quadratum komen namelijk algemeen voor binnen deze groep. Dit sluit goed aan bij de herkomst: het Campanien van Noord-Amerika heeft een fauna van Tyrannosauroidea. Mortimer wees er in 2010 echter op dat Labocania ook overeenkomsten vertoont met Carcharodontosauridae: Mapusaurus en Giganotosaurus hebben ook een plateau bij het dentarium, een pneumatische quadratum, een groeve op de buitenste zijkant van het zitbeen en een driehoekige processus obturatorius op de voorkant van de schacht van het zitbeen. Dit komt overeen met het feit dat tegenwoordig ook Shaochilong als een carcharodontosuride wordt beschouwd. Thomas Holtz stelde in 2004 dat er ook overeenkomsten waren met de Abelisauridae, voornamelijk wat betreft het dikke voorhoofdsbeen zonder verruwende aanhechting voor de spieren bij het bovenste slaapvenster, en het hellende quadratum. Volgens hem wees echter de afvlakking aan de buitenste zijkant van het tweede middenvoetsbeen en het L-vormige chevron op een plaatsing in de Tetanurae.