Naar inhoud springen

Resolutie 1030 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door SmileBot (overleg | bijdragen) op 28 sep 2014 om 11:37. (Linkonderhoud - doe mee! met AWB)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Resolutie 1030
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 14 december 1995
Nr. vergadering 3606
Code S/RES/1030
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Tadzjiekse burgeroorlog.
Beslissing Verlengde de UNMOT-waarnemingsmissie tot 15 juni 1996.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1995
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Argentinië Argentinië · Vlag van Botswana Botswana · Vlag van Tsjechië Tsjechië · Vlag van Duitsland Duitsland · Vlag van Honduras Honduras · Vlag van Indonesië Indonesië · Vlag van Italië Italië · Vlag van Nigeria Nigeria · Vlag van Oman Oman · Vlag van Rwanda (1962-2001) Rwanda
De vlag van Tadzjikistan.

Resolutie 1030 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 14 december 1995.

Achtergrond

Zie Tadzjikistan voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Na de val van de Sovjet-Unie werden in 1991 verkiezingen gehouden in Tadzjikistan. Begin 1992 kwam de oppositie in opstand tegen de uitslag - de oud-communisten hadden gewonnen - ervan. Er brak een burgeroorlog uit tussen de gevestigde macht en hervormingsgezinden en islamisten uit de achtergestelde regio's van het land, die zich hadden verenigd. In 1997 werd onder VN-bemiddeling een vredesakkoord gesloten.

Inhoud

Waarnemingen

In Ashgabat waren gesprekken begonnen tussen de overheid en oppositie van Tadzjikistan. In de eerste plaats moesten de partijen aldaar hun geschillen zelf oplossen. Internationale steun hing af van hun inspanningen daartoe. Beide partijen hadden toegezegd vreedzame verzoening na te streven door concessies en compromissen. De vijandelijkheden aan de grens met Afghanistan waren ontoelaatbaar.

Handelingen

De Veiligheidsraad verlengde de UNMOT-waarnemingsmissie in Tadzjikistan tot 15 juni 1996 met dien verstande dat het Teheran-Akkoord en het staakt-het-vuren van kracht moesten blijven en verzoening en democratie moesten worden nagestreefd. De Secretaris-Generaal werd gevraagd om de 3 maanden te rapporteren.

Er moest dringend vooruitgang worden geboekt in de gesprekken en de afgesproken vertrouwensmaatregelen moesten onverwijld worden uitgevoerd. Ook de rechtstreekse dialoog tussen de president en de leider van de Islamitische Heroplevingsbeweging werd aangemoedigd. De partijen, UNMOT, de GOS-vredesmacht, de grenstroepen en de OVSE-missie moesten ook nauwer samenwerken.

Verwante resoluties

Sjabloon:Wikisource-en-klein