Overleg:Apostolisch Genootschap/Nieuwe versie

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Onderwerp toevoegen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

1)

Het Apostolisch Genootschap is de jure een kerkgenootschap dat in 1951 werd opgericht in Nederland en gerekend kan worden tot het religieus-humanisme[1]. Het heeft zich in een relatief korte tijdsspanne ontwikkeld van gesloten conservatief - naar een open liberale levensbeschouwing met een vrijzinnige visie op God, de schepping en de plaats van de mens hierin[2]. Het ledental ligt rond de 14.000 (stand per 31-12-2019) waarvan ruim 200 aspirant-leden en circa 1200 geregistreerde sympathisanten zijn.[3]


2)

Geloofsopvatting[brontekst bewerken]

Het Apostolisch Genootschap geeft aan een plaats voor religieus-humanistische zingeving te willen zijn met een verantwoordelijkheid voor waarden als compassie, solidariteit en duurzaamheid. Hiertoe is medio 2020 een leerstoel voor een bijzonder hoogleraar ingesteld aan de Vrije Universiteit Amsterdam. [4] .

In de statuten (laatste wijzing heeft plaatsgevonden in 2019) staat de geloofsopvatting als volgt beschreven: het Apostolisch Genootschap bouwt voort op de gezindheid van Jezus van Nazareth en van ongekend velen die hierin zijn voorgegaan. De schepping wordt ervaren als een niet te bevatten mysterie (…) vanuit het geloof dat alle leven uit één oorsprong voortkomt. ‘God’ gebruikt het Genootschap om een naam te geven aan dat wat overstijgt (…). Apostolischen willen in liefde werken aan een menswaardige wereld (…) door het licht van de liefde te koesteren en van generatie op generatie over te dragen.[5]


3)

Weekbrief

Tijdens de erediensten staat de weekbrief, of wekelijkse inspiratie, centraal. Deze is meestal geschreven door de bestuursvoorzitter, met als ambtsnaam ‘apostel’, of andere geestelijk verzorgers vanuit het landelijk bestuur. Het thema van de weekbrief is leidende voor de erediensten in alle gemeenschappen in Nederland en daarbuiten (vertalingen naar het Engels en Duits). De plaatselijke voorganger geeft vanuit eigen inzicht aanvullingen en overdenkingen op dit thema. Tevens worden weekbrieven openbaar gemaakt en gepubliceerd door andere platforms die los staan van het Apostolisch Genootschap.[6]


4)

Rituelen

De rituelen zijn bescheiden van aard. Meest opvallend ritueel in elke eredienst is de 'rondgang' met brood en wijn. Net als de communie en heilig avondmaal een verwijzing naar het Laatste Avondmaal. Binnen het genootschap ligt  het accent echter op het kunnen maken van een nieuw begin om in liefde te werken aan een menswaardige wereld. Daarnaast zijn er niet-wekelijkse rituelen die, aldus het Apostolisch Genootschap, symbool staan voor de kruispunten van het leven te weten; doop (geboorte), lidmaatschap bevestiging (volwassenheid) huwelijksbevestiging (duurzame partnerkeuze), en sluiten levensboek (overlijden).[7]


5)

Geschiedenis[brontekst bewerken]

De apostolisch beweging heeft een complexe geschiedenis die begon rond 1830 in Engeland waarin de wederkomst van Jezus centraal stond. Drijvende krachten hierachter waren bankier, tevens parlementslid, Henry Drummond en de Schotse predikant en theoloog Edward Irving. Uitgangspunt was een zo letterlijk mogelijke interpretatie van de Bijbel. Kijkende naar de ambten die beschrijven staan in de Bijbel werden apostelen ‘geroepen’ en uitgezonden naar andere plekken over de hele wereld. Ook werden Bijbelse ambten zoals engel, priester, herder, oudste, en opziener hiërarchisch onder de apostel ingesteld. Dit moest een spoedige wederkomst des Heren garanderen. Vooral in Duitsland kreeg de apostolische beweging relatief snel voet aan de grond.


6)

Het begin in Nederland

Vanuit Hamburg kwam in 1863 Friedrich Wilhelm Schwarz aan in Amsterdam als nadat hij eerder in Duistland was geroepen tot ‘apostel voor Holland’. Zijn beginjaren kenmerken zich door armoede en tegenwerking door het (christelijk) establishment. Bij het overlijden van Schwarz in 1895 waren er in totaal 7 gemeenten ontstaan met enkele duizenden leden van wat was gaan heten de Hersteld Apostolische Zendingsgemeente in de Eenheid der Apostelen (HAZEA).


7)

Groei en onorthodoxe koers

Het totaal aantal leden bleef van bescheiden omvang de jaren hierna. Hier kwam verandering in toen Johan Hendrik van Oosbree in 1910 werd aangewezen tot ‘apostel’. Onder zijn leiding verviervoudigde het ledenaantal van de HAZEA, breide het aantal gemeenten significant uit en legde hij met behulp van de leden een gezonde financiële basis neer voor de apostolische beweging. Ook brak Van Oosbree met de orthodoxe opvattingen van de HAZEA. Het geloof in een persoonlijke God werd verworpen. Aldus Van Oosbree kon God alleen door – en via mensen zich manifesteren. Ook het beeld van Jezus was zeer onorthodox. Jezus was een mens als ieder ander, maar die alle verleidingen en aanvechtingen had overwonnen, zodat de heilbrengende Christusgeest bij Hem als eerste woning had gevonden. Van Oosbree noemt Jezus met nadruk de Eersteling. Maar Hij was niet de enige, want na diens dood moest de Christusgeest tijd overeenkomstig bij anderen gestalte krijgen. In de eerste plaats vindt de Christusgeest dan zijn belichaming in de verschijning Gods als apostel. Hierdoor ontstond een verabsolutering van het apostelambt. Maar ook het volk Gods is geroepen die Christusgeest, de liefdemacht Gods, gestalte te geven, aldus Van Oosbree. Alle bovennatuurlijke opvattingen zoals een hiernamaals werden dan ook door Van Oosbree verworpen. Dit bracht hem op gespannen voet met de stamapostel en leiding vanuit de Duitse moederkerk van de HAZEA. Bij het overlijden van Van Oobree in 1946 probeerde de stamapostel dan ook om de Nederlandse tak weer binnen de orthodoxie te krijgen door Jan Jochems per brief (reizen kort na de Tweede Wereldoorlog was niet mogelijk tussen Duitsland en Nederland) aan te wijzen tot apostel.

Echter Van Oosbree had voor zijn dood een testament laten opstellen waarin hij zelf zijn opvolger benoemde. Op 22 april 1946 werd een landelijke ‘roepingsdienst’ voor ambtsdragers in Hilversum het testament  voorgelezen en wordt de dan 41-jarige Lambertus Slok tot apostel geroepen. Deze roeping wordt door de stamapostel niet erkend. Van de ruim 35.000 leden (bron: volkstelling 1947) van de HAZEA, erkennen 75% van de leden Slok als hun apostel.


8)

Namens de HAZEA wordt door Jochems een kort geding aangespannen tegen Slok c.s. Het geschil in het aangespannen geding handelt in wezen om de vraag welke geestelijke koers het apostolisch geloof in Nederland zou gaan volgen. De rechters echter kunnen alleen juridische argumenten laten gelden en oordelen welke benoeming tot apostel rechtsgeldig is. Na verschillende tegengestelde uitspraken en een mislukte verzoeningspoging tussen de twee partijen op verzoek van het Hof wordt op 29 juni 1950 het tweede eindarrest van het gerechtshof in Amsterdam uitgesproken en in 1951 door de Hoge Raad bekrachtigd, waarin als recht wordt erkend, dat alleen stamapostel als bestuurder bevoegd is tot het aanwijzen van een opvolger. Hierbij wordt de roeping van Slok niet geaccepteerd. Alle materiële bezittingen moeten dan ook worden overgedragen aan de Nieuw Apostolische Kerk, de nieuwe benaming van de HAZEA. [8]


9)

Oprichting Apostolisch Genootschap

Als reactie richt Slok een nieuwe stichting op die de naam het “Apostolisch Genootschap” krijgt. Slok heeft dan circa 25.000 mensen achter zich maar geen lokalen om ze te herbergen. Er werd sterk geappelleerd aan het opbouwen van ‘Gods Werk’ (men ging "bergen ging verzetten" naar 1 Korintiërs 13:2) onder de absolute leiding van deze apostel. Het ging niet langer om een bovennatuurlijke wederkomst van Christus maar volgens Slok om het herboren worden van Zijn gezindheid in het hier en nu. Dit noemde hij het God-als-mens evangelie. Er bloeide een sterk geïnspireerde geloofsbeleving op. In de tientallen jaren die volgden, bouwde men in grote saamhorigheid en offervaardigheid vele tientallen nieuwe plaatsen van samenkomst.


10)

Positie van de apostel

Dit alles resulteerde in een versterking van de positie van de apostel, zoals deze was ingezet onder Van Oosbree. Apostel en God werden uitwisselbare begrippen. De apostel werd als de ‘Man Gods’ of 'Christus van zijn tijd' gezien. Historici zetten Slok in dezelfde lijn van krachtige naoorlogse persoonlijkheden zoals Willem Drees met totale toewijding aan de eigen groep, soberheid, vriendelijkheid en puritanisme. Naast charisma had Slok ook een dominant karakter en een groot roepingsgevoel. Een persoonlijkheid die werkte in de opbouwende fase van het Apostolisch Genootschap echter begon te schuren van eindjaren '60, begin jaren ’70. [9]Dit resulteerde in wrijving waarbij veel meestal jongeren van de protest generatie zich begonnen af te zetten van het Apostolisch Genootschap en in het bijzonder van Slok af. Het resultaat was dat het Genootschap een gesloten karakter kreeg door de focus te verplaatsen naar intern, waarbij weinig ruimte was voor tegenspraak. In zekere zin was dit ook een breuk met de oorspronkelijk gedachtehoed, die de apostolische beweging als de redding van de wereld zag en zendingsgericht was qua karakter. Slok bleef apostel tot zijn dood in 1984.


11)

Vernieuwing

Hij werd opgevolgd door zijn zoon, Jan Slok en deze verwierp dat de apostel de 'tijd overeenkomstige Christus zou zijn. Vanaf 1992 gebruikte hij de term ‘Man Gods’ niet meer. Jan Slok vond de rol van de apostel te sterk aanwezig in de dagelijkse geloofsbeleving. Het ging volgens hem niet meer om de plaats van de apostel maar juist om de kernwaarden waar het Apostolisch Genootschap voor staat. Daarnaast voerde hij vernieuwingen door die meer die in lijn waren bij het vrijzinnig karakter van het Genootschap. Zo konden vrouwen vanaf halverwege jaren ’90 geroepen worden tot voorganger en werd in 2001 het homohuwelijk volledig geaccepteerd en kon deze bevestigd worden in een eredienst.[10]

Jan Slok besloot om niet aan te blijven tot zijn dood en brak met deze traditie. Hij wees in 2001 Dick Riemers aan tot apostel, tot op dat moment werkzaam als directeur van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling bij de gemeente Eindhoven. Riemers ging uit van de eigen verantwoordelijkheid van ieder lid. De apostel heeft hier meer een begeleidende rol in gekregen. Ook gingen ‘de luiken open’[11] bij zijn aantreden. Zo werd er een documentair door de IKON gemaakt over het genootschap en er verscheen een groot interview in de Trouw waar bewust afscheid werd genomen van het gesloten karakter in het verleden.[12]


12)

Op 24 april 2011 maakte Riemers zijn opvolger bekend. Dit werd Albert (Bert) Wiegman, medisch directeur en kindercardioloog bij het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam. Wiegman ging verder op de ingeslagen weg van meer openheid en word er actief contact onderhouden en opgetrokken met andere geloofsovertuigingen. Zo is er een samenwerkingsverband tussen de remonstranten, doopsgezinden en vrijzinnigen. Wiegman schafte de ambtsnamen af die vanaf het begin bij de apostolische beweging hoorde, zoals herder, priester en oudste. Hiervoor in de plaats kwam de algemene benaming ‘geestelijk verzorger’. Alleen de apostel-naam is nog gebleven, echter ook deze staat anno 2020 ter discussie. Buiten het Apostolisch Genootschap is de term bestuursvoorzitter steeds meer gangbaarder bij bijvoorbeeld interviews of opiniestukken.[13]


13)

In 2020 verscheen het boek Apostelkind van ex-lid Renske Doorenspleet. Dit boek beschrijft kort de ontstaansgeschiedenis, maar richt zich vooral op het Apostolisch Genootschap sinds 1946. De auteur combineerde archief- en bronnenonderzoek met persoonlijke herinneringen en heeft met name kritiek op de centrale positie van de apostel en gesloten karakter van het Apostolisch Genootschap in de jaren '60 tot en met '90. Hierop heeft het Apostolisch Genootschap dialooggesprekken georganiseerd met (ex-) leden over dit onderwerp.[14]

Algemene kritische noot bij het boek van Doorenspleet is dat (…) het niet de geschiedenis beschrijft van de apostolische beweging, maar van individuele apostelen (…) meer specifiek die van Lambertus Slok en Jan Slok.[15] Iets wat vaker de zien is in geschiedenisboeken over het Apostolisch Genootschap zoals ook Berry Brand doet in zijn ‘Nieuwe Licht op Oude Wegen’. Truus Bouman-Komen breekt met deze benadering en belicht tijdens haar studie het leven en werk van mensen die (…) vorm en inhoud hebben gegeven aan de apostolische erfenis.[16]


14)

Literatuur (selectie)[brontekst bewerken]

  • Drs. B. Brand, Nieuw licht op oude wegen, uitgeverij Eburon, 2013. Dit boek beschrijft de ontstaansgeschiedenis sinds 1830 en eindigt in 2011. De uitgave gebeurde onder auspiciën van de aan het genootschap gelieerde Stichting J.H. van Oosbreelezing.[17]
  • Prof. Dr. J.N. Bremmer, Van zendelingen, zuilen en zapreligie: tweehonderd jaar godsdienst in Nederland en het Apostolisch Genootschap.  Het boek geeft een beeld van de religieuze ontwikkeling in Nederland van 1800 tot heden, met bijzondere aandacht voor de invloed van de verzuiling. Daarbij wordt regelmatig ingezoomd op een klein kerkgenootschap, het Apostolisch Genootschap, waarvan de geschiedenis de religieuze veranderingen in Nederland illustreert. Bremmer is emeritus hoogleraar Godsdienstwetenschap aan de Faculteit der Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap van de Rijksuniversiteit Groningen. Bremmer heeft geen persoonlijke banden met het Apostolisch Genootschap en is geen lid.
  • Dr. T. Bouman-Komen, Tweeduizend jaar apostolische veelkleurigheid, zoektochten van bevlogen mensen, Ebron, 2020. Bouman-Komen is gepromoveerd  aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en belicht in dit boek het leven en werk van mensen die in de afgelopen tweeduizend jaar van christelijke geschiedenis op markante wijze vorm en inhoud hebben gegeven aan de apostolische erfenis: stichters van kloosterorden, mystici, kerkhervormers, piëtisten en apostolische christenen. Bouman-Komen is lid van het Apostolisch Genootschap. Ingrijpend in haar jeugd was het schisma dat zich voordeed in 1946 en hoe dit haar familie verdeelde.
  • Dr. R. Doorenspleet, Apostelkind, uitgeverij Balans, 2020. Dit commercieel boek beschrijft de ontstaansgeschiedenis sinds 1830 en richt zich vooral op het Apostolisch Genootschap sinds 1946. De auteur combineerde archief- en bronnenonderzoek met persoonlijke herinneringen om inzichtelijk te maken wat het Apostolisch Genootschap is met sommige (ex-)leden heeft gedaan.[18] Doorenspleet is universitair hoofddocent politicologie aan de Universiteit van Warwick in Engeland
  • Prof. Dr. M.H.F.J. Horstmanshoff, Bewogen woorden, klein apostolisch woordenboek, uitgeverij Eburon, 2011. Doel van dit boek was om de cultuur binnen het Apostolisch Genootschap beter te leren begrijpen. Horstmanshoff was hoogleraar Geschiedenis van de Antieke Geneeskunde aan de Universiteit Leiden en tevens lid van het Genootschap


Categorie:Apostolisch kerkgenootschap Categorie:Religie in Nederland Categorie:Niet-trinitarische stroming Categorie:Humanisme Categorie:Religieuze stroming