Pieter Philippus Jansen: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
D McParland (overleg | bijdragen)
k Sterfplaats
Aanzienlijke aanvulling - sommige links naar artikelen van hem moeten nog verbeterd worden.
Regel 21: Regel 21:
| portaal = Verkeer & Vervoer
| portaal = Verkeer & Vervoer
}}
}}
'''Pieter Philippus Jansen''' ([[Dordrecht (Nederland)|Dordrecht]], [[11 augustus]] [[1902]] - [[Bussum]], [[5 juli]] [[1982]]) was een Nederlands [[civiel ingenieur]] en [[waterbouwkundige]] in dienst van [[Rijkswaterstaat]]. Hij was nauw betrokken bij de naoorlogse droogmaking van [[Walcheren]] en de eerste fase van de [[Deltawerken]].
'''Pieter Philippus Jansen''' ([[Dordrecht]] , [[11 augustus]] [[1902]] - [[Bussum]], [[5 juli]] [[1982]]) was een Nederlands civiel ingenieur en waterbouwkundig ingenieur die een belangrijke bijdrage leverde aan de [[waterbouwkunde]] in Nederland. Het grootste deel van zijn carrière bracht hij door bij Rijkswaterstaat, waar hij werkte aan verschillende grote projecten, waaronder de eerste fase van de [[Deltawerken]] en leiding gaf aan de drooglegging en herstelwerkzaamheden na de inundatie van Walcheren. Daarnaast was hij hoogleraar waterbouwkunde bij de [[Technische Universiteit Delft|Technische Hogeschool Delft]].


== Leven en carrière ==
Jansen volgde een opleiding aan de [[Technische Universiteit Delft|Technische Hogeschool Delft]] waar hij in 1926 het diploma civiel ingenieur verwierf en in dienst trad bij Rijkswaterstaat. Hij begon zijn loopbaan bij de [[Zuiderzeewerken]] (1927- 1931) en was onder andere betrokken bij de aanleg van de [[Afsluitdijk]]. Later hield hij zich zowel bezig met de waterstaat in de grote rivieren (verbetering van de [[Maas]], kanalisatie van de [[IJssel]]) als aan de kust (Arrondissement [[Hoorn (Noord-Holland)|Hoorn]]). In 1944 was hij in [[Breda (stad)|Breda]] betrokken met de voorbereidingen van de dijkverbeteringen in de [[Nationaal Park De Biesbosch|Biesbosch]] en omgeving.
Jansen studeerde Civiele Techniek aan de toenmalige Technische Hogeschool Delft en studeerde af in 1926. Hij trad na zijn militaire dienstplicht in dienst bij [[Rijkswaterstaat]] en was werkzaam bij de bouw van de [[Sluizen van IJmuiden|grote sluis in IJmuiden]] onder leiding van [[Johan Ringers|Ringers]]. In 1927 ging hij naar de [[Zuiderzeewerken]], waar hij betrokken was bij de bouw van de sluizen in de [[Afsluitdijk]], In 1928 huwde hij met Ida Lamberta Mostert, ook afkomstig uit Dordrecht.<ref>{{Citeer web |url=https://www.regionaalarchiefdordrecht.nl/archief/?mivast=46&miadt=46&mizig=100&miview=tbl&milang=nl&micols=1&mip1=jansen&#124;mostert&mip3=Pieter&#124;Ida |titel=56.199 Huwelijksakten Dordrecht 1928 |bezochtdatum=2023-07-09}}</ref> In 1931 was zijn standplaats [[Den Oever (Noord-Holland)|Den Oever]] en kwam hij in vaste dienst, hij werd kort daarna overgeplaatst naar Roermond, waar hij betrokken was bij de verbetering van de Maas. In 1932 ging hij naar Nijmegen voor de werken bij [[St. Andries (sluis)|Sint Andries]], [[Prinses Máxima Sluizen|stuw bij Lith]] in de [[Maas]]. In 1936 was zijn standplaats [[Arnhem]] waar hij aan de [[IJssel|IJsselkanalisatie]] wekte. In 1938 ging hij naar Hoek van Holland, waar hij leiding gaf aan het onderhoud van de [[Nieuwe Waterweg]]. Bovendien kreeg hij daar de leiding over de studiedienst [[Westerschelde]]. In februari 1940 is hij overgeplaatst naar het arrondissement [[Hoorn (Noord-Holland)|Hoorn]] van Rijkswaterstaat waar hij zicht kort bezig gehouden heeft met het [[Waddenzee|waddengebied]]. In 1941 werd hij overgeplaatst naar [[Breda]], waar hij gewerkt heeft aan het watervrijmaken van het westen van Noord-Brabant (sanering van de [[Nationaal Park De Biesbosch|Biesbosch]]). Hier was hij werkzaam gedurende de tweede helft van de Tweede Wereldoorlog. Als gevolg daarvan bevond hij zich eind 1944 in bevrijd gebied. Vandaar dat hij gelijk ingezet kon worden bij de droogmaking van Walcheren in 1944.


In 1956 werd hij hoofd van de Deltadienst, het onderdeel van Rijkswaterstaat dat verantwoordelijk was voor de bouw van de Deltawerken. Onder zijn leiding werden de eerste afsluitingen (de [[Zandkreekdam]] en de [[Veerse Gatdam]]) voltooid. Vervolgens leidde hij de eerste fasen van de bouw van de [[Grevelingendam]], de [[Volkerakdam]], en de [[Haringvlietdam]]. In 1962 legde hij om gezondheidsredenen zijn functie bij Rijkswaterstaat neer en werd opgevolgd door J.J. Volkers.
Op 1 oktober 1944 kreeg hij de leiding over de [[Dienst Droogmaking Walcheren]], speciaal ingesteld om het eiland Walcheren na de inundatie weer droog te krijgen. In de roman ''Het verjaagde water'' dat [[A. den Doolaard]] over de droogmaking van Walcheren schreef figureert Jansen onder de naam Van Hummel.


In 1946 aanvaardde hij de functie van hoogleraar bij de afdeling Civiele Techniek van de Technische Universiteit Delft. In deze rol bleef hij adviseur van Rijkswaterstaat. Na zijn aanstelling als hoofd van de [[Deltadienst]] is deze functie omgezet in een [[Buitengewoon hoogleraar|buitengewoon hoogleraarschap]] (=deeltijdhoogleraar) . Hij werd daar in 1966 als hoogleraar waterbouwkunde in Delft opgevolgd door [[Pieter Abraham van de Velde]].
In 1956 werd hij hoofd van de [[Deltadienst]], de dienst van Rijkswaterstaat die zich bezighield met de aanleg van de Deltawerken. Onder zijn leiding kwamen de eerste afsluitingen, de [[Zandkreekdam]] en de [[Veerse Gatdam]], tot stand en legde hij de basis voor de aanleg van de [[Grevelingendam]], de [[Volkerakdam]] en de [[Haringvlietdam]]. Om gezondheidsredenen legde hij zijn functie in 1962 neer waarna J.J. Volkers hem opvolgde.


Jansen overleed in 1982 op 79-jarige leeftijd in Bussum.
In 1946 aanvaardde hij de functie van [[hoogleraar]] in de afdeling Weg en Waterbouwkunde van de Technische Hogeschool te Delft. Hij bleef in deze functie adviseur van Rijkswaterstaat. Na zijn benoeming tot hoofd van de Deltadienst werd dit omgezet in een [[buitengewoon hoogleraar]]schap.


== De droogmaking van Walcheren ==
In oktober 1944 werden verschillende dijken rond het Nederlandse eiland Walcheren opzettelijk gebombardeerd door de geallieerden van de Tweede Wereldoorlog tijdens [[Strijd om Walcheren|Operatie Infatuate]] op strategische locaties, waaronder [[Westkapelle (Nederland)|Westkapelle]], [[Vlissingen]] en [[Fort Rammekens]] om het eiland opzettelijk onder water te zetten. De bombardementen veroorzaakten grote gaten in de dijken op vier belangrijke locaties, waardoor de kustverdediging tegen de Noordzee werd doorbroken en het zeewater ongecontroleerd naar bewoonde gebieden kon stromen.

Deze bombardementen bereikend het onmiddellijke militaire doel om de Duitse bezetter, die Walcheren gebruikte om de [[Westerschelde]] en de toegang tot de haven van [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]] te controleren, tot terugtrekken te dwingen. Maar zij hadden de daaropvolgende overstromingen als gevolg. Grote delen van [[Walcheren]] kwamen onder water, en door de getijwerking schuurden de doorbraakgaten snel en sterk uit.

Jansen werd aangesteld om leiding te geven aan de [[RWS Bouwdiensten#Dienst Droogmaking Walcheren|Dienst Droogmaking Walcheren]], die speciaal was opgericht om toezicht te houden op de daaropvolgende pogingen om de dijkdoorbraken te herstellen en Walcheren op de zee te winnen. De werken werden voltooid door een aantal Nederlandse aannemers, waaronder enkele met voldoende eerdere ervaring met de Zuiderzee-werken. In de [[sleutelroman]] [[Het verjaagde water]] van [[A. den Doolaard]] over de landaanwinningswerken komt Jansen prominent voor onder het pseudoniem Van Hummel.<ref>{{Citeer boek |titel=Het Verjaagde Water |achternaam=Den Doolaard |voornaam=A. |uitgever=Em. Querido Uitgeversmaatschappij. |datum=1948}}</ref> Van dit boek is ook een geannoteerde uitgave verschenen met veel achtergrond over het werk van Jansen in Walcheren.<ref>{{Citeer boek |titel=Het verjaagde water, geannoteerde uitgave |achternaam=den Doolaard |voornaam=A. |medeauteurs=K. d'Angremond; G.J. Schiereck |url=https://delftacademicpress.nl/f012.php |uitgever=Delft Academic Press |datum=2017 |isbn=9789065624116 |NUR=NUR 301, 955 |access-date=21 november 2022 |archiefurl=https://web.archive.org/web/20221121203726/https://delftacademicpress.nl/f012.php |archiefdatum=21 november 2022 |dodeurl=ja}}</ref>

Jansen slaagde erin de werken af te ronden en loste verschillende technische problemen en problemen met de levering van materieel op, waaronder het feit dat veel baggerschepen zich nog steeds in bezetgebied bevonden en dat ongeveer 25% van de Nederlandse baggervloot in beslag was genomen en naar Duitsland was vervoerd.

In oktober 1945 waren de aannemers en Rijkswaterstaat erin geslaagd een vloot samen te stellen van 14 zuigers en [[Emmerbaggermolen|emmerbaggermolens]], 135 bakken, 61 sleepboten, 73 landingsvaartuigen, 19 drijvende kranen, 52 bulldozers en draglines, samen met motorvoertuigen en ander materieel. Moeilijkheden bij het vinden van geschikte materialen en de enorme omvang van de werken tijdens een noodsituatie in oorlogstijd leidden tot innovatief gebruik van geïmproviseerde materialen en uitrusting, zoals de [[Phoenix caissons|Phoenix-caissons]] die werden gebruikt bij het dichten van de dijkspleten, die eerder waren gebruikt als [[Mulberryhaven|Mulberry-haven]]<nowiki/>s tijdens de geallieerde invasie van [[Normandië]].

Op 1 juli 1946 heeft hij de Dienst Droogmaking Walcheren verlaten, en werd benoemd als hoogleraar in Delft. In september van dat jaar kreeg hij met Koninginnedag een koninklijke onderscheiding, officier in de [[orde van de Nederlandse Leeuw]]) Op die dag kreeg Den Doolaard ook dezelfde onderscheiding).

Hij schreef hierover in De Ingenieur van 1946, nr 3 en nr 15

== De Stormramp van 1953 ==
Jansen was zelf niet betrokken bij het dichten van de dijkdoorbraken, maar had we leen adviserende rol. Hij schreef over het herstel an de stormschade in De Ingenieur van 1953, nr 35

Na de [[Watersnood van 1953|stormvloed van 1953]] werd de [[Deltacommissie (1953)|Deltacommissie]] gevormd met de opdracht om maatregelen voor te bereiden zodat dit "nooit meer" zou kunnen gebeuren. Jansen werd een van de leden van die commissie. Hij had een belangrijk aandeel in het eindrapport.

In september 1953 is hij benoemd tot hoofdingenieur-directeur bij Rijkswaterstaat, belast me uitvoering van de [[Deltawerken]].

Vanaf 1956 werd dit werk gedaan door een aparte dienst, de [[Deltadienst]], waarvan Jansen directeur werd. Hij had de leiding over de afsluitingen van de [[Zandkreekdam|Zandkreek]] en van het [[Veerse Gatdam|Veerse Gat]].Vanuit zijn functie als hoofd van de Deltadienst heeft hij aanzienlijk bijgedragen aan vernieuwingen in de waterbouwkunde. Met name heeft hij een belangrijke rol gespeeld in het ontstaan van de Combinatie Speurwerk Baggertechniek. Dit samenwerkingsverband van de grote Nederlandse baggeraannemers kwam tot stand onder druk van Jansen, omdat hij voorzag dat een veel hogere baggercapaciteit nodig zou zijn voor het voltooien van de Deltawerken. Binnen de Combinatie werd met succes het precompetatief speurwerk gebundeld. Ook gaf Jansen veel steun aan het onderzoek naar nieuwe technieken voor erosiebescherming en aan het introduceren van wiskundige modellen voor getijberekening. Hij heeft er ook voor gezorgd dat er binnen de Deltadienst een speciale afdeling "Ontwikkeling nieuwe werkmethoden" kwam.<ref>{{Citeer web |url=https://www.zeeuwsarchief.nl/onderzoek-het-zelf/archief/?mivast=239&mizig=210&miadt=239&miaet=1&micode=362.1&minr=1150290&miview=inv2&milang=nl&mialg= |titel=Stukken betreffende de taakomschrijving van het bureau en de Afdeling Ontwikkeling Nieuwe Werkmethoden (ONW) |datum=2023-07-09}}</ref>

Op Koninginnedag 1959 werd hij bevorderd to ridder in de [[Orde van Oranje-Nassau|Orde van Oranje Nassau]].

Zie De Ingenieur 1953, blz A300.

== De Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen ==
In 1955 werd hij benoemd als voorzitter van de “Commissie voor het onderzoek naar de spanningstoestand in dijken”. Deze commissie had tot taak om te onderzoeken waarom de stabiliteit van dijken bij de ramp van 1953 zo’n groot probleem was. Deze commissie bestond uit enkele deskundigen van Rijkswaterstaat, van de TU Delft en van het [[Laboratorium voor Grondmechanica]]. In het eindrapport gaf de commissie aanbevelingen voor het berekenen van de geotechnische stabiliteit van dijken. Deze kennis werd gebruikt bij de Deltawerken, maar op dat moment niet voor toetsingvan alla andere bestaande waterkeringen

Na de kadebreuk in [[Tuindorp Oostzaan|Tuindorp-Oostzaan]] in 1960 bleek dat veel (secundaire) keringen veel te zwak waren. Dit waren keringen die geen onderdeel waren van de Deltawerken. Zij waren veelal in beheer bij kleine, versipperde waterschappen. Om hier iets aan te doen werd in 1965 de [[Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen]] geïnstalleerd. Jansen werd gevraagd dit lichaam voor te zitten.<ref>{{Citeer boek |titel=Installatie TAW |achternaam=Suurhof |voornaam=J.G. |medeauteurs=Jansen, P.Ph. |url=http://resolver.tudelft.nl/uuid:63c72064-c924-4f7d-aaa8-6e59e4991996 |uitgever=Ministerie van Verkeer en Waterstaat |datum=1-8-1965}}</ref> Deze TAW had een meer permanent karakter dan de hierboven genoemde commissie, en kreeg bovendien expliciet de taak om leidraden uit te brengen voor ontwerp en toetsing van waterkeringen.

== Buitenland ==
Naast zijn hoofdfuncties steunde Jansen de Nederlandse ingenieursbureaus bij de export van Nederlandse kennis naar het buitenland. Onder de vlag van [[Nedeco]] was hij actief in veel landen, zoals de diverse rivierenstudies in [[Nigeria]] ([[Niger (rivier)|Niger]] en [[Benue (rivier)|Benue]]),in [[Thailand]] bij een rivierstudie en een studie naar de aanleg vaneen kanaal door de [[landengte van Kra]], in Japan bij de [[Hachirogata|Hachiro Gata]] polder,<ref>{{Citeer boek |achternaam=Kitao |voornaam=Yasunori |titel=Reassessing Heritage: Contradiction and Discrepancy Between Fishery and Agriculture in Planning the Hachirogata Polder and Its Surrounding Lagoon in Mid-Twentieth Century Japan |url=https://link.springer.com/content/pdf/10.1007/978-3-030-00268-8_10.pdf |jaargang= |tijdschrift= |datum=2019-10-18 |taal=en |serie=C. Hein (ed.), Adaptive Strategies for Water Heritage (Chapter 10) |doi=10.1007/978-3-030-00268-8_10}}</ref> inpolderingen in [[India]] ([[Ganges (rivier)|Ganges]] delta, aanleg van de haven van Haldia, aan de [[Hooghly (rivier)|Hooghly]]), de stabiliteit van dijken in [[Venezuela]], de [[The Wash|Wash]] in Groot-Brittannië, een transportstudie in [[Suriname]] en diverse studies naar rivierbeheer en havens in [[Bangladesh]].

In 1962 heeft Jansen advies gegeven aan de autoriteiten in [[Hamburg]] na de [[Stormvloed van 1962|overstroming]] aldaar, en over het dichten van de doorbraken.

== Publicaties ==
===Boeken===
* The Tide goes out Zuid-Nederlandsche Drukkerij, 1972 - 140pagina's samen met Evert werkman isbn 90-70082-01-2 (geb) Betreft het Deltaplan, hoofdzakelijk het afsluiten van het Haringvliet
* {{Citeer boek |titel=Principles of river engineering |achternaam=Jansen, |voornaam=P, Ph. |medeauteurs=Van Bendegom, L. Van den Berg, J. De Vries, M. Zanen, A. |taal=en |uitgever=Pittman |plaats=London |datum=1979 |pagina=509 pp |isbn=9780273011392}} Herdruk als paperback {{Citeer boek |titel=Principles of river engineering |achternaam=Jansen, |voornaam=P, Ph. |medeauteurs=Van Bendegom, L. Van den Berg, J. De Vries, M. Zanen, A. |url=http://resolver.tudelft.nl/uuid:15e01b6c-57b7-4229-8dda-9eefaf979443 |taal=en |uitgever=VSSD Delftse Uitgevers Maatschappij |plaats=Delft |datum=1994 |pagina=509 pp |isbn=978-9065621467}}

===Bijdragen===
* {{Citeer boek |titel= Deel 1. Eindverslag en interimadviezen |auteur=Maris, A.G.; de Blocq van Kuffeler, V.J.P.; Harmsen, W.J.H.; Jansen, P.P.; Nijhoff, G.P.; Thijsse, J.Th.; Verloren van Themaat, R.; de Vries, J.W.; van der Wal, L.T |url=https://resolver.tudelft.nl/uuid:0e28dfd8-4e67-4267-a443-54b74a062bcb |uitgever=Staatsuitgeverij |datum=1961}}
* {{Citeer boek |titel= Rapport Deltacommissie. Deel. 2. Bijdragen 1: Meteorologische en oceanografische aspecten van stormvloeden op de Nederlandse kust |auteur=Maris, A.G.; de Blocq van Kuffeler, V.J.P.; Harmsen, W.J.H.; Jansen, P.P.; Nijhoff, G.P.; Thijsse, J.Th.; Verloren van Themaat, R.; de Vries, J.W.; van der Wal, L.T |url=http://resolver.tudelft.nl/uuid:93c93f77-6dfa-464f-97c1-8e76858342c4|uitgever=Staatsuitgeverij |datum=1961}}
* {{Citeer boek |titel= Rapport Deltacommissie. Deel 3. Bijdragen 2: Beschouwingen over stormvloeden en getijbeweging |auteur=Maris, A.G.; de Blocq van Kuffeler, V.J.P.; Harmsen, W.J.H.; Jansen, P.P.; Nijhoff, G.P.; Thijsse, J.Th.; Verloren van Themaat, R.; de Vries, J.W.; van der Wal, L.T |url=http://resolver.tudelft.nl/uuid:046f06e8-5127-4e49-adfd-a496b4fedbb5|uitgever=Staatsuitgeverij |datum=1961}}
* {{Citeer boek |titel=Rapport Deltacommissie. Deel 4. Bijdragen 3: Beschouwingen over stormvloeden en getijbeweging |auteur=Maris, A.G.; de Blocq van Kuffeler, V.J.P.; Harmsen, W.J.H.; Jansen, P.P.; Nijhoff, G.P.; Thijsse, J.Th.; Verloren van Themaat, R.; de Vries, J.W.; van der Wal, L.T |url=http://resolver.tudelft.nl/uuid:e32906b8-a248-412a-9611-ea28d8a08231 |uitgever=Staatsuitgeverij |datum=1961}}
* {{Citeer boek |titel=Rapport Deltacommissie. Deel 5. Bijdragen 4: Onderzoekingen betreffende de opzet van het Deltaplan en de gevolgen van de werken |auteur=Maris, A.G.; de Blocq van Kuffeler, V.J.P.; Harmsen, W.J.H.; Jansen, P.P.; Nijhoff, G.P.; Thijsse, J.T.; Verloren van Themaat, R.; de Vries, J.W.; Van der Wal, L.T. |url=http://resolver.tudelft.nl/uuid:c1b68c35-5a19-4587-b7a7-d0ae19632397 |uitgever=Staatsuitgeverij |datum=1961}}
* {{Citeer boek |titel=River studies and recommendations on improvement of Niger and Benué |auteur=Frijlink, H.C. |medeauteurs=Thijsse, J.T., Janssen, P.P., Schijf, J.B., van Bendegom, L. |url=http://resolver.tudelft.nl/uuid:a8f9e491-af4a-4256-9c6d-ad73dacfbd25 |taal=en |uitgever=Nedeco |datum=1959-02-07}}
===Nota’s===
* {{Citeer boek |titel=Nota over een onderzoek naar de keuze van stortplaatsen voor baggerspecie in de Westerschelde |url=https://open.rws.nl/open-overheid/onderzoeksrapporten/@145341/nota-onderzoek-keuze-stortplaatsen/ |uitgever=RWS, directie benedenrivieren |datum=1938 |editie=[http://www.kennisbank-waterbouw.nl/tresor/S/BER048.pdf samenvatting]}}
* {{Citeer boek |titel=Nota betreffende het onderzoek naar de aard van enige in de Westerschelde nabij Kapellebank geconstateerde ondiepten |uitgever=RWS, directie Benedenrivieren |datum=1938 |editie=[http://www.kennisbank-waterbouw.nl/tresor/S/BER048.pdf samenvatting]}}
* {{Citeer boek |titel=Nota inzake een onderzoek naar de oorzaken van de verdiepingen voor de oever van de Zuidwatering in de polder Walcheren |uitgever=RWS, directie Benedenrivieren |datum=1939 |editie=[http://www.kennisbank-waterbouw.nl/tresor/S/BER048.pdf samenvatting]}}
* {{Citeer boek |titel=Onderzoek aanval duinkust Goederede |uitgever=RWS directie benedenrivieren |datum=1939 |editie=[http://www.kennisbank-waterbouw.nl/tresor/S/BER052.pdf samenvatting]}}
* {{Citeer boek |titel=Enige aantekeningen over het bankengebied in de Westerschelde nabij Ossenisse |uitgever=Studiedienst der Zeeuwse stromen |datum=1940 |editie=[http://www.kennisbank-waterbouw.nl/tresor/S/BER048.pdf samenvatting]}}
* {{Citeer boek |titel=Het gebied van de Wester-schelde nabij Walsoorden |url=https://open.rws.nl/open-overheid/onderzoeksrapporten/@162052/gebied-wester-schelde-nabij-walsoorden/ |uitgever=Studiedienst der Zeeuwse Stromen |datum=1940}}
* {{Citeer boek |titel=rapport van de Commissie voor het onderzoek naar de spanningstoestand in dijken |url=http://resolver.tudelft.nl/uuid:46826c3f-76ee-485b-8936-a070ae26af4d |uitgever=Rijkswaterstaat |datum=1958-05-22}}

===Artikelen===
* {{Citeer tijdschrift |achternaam=Vries, de |voornaam=J.W. |medeauteurs=Jansen, P.Ph. |titel=Sluis te Sint Andries |url=https://resolver.kb.nl/resolve?urn=dts:2969061:mpeg21:0001 |jaargang=49 |tijdschrift=De Ingenieur |datum=1934 |nummer=13 |pagina's=b33-b38}}
* {{Citeer tijdschrift |achternaam=Jansen |voornaam=P.Ph. |titel=Het stuwcomplex in de Maas bij LIth |url=https://resolver.kb.nl/resolve?urn=dts:2971076:mpeg21:0001 |jaargang=50 |tijdschrift=De Ingenieur |datum=18-10-1935 |nummer=42}}
* Hij schreef hij verschillende artikelen in "De Ingenieur", waaronder "Mededeelingen inzake de droogmaking van Walcheren" (2 nummers, 1946)

===Collegedictaat ===
* Gegevens en beschouwingen over scheepshellingen en dokken. Collegedictaat, 1947 (met G. Swier)
* {{Citeer boek |titel=Havens: Gegevens en beschouwingen |url=http://resolver.tudelft.nl/uuid:25bfd868-6793-4170-8901-b5c91d67529e |uitgever=TU Delft |datum=1960}} (met B. Franken)

===Overige publicaties===
* Eenige ervaringen bij de droogmaking van Walcheren en de mogelijkheid van hare toepassing bij de afsluiting van de Zandkreek Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleeraar in de waterbouwkunde aan de Technische Hoogeschool te Delft op Donderdag 31 oct. 1946.

* Grondslagen voor een ontwikkelingsplan van het haven- en industriegebied aan de Rijnmond
* Some remarks on impoldering in Japan The Ministry of Agriculture & Forestry 1954 (Hachiro Gata polder) met A. Volker
* Caissons en schepen in Walcheren's dijken. 1951

<gallery>
Installatie Deltacommissie, 21 februari 1953 (1).jpg|Installatie van de Deltacommissie op 21 februari 1953
Prof Ir PP Jansen lid van de Deltacommissie, Bestanddeelnr 091-0566.jpg|Jansen in 1953.
Walcheren heroverd.ogv|Filmclip van het ondergelopen gebied in Walcheren.
Nollegat Vanaf een dekschuit wordt aarde aangevoerd, Bestanddeelnr 900-5302.jpg|Sluiting van de doorbraak bij de ''Nolledijk'' in [[Vlissingen]], oktober 1945.
</gallery>

{{Appendix}}

{{Commonscat|Pieter Philippus Jansen}}
{{Bibliografische informatie}}
{{Bibliografische informatie}}
{{Navigatie Deltawerken}}
{{Navigatie Deltawerken}}

{{DEFAULTSORT:Jansen, Pieter Philippus}}
{{DEFAULTSORT:Jansen, Pieter Philippus}}
[[Categorie:Deltawerken]]
[[Categorie:Deltawerken]]

Versie van 9 jul 2023 23:04

Pieter Philippus Jansen
P.P. Jansen (1953)
Algemene informatie
Volledige naam Pieter Philippus Jansen
Geboren 11 augustus 1902
Dordrecht
Overleden 5 juli 1982
Bussum
Nationaliteit Vlag van Nederland Nederland
Beroep waterbouwkundige
Bekend van Deltawerken
Portaal  Portaalicoon   Verkeer & Vervoer

Pieter Philippus Jansen (Dordrecht , 11 augustus 1902 - Bussum, 5 juli 1982) was een Nederlands civiel ingenieur en waterbouwkundig ingenieur die een belangrijke bijdrage leverde aan de waterbouwkunde in Nederland. Het grootste deel van zijn carrière bracht hij door bij Rijkswaterstaat, waar hij werkte aan verschillende grote projecten, waaronder de eerste fase van de Deltawerken en leiding gaf aan de drooglegging en herstelwerkzaamheden na de inundatie van Walcheren. Daarnaast was hij hoogleraar waterbouwkunde bij de Technische Hogeschool Delft.

Leven en carrière

Jansen studeerde Civiele Techniek aan de toenmalige Technische Hogeschool Delft en studeerde af in 1926. Hij trad na zijn militaire dienstplicht in dienst bij Rijkswaterstaat en was werkzaam bij de bouw van de grote sluis in IJmuiden onder leiding van Ringers. In 1927 ging hij naar de Zuiderzeewerken, waar hij betrokken was bij de bouw van de sluizen in de Afsluitdijk, In 1928 huwde hij met Ida Lamberta Mostert, ook afkomstig uit Dordrecht.[1] In 1931 was zijn standplaats Den Oever en kwam hij in vaste dienst, hij werd kort daarna overgeplaatst naar Roermond, waar hij betrokken was bij de verbetering van de Maas. In 1932 ging hij naar Nijmegen voor de werken bij Sint Andries, stuw bij Lith in de Maas. In 1936 was zijn standplaats Arnhem waar hij aan de IJsselkanalisatie wekte. In 1938 ging hij naar Hoek van Holland, waar hij leiding gaf aan het onderhoud van de Nieuwe Waterweg. Bovendien kreeg hij daar de leiding over de studiedienst Westerschelde. In februari 1940 is hij overgeplaatst naar het arrondissement Hoorn van Rijkswaterstaat waar hij zicht kort bezig gehouden heeft met het waddengebied. In 1941 werd hij overgeplaatst naar Breda, waar hij gewerkt heeft aan het watervrijmaken van het westen van Noord-Brabant (sanering van de Biesbosch). Hier was hij werkzaam gedurende de tweede helft van de Tweede Wereldoorlog. Als gevolg daarvan bevond hij zich eind 1944 in bevrijd gebied. Vandaar dat hij gelijk ingezet kon worden bij de droogmaking van Walcheren in 1944.

In 1956 werd hij hoofd van de Deltadienst, het onderdeel van Rijkswaterstaat dat verantwoordelijk was voor de bouw van de Deltawerken. Onder zijn leiding werden de eerste afsluitingen (de Zandkreekdam en de Veerse Gatdam) voltooid. Vervolgens leidde hij de eerste fasen van de bouw van de Grevelingendam, de Volkerakdam, en de Haringvlietdam. In 1962 legde hij om gezondheidsredenen zijn functie bij Rijkswaterstaat neer en werd opgevolgd door J.J. Volkers.

In 1946 aanvaardde hij de functie van hoogleraar bij de afdeling Civiele Techniek van de Technische Universiteit Delft. In deze rol bleef hij adviseur van Rijkswaterstaat. Na zijn aanstelling als hoofd van de Deltadienst is deze functie omgezet in een buitengewoon hoogleraarschap (=deeltijdhoogleraar) . Hij werd daar in 1966 als hoogleraar waterbouwkunde in Delft opgevolgd door Pieter Abraham van de Velde.

Jansen overleed in 1982 op 79-jarige leeftijd in Bussum.

De droogmaking van Walcheren

In oktober 1944 werden verschillende dijken rond het Nederlandse eiland Walcheren opzettelijk gebombardeerd door de geallieerden van de Tweede Wereldoorlog tijdens Operatie Infatuate op strategische locaties, waaronder Westkapelle, Vlissingen en Fort Rammekens om het eiland opzettelijk onder water te zetten. De bombardementen veroorzaakten grote gaten in de dijken op vier belangrijke locaties, waardoor de kustverdediging tegen de Noordzee werd doorbroken en het zeewater ongecontroleerd naar bewoonde gebieden kon stromen.

Deze bombardementen bereikend het onmiddellijke militaire doel om de Duitse bezetter, die Walcheren gebruikte om de Westerschelde en de toegang tot de haven van Antwerpen te controleren, tot terugtrekken te dwingen. Maar zij hadden de daaropvolgende overstromingen als gevolg. Grote delen van Walcheren kwamen onder water, en door de getijwerking schuurden de doorbraakgaten snel en sterk uit.

Jansen werd aangesteld om leiding te geven aan de Dienst Droogmaking Walcheren, die speciaal was opgericht om toezicht te houden op de daaropvolgende pogingen om de dijkdoorbraken te herstellen en Walcheren op de zee te winnen. De werken werden voltooid door een aantal Nederlandse aannemers, waaronder enkele met voldoende eerdere ervaring met de Zuiderzee-werken. In de sleutelroman Het verjaagde water van A. den Doolaard over de landaanwinningswerken komt Jansen prominent voor onder het pseudoniem Van Hummel.[2] Van dit boek is ook een geannoteerde uitgave verschenen met veel achtergrond over het werk van Jansen in Walcheren.[3]

Jansen slaagde erin de werken af te ronden en loste verschillende technische problemen en problemen met de levering van materieel op, waaronder het feit dat veel baggerschepen zich nog steeds in bezetgebied bevonden en dat ongeveer 25% van de Nederlandse baggervloot in beslag was genomen en naar Duitsland was vervoerd.

In oktober 1945 waren de aannemers en Rijkswaterstaat erin geslaagd een vloot samen te stellen van 14 zuigers en emmerbaggermolens, 135 bakken, 61 sleepboten, 73 landingsvaartuigen, 19 drijvende kranen, 52 bulldozers en draglines, samen met motorvoertuigen en ander materieel. Moeilijkheden bij het vinden van geschikte materialen en de enorme omvang van de werken tijdens een noodsituatie in oorlogstijd leidden tot innovatief gebruik van geïmproviseerde materialen en uitrusting, zoals de Phoenix-caissons die werden gebruikt bij het dichten van de dijkspleten, die eerder waren gebruikt als Mulberry-havens tijdens de geallieerde invasie van Normandië.

Op 1 juli 1946 heeft hij de Dienst Droogmaking Walcheren verlaten, en werd benoemd als hoogleraar in Delft. In september van dat jaar kreeg hij met Koninginnedag een koninklijke onderscheiding, officier in de orde van de Nederlandse Leeuw) Op die dag kreeg Den Doolaard ook dezelfde onderscheiding).

Hij schreef hierover in De Ingenieur van 1946, nr 3 en nr 15

De Stormramp van 1953

Jansen was zelf niet betrokken bij het dichten van de dijkdoorbraken, maar had we leen adviserende rol. Hij schreef over het herstel an de stormschade in De Ingenieur van 1953, nr 35

Na de stormvloed van 1953 werd de Deltacommissie gevormd met de opdracht om maatregelen voor te bereiden zodat dit "nooit meer" zou kunnen gebeuren. Jansen werd een van de leden van die commissie. Hij had een belangrijk aandeel in het eindrapport.

In september 1953 is hij benoemd tot hoofdingenieur-directeur bij Rijkswaterstaat, belast me uitvoering van de Deltawerken.

Vanaf 1956 werd dit werk gedaan door een aparte dienst, de Deltadienst, waarvan Jansen directeur werd. Hij had de leiding over de afsluitingen van de Zandkreek en van het Veerse Gat.Vanuit zijn functie als hoofd van de Deltadienst heeft hij aanzienlijk bijgedragen aan vernieuwingen in de waterbouwkunde. Met name heeft hij een belangrijke rol gespeeld in het ontstaan van de Combinatie Speurwerk Baggertechniek. Dit samenwerkingsverband van de grote Nederlandse baggeraannemers kwam tot stand onder druk van Jansen, omdat hij voorzag dat een veel hogere baggercapaciteit nodig zou zijn voor het voltooien van de Deltawerken. Binnen de Combinatie werd met succes het precompetatief speurwerk gebundeld. Ook gaf Jansen veel steun aan het onderzoek naar nieuwe technieken voor erosiebescherming en aan het introduceren van wiskundige modellen voor getijberekening. Hij heeft er ook voor gezorgd dat er binnen de Deltadienst een speciale afdeling "Ontwikkeling nieuwe werkmethoden" kwam.[4]

Op Koninginnedag 1959 werd hij bevorderd to ridder in de Orde van Oranje Nassau.

Zie De Ingenieur 1953, blz A300.

De Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen

In 1955 werd hij benoemd als voorzitter van de “Commissie voor het onderzoek naar de spanningstoestand in dijken”. Deze commissie had tot taak om te onderzoeken waarom de stabiliteit van dijken bij de ramp van 1953 zo’n groot probleem was. Deze commissie bestond uit enkele deskundigen van Rijkswaterstaat, van de TU Delft en van het Laboratorium voor Grondmechanica. In het eindrapport gaf de commissie aanbevelingen voor het berekenen van de geotechnische stabiliteit van dijken. Deze kennis werd gebruikt bij de Deltawerken, maar op dat moment niet voor toetsingvan alla andere bestaande waterkeringen

Na de kadebreuk in Tuindorp-Oostzaan in 1960 bleek dat veel (secundaire) keringen veel te zwak waren. Dit waren keringen die geen onderdeel waren van de Deltawerken. Zij waren veelal in beheer bij kleine, versipperde waterschappen. Om hier iets aan te doen werd in 1965 de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen geïnstalleerd. Jansen werd gevraagd dit lichaam voor te zitten.[5] Deze TAW had een meer permanent karakter dan de hierboven genoemde commissie, en kreeg bovendien expliciet de taak om leidraden uit te brengen voor ontwerp en toetsing van waterkeringen.

Buitenland

Naast zijn hoofdfuncties steunde Jansen de Nederlandse ingenieursbureaus bij de export van Nederlandse kennis naar het buitenland. Onder de vlag van Nedeco was hij actief in veel landen, zoals de diverse rivierenstudies in Nigeria (Niger en Benue),in Thailand bij een rivierstudie en een studie naar de aanleg vaneen kanaal door de landengte van Kra, in Japan bij de Hachiro Gata polder,[6] inpolderingen in India (Ganges delta, aanleg van de haven van Haldia, aan de Hooghly), de stabiliteit van dijken in Venezuela, de Wash in Groot-Brittannië, een transportstudie in Suriname en diverse studies naar rivierbeheer en havens in Bangladesh.

In 1962 heeft Jansen advies gegeven aan de autoriteiten in Hamburg na de overstroming aldaar, en over het dichten van de doorbraken.

Publicaties

Boeken

  • The Tide goes out Zuid-Nederlandsche Drukkerij, 1972 - 140pagina's samen met Evert werkman isbn 90-70082-01-2 (geb) Betreft het Deltaplan, hoofdzakelijk het afsluiten van het Haringvliet
  • (en) Jansen,, P, Ph., Van Bendegom, L. Van den Berg, J. De Vries, M. Zanen, A. (1979). Principles of river engineering. Pittman, London, 509 pp. ISBN 9780273011392. Herdruk als paperback (en) Jansen,, P, Ph., Van Bendegom, L. Van den Berg, J. De Vries, M. Zanen, A. (1994). Principles of river engineering. VSSD Delftse Uitgevers Maatschappij, Delft, 509 pp. ISBN 978-9065621467.

Bijdragen

Nota’s

Artikelen

  • Vries, de, J.W., Jansen, P.Ph. (1934). Sluis te Sint Andries. De Ingenieur 49 (13): b33-b38
  • Jansen, P.Ph. (18-10-1935). Het stuwcomplex in de Maas bij LIth. De Ingenieur 50 (42)
  • Hij schreef hij verschillende artikelen in "De Ingenieur", waaronder "Mededeelingen inzake de droogmaking van Walcheren" (2 nummers, 1946)

Collegedictaat

Overige publicaties

  • Eenige ervaringen bij de droogmaking van Walcheren en de mogelijkheid van hare toepassing bij de afsluiting van de Zandkreek Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleeraar in de waterbouwkunde aan de Technische Hoogeschool te Delft op Donderdag 31 oct. 1946.
  • Grondslagen voor een ontwikkelingsplan van het haven- en industriegebied aan de Rijnmond
  • Some remarks on impoldering in Japan The Ministry of Agriculture & Forestry 1954 (Hachiro Gata polder) met A. Volker
  • Caissons en schepen in Walcheren's dijken. 1951
Zie de categorie Pieter Philippus Jansen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.